Uitspraak
1.De inhoud van de tenlastelegging
3.De bewezenverklaring
of omstreeks9 oktober 2021, in de gemeente Nijmegen,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om aan een persoon genaamd [slachtoffer] opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, terwijl die [slachtoffer] al dan niet op de grond lag en
/ofwerd vastgehouden, die [slachtoffer] meermalen, met kracht met zijn geschoeide voet(en)
in het gezicht en/althans op/tegen het hoofd heeft
geschopt en/ofgetrapt, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.
4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde
5.De strafbaarheid van het feit
6.De strafbaarheid van de verdachte
7.De overwegingen ten aanzien van straf en/of maatregel
Kamerstukken II, 2009-2010, 32 169, nr.3, p. 8-10).
8.De beoordeling van de civiele vordering
9.De toegepaste wettelijke bepalingen
10.De beslissing
een taakstraf van 240 uren, met bevel dat indien deze straf niet naar behoren wordt verricht vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van 120 dagen;
- veroordeelt verdachte in verband met het feit onder nummer 1 subsidiair tot betaling van schadevergoeding aan de benadeelde partij [slachtoffer] van € 250 aan immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 9 oktober 2021 tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald;
- veroordeelt verdachte in de kosten die de benadeelde partij in deze procedure heeft gemaakt en de kosten die de benadeelde partij mogelijk nog moet maken om het toegewezen bedrag betaald te krijgen, tot vandaag begroot op nihil;
- legt aan verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van benadeelde partij [slachtoffer] , een bedrag te betalen van € 250 aan immateriële schade. Dit wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 9 oktober 2021 tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald. Als dit bedrag niet wordt betaald, kunnen 5 dagen gijzeling worden toegepast zonder dat de betalingsverplichting vervalt;
- bepaalt daarbij dat met betaling aan de benadeelde partij in zoverre de betaling aan de Staat vervalt en omgekeerd;