AI samenvatting door Lexboost • Automatisch gegenereerd
Beoordeling van de omgevingsvergunning voor de bouw van een appartementencomplex in Culemborg
In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Gelderland de beroepen van eisers tegen de beslissing op bezwaar van 14 juni 2022, waarin de op 19 november 2021 verleende omgevingsvergunning voor de bouw van een appartementencomplex in Culemborg met een aanvullende motivering in stand is gelaten. De rechtbank heeft de beroepen op 24 januari 2023 behandeld. Eisers, vertegenwoordigd door hun gemachtigden, hebben hun bezwaren tegen de vergunning toegelicht, waarbij ook de vergunninghouder en het college van burgemeester en wethouders aanwezig waren.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de vergunninghouder op 23 juli 2021 een omgevingsvergunning heeft aangevraagd voor de bouw van het appartementencomplex, dat binnen de grenzen van het bestemmingsplan ‘Culemborg-West’ ligt. Het college heeft de vergunning verleend, waarbij het bouwplan volgens hen past binnen het bestemmingsplan. In de beslissing op bezwaar heeft het college de vergunning met een aanvulling van de motivering in stand gelaten, ondanks de bezwaren van eisers over de overschrijding van de maximale goot- en bouwhoogte.
De rechtbank oordeelt dat het college in redelijkheid heeft kunnen besluiten dat het bouwplan niet in strijd is met een goede ruimtelijke ordening. De rechtbank concludeert dat de belangen van eisers niet onevenredig worden geschaad door de overschrijding van de bouwhoogte, die slechts 15 centimeter bedraagt. De rechtbank wijst erop dat de eisers in een eerder stadium bezwaar hadden kunnen maken tegen het bestemmingsplan zelf, en dat de vergunninghouder voldoet aan de bouwvoorschriften. De beroepen van eisers worden ongegrond verklaard, wat betekent dat de beslissing op bezwaar in stand blijft en dat eisers geen griffierecht of proceskostenvergoeding ontvangen.
Voetnoten
1.Zie artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (hierna: Wabo).
2.De afwijking voor de voor de overschrijding van de maximale goothoogte is gebaseerd op artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder c in samenhang met artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2˚, van de Wabo in samenhang met artikel 2.7 in samenhang met artikel 4, aanhef en eerste lid, van bijlage II, bij het Besluit omgevingsrecht.
3.Zie artikel 1, onder y, van de planregels.
5.Voor een gedeelte wordt het appartementengebouw gerealiseerd op kadastraal perceel N 1719 en voor een ander gedeelte op N 4397.
6.Toelichting Bestemmingsplan [plaats E] -West, pagina 45.
7.Het betreft hier een omgevingsvergunning voor de activiteit het afwijken van het bestemmingsplan op grond van artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder c in samenhang met artikel 2.12, eerste lid, aanhef, onder a en onder 1˚, Wabo in samenhang met artikel 29, eerste lid, onder a, van de planregels (‘Binnenplanse afwijking’) en één omgevingsvergunning voor het afwijken van het bestemmingsplan op grond van artikel 2.1, eerste lid, onder c in samenhang met artikel 2.12, eerste lid, aanhef, onder a, onder 2˚, Wabo in samenhang met artikel 2.7 in samenhang met artikel 4, eerste lid, bijlage 2, Besluit omgevingsrecht (‘Kruimel’).