Uitspraak
1.de besloten vennootschap ELM B.V.
[gedaagde]
Rechtbank Gelderland
In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland, zittingsplaats Nijmegen, op 3 maart 2023 uitspraak gedaan in een civiele procedure tussen de besloten vennootschap ELM B.V. en een deurwaarderskantoor. De eiser, [eiser], is de enige middellijke aandeelhouder en bestuurder van ELM B.V. en heeft het deurwaarderskantoor aansprakelijk gesteld voor schade die zou zijn ontstaan door een executoriaal derdenbeslag dat door het kantoor was gelegd. De eiser vorderde een schadevergoeding van € 12.482,--, bestaande uit hoofdsom en buitengerechtelijke incassokosten, en stelde dat het beslag onrechtmatig was gelegd omdat hij een betalingsregeling had getroffen met LAVG Gerechtsdeurwaarders, die hij aan het deurwaarderskantoor had moeten doorgeven.
De rechtbank heeft de vordering van [eiser] c.s. afgewezen. De kantonrechter oordeelde dat het beslag rechtmatig was gelegd door de deurwaarder, die als openbaar ambtenaar handelt en verantwoordelijk is voor zijn eigen handelen. De rechtbank concludeerde dat het deurwaarderskantoor niet aansprakelijk kon worden gesteld voor de schade die voortvloeide uit de beslaglegging, omdat de deurwaarder in zijn hoedanigheid van ambtenaar handelde. Bovendien was er geen bewijs dat het deurwaarderskantoor onrechtmatig had gehandeld door niet met LAVG in overleg te treden over de betalingsregeling.
De rechtbank stelde vast dat de eiser niet had gereageerd op verzoeken van het deurwaarderskantoor om informatie en dat er geen wettelijke of maatschappelijke norm was die het deurwaarderskantoor verplichtte om contact op te nemen met LAVG. De vordering werd afgewezen en [eiser] c.s. werd in de proceskosten veroordeeld.