ECLI:NL:RBGEL:2023:1224
Rechtbank Gelderland
- Op tegenspraak
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak voor openlijk geweld in vereniging door gebrek aan bewijs en onduidelijkheid over betrokkenheid
In de zaak van de officier van justitie tegen de verdachte, die op 10 maart 2023 door de Rechtbank Gelderland in Zutphen werd behandeld, is de verdachte vrijgesproken van openlijk geweld in vereniging. De tenlastelegging betrof geweldpleging tegen een benadeelde partij op 17 september 2017 in Zutphen, waarbij de verdachte zou hebben deelgenomen aan een groep die geweld heeft gepleegd. De officier van justitie stelde dat er voldoende bewijs was voor een veroordeling, maar de verdediging pleitte voor vrijspraak, stellende dat de verdachte niet betrokken was bij het geweld.
De rechtbank overwoog dat voor een bewezenverklaring van openlijk geweld niet vereist is dat elke deelnemer zich schuldig heeft gemaakt aan alle onderdelen van de tenlastelegging. Er moet echter sprake zijn van een significante bijdrage aan het geweld. De rechtbank constateerde dat er veel onduidelijkheid bestond over de gebeurtenissen en de rol van de verdachte. Getuigenverklaringen verschilden en er was geen sluitend bewijs dat de verdachte daadwerkelijk geweld had gebruikt of een wezenlijke bijdrage had geleverd aan het geweld.
Uiteindelijk concludeerde de rechtbank dat de verdachte niet kon worden aangemerkt als iemand die in vereniging geweld had gepleegd, en sprak hem vrij. De benadeelde partij werd niet-ontvankelijk verklaard in zijn vordering tot schadevergoeding, omdat er geen bewezenverklaring was en de rechtbank geen straf of maatregel oplegde. De proceskosten werden gecompenseerd.