Uitspraak
1.Procesverloop
- cliënt, bijgestaan door haar advocaat;
- mevrouw [naam 1] , als zorgverantwoordelijke verbonden aan [naam zorgaanbieder] ;
- mevrouw [naam 2] , via beeldbellen, als psycholoog verbonden aan [naam zorgaanbieder] ;
- de dochter van cliënt, mevrouw [naam dochter] ;
- de zoon van cliënt, de heer [naam zoon] .
2.Feiten
3.Standpunten
4.Beoordeling
- levensgevaar;
- ernstig lichamelijk letsel;
- ernstige psychische schade;
- ernstige verwaarlozing;
- maatschappelijke teloorgang;
De advocaat verwijst naar de uitspraak van de rechtbank Oost-Brabant van 24 maart 2020. Deze uitspraak is gepubliceerd op 17 april 2020 onder ECLI nummer: ECLI:NL:RBOBR:2020:1745. In deze uitspraak zijn meer omstandigheden opgenomen dan de advocaat ter zitting heeft benoemd. De rechtbank acht met name het volgende van belang: “
De specialist ouderengeneeskunde heeft verklaard dat de cliënt nooit probeert om de instelling te verlaten, ook niet op het moment dat er daadwerkelijk een deur open staat. De dochter en de schoonzoon van de cliënt hebben dit bevestigd en hieraan toegevoegd dat de cliënt het prima lijkt te vinden om in de instelling te verblijven. Hij heeft wat dit betreft precies dezelfde houding als in zijn thuissituatie: als hem gezegd wordt dat hij kan blijven waar hij is, doet hij dat ook en protesteert niet.”In onderhavige situatie blijft cliënt verzet uiten. Zij blijft bij het standpunt dat zij niet in de accommodatie wil verblijven. Ook na de vorige mondelinge behandeling is cliënt consistent gebleven in het uiten van haar wens om de accommodatie te verlaten. Zij toont deze wens op dagelijkse basis. Ook laat cliënt woede zien, waaruit blijkt dat zij het niet eens is met haar verblijf in de accommodatie. Het behandelteam heeft met een benaderingsplan en medicatie geprobeerd om de boosheid te laten afnemen. Naast het verbale verzet, toont cliënt gedrag waaruit blijkt dat zij het niet eens is met de noodzakelijke zorg. Cliënt neemt namelijk niet op vrijwillige basis de medicatie in. De medicatie moet soms onzichtbaar worden gegeven. In het zorgplan van 29 januari 2023 staat het navolgende opgenomen over de medicatie: “
Medicatie in beheer van de zorg. Medicatie uit de baxter halen en in medicijn cupje voor mw. neerzetten op tafel/aan mw. geven. Hierbij niet veel meer zeggen dan dat dit medicatie is voor haar. Niet te veel aandacht aan geven. Geen handschoenen hierbij aan hebben of vertellen dat je die net schoon aan hebt gedaan (als ze er om vraagt). Niet bij blijven staan bij inname maar wel van afstand in de gaten houden of mw. het ook echt inneemt. Bij weigeren, de medicatie mee terug nemen, opletten want mw. wilt het dan vaak in haar tas stoppen en zelf weggooien. Als dit is gebeurd mw. vertellen dat dit niet mag, dat wij het in beheer/toezicht op moeten hebben en op de juiste manier weg moeten gooien. Later nogmaals proberen, bij twee keer weigeren mag de oxazepam verborgen gegeven worden.”Uit het vorenstaande blijkt dan ook dat zowel in de stukken als tijdens de mondelinge behandeling voldoende is toegelicht dat cliënt niet gemotiveerd is om op vrijwillige basis de medicatie in te nemen. Ook op dit onderdeel is sprake van verzet.
5.Beslissing
10 maart 2028.