In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 21 maart 2023 uitspraak gedaan in een verzoek tot vaststelling van kinderalimentatie. De vrouw, vertegenwoordigd door advocaat mr. B.F.M. Bos, verzocht de rechtbank om de man, vertegenwoordigd door mr. A.A.J.L. van Elk De Freese, te veroordelen tot betaling van € 300 per maand voor de kosten van verzorging en opvoeding van hun minderjarige kind. De man betwistte de hoogte van de alimentatie en voerde aan dat hij geen extra inkomsten heeft naast zijn uitkering op grond van de Participatiewet. De rechtbank heeft het bewijsaanbod van de vrouw om getuigen te horen ter onderbouwing van haar stellingen gepasseerd, omdat zij geen begin van bewijs had geleverd. De rechtbank oordeelde dat de vrouw haar stellingen onvoldoende had onderbouwd en dat de man een draagkracht had van € 25 per maand. De rechtbank heeft de ingangsdatum van de alimentatie vastgesteld op de datum van de beschikking en bepaald dat de man de alimentatie steeds vóór de eerste van de maand moet betalen. De beslissing is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en beide partijen zijn verantwoordelijk voor hun eigen proceskosten. De rechtbank wees het verzoek van de vrouw voor het overige af.