ECLI:NL:RBGEL:2023:1472

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
20 maart 2023
Publicatiedatum
20 maart 2023
Zaaknummer
AWB - 21 _ 3760
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Last onder dwangsom met betrekking tot laanboomkwekerij en omgevingsvergunningen

In deze zaak heeft de rechtbank Gelderland op 20 maart 2023 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure over een last onder dwangsom die was opgelegd aan een derde-partij met betrekking tot een aangelegde laanboomkwekerij. De rechtbank heeft geoordeeld dat de last onder dwangsom in de beslissing op bezwaar met een aanvullende motivering in stand is gelaten, maar dat deze deels is ingetrokken. De rechtbank heeft vastgesteld dat de laanboomteelt onder de vrijstellingsbepaling van het bestemmingsplan valt en dat voor het plaatsen van tonkinstokken geen omgevingsvergunning vereist is. Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Buren heeft omgevingsvergunningen verleend voor het telen van laanbomen in een teeltvrije zone en voor het aanleggen van een uitweg. De rechtbank heeft het beroep van eiseres ongegrond verklaard en het verzoek om vergoeding van proceskosten van de derde-partij afgewezen. De rechtbank concludeert dat er geen sprake is van overtredingen en dat de last onder dwangsom terecht is herroepen. De uitspraak is gedaan door de enkelvoudige kamer van de rechtbank Gelderland, zittingsplaats Arnhem.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
Zittingsplaats Arnhem
Bestuursrecht
zaaknummer: ARN 21/3760

uitspraak van de enkelvoudige kamer van

in de zaak tussen

[eiseres], uit [woonplaats], eiseres

(gemachtigde: mr. J.E. Dijk),
en

het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Buren, het college

(gemachtigden: J.C. van Veenendaal en N. van Staaden).
Als derde-partij neemt aan de procedure deel:
[derde-partij], uit [woonplaats] (gemachtigde: mr. Tj.P. Grünbauer).

Inleiding

Bij besluit van 30 oktober 2020 heeft het college een last onder dwangsom aan de derde-partij opgelegd met betrekking tot de door de derde-partij aangelegde laanboomkwekerij.
In de beslissing op bezwaar van 30 juni 2021 heeft het college de last onder dwangsom met een aanvullende motivering gewijzigd in stand gelaten en deels de last herroepen.
De rechtbank heeft het beroep op 16 december 2022 tezamen met de procedures met zaaknummers 21/3735, 21/3756, 21/3765, 21/3920 en 21/4429 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen namens eiseres [eiseres] en gemachtigde. De gemachtigden van het college. Namens de derde-partij [derde-partij] en gemachtigde.

Totstandkoming van de besluiten

1. De derde-partij heeft een laanboomkwekerij op het perceel, kadastraal bekend onder gemeente [woonplaats], [locatie] en gelegen aan de [locatie] met de [locatie] in [woonplaats] (het perceel).
Verzoek om handhaving
2. Eiseres heeft op 18 september 2020 een verzoek om handhaving ingediend bij het college ten aanzien van de volgende punten op het perceel:
1. Het zonder vergunning aanbrengen van oppervlakteverharding.
2. Het zonder vergunning aanplanten van (laan-)bomen.
3. Het zonder vergunning aanbrengen van palen /stokken.
4. Het aanplanten van laanbomen in een beplantingsvrije zone.
Controle toezichthouder
3. In het besluit tot oplegging van de last onder dwangsom van 30 oktober 2020 staat:
“Welke overtredingen begaat u?
Nu u voor deze (aanleg-)activiteiten geen omgevingsvergunning heeft, handelt u in strijd met de regels van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo), het geldende bestemmingsplan en de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) van de gemeente Buren.
U overtreedt de volgende wetten/regels op het perceel kadastraal bekend als gemeente [woonplaats], [locatie]:
  • Doordat u, zonder dat u daarvoor een omgevingsvergunning heeft, een oppervlakteverharding van stelconplaten heeft aangebracht op het perceel voor de door u (zonder omgevingsvergunning) gerealiseerde boomkwekerij, handelt u in strijd met artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder b van de Wabo en artikel 3.6.1.1 van het geldende bestemmingsplan.
  • Doordat u geen omgevingsvergunning heeft voor het aanbrengen van oppervlakteverharding en het aanplanten van de boomkwekerij met bijbehorende tonkinstokken, terwijl deze op grond van het bestemmingsplan wel is vereist, handelt u in strijd met artikel 2.1, lid 1, aanhef en onder b van de Wabo en artikel 24.4.1 van het geldende bestemmingsplan.
  • Doordat u geen omgevingsvergunning heeft voor het afwijken van het bestemmingplan, terwijl het bestemmingsplan het aanleggen van een boomkwekerij ter plaatse verbiedt gelet op de nabijheid van de in het bestemmingsplan genoemde bebouwingsconcentraties, handelt u in strijd met artikel 2.1, lid 1, aanhef en onder c van de Wabo en artikel 3.6.2.1 van het bestemmingsplan.
  • Doordat u, zonder dat u daarvoor een omgevingsvergunning heeft, een nieuwe uitrit (van stelconplaten) heeft aangebracht aan de zijde van de [locatie], handelt u in strijd met artikel 2.2, lid 1, aanhef en onder e van de Wabo en artikel 2.12 van de Algemene Plaatselijke Verordening van de gemeente Buren.”
Last onder dwangsom
4. In het besluit van 30 oktober 2020 heeft het college aan de derde-partij een last onder dwangsom opgelegd. In het besluit staat:

Wat moet u doen?
U moet het volgende doen:
U moet uw perceel weer terug brengen in de oorspronkelijke staat, zoals het was voor het aanleggen van oppervlakteverharding, het veranderen van de uitrit en het aanplanten van de (laan-)bomen inclusief tonkinstokken. U moet de verharding, de gewijzigde uitrit en aangeplante (laan-) bomen dus van uw perceel (gemeente [woonplaats], [locatie]) verwijderen en verwijderd houden. U mag de overtredingen ook niet opnieuw beginnen.
Doet u dit uiterlijk vrijdag 11 december 2020.”
Beslissing op bezwaar
5. In de beslissing op bezwaar van 30 juni 2020 is de opgelegde last onder dwangsom met een aanvullende motivering gewijzigd in stand gelaten. De last onder dwangsom is kort samengevat herroepen (ingetrokken) op twee punten:
1. De last ten aanzien van de op het perceel aanwezige oppervlakteverharding is herroepen. Dit omdat deze verharding gebruikt wordt voor het normale agrarische gebruik. Dit is niet in strijd met artikel 3.6.1.1 van de planregels Daarom is geen omgevingsvergunning nodig.
2. De last ten aanzien van de zonder omgevingsvergunning geplaatste tonkinstokken is herroepen. Het college vindt dat geen sprake is van strijd met artikel 24.4.1 van de planregels. Bij collegebesluit van 19 januari 2021 heeft het college vastgesteld dat de vrijstelling van de archeologische onderzoeksplicht voor laanboomteelt betrekking heeft op alle werken en werkzaamheden in het kader van zowel bestaande als nieuwe laanboomteelt. Dat betekent dat er geen omgevingsvergunning nodig is voor de activiteit “bouwen”.
De lasten die zien op het aanplanten binnen de teeltvrijezone en het maken van een uitrit heeft het college in stand gelaten.
Het college heeft de last onder dwangsom gewijzigd. In de beslissing op bezwaar is de derde-partij gelast:
“U moet binnen zes weken na de verzenddatum van deze beslissing on bezwaar het
volgende doen:
1. U moet het perceel, kadastraal bekend als gemeente [woonplaats], [locatie], weer terug brengen in de oorspronkelijke staat, zoals voor het aanbrengen van de uitweg (met bijbehorende oppervlakteverharding) en het aanbrengen van de beplanting inclusief tonkinstokken. U moet de uitrit (met bijbehorende oppervlakteverharding) en de beplanting dus van het perceel verwijderen en verwijderd houden.”
Daarbij heeft het college aangegeven dat de derde-partij handhaving kan voorkomen door binnen de hierboven gestelde termijn een ontvankelijke aanvraag om omgevingsvergunning in te dienen, waarbij door middel van onderzoek is aangetoond dat een aanvaardbaar woon- en leefmilieu bij de omliggende gevoelige functies kan worden gewaarborgd. Dat onderzoeksrapport dient binnen deze periode door de omgevingsdienst Rivierenland te zijn goedgekeurd.
Aanvraag omgevingsvergunningen
6. Op 4 augustus 2021 heeft de derde-partij een omgevingsvergunning aangevraagd voor teelt in de teeltvrijezone op percelen [locatie] welke nader kadastraal bekend zijn als LDN04, sectie I met nummers 1600 en 1601.
Eiseres heeft in de aanvraag aangegeven dat: “in deze teeltvrije zone zal niet langer opwaarts bespoten worden en er zullen tevens geen bespuitingen plaatsvinden binnen de op tekening nader geduide teeltvrije zone. Hierdoor kan het woon- en leefklimaat gewaarborgd blijven.”
6.1.
Op 1 september 2021 heeft de derde-partij een omgevingsvergunning aangevraagd voor de aanleg van een uitrit op het adres [locatie] ongenummerd, kadastrale sectie I nummer 1601, in [woonplaats].
Omgevingsvergunningen
7. Bij besluit van 9 november 2021 is aan de derde-partij een omgevingsvergunning verleend voor het telen van laanbomen in een teeltvrije zone op het adres [locatie] ongenummerd, kadastraal sectie I, nummers 1600 en 1601 in [woonplaats].
7.1.
Bij besluit van 25 oktober 2021 is aan de derde-partij een omgevingsvergunning verleend voor het aanleggen van een uitweg op het adres [locatie] ongenummerd, kadastrale [locatie], in [woonplaats].
Omgevingsvergunning onherroepelijk
8. Tegen de besluiten van 25 oktober 2021 en 9 november 2021 is geen bezwaar ingediend, zodat beide besluiten onherroepelijk zijn.
Intrekking lasten onder dwangsom
9. De derde-partij heeft het college op 11 januari 2022 verzocht om intrekking van de opgelegde last onder dwangsom. Het college heeft in het besluit van 24 januari 2022 de last onder dwangsom, zoals opgenomen in de beslissing op bezwaar van 30 juni 2021 ingetrokken [1] omdat met beide omgevingsvergunningen volledig wordt voldaan aan de bij beslissing op bezwaar van 30 juni 2021 opgelegde last. Daarom kan van verdere handhaving worden afgezien. De beslissing op bezwaar is voor het overige ongewijzigd in stand gehouden.

Beoordeling door de rechtbank

10. De rechtbank beoordeelt het bestreden besluit aan de hand van de argumenten die eiseres heeft aangevoerd, de beroepsgronden. De voor de beoordeling van het beroep van belang zijnde wet- en regelgeving is opgenomen in de bijlage bij deze uitspraak.
Wat is er in geschil?
11. De rechtbank stelt vast dat de eerder opgelegde last onder dwangsom is ingetrokken. Het beroep van eiseres ziet daarom op:
De intrekking van de in de beslissing op bezwaar opgelegde last onder dwangsom.
Het overige in de beslissing op bezwaar dat ongewijzigd in stand is gebleven.
De intrekking van de in de beslissing op bezwaar opgelegde last onder dwangsom
12. Voor zover eiseres opkomt tegen de intrekking van de in de beslissing op bezwaar opgelegde last onder dwangsom stelt de rechtbank vast dat sprake is van twee
onherroepelijke legaliserende omgevingsvergunningen waartegen geen rechtsmiddelen zijn ingediend. Door de verlening van de legaliserende omgevingsvergunningen is voor deze handelingen geen sprake meer van overtredingen. Dat betekent dat het college de in de beslissing op bezwaar opgelegde last onder dwangsom terecht heeft ingetrokken. Als eiseres tegen dit deel had willen opkomen dan had zij moeten opkomen tegen de omgevingsvergunningen. De beroepsgronden die zien op de ingetrokken last onder dwangsom slagen daarom niet.
Waar gaan de beroepsgronden over?
13. De overige beroepsgronden zien op het betoog van eiseres dat het college ten onrechte tot de conclusie is gekomen dat werken en werkzaamheden ten behoeve van laanboomteelt en fruitteelt onder de vrijstellingsbepaling van artikel 24.4.2 aanhef en onder c, van de planregels vallen. Daarnaast voert eiseres aan dat voor de geplaatste tonkinstokken een omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen is vereist.
Bestemmingsplan
14. Voor het perceel is het bestemmingsplan “Buitengebied, reparatieplan” van toepassing. Het perceel heeft daarin de enkelbestemming “Agrarisch” (artikel 3) en de dubbelbestemming “Waarde- Archeologisch onderzoeksgebied- 1” (artikel 24).
Valt laanboomteelt onder de vrijstellingsbepaling van artikel 24.4.2. van de planregels?
15. Eiseres voert aan dat het college niet in redelijkheid tot de conclusie heeft kunnen komen dat de vrijstellingsbepaling van artikel 24.4.2 aanhef en onder c van de planregels van het bestemmingsplan “Buitengebied, reparatieplan” van toepassing is. Eiseres voert aan dat deze vrijstellingsbepaling buiten toepassing gelaten moet worden omdat anders het in artikel 24.4.1 van de planregels opgenomen verbod voor het aanplanten van een houtopstand, waaronder begrepen een bos, boomgaard, zacht-fruitopstand, (boom)kwekerij of windsingel, zinledig is.
Daarnaast voert eiseres aan dat de vrijstelling alleen ziet op bestaande situaties waarin al een (boom)kwekerij aanwezig is. Volgens eiseres gaat het hier om gronden die de voorafgaande jaren niet voor boomteelt zijn gebruikt. Daarom is geen sprake van bestaande boomteelt. Verder voert eiseres aan dat het college had moeten onderzoeken of er wel sprake is van laanboomteelt. Het college heeft daarom de last onder dwangsom op dit onderdeel ten onrechte herroepen.
15.1.
In artikel 24.4.1, aanhef en onder g, van de planregels staat dat het verboden is binnen de gronden met de bestemming “Waarde - Archeologisch onderzoekgebied-1” de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren, zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden:
g. het aanplanten van een houtopstand, waaronder begrepen een bos, boomgaard, zacht-fruitopstand, (boom)kwekerij of windsingel, of het rooien daarvan waarbij stobben worden verwijderd;
In artikel 24.4.2, onder c. van de planregels staat dat het in artikel 24.4.1 vervatte verbod niet geldt voor werken en werkzaamheden ten behoeve van laanboomteelt en fruitteelt.
15.2.
De rechtbank volgt het betoog van eiseres niet. Zoals volgt uit de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (hierna: Afdeling) van 23 oktober 2019 [2] dienen planregels omwille van de rechtszekerheid letterlijk te worden uitgelegd. De rechtszekerheid vereist immers dat van wat in het bestemmingsplan is bepaald, in beginsel dient te worden uitgegaan. In artikel 24.4.2, onder c, van de planregels is een uitzondering gemaakt op het verbod in artikel 24.4.1, aanhef en onder g, van de planregels voor laanboomteelt. In artikel 24.4.2, onder c van de planregels staat niet dat de vrijstelling is beperkt tot bestaande situaties wat betekent dat ook nieuwe aanplant onder deze vrijstellingsbepaling valt.
De vrijstellingsmogelijkheid is bij de vaststelling van het bestemmingsplan een keuze geweest van de gemeenteraad. Deze afweging kan in de voorliggende procedure daarom niet ter discussie staan. De rechtbank oordeelt dat er geen aanleiding is om dit artikel buiten toepassing te laten. Het betoog van eiseres dat de inhoud van artikel 24.4.1 van de planregels zinledig is door de vrijstellingsbepaling, kan niet worden gevolgd omdat de vrijstellingsbepaling niet ziet op het gehele verbod artikel 24.4.1, aanhef en onder g, van de planregels, maar alleen op laanboomteelt en fruitteelt.
Daarnaast stelt de rechtbank vast dat het college voldoende onderzoek heeft gedaan ter plaatse op grond waarvan duidelijk is dat op het perceel (grotendeels) laanbomen worden gekweekt. Dit is in de controlerapporten vastgelegd, die onderdeel uitmaken van het procesdossier.
Het college is dan ook terecht tot de conclusie gekomen dat geen sprake is van een overtreding en heeft de last onder dwangsom in zoverre in de beslissing op bezwaar terecht herroepen. De beroepsgrond slaagt niet.
Is voor het plaatsen van tonkinstokken een omgevingsvergunning nodig?
16. Eiseres voert aan dat het college ten onrechte tot de conclusie is gekomen dat voor het plaatsen van tonkinstokken geen omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen vereist is. Het college heeft daarom de last onder dwangsom op dit onderdeel ten onrechte ingetrokken.
16.1.
Het begrip bouwwerk is in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (hierna: Wabo) als zodanig niet omschreven. Zoals de Afdeling eerder heeft overwogen in bijvoorbeeld de uitspraak van 17 juli 2013 [3] , kan voor de uitleg van het begrip bouwwerk aansluiting worden gezocht bij de omschrijving van dit begrip in de modelbouwverordening. Deze luidt: “elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die op de plaats van bestemming hetzij direct of indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond, bedoeld om ter plaatse te functioneren”. Indien hieraan is voldaan, is er sprake van een bouwwerk.
De rechtbank oordeelt dat de tonkinstokken niet aangemerkt kunnen worden als bouwwerk omdat geen sprake is van een constructie. Er is sprake van een ondersteunende voorziening waarbij per boom één tonkinstok wordt geplaatst. Deze tonkinstokken staan op zichzelf en zijn enkel met een boom verbonden. Er is geen sprake van een onderlinge verbinding dan wel een verbinding met (boom)palen en band.
Omdat er geen sprake is van een bouwwerk, is geen omgevingsvergunning vereist voor de activiteit “bouwen”. Dat op geringe afstand van elkaar duizenden van dergelijke tonkinstokken worden geplaatst maakt dat niet anders omdat de tonkinstokken allemaal op zichzelf staan.
Het college is dan ook terecht tot de conclusie gekomen dat geen sprake is van een overtreding en heeft de last onder dwangsom in zoverre in de beslissing op bezwaar terecht herroepen. De beroepsgrond slaagt niet.
Verzoek om vergoeding proceskosten derde-partij
17. De derde-partij heeft verzocht om eiseres op grond van artikel 8:75 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) te veroordelen in de kosten die de derde-partij als particuliere ondernemer heeft moeten maken voor het inroepen van beroepsmatig verleende rechtsbijstand.
17.1.
De rechtbank wijst het verzoek van de derde-partij af. Eiseres heeft gebruik gemaakt van haar recht om te verzoeken om handhaving naar aanleiding van een in haar ogen met de planregels strijdige situatie met de voorliggende procedure als gevolg. Er is er geen grond om af te wijken van de onder meer in de uitspraak van de Afdeling van 19 november 2015 [4] , vermelde hoofdregel dat ten behoeve van een met het verwerende bestuursorgaan meeprocederende particuliere partij geen proceskostenveroordeling wordt uitgesproken.

Conclusie en gevolgen

Het beroep is ongegrond. Dat betekent dat de beslissing op bezwaar in stand blijft. Eiseres krijgt daarom het griffierecht niet terug. Zij krijgt ook geen vergoeding van haar proceskosten.

Beslissing

De rechtbank:
  • verklaart het beroep ongegrond;
  • wijst het verzoek van derde-partij af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. A.L.M. Steinebach-de Wit, rechter, in aanwezigheid van mr. M.H. Dijkman, griffier. De uitspraak is uitgesproken in het openbaar op
griffier
rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Informatie over hoger beroep

Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met deze uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Kan de indiener de behandeling van het hoger beroep niet afwachten, omdat de zaak spoed heeft, dan kan de indiener de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State vragen om een voorlopige voorziening (een tijdelijke maatregel) te treffen.

Bijlage

Bestemmingsplan Buitengebied, reparatieplan [5]
Artikel 3.6.1.1
Het is verboden binnen de bestemming "Agrarisch", voor zover dit niet betreft de bouwvlakken, zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden de volgende werken en werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren:
b. het aanbrengen van oppervlakteverhardingen, voor zover het niet betreft wegen en paden ten behoeve van het normale agrarische gebruik;
Artikel 3.6.1.2
Het in artikel 3 lid 6.1.1 vervatte verbod geldt niet voor:
a. werken en werkzaamheden binnen het kader van het normale onderhoud, beheer of herstel van de functies, die het plan aan de gronden toekent;
Artikel 3.6.2.1
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van burgemeester en wethouders, ter plaatse van gronden die gelegen zijn binnen 50 meter ten opzichte van gevoelige bestemmingen binnen:
de bebouwingsconcentraties Klinkenberg ([woonplaats]), Hoog-Kana ([woonplaats]), Zevenmorgen ([woonplaats]), [locatie] ([woonplaats]), Essebroek ([woonplaats]) en Ganzert ([woonplaats] en Eck en Wiel), Wielseweg (Eck en Wiel), Binnenstraat (Erichem), Lutterveld (Erichem), Twee Sluizen (Kapel-Avezaath), De Woerd (Kerk-Avezaath), Bontemorgen ([woonplaats]), Ommerenveldseweg (Ommeren), De Heuvel (Rijswijk), Zandberg (Rijswijk) en de Hogestraat (Zoelen);
de kernen (inclusief Lingemeer), uitsluitend ter plaatse van de aanduidingen (sa-tv) "specifieke vorm van agrarisch – teeltvrije zone" en (sa-tv1) "specifieke vorm van agrarisch – teeltvrije zone1”;
de verblijfsrecreatieterreinen (met uitzondering van minicampings), uitsluitend ter plaatse van de aanduiding (sa-tv) "specifieke vorm van agrarisch – teeltvrije zone";
de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
het aanleggen van nieuwe productieboomgaarden;
het aanleggen van nieuwe (boom)kwekerijen;
Artikel 3.6.2.2
Het verbod van artikel 3 lid 6.2.1 geldt niet voor het uitvoeren van werken, of werkzaamheden die:
behoren tot normaal onderhoud en beheer ten dienste van de bestemming;
betrekking hebben op de herplant van bestaande productieboomgaarden of (boom)kwekerijen;
reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van het plan;
reeds mogen worden uitgevoerd krachtens een verleende vergunning;
Artikel 24.4.1
Het is verboden binnen de gronden met de bestemming “Waarde - Archeologisch onderzoekgebied-1” de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren, zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden:
f. het uitvoeren van heiwerken en/of indrijven van scherpe voorwerpen in de bodem;
g. het aanplanten van een houtopstand, waaronder begrepen een bos, boomgaard, zacht-fruitopstand, (boom)kwekerij of windsingel, of het rooien daarvan waarbij stobben worden verwijderd;
Artikel 24.4.2
Het in artikel 24 lid 4.1 vervatte verbod geldt niet voor:
c. werken en werkzaamheden ten behoeve van laanboomteelt en fruitteelt;

Wet algemene bepalingen omgevingsrecht

Artikel 2.1
1. Het is verboden zonder omgevingsvergunning een project uit te voeren, voor zover dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit:
a. het bouwen van een bouwwerk,
b. het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden, in gevallen waarin dat bij een bestemmingsplan, beheersverordening, exploitatieplan of voorbereidingsbesluit is bepaald,
c. het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met een bestemmingsplan, een beheersverordening, een exploitatieplan, de regels gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, of 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening of een voorbereidingsbesluit voor zover toepassing is gegeven aan artikel 3.7, vierde lid, tweede volzin, van die wet,
Artikel 2.2
1. Voor zover ingevolge een bepaling in een provinciale of gemeentelijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist om:
e. een uitweg te maken, te hebben of te veranderen of het gebruik daarvan te veranderen,

Algemene plaatselijke verordening gemeente Buren 2020

Artikel 2:12
1. Het is verboden zonder omgevingsvergunning van het bevoegd gezag:
a. een uitweg te maken naar de weg;
b. van de weg gebruik te maken voor het hebben van een uitweg;
c. verandering te brengen in een bestaande uitweg naar de weg.
2. Onverminderd artikel 1:8 van deze verordening kan een vergunning als bedoeld in het eerste lid van dit artikel worden geweigerd in het belang van:
a. de bruikbaarheid van de weg;
b. het veilig en doelmatig gebruik van de weg;
c. de bescherming van het uiterlijk aanzien van de omgeving;
d. de bescherming van groenvoorzieningen in de gemeente.

Voetnoten

1.Met toepassing van artikel 6:19 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb).
2.ECLI:NL:RVS:2019:3579, rechtsoverweging 15.2.
5.De volledige planregels zijn hier te raadplegen: