ECLI:NL:RBGEL:2023:1520

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
20 maart 2023
Publicatiedatum
21 maart 2023
Zaaknummer
415389
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Kort geding tussen ex-partners over de exploitatie van een onderneming en de rechtsvorm van een eenmanszaak versus vennootschap onder firma

In deze zaak, die op 20 maart 2023 door de Rechtbank Gelderland is behandeld, gaat het om een kort geding tussen twee ex-partners die samen een onderneming, genaamd [bedrijf 2], hebben opgericht. De eiser, [eis in conv/verw in reconv], stelt dat de onderneming als eenmanszaak is opgericht en dat de rechtsvorm niet is veranderd naar een vennootschap onder firma, ondanks de inschrijving in het handelsregister. De gedaagde, [ged in conv/eis in reconv], betwist dit en stelt dat hij ook als vennoot moet worden erkend. De voorzieningenrechter oordeelt dat er onvoldoende bewijs is voor de oprichting van een vennootschap onder firma en bevestigt dat [bedrijf 2] nog steeds als eenmanszaak wordt gevoerd door [eis in conv/verw in reconv]. De rechter wijst de vorderingen van [ged in conv/eis in reconv] in reconventie af en kent de vorderingen van [eis in conv/verw in reconv] in conventie toe, waaronder het ontzeggen van de toegang tot de onderneming voor [ged in conv/eis in reconv] en het opleggen van dwangsommen voor niet-naleving van de veroordelingen. De kosten van de procedure worden gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten draagt.

Uitspraak

RECHTBANK Gelderland

Civiel recht
Zaaknummer: C/05/415389 / KG ZA 23-53
Vonnis in kort geding van 20 maart 2023
in de zaak van
[eis in conv/verw in reconv],
wonende te [woonplaats] ,
eisende partij in conventie,
verwerende partij in reconventie,
hierna te noemen: [eis in conv/verw in reconv] ,
advocaat: mr. J.M. Penders te Nijmegen,
tegen
[ged in conv/eis in reconv],
wonende te [woonplaats] ,
gedaagde partij in conventie,
eisende partij in reconventie,
hierna te noemen: [ged in conv/eis in reconv] ,
advocaat: mr. D. Coskun.

1.De procedure

In conventie en in reconventie
1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding met producties 1 tot en met 25,
- een brief met productie 26 namens [eis in conv/verw in reconv] van 2 maart 2023,
- de conclusie van antwoord tevens eis in reconventie met producties 1 tot en met 13,
- een e-mailbericht met een bijlage (inkomensverklaring) namens [ged in conv/eis in reconv] van 3 maart 2023,
- een e-mailbericht met producties 27 tot en met 34 namens [eis in conv/verw in reconv] van 3 maart 2023,
- de mondelinge behandeling, gehouden op 6 maart 2023,
- de spreekaantekeningen namens [eis in conv/verw in reconv] .

2.De feiten

In conventie en in reconventie
2.1.
[eis in conv/verw in reconv] en [ged in conv/eis in reconv] zijn ex-partners en zij hebben samen twee kinderen van thans twee en acht jaar.
2.2.
Op 12 juli 2016 is de eenmanszaak, genaamd [bedrijf 2] (hierna: [bedrijf 2] ), in [plaats] opgericht op naam van [eis in conv/verw in reconv] . [eis in conv/verw in reconv] heeft [bedrijf 2] toen in het handelsregister van de Kamer van Koophandel (hierna: het handelsregister) ingeschreven. Ten behoeve van de exploitatie van [bedrijf 2] is in augustus 2016 op naam van [eis in conv/verw in reconv] een huurovereenkomst gesloten voor het pand aan de [adres 1] en zijn op naam van [eis in conv/verw in reconv] leaseovereenkomsten gesloten ten behoeve van een aantal zonnebanken.
2.3.
Op 8 september 2016 is ten behoeve van [bedrijf 2] op naam van [eis in conv/verw in reconv] een leningsovereenkomst gesloten met Qredits voor een bedrag van € 40.000,00. [ged in conv/eis in reconv] staat in de leningsovereenkomst vermeld als borg.
2.4.
Op 10 februari 2020 is [bedrijf 2] in het handelsregister ingeschreven als vennootschap onder firma, waarbij [eis in conv/verw in reconv] en [ged in conv/eis in reconv] als vennoten zijn vermeld.
2.5.
[ged in conv/eis in reconv] heeft in 2021 de onderneming, [bedrijf 1] (hierna: [bedrijf 1] ), opgericht vanuit het pand waar [bedrijf 2] is gevestigd. [bedrijf 1] is door [ged in conv/eis in reconv] in het handelsregister ingeschreven op het adres van [bedrijf 2] .
2.6.
In de zomer van 2021 hebben partijen hun relatie verbroken. De kinderen van partijen zijn woonachtig bij [eis in conv/verw in reconv] .
2.7.
[eis in conv/verw in reconv] is voornemens om jegens [ged in conv/eis in reconv] een gerechtelijke procedure te starten teneinde de ontbinding van de vennootschap onder firma [bedrijf 2] te bewerkstelligen.

3.Het geschil

In conventie en in reconventie
3.1.
[eis in conv/verw in reconv] vordert in conventie dat de voorzieningenrechter bij vonnis en voor zoveel mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, per onmiddellijke ingang en effect:
Primair:
I. [ged in conv/eis in reconv] de toegang tot [bedrijf 2] gevestigd aan de [adres 1] ontzegt voor minimaal de duur van 1 jaar en gebiedt het pand te verlaten, verlaten te houden en ter vrije beschikking te stellen aan [eis in conv/verw in reconv] , in ieder geval tenminste 14 dagen na de dag van uitspraak op het nog door [eis in conv/verw in reconv] in te dienen ontbindingsverzoek, althans een in goede justitie te bepalen termijn èn oordeelt dat gedurende het verbod [ged in conv/eis in reconv] bij overtreding van het voorgaande, waaronder het zich bevinden voor of nabij [bedrijf 2] zonder uitdrukkelijke toestemming van [eis in conv/verw in reconv] , een onmiddellijk opeisbare en niet voor matiging vatbare dwangsom van € 20.000,00 (zegge: twintigduizend euro) per overtreding verschuldigd is, althans een door de voorzieningenrechter in goede justitie te bepalen dwangsom;
II. bepaalt dat [eis in conv/verw in reconv] voorlopig als enige gerechtigd is om [bedrijf 2] te voeren, althans voort te zetten totdat uitspraak is gewezen in de ontbindingsprocedure;
III. [ged in conv/eis in reconv] , voor zover hij beherend vennoot zou zijn, te schorsen als beherend vennoot van [bedrijf 2] voor de duur van 1 jaar althans een in goede justitie te bepalen termijn, alsmede verbiedt dat hij:
a) rechtshandelingen namens [bedrijf 2] aangaat of uitvoert;
b) de schijn wekt dat hij bevoegd is om namens [bedrijf 2] rechten en plichten aan te gaan;
c) contacten onderhoudt met leveranciers en deze benadert in het kader van de bedrijfsvoering van [bedrijf 2] ;
d) klanten of medewerkers van [bedrijf 2] benadert;
e) zich negatief over [bedrijf 2] , haar medewerkers en [eis in conv/verw in reconv] tegenover derden uitlaat, waaronder begrepen berichten op sociale media zoals Facebook en Twitter;
f) goederen van [bedrijf 2] , waaronder contante gelden en zonnebanken, weg te nemen, te beschadigen, te vernietigen of anderszins onbruikbaar te maken; en
dat bij iedere overtreding van één van deze verboden [ged in conv/eis in reconv] voor elke overtreding een onmiddellijk opeisbare en niet voor matiging vatbare dwangsom van € 20.000,00 (zegge: twintigduizend euro) aan [eis in conv/verw in reconv] is verschuldigd althans een door de voorzieningenrechter in goede justitie te bepalen dwangsom;
IV. [ged in conv/eis in reconv] veroordeelt:
a) alle activiteiten van zijn bedrijven, [bedrijf 1] en [bedrijf 3] , aan de [adres 1] te beëindigen,
b) de aparte kamer zich bevindende in de [adres 1] niet meer te gebruiken, te ontruimen en ontruimt te houden;
c) reclame uitingen van [bedrijf 1] binnen en buiten [bedrijf 2] te verwijderen en verwijderd te houden alsmede iedere online communicatie waar verwezen wordt naar [bedrijf 2] waaronder haar (adres)gegevens;
d) de bankpas van de bankrekening van [bedrijf 2] niet te gebruiken, geen nieuwe bankpassen op naam van [bedrijf 2] aan te vragen en deze tezamen met alle andere eigendommen van [bedrijf 2] zoals sleutels, computer, de administratie en voorraden bij [bedrijf 2] in goede staat achter te laten;
dit alles op straffe van een onmiddellijk opeisbare en niet voor matiging vatbare dwangsom van € 10.000,00 (zegge: tienduizend euro) per dag voor iedere dag, een gedeelte van een dag daaronder begrepen, dat [ged in conv/eis in reconv] weigert aan deze veroordeling of een deel daarvan te voldoen;
V. [ged in conv/eis in reconv] gebiedt en/of veroordeelt:
a) de adresgegevens van zijn bedrijven bij de Kamer van Koophandel te wijzigen, zodat de onderneming niet meer staan ingeschreven op het adres van [bedrijf 2] , alsmede de klanten en leveranciers van [bedrijf 1] over deze adreswijziging te informeren;
b) de administratie van [bedrijf 2] over de jaren 2020, 2021 en 2022 en het lopende jaar 2023 aan [eis in conv/verw in reconv] te verstrekken, althans kopieën daarvan, inzage te geven in de administratie en daaraan volledige medewerking te verlenen,
c) financiële verantwoording af te leggen over de door [bedrijf 2] dagelijkse omzet en ontvangen contante gelden vanaf oktober 2022;
dit alles op straffe van een onmiddellijk opeisbare en niet voor matiging vatbare dwangsom van € 10.000,00 (zegge: tienduizend euro) per dag voor iedere dag, een gedeelte van een dag daaronder begrepen, dat [ged in conv/eis in reconv] weigert aan deze veroordeling of een deel daarvan te voldoen;
Subsidiair:
VI. bepaalt dat [eis in conv/verw in reconv] in [bedrijf 2] betaalde diensten kan draaien en beauty handelingen kan verrichten alsmede (het aantal) dagen of dagdelen bepaalt waar zij zonder aanwezigheid van [ged in conv/eis in reconv] zich in de zonnestudio kan bevinden;
VII. die maatregelen neemt die ertoe leiden dat [eis in conv/verw in reconv] aanwezig kan zijn in [bedrijf 2] en aldaar werkzaamheden (veilig) kan verrichten, zonder de aanwezigheid van [ged in conv/eis in reconv] en/of de vrees voor zijn aanwezigheid;
Meer subsidiair:
VIII. een onafhankelijke bestuurder voor [bedrijf 2] aanstelt voor een in goede justitie te bepalen termijn en daarbij te bepalen dat de kosten daarvan voor rekening van [ged in conv/eis in reconv] komen; en
In alle gevallen:
IX. [ged in conv/eis in reconv] veroordeelt in de kosten van deze procedure, waaronder begrepen het nasalaris van de advocaat van [eis in conv/verw in reconv] .
3.2.
[ged in conv/eis in reconv] voert verweer. [ged in conv/eis in reconv] concludeert tot afwijzing van de vorderingen van [eis in conv/verw in reconv] met veroordeling van [eis in conv/verw in reconv] in de kosten van deze procedure.
3.3.
[ged in conv/eis in reconv] vordert in reconventie dat de voorzieningenrechter bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
[eis in conv/verw in reconv] schorst als vennoot;
[eis in conv/verw in reconv] verbiedt om de schijn te wekken dat zij nog bevoegd is om als vennoot op te treden, onder last van een dwangsom van € 5.000,00 voor iedere dag of keer dat zij dat verbod overtreedt;
alsmede het [eis in conv/verw in reconv] verbiedt om [bedrijf 2] te betreden, onder last van een dwangsom van € 5.000,00 voor iedere dag of keer at zij dat verbod overtreedt, en
[eis in conv/verw in reconv] veroordeelt in de proceskosten.
3.4.
[eis in conv/verw in reconv] voert verweer. [eis in conv/verw in reconv] concludeert tot afwijzing van de vorderingen van [ged in conv/eis in reconv] met veroordeling van [ged in conv/eis in reconv] in de kosten van deze procedure.
3.5.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

In conventie en in reconventie
4.1.
Gelet op de onderlinge samenhang tussen de vorderingen in conventie en in reconventie zullen de vorderingen van partijen hierna gezamenlijk worden behandeld.
4.2.
De kern van het geschil tussen partijen ziet op de onderneming [bedrijf 2] . Beide partijen menen dat zij met uitsluiting van de ander gerechtigd zijn (of zouden moeten worden) om [bedrijf 2] te exploiteren en zij hebben in conventie en in reconventie daartoe strekkende vorderingen ingediend.
4.3.
Het meest verstrekkende verweer van [ged in conv/eis in reconv] , dat het tussen partijen gerezen geschil zich niet leent voor behandeling in kort geding, is reeds ter zitting door de voorzieningenrechter gepasseerd. Zoals ter zitting aan partijen meegedeeld, zijn de feiten naar het oordeel van de voorzieningenrechter in het onderhavige geschil voldoende duidelijk naar voren gebracht om daarover een beoordeling te geven en zijn de gevolgen van de te geven beslissing voldoende te overzien, zodat aan een inhoudelijke beoordeling van het geschil wordt toegekomen.
4.4.
De verhouding tussen partijen is sinds de relatiebreuk ernstig verstoord waardoor zij in elk geval niet in staat zijn om gezamenlijk [bedrijf 2] te exploiteren. Dit beeld is ter zitting door partijen bevestigd. Nu beide partijen voor hun levensonderhoud afhankelijk zijn van de inkomsten uit [bedrijf 2] en het tussen hen gerezen geschil ziet op de vraag wie op dit moment met uitsluiting van de ander gerechtigd is om [bedrijf 2] te exploiteren, is het spoedeisend belang bij de vorderingen in conventie en in reconventie voldoende gegeven. Een maatregel op korte termijn is in het belang van beide partijen.
4.5.
[eis in conv/verw in reconv] vordert in conventie dat zij als enige gerechtigde de exploitatie van [bedrijf 2] mag voeren, alsmede te bepalen dat [ged in conv/eis in reconv] de toegang tot het pand waar [bedrijf 2] is gevestigd wordt ontzegd. Zij stelt zich op het standpunt dat zij [bedrijf 2] heeft bedacht en opgericht als eenmanszaak en dat zij daarvoor alle (rechts)handelingen heeft verricht. Zij heeft later weliswaar een handtekening gezet in het handelsregister voor de omzetting van de rechtsvorm van [bedrijf 2] naar een vennootschap onder firma waardoor [ged in conv/eis in reconv] medevennoot is geworden, maar zij heeft naar eigen zeggen nooit de wil gehad om met [ged in conv/eis in reconv] een dergelijke samenwerking aan te gaan. Zij heeft enkel op instigatie van [ged in conv/eis in reconv] met het oog op haar zwangerschaps- en bevallingsverlof [ged in conv/eis in reconv] tijdelijke bevoegdheid willen geven om zaken te kunnen regelen tijdens haar afwezigheid. Volgens [eis in conv/verw in reconv] betekende de inschrijving van [bedrijf 2] in het handelsregister als vennootschap dan ook geen verandering in de werkzaamheden en staan alle door haar aangegane zakelijke contracten nog altijd op haar naam. Partijen hebben ten aanzien van de vennootschap onderling ook geen afspraken gemaakt. Voor zover door de voorzieningenrechter wordt geoordeeld dat er wel een vennootschap is opgericht, vordert [eis in conv/verw in reconv] , kort gezegd, [ged in conv/eis in reconv] te schorsen als beherend vennoot van [bedrijf 2] .
4.6.
[ged in conv/eis in reconv] is het niet met [eis in conv/verw in reconv] eens. [ged in conv/eis in reconv] stelt zich op het standpunt dat [bedrijf 2] in eerste instantie weliswaar in de vorm van een eenmanszaak is opgericht op de naam van [eis in conv/verw in reconv] vanwege de schuld van [ged in conv/eis in reconv] bij DUO, maar dat hij degene is die [bedrijf 2] heeft bedacht en opgericht. Zo heeft hij naar eigen zeggen onder meer de zakelijke contacten geïnitieerd en onderhouden en is ook een groot deel van de financiële middelen voor de oprichting van [bedrijf 2] afkomstig van (de ouders van) [ged in conv/eis in reconv] . [eis in conv/verw in reconv] heeft volgens [ged in conv/eis in reconv] voor het gezin gezorgd en nagenoeg geen werkzaamheden voor [bedrijf 2] verricht. Later is [bedrijf 2] als vennootschap onder firma ingeschreven in het handelsregister en is [ged in conv/eis in reconv] ook formeel als medevennoot zelfstandig bevoegd om rechtshandelingen te verrichten. [ged in conv/eis in reconv] stelt verder nog dat [eis in conv/verw in reconv] geen kennis heeft van de exploitatie van [bedrijf 2] en dat het de ondergang van [bedrijf 2] betekent als [eis in conv/verw in reconv] [bedrijf 2] zal voeren. [ged in conv/eis in reconv] vordert daarom in reconventie, kort gezegd, dat [eis in conv/verw in reconv] wordt geschorst als vennoot van [bedrijf 2] .
4.7.
De voorzieningenrechter overweegt het volgende. Voor de beoordeling van de vorderingen van partijen dient in de eerste plaats, op basis van hetgeen in deze procedure naar voren is gebracht, een oordeel te worden gegeven over de rechtsvorm waarin [bedrijf 2] wordt gedreven. Partijen verschillen immers van mening over de vraag of de rechtsvorm van [bedrijf 2] is overgegaan van een eenmanszaak op naam van [eis in conv/verw in reconv] naar een vennootschap onder firma waarvan beide partijen vennoot zijn. Niet in geschil is dat, als sprake is van een eenmanszaak, [eis in conv/verw in reconv] degene is die beslissingen kan nemen over de voortzetting van de onderneming. Slechts indien wordt vastgesteld dat de onderneming is omgezet in een vennootschap onder firma, dienen er beslissingen te worden genomen over de eventuele schorsing van een van beide vennoten met het oog op de voortzetting van die vennootschap. Hieromtrent heeft het volgende te gelden.
4.8.
Artikel 22 van het Wetboek van Koophandel (WvK) bepaalt onder meer dat een vennootschap onder firma moet worden aangegaan bij authentieke of bij onderhandse akte. De akte is vereist wanneer een vennoot tegenover een of meer beweerde vennoten wil bewijzen dat een vennootschap bestaat en de beweerde vennoot of vennoten dit ontkennen (Conclusie A-G bij HR 12 juli 2013, ECLI:NL:HR:2013:CA3786 en Hof Den Haag 17 december 2013, JOR 2014/225).
4.9.
Niet in geschil is dat [bedrijf 2] in beginsel is opgericht als een eenmanszaak op naam van [eis in conv/verw in reconv] . Later, op 10 februari 2020, is [bedrijf 2] in het handelsregister ingeschreven als een vennootschap onder firma. Blijkens hetgeen partijen daarover desgevraagd ter zitting hebben meegedeeld is de inschrijving van [bedrijf 2] in het handelsregister als vennootschap niet voorafgegaan of gevolgd door (een samenstel van) concrete afspraken over de wijze waarop aan de voorgenomen samenwerking tussen hen zou worden vorm gegeven, laat staan dat die afspraken op schrift zijn gesteld. Vastgesteld moet dan ook worden dat door partijen geen overeenkomst is gesloten waarbij partijen zich hebben verbonden om geld, (genot van) goederen en/of arbeid in te brengen teneinde het daardoor behaalde voordeel met elkaar te delen (vgl. de artikelen 7A:1655 en 1662 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek) en dat er geen akte is opgesteld in de zin van artikel 22 WvK. Dat betekent dat in deze procedure niet aannemelijk is geworden dat daadwerkelijk een vennootschap onder firma is opgericht. De inschrijving bij het handelsregister doet daar niet aan af. Een inschrijving van een vennootschap in het handelsregister, wat daar verder ook van zij, levert weliswaar een indicatie op van het bestaan van een vennootschap onder firma, maar daaraan kan geen beslissende betekenis worden toegekend. Een en ander zou nog anders kunnen zijn als aannemelijk was geworden dat partijen gedurende een aantal jaren onafgebroken feitelijk een vennootschap onder firma hebben gevoerd, maar dat is niet gesteld en kan in deze procedure ook overigens niet worden vastgesteld. Geconcludeerd moet dan ook worden dat in het bestek van dit kort geding enig bewijs voor het bestaan van de door [ged in conv/eis in reconv] beweerde vennootschap onder firma ontbreekt.
Voor zover [ged in conv/eis in reconv] heeft willen betogen dat sprake is van een vennootschap vanwege zijn voor [bedrijf 2] van meet af aan verrichtte werkzaamheden en (financiële) investeringen, wordt dat standpunt gepasseerd. Niet in geschil is immers dat [bedrijf 2] als een eenmanszaak is begonnen. Dus ook als [ged in conv/eis in reconv] in zijn stellingen wordt gevolgd over zijn rol binnen de onderneming, is in elk geval ook in zijn eigen visie van meet af aan geen rol voor hem weggelegd als vennoot. Niet is gesteld of aannemelijk gemaakt dat hij later andere taken is gaan vervullen of inspanningen heeft verricht, die tot de conclusie moeten leiden dat hij toen alsnog vennoot is geworden. Noch daargelaten dat, zoals uit de hiervoor onder 4.5. en 4.6. geformuleerde standpunten van partijen blijkt, partijen op dit punt lijnrecht tegenover elkaar staan. Om vast te kunnen stellen wat ieders rol is geweest bij de oprichting van [bedrijf 2] en in welke mate zij nadien zijn betrokken bij de werkzaamheden voor [bedrijf 2] , is nadere bewijslevering noodzakelijk en daarvoor is in een kort geding procedure geen plaats. Daarvoor dient de nog aanhangig te maken bodemprocedure.
4.10.
Onder deze omstandigheden is naar het voorlopig oordeel van de voorzieningenrechter niet aannemelijk geworden dat de rechtsvorm van [bedrijf 2] is gewijzigd naar een vennootschap onder firma. Voorshands geoordeeld kan dit dan ook tot geen andere conclusie leiden dat [bedrijf 2] nog altijd als een eenmanszaak op naam van [eis in conv/verw in reconv] wordt gevoerd. Dit betekent dat ten aanzien van de vorderingen van [eis in conv/verw in reconv] in conventie onder III. en de vorderingen van [ged in conv/eis in reconv] in reconventie, die zien op de situatie dat sprake is van een vennootschap onder firma, de grondslag ontbreekt. Deze vorderingen zullen dan ook worden afgewezen.
4.11.
Het voorgaande betekent ook dat de vorderingen in conventie van [eis in conv/verw in reconv] onder II. zullen worden afgewezen wegens een gebrek aan afzonderlijk belang daarbij. Zoals hiervoor voorshands is vastgesteld is nog altijd sprake van een eenmanszaak. Daaruit vloeit reeds automatisch voort dat [eis in conv/verw in reconv] de enige gerechtigde is om [bedrijf 2] te voeren. Dit betekent ook dat de (meer) subsidiaire vorderingen van [eis in conv/verw in reconv] in conventie geen behandeling behoeven.
4.12.
Nu [eis in conv/verw in reconv] vooralsnog [bedrijf 2] zal gaan voeren wordt, gelet de tussen partijen ernstig verslechterde verhouding waarbij ook de exploitatie van [bedrijf 2] niet is gediend, voldoende aanleiding gezien om de vordering onder I. toe te wijzen.
4.13.
Ten aanzien van de vordering van [eis in conv/verw in reconv] in conventie onder IV. onder a., b. en c. geldt het volgende. [eis in conv/verw in reconv] stelt zich op het standpunt dat zij [ged in conv/eis in reconv] geen toestemming heeft gegeven om zijn ondernemingen vanuit het door haar ten behoeve van de exploitatie van [bedrijf 2] gehuurde pand te voeren. [ged in conv/eis in reconv] verblijft met zijn onderneming(en) volgens [eis in conv/verw in reconv] dan ook zonder geldige titel in het pand. [ged in conv/eis in reconv] heeft daartegen onvoldoende gemotiveerd verweer gevoerd. Het had op zijn weg gelegen om aan te tonen dat hij zijn onderneming(en) met toestemming van [eis in conv/verw in reconv] vanuit het pand van [bedrijf 2] exploiteert. Nu hij dat heeft nagelaten, worden de vorderingen van [eis in conv/verw in reconv] op dit punt toegewezen. Met betrekking tot de vordering van [eis in conv/verw in reconv] in conventie onder IV. onder d. en V. geldt dat daartegen door [ged in conv/eis in reconv] geen verweer is gevoerd, zodat deze vorderingen op grond van hetgeen hiervoor is overwogen zullen worden toegewezen.
4.14.
De door [eis in conv/verw in reconv] in conventie gevorderde dwangsommen zullen worden gematigd en beperkt zoals hierna vermeld.
4.15.
Gelet op de relatie tussen partijen zullen de proceskosten in conventie en in reconventie tussen hen worden gecompenseerd, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.

5.De beslissing

De voorzieningenrechter
in conventie
5.1.
ontzegt [ged in conv/eis in reconv] uiterlijk vijf dagen na betekening van het vonnis de toegang tot [bedrijf 2] , gevestigd aan de [adres 1] , voor de duur van één (1) jaar en gebiedt [ged in conv/eis in reconv] het pand te verlaten, verlaten te houden en ter vrije beschikking te stellen aan [eis in conv/verw in reconv] ;
5.2.
veroordeelt [ged in conv/eis in reconv] om aan [eis in conv/verw in reconv] een dwangsom te betalen van € 2.500,00 voor iedere dag of gedeelte daarvan dat hij niet aan de veroordeling onder 5.1. voldoet, waaronder het zich bevinden voor of nabij [bedrijf 2] zonder uitdrukkelijke toestemming van [eis in conv/verw in reconv] , tot een maximum van € 30.000,00 is bereikt;
5.3.
veroordeelt [ged in conv/eis in reconv] uiterlijk vijf dagen na de dag van de betekening van het vonnis:
  • alle activiteiten van zijn bedrijven, [bedrijf 1] en [bedrijf 3] , aan de [adres 1] te beëindigen,
  • de aparte kamer zich bevindende in de [adres 1] niet meer te gebruiken, te ontruimen en ontruimt te houden;
  • reclame uitingen van [bedrijf 1] binnen en buiten [bedrijf 2] te verwijderen en verwijderd te houden alsmede iedere online communicatie waar verwezen wordt naar [bedrijf 2] waaronder haar (adres)gegevens;
  • de bankpas van de bankrekening van [bedrijf 2] niet te gebruiken, geen nieuwe bankpassen op naam van [bedrijf 2] aan te vragen en deze tezamen met alle andere eigendommen van [bedrijf 2] zoals sleutels, computer, de administratie en voorraden bij [bedrijf 2] in goede staat achter te laten;
5.4.
veroordeelt [ged in conv/eis in reconv] om aan [eis in conv/verw in reconv] een dwangsom te betalen van € 2.500,00 voor iedere dag of gedeelte daarvan dat hij niet aan de veroordeling onder 5.3. voldoet, tot een maximum van € 30.000,00 is bereikt,
5.5.
gebiedt [ged in conv/eis in reconv] uiterlijk vijfdagen na de dag van betekening van het vonnis:
  • de adresgegevens van zijn bedrijven bij de Kamer van Koophandel te wijzigen, zodat de ondernemingen niet meer staan ingeschreven op het adres van [bedrijf 2] , alsmede de klanten en leveranciers van [bedrijf 1] over deze adreswijziging te informeren;
  • de administratie van [bedrijf 2] over de jaren 2020, 2021 en 2022 en het lopende jaar 2023 aan [eis in conv/verw in reconv] te verstrekken, althans kopieën daarvan, inzage te geven in de administratie en daaraan volledige medewerking te verlenen,
  • financiële verantwoording af te leggen over de door [bedrijf 2] dagelijkse omzet en ontvangen contante gelden vanaf oktober 2022;
5.6.
veroordeelt [ged in conv/eis in reconv] om aan [eis in conv/verw in reconv] een dwangsom te betalen van € 2.500,00 voor iedere dag of gedeelte daarvan dat hij niet aan de veroordeling onder 5.5. voldoet, tot een maximum van € 30.000,00 is bereikt,
5.7.
compenseert de kosten van de procedure tussen partijen, zodat iedere partij de eigen kosten draagt,
5.8.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad,
5.9.
wijst het meer of anders gevorderde af,
in reconventie
5.10.
wijst de vorderingen van [ged in conv/eis in reconv] af,
5.11.
compenseert de kosten van de procedure tussen partijen, zodat iedere partij de eigen kosten draagt.
Dit vonnis is gewezen door mr. D.T. Boks en in het openbaar uitgesproken en ondertekend door mr. K. van Vlimmeren- van Ommen op 20 maart 2023.