ECLI:NL:RBGEL:2023:1121

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
3 maart 2023
Publicatiedatum
6 maart 2023
Zaaknummer
05.021803.22; 05.327591.21; 05.042567.21; 05.334919.22; 05.321953.20
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Meervoudige strafzaak met meerdere aanklachten, waaronder mishandeling, bedreiging en verduistering

Op 3 maart 2023 heeft de Rechtbank Gelderland uitspraak gedaan in een meervoudige strafzaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van meerdere strafbare feiten, waaronder mishandeling, bedreiging, vernieling, belediging en verduistering. De zaak omvatte verschillende parketnummers, waaronder 05.021803.22, 05.327591.21, 05.042567.21, 05.334919.22 en 05.321953.20. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte op 2 december 2021 zijn levensgezel heeft mishandeld en op 24 januari 2022 bedreigingen heeft geuit tegen haar en anderen, waaronder medewerkers van de gemeente West Maas en Waal. De verdachte heeft ook een hond verduisterd en een wapen van categorie IV gedragen. De rechtbank heeft de verdachte gedeeltelijk vrijgesproken van enkele aanklachten, maar heeft hem wel schuldig bevonden aan de meeste feiten. De rechtbank heeft rekening gehouden met de ernst van de feiten en de omstandigheden van de verdachte, waaronder zijn verminderd toerekeningsvatbaarheid. De verdachte is veroordeeld tot een gevangenisstraf van zeven maanden, waarvan vier maanden voorwaardelijk, met bijzondere voorwaarden zoals een meldplicht bij de reclassering en ambulante behandeling. Daarnaast zijn er schadevergoedingen toegewezen aan de benadeelde partijen.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
Team strafrecht
Zittingsplaats Zutphen
Parketnummers: 05.021803.22; 05.327591.21; 05.042567.21; 05.334919.22; 05.321953.20 (gev. ttz.)
Datum uitspraak : 3 maart 2023
Tegenspraak
vonnis van de meervoudige kamer
in de zaak van
de officier van justitie
tegen
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] in [geboorteplaats] ,
wonende aan de [adres] .
Raadsman: mr. K.H.T. van Gijssel, advocaat in Diemen.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op openbare terechtzittingen.

1.De inhoud van de tenlastelegging

Aan verdachte is, na toewijzing van een vordering tot wijziging van de tenlastelegging ten aanzien van parketnummer 05.021803.22, ten laste gelegd dat:
Ten aanzien van parketnummer 05.327591.21:
hij op of omstreeks 2 december 2021 te Boven-Leeuwen, gemeente West Maas en Waal, zijn levensgezel, [naam slachtoffer 1] , heeft mishandeld door:
- die [naam slachtoffer 1] een of meerdere malen op/tegen het lichaam te slaan en/of te stompen en/of
- die [naam slachtoffer 1] in het gezicht, althans op het hoofd, te bijten en/of
- de keel van die [naam slachtoffer 1] te pakken/grijpen en/of vervolgens (gedurende enige tijd) de keel van voornoemde [naam slachtoffer 1] dicht te knijpen en/of dicht te houden (ten gevolge waarvan op enigerlei wijze de zuurstoftoevoer voor die [naam slachtoffer 1] af werd gesloten) en/of
- ( vervolgens) die [naam slachtoffer 1] bij de keel omhoog te trekken/tillen en tegen een muur aan te zetten en/of
- die [naam slachtoffer 1] een of meerdere malen op/tegen/in het gezicht en/of op/tegen het hoofd te slaan en/of te stompen en/of
- ( vervolgens) die [naam slachtoffer 1] naar/tegen, althans in de richting van, de grond te duwen/trekken, althans naar de grond te (doen) bewegen en/of
- ( vervolgens, terwijl die [naam slachtoffer 1] op de grond lag) die [naam slachtoffer 1] een of meedere malen (met kracht) op/tegen het (boven)lichaam te trappen/schoppen en/of
- ( vervolgens, terwijl die [naam slachtoffer 1] op de grond lag) die [naam slachtoffer 1] aan de haren te slepen en/of te trekken en/of
- ( vervolgens) die [naam slachtoffer 1] bij de haren omhoog te trekken.
Ten aanzien van parketnummer 05.021803.22:
1.
hij op of omstreeks 24 januari 2022 te Boven-Leeuwen, gemeente West Maas en Waal
[naam slachtoffer 1] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling, door die [naam slachtoffer 1] dreigend de woorden toe te voegen "ik maak je kapot" en/of "ik
kom je opzoeken" en/of "ik ga je vinden", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking;
2.
hij op of omstreeks 24 januari 2022 te Boven-Leeuwen, gemeente West Maas en Waal
opzettelijk en wederrechtelijk een (raam/ruit van een) auto (een Audi voorzien van [kenteken] ), in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [naam slachtoffer 1] en/of [naam slachtoffer 2] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft vernield, beschadigd, onbruikbaar gemaakt en/of weggemaakt;
3.
hij in of omstreeks de periode van 3 december 2021 tot en met 14 december 2021 te Boven-Leeuwen, gemeente West Maas en Waal en/of Nijmegen, in elk geval in Nederland,
[naam slachtoffer 3] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling, immers heeft verdachte opzettelijk ten overstaan van [naam verbalisant 1] en/of [naam verbalisant 2] (allebei werkzaam als hoofdagent bij de Eenheid Oost-Nederland) dreigend de
woorden geuit -zakelijk weergeven- dat hij, verdachte, zijn, verdachtes, vrachtwagen zou verkopen en van dat geld een raketwerper zou kopen en/of dat hij, verdachte, voornoemde raketwerper in de woning van de burgemeester ( [naam slachtoffer 3] ) zou schieten, althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking, van welke bedreiging(en)/dreigende woorden voornoemde [naam slachtoffer 3] kennis heeft genomen;
4.
hij, op een of meerdere tijdstippen, in of omstreeks de periode van 13 oktober 2021 tot en met 13 december 2021 te Boven-Leeuwen, gemeente West Maas en Waal, in elk geval in Nederland, een of meerdere medewerkers van de gemeente West Maas en Waal heeft bedreigd
met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling, immers heeft verdachte opzettelijk ten overstaan van [naam verbalisant 3] (brigadier bij de Eenheid Oost-Nederland) dreigend de woorden geuit -zakelijk weergeven-
- dat hij, verdachte, bij de gemeente naar binnen zou komen rijden en/of
- dat hij, verdachte, een handgranaat bij de gemeente naar binnen zou gooien",
althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking, van welke bedreiging(en)/dreigende woorden een of meerdere werknemers van voornoemde gemeente kennis heeft/hebben genomen;
5.
hij op of omstreeks 24 januari 2022 te Boven-Leeuwen, gemeente West Maas en Waal [naam verbalisant 3] (brigadier bij de Eenheid Oost-Nederland) heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling, door die [naam verbalisant 3] dreigend de woorden toe te voegen "ik weet jou wel te vinden jongen, hoe was jou naam ook al weer, [naam verbalisant 3] toch, jij hoeft niet meer bij mij aan te komen, als je bij mij op het terrein komt maak ik je kapot", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking;
6.
hij op of omstreeks 24 januari 2022 te Boven-Leeuwen, gemeente West Maas en Waal
opzettelijk een ambtenaar, te weten [naam verbalisant 3] (brigadier bij de Eenheid Oost-Nederland),
gedurende of ter zake van de rechtmatige uitoefening van zijn/haar bediening, in zijn/haar tegenwoordigheid, mondeling heeft beledigd, door hem/haar de woorden toe te voegen: "klootzak" en/of "Kankerlijer" en/of "kankerwout", althans woorden van gelijke beledigende aard en/of strekking;
7.
hij op of omstreeks 24 januari 2022 te Boven-Leeuwen, gemeente West Maas en Waal
een wapen van categorie IV, onder 7 van de Wet wapens en munitie, te weten een (klap)mes
zijnde een voorwerp waarvan, gelet op zijn aard en/of de omstandigheden waaronder het werd aangetroffen, redelijkerwijs kon worden aangenomen dat het bestemd was om letsel aan personen toe te brengen en/of te dreigen heeft gedragen.
Ten aanzien van parketnummer 05.042567.21:
hij op of omstreeks 13 februari 2021 te Geldermalsen, gemeente West Betuwe een hond (Rothweiler, [naam 1] ), in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander toebehoorde, te weten aan [naam slachtoffer 4] ), heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
althans, indien het vorenstaande onder 1 niet tot een veroordeling leidt:
hij p of omstreeks 13 februari 2021 te Geldermalsen, gemeente West Betuwe opzettelijk een hond (Rothweiler, [naam 1] ), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [naam slachtoffer 4] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, en welk goed verdachte anders dan door misdrijf onder zich had, te weten als degene die de hond in zijn, verdachtes (bedrijfs)auto(cabine) had, wederrechtelijk zich heeft toegeëigend.
Ten aanzien van parketnummer 05.334919.22:
1.
hij op of omstreeks 21 december 2022 te Deest, gemeente Druten, [naam slachtoffer 5] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling, door die [naam slachtoffer 5] dreigend de woorden toe te voegen:
- " Ik maak je dood" en/of ''Ik steek je dood met een mes'' en/of ''Ik sla je kapot met een bierfles'', althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking, terwijl hij, verdachte, een bierfles vast hield ter hoogte van zijn, verdachtes, hoofd en/of
- '' Ik heb [naam slachtoffer 5] op de wereld geholpen, ik help hem er ook weer af'' en/of ''Ik maak hem niet dood, maar ik maak hem invalide'', althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking;
2.
hij op of omstreeks 21 december 2022 te Deest, gemeente Druten, zijn kind, [naam slachtoffer 5] , heeft mishandeld door die [naam slachtoffer 5] eenmaal of meermalen (met kracht) een kopstoot tegen diens (voor)hoofd te geven en/of door die [naam slachtoffer 5] eenmaal met kracht (en met gebalde vuist) in/op/tegen het gezicht, althans het hoofd, te slaan en/of te stompen;
3.
hij op of omstreeks 21 december 2022 te Deest, gemeente Druten, opzettelijk en wederrechtelijk een ruit (van een (voor)deur behorende bij het perceel gelegen aan de [adres] ), in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [naam slachtoffer 5] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n), heeft vernield, beschadigd, onbruikbaar gemaakt en/of weggemaakt.
Ten aanzien van parketnummer 05.321953.20:
hij, op of omstreeks 12 september 2019 te Geldermalsen, gemeente West Betuwe [naam slachtoffer 6] heeft mishandeld door die [naam slachtoffer 6] een of meerdere ma(a)l(en) in/op/tegen het gezicht/hoofd, althans het lichaam, te slaan en/of te stompen (waardoor die [naam slachtoffer 6] ten val kwam).

2.Partiële vrijspraak

Vrijspraak ten aanzien van het onder parketnummer 05.042567.21 primair ten laste gelegde:
Met de officier van justitie en de raadsman is de rechtbank van oordeel dat verdachte dient te worden vrijgesproken van de primair ten laste gelegde diefstal. Uit het dossier blijkt dat de hond zelf bij verdachte in de auto is gesprongen. Daarom kan niet worden gezegd dat verdachte de hond heeft weggenomen.
Vrijspraak ten aanzien van het onder parketnummer 05.334919.22 ten laste gelegde:
Feit 1, 2 en 3
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan feit 1, 2 en 3.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft vrijspraak bepleit voor deze drie feiten. Het geluidsfragment kan volgens de verdediging niet gebruikt worden voor het bewijs, omdat er geen stemherkenning heeft plaatsgevonden. Ten aanzien van feit 3 ligt er een verklaring van de zoon van verdachte, waaruit blijkt dat hij de ruit kapot heeft gemaakt. Daarnaast vindt de verdediging de verklaringen van de overige getuigen onbetrouwbaar, omdat aangever in conflict is met verdachte. Ten slotte is er geen letsel waargenomen bij aangever.
Beoordeling door de rechtbank
De rechtbank spreekt verdachte vrij van het onder 1, 2 en 3 tenlastegelegde. Ten aanzien van alle feiten bevat het dossier naast de aangifte onvoldoende objectief steunbewijs. Neutrale getuigen die de vermeende bedreiging, mishandeling en vernieling hebben gezien ontbreken. Evenmin blijkt uit het dossier dat er letsel is waargenomen bij aangever. Daarnaast ligt er ten aanzien van feit 3 een verklaring van een andere zoon van verdachte ( [naam 2] ), waarin hij verklaart dat hij degene is geweest die de ruit kapot heeft gemaakt. Uit de verklaring van de stiefdochter van aangever, blijkt onvoldoende of zij de vernieling goed heeft kunnen zien.

3.Overwegingen ten aanzien van het bewijs

Ten aanzien van parketnummer 05.327591.21 [1] :
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het tenlastegelegde met uitzondering van de volgende handelingen:
‘- (vervolgens) die [naam slachtoffer 1] bij de keel omhoog te trekken/tillen en tegen een muur aan te zetten’ en
‘- (vervolgens, terwijl die [naam slachtoffer 1] op de grond lag) die [naam slachtoffer 1] aan de haren te slepen en/of te trekken en/of
- (vervolgens) die [naam slachtoffer 1] bij de haren omhoog te trekken’.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft bepleit dat verdachte moet worden vrijgesproken van de geweldshandelingen, met uitzondering van het in de wenkbrauw bijten. Het dossier bevat onvoldoende bewijs voor de overige gedachtestreepjes van de tenlastelegging.
Beoordeling door de rechtbank
[naam slachtoffer 1] heeft aangifte gedaan van mishandeling door verdachte op 2 december 2021. Aangeefster woont zeven jaar samen met verdachte in Boven-Leeuwen. [2] Aangeefster heeft verklaard dat verdachte haar op die dag opeens overal op haar lijf begon te slaan met zijn vuisten. Vervolgens pakte hij haar met twee handen bij haar keel, zette kracht en tilde haar omhoog tegen de muur aan. Zij voelde dat hij daarbij haar keel dichtkneep, hierdoor kreeg ze geen lucht. Nadat verdachte had losgelaten sloeg hij haar met gebalde vuisten op haar slaap, oor, lip en oog. Daarna sloeg hij overal op haar lichaam en voelde aangeefster pijn in haar buik, rug en gezicht. Ze voelde dat er bloed uit haar oor kwam. Nadat aangeefster op de grond was gevallen, stampte verdachte met een van zijn knieën in haar maag. In het bijzijn van de politie heeft verdachte aangeefster nogmaals geslagen. Verbalisant [naam verbalisant 4] heeft in de aangifte opgemerkt dat zij het volgende letsel bij het slachtoffer zag: een rode plek in haar nek, een kapotte lip en rode plekken in haar gezicht. Verder zag verbalisant dat het slachtoffer moeilijk rechtop kon zitten. [3]
Toen verbalisanten bij de woning ter plaatse waren, zag verbalisant [naam verbalisant 5] dat verdachte met een tot vuist gebalde hand met kracht sloeg in de richting van het slachtoffer. Verbalisant [naam verbalisant 5] zag dat de rechterhand van verdachte een beetje ruw en rood op de knokkels was. [4]
Uit de medische informatie blijkt dat aangeefster meerdere kneuzingen en schaafwonden aan het gelaat had. [5]
Verdachte heeft bij de politie verklaard dat hij boos was op aangeefster, dat hij haar bij de armen heeft gepakt en haar heeft gebeten ter hoogte van haar wenkbrauw waardoor haar hoofd ging bloeden. [6]
Gelet op het bovenstaande zal de rechtbank verdachte veroordelen voor de mishandeling van aangeefster. De rechtbank zal verdachte partieel vrijspreken van het aan de haren slepen en (omhoog) trekken, omdat het dossier hiervoor onvoldoende aanknopingspunten bevat.
Ten aanzien van parketnummer 05.021803.22 [7] :
Feit 1 en 2
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan feit 1 en 2.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft ten aanzien van feit 2 bepleit dat zijn cliënt het raam niet met opzet kapot heeft gemaakt. Ten aanzien van feit 1 refereert de raadsman zich aan het oordeel van de rechtbank.
Beoordeling door de rechtbank
[naam slachtoffer 1] heeft aangifte gedaan van vernieling van de autoruit van de Audi ( [kenteken] , eigendom van [naam slachtoffer 2] ) en bedreiging door verdachte op 24 januari 2022. [8] Aangeefster kwam met ondersteuning van de politie spullen bij de woning van verdachte ophalen in Boven-Leeuwen. Aangeefster zat nog in de auto toen ze verdachte onder andere hoorde schreeuwen “Ik maak je kapot”. Aangeefster zag dat verdachte het zijraam eruit sloeg met zijn vuist. [9] Verbalisant [naam verbalisant 6] was ter plaatse toen aangever haar spullen kwam ophalen bij de woning van verdachte. Zij hoorde verdachte onder andere tegen zijn ex-vriendin roepen “Ik maak je kapot”, “Ik ga je vinden” en “Ik kom je opzoeken”. Vervolgens zag [naam verbalisant 6] dat verdachte zijn vuist balde en het raam aan de bestuurderskant insloeg. [10]
Gelet op bovenstaande acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de bedreiging van aangeefster met enig misdrijf tegen het leven gericht (feit 1) en het vernielen van haar autoruit (feit 2). In het slaan met de vuist tegen de autoruit, ligt het opzet op de vernieling besloten.
Feit 3 en 4
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de feiten 3 en 4.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft ten aanzien van feit 3 bepleit dat zijn cliënt de bedreiging jegens de burgemeester niet waar zou kunnen maken, omdat hij niet beschikt over een raketwerper. Daarom zou vrijspraak moeten volgen. Ten aanzien van feit 4 is onvoldoende bepaald wie zijn cliënt zou hebben bedreigd. Daarnaast weten we niet of de medewerkers van de gemeente op de hoogte zijn van de bedreiging. Daarom zou vrijspraak moeten volgen.
Beoordeling door de rechtbank
Op vrijdag 3 december 2021 hebben verbalisanten [naam verbalisant 1] en [naam verbalisant 2] verdachte verhoord. Verdachte verklaarde dat als alles van hem werd afgepakt hij zijn vrachtwagens zou verkopen en met dat geld een raketwerper ging kopen. Hij zou dan de raketwerper in de woning van de burgemeester schieten. Verdachte wist waar de burgemeester woonde. De verbalisanten hoorden dat verdachte met luide stem sprak. [11] De burgemeester heeft verklaard dat hij tijdens het driehoeksoverleg van de politie te horen kreeg dat verdachte op vrijdag 3 december 2021 tijdens een politieverhoor bedreigingen had geuit in de richting van de burgemeester. De eerste nacht na de bedreiging heeft de burgemeester een persoonlijke beveiliger bij zijn huis gehad en vanaf de dag daarna heeft hij een Aware-kastje bij zich gehad. [12]
[naam aangever 1] , werkzaam als gemeentesecretaris bij de gemeente West Maas en Waal, heeft namens de gemeente aangifte gedaan wegens bedreiging. [13] Hij heeft begrepen dat verdachte meerdere bedreigingen heeft geuit in de richting van de gemeente(medewerkers) en de burgemeester. Verdachte heeft al eens eerder gedreigd dat hij met zijn auto het gemeentehuis zou binnenrijden. Verdachte is toen ook daadwerkelijk naar het gemeentehuis gekomen met zijn auto, zette deze in zijn achteruit en begon flinke dotten gas te geven. Er zijn betonblokken voor het gemeentehuis geplaatst en er is onrust ontstaan onder de medewerkers. Omdat meerdere medewerkers niet meer met verdachte in gesprek willen is de afspraak dat de communicatie met verdachte vanuit de gemeente verder via [naam aangever 1] verloopt.
Verder zou verdachte op 13 december 2021 onder meer gezegd hebben dat hij bij de gemeente wel even binnen zou komen rijden. Ook zou verdachte gezegd hebben dat hij een handgranaat bij de gemeente naar binnen zou gooien. Volgens aangever voelen de dreigementen nu een stuk echter omdat zijn vrouw bij hem weg is en zij hem niet langer kan kalmeren, waardoor hij bang is dat verdachte zijn dreigementen een keer daadwerkelijk uit zal voeren. [14] Verbalisant Verstegen hoorde verdachte tijdens een gesprek op 13 oktober 2021 onder andere roepen “Ik ga een granaat in het gemeentehuis gooien en ik haal een pijp en blaas alle mensen van de gemeente op”. [15] Op maandag 13 december 2021 had verbalisant [naam verbalisant 3] telefonisch contact met verdachte. In dit telefoongesprek heeft verdachte gezegd dat hij weleens bij de gemeente “binnen” zou komen rijden en enkele weken geleden had verdachte in zijn woede ook al eens tegen hem gezegd dat hij een handgranaat bij de gemeente naar binnen zou gooien. [16]
Voor een veroordeling ter zake van bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht dan wel met zware mishandeling is onder meer vereist dat de bedreigde daadwerkelijk op de hoogte is geraakt van de bedreiging en dat door de bedreiging, gelet op de aard daarvan en de omstandigheden waaronder deze heeft plaatsgevonden, bij de betrokkene in redelijkheid de vrees kon ontstaan dat deze het leven zou kunnen verliezen respectievelijk zwaar lichamelijk letsel zou kunnen oplopen (vgl. HR 7 juni 2005, ECLI:NL:HR:2005:AT3659).
Gelet op het bovenstaande acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de burgemeester (feit 3) en medewerkers van de gemeente (feit 4) heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht. De bedreiging door verdachte kon ook bij de burgemeester objectief gezien de redelijke vrees opwekken dat de bedreiging gepleegd zou kunnen worden. Verdachte heeft verklaard hoe hij aan het geld voor een raketwerper zou komen en hij wist waar de burgemeester woont.
Uit de aangifte die [naam aangever 1]
namensde gemeente heeft gedaan, leidt de rechtbank af dat niet alleen hijzelf, maar ook andere medewerkers op de hoogte waren van de bedreiging.
Daarnaast blijkt uit de omstandigheid dat verdachte reeds eerder bij de gemeente met de auto heeft gedreigd naar binnen te rijden en daar ook daadwerkelijk aanstalten toe heeft gemaakt, dat bij [naam aangever 1] en andere medewerkers van de gemeente, mede gelet op de gewijzigde leefomstandigheden van verdachte, objectief gezien de vrees kon ontstaan dat de bedreiging uitgevoerd zou worden.
Feit 5, 6 en 7
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan feit 5, 6 en 7.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft bepleit dat verdachte dient te worden vrijgesproken van feit 5, omdat de wijkagent zich redelijkerwijs niet bedreigd hoefde te voelen. Ten aanzien van feit 6 refereert de raadsman zich aan het oordeel van de rechtbank. Verdachte dient te worden vrijgesproken van feit 7, omdat hij het mes niet bij zich heeft gedragen.
Beoordeling door de rechtbank
Verbalisant [naam verbalisant 3] heeft verklaard dat verdachte op 24 januari 2022 in Boven-Leeuwen tijdens het boeien meerdere malen tegen hem zei: “kankerlijer, klootzak” en woorden van gelijke strekking. Daarnaast schreeuwde verdachte tegen verbalisant: “Ik krijg jou nog wel. Ik weet je wel te vinden jongen, hoe was jouw naam ook al weer. [naam verbalisant 3] toch. Doe die boeien maar af, dan maak ik je kapot, ik zoek je wel op”. De verbalisant voelde zich bedreigd. [17] Verder hoorde de verbalisant verdachte schreeuwen: “Als jij nog een keer bij mij op het terrein komt maak ik je kapot, klootzak, vieze kankerwout”. [18]
Op maandag 24 januari 2022 heeft verbalisant [naam verbalisant 7] een mes aangetroffen in de fouillering van verdachte. [19] Verbalisant [naam verbalisant 3] heeft gezien dat verdachte een zwart zakmes in zijn hand had en deze met zijn andere hand opende. Dit was op het moment dat verdachte op hem af kwam en riep dat niemand op zijn erf zou komen. Desgevraagd stopte verdachte het mes weg in zijn jas- of broekzak. [20] Verdachte heeft het mes dus gedragen. Het mes is onderzocht en wordt beschouwd als een wapen is in de zin van artikel 2, eerste lid, categorie IV onder 7, van de Wet wapens en munitie. Van dit wapen kan redelijkerwijs worden aangenomen dat dit voor geen ander doel bestemd was dan om letsel aan personen toe te brengen of om te dreigen. [21]
Gelet op het bovenstaande acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte verbalisant [naam verbalisant 3] heeft bedreigd met zware mishandeling en heeft beledigd. Verbalisant [naam verbalisant 3] kon objectief gezien de redelijke vrees hebben dat verdachte zijn dreigementen zou uitvoeren. Daarnaast heeft verdachte een wapen van categorie IV, onder 7, gedragen.
Feit 5, 6 en 7 zijn dus wettig en overtuigend bewezen.
Ten aanzien van parketnummer 05.042567.21 [22] subsidiair:
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de subsidiair tenlastegelegde verduistering.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft bepleit dat zijn cliënt moet worden vrijgesproken, omdat het opzet op de verduistering ontbreekt.
Beoordeling door de rechtbank
Op grond van de bewijsmiddelen wordt het volgende vastgesteld. Verdachte is op 13 februari 2021 bij het bedrijf van [naam bedrijf] geweest. Verdachte zag daar de hond van [naam slachtoffer 4] lopen. Vervolgens sprong die hond bij hem in de auto en reed verdachte met de hond weg. [23] Dit vond plaats in Geldermalsen, gemeente West Betuwe. [24]
Bij zijn aanhouding heeft verdachte verklaard dat hij niet wilde vertellen waar de hond nu is en dat de hond pas terug komt als het conflict over de voertuigen is opgelost. [25]
Uit voornoemde opmerking van verdachte bij zijn aanhouding, leidt de rechtbank af dat verdachte de hond opzettelijk heeft weggehouden van de eigenaar als onderpand voor een lopend conflict. Verdachte heeft hiermee opzet gehad op de verduistering van de hond. De rechtbank acht daarmee wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de hond heeft verduisterd.
Ten aanzien van parketnummer 05.321953.20 [26] :
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het tenlastegelegde.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft bepleit dat zijn cliënt moet worden vrijgesproken, omdat de verklaringen van de getuigen niet betrouwbaar zijn. De getuigen die zeggen dat zijn cliënt aangever heeft geslagen, hebben een relatie met aangever. Daarnaast kan het letsel ook zijn ontstaan doordat het slachtoffer met zijn hoofd tegen de deurstijl is gevallen zoals verdachte heeft verklaard.
Beoordeling door de rechtbank
[naam slachtoffer 6] heeft aangifte gedaan van mishandeling door verdachte op 12 september 2019 in Geldermalsen. Aangever heeft verklaard dat uit het niets tegen de rugleuning werd getrapt van de stoel waarin hij zat. Vervolgens werd hij meerdere keren hard op zijn hoofd geslagen met gebalde vuisten. Hierna viel aangever van zijn stoel en raakte hij buiten westen. Aangever voelde veel pijn aan de linkerkant van zijn hoofd. [27] Toen aangever thuis was merkte hij dat hij enorme hoofdpijn had. Hier heeft hij ongeveer anderhalve week last van gehad. Verder had hij opgezette en pijnlijke handen. Die handen had hij gebruikt om zijn hoofd te beschermen. [28] Uit de geneeskundige verklaring blijkt dat aangever diverse bloeduitstortingen op zijn hoofd, aan zijn handen en rond het gehoorimplantaat aan de linker zijde van zijn hoofd had. Er is sprake van een beeld dat passend is bij een hersenschudding. [29]
Getuige [naam getuige 1] heeft gezien dat verdachte zonder enige aanleiding een klap tegen het hoofd van aangever gaf. Meteen daarna kreeg aangever nog meer vuistslagen tegen zijn hoofd. Getuige heeft in elk geval gezien dat verdachte drie keer sloeg met zijn rechter vuist. [30] Getuige [naam getuige 2] heeft gezien dat verdachte binnen kwam en dat hij aangever meteen een paar klappen tegen zijn hoofd gaf. [31]
Gelet op het bovenstaande acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte aangever heeft mishandeld.
Verdachte heeft verklaard dat aangever van schrik van zijn stoel is gevallen en later met zijn hoofd tegen een deurstijl is gelopen. Dit alternatief scenario is echter in strijd met zowel de verklaring van aangever als die van beide getuigen. De rechtbank is van oordeel dat het letsel van aangever bovendien eerder past bij de verklaring van aangever en de getuigen dan bij de verklaring van verdachte. De verklaring van verdachte wordt dan ook niet aannemelijk geacht.

4.De bewezenverklaring

Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het tenlastegelegde onder parketnummer 05.327591.21, het tenlastegelegde onder feit 1, 2, 3, 4, 5, 6 en 7 van parketnummer 05.021803.22, het subsidiair tenlastegelegde onder parketnummer 05.042567.21 en het tenlastegelegde onder parketnummer 05.321953.20 heeft begaan, te weten dat:
Ten aanzien van parketnummer 05.327591.21:
hij op
of omstreeks2 december 2021 te Boven-Leeuwen, gemeente West Maas en Waal, zijn levensgezel, [naam slachtoffer 1] , heeft mishandeld door:
- die [naam slachtoffer 1] een of meerdere malen op/tegen het lichaam te slaan en/of te stompen en
/of
- die [naam slachtoffer 1] in het gezicht
, althans op het hoofd,te bijten en
/of
- de keel van die [naam slachtoffer 1] te pakken/grijpen en
/ofvervolgens (gedurende enige tijd) de keel van voornoemde [naam slachtoffer 1] dicht te knijpen en/of dicht te houden (ten gevolge waarvan op enigerlei wijze de zuurstoftoevoer voor die [naam slachtoffer 1] af werd gesloten) en
/of
- ( vervolgens) die [naam slachtoffer 1] bij de keel omhoog te trekken/tillen en tegen een muur aan te zetten en
/of
- die [naam slachtoffer 1] een of meerdere malen op/tegen/in het gezicht en
/ofop/tegen het hoofd te slaan en/of te stompen en
/of
- ( vervolgens) die [naam slachtoffer 1] naar/tegen
, althans in de richting van,de grond te duwen/trekken,
althans naar de grond te (doen) bewegenen
/of
- ( vervolgens, terwijl die [naam slachtoffer 1] op de grond lag) die [naam slachtoffer 1] eenmaal
of meerdere malen(met kracht) op/tegen het (boven)lichaam te trappen/schoppen
en/of
- (vervolgens, terwijl die [naam slachtoffer 1] op de grond lag) die [naam slachtoffer 1] aan de haren te slepen en/of te trekken en/of
- (vervolgens) die [naam slachtoffer 1] bij de haren omhoog te trekken.
Ten aanzien van parketnummer 05.021803.22:
1.
hij op
of omstreeks24 januari 2022 te Boven-Leeuwen, gemeente West Maas en Waal
[naam slachtoffer 1] heeft bedreigd
met enig misdrijf tegen het leven gericht en/ofmet zware mishandeling, door die [naam slachtoffer 1] dreigend de woorden toe te voegen "ik maak je kapot" en
/of"ik
kom je opzoeken" en
/of"ik ga je vinden"
, althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking;
2.
hij op
of omstreeks24 januari 2022 te Boven-Leeuwen, gemeente West Maas en Waal
opzettelijk en wederrechtelijk een
(raam/ruit van een
)auto (een Audi voorzien van [kenteken] )
, in elk geval enig goed,dat
/diegeheel of ten dele aan [naam slachtoffer 1] en/of [naam slachtoffer 2]
, in elk geval aan een andertoebehoorde
(n)heeft vernield
, beschadigd, onbruikbaar gemaakt en/of weggemaakt;
3.
hij in
of omstreeksde periode van 3 december 2021 tot en met 14 december 2021 te
Boven-Leeuwen,gemeente West Maas en Waal en/of Nijmegen
, in elk geval in Nederland,
[naam slachtoffer 3] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht
en/of met zware mishandeling,immers heeft verdachte opzettelijk ten overstaan van [naam verbalisant 1] en
/of[naam verbalisant 2] (allebei werkzaam als hoofdagent bij de Eenheid Oost-Nederland) dreigend de
woorden geuit -zakelijk weergeven- dat hij, verdachte, zijn, verdachtes, vrachtwagen zou verkopen en van dat geld een raketwerper zou kopen en
/ofdat hij, verdachte, voornoemde raketwerper in de woning van de burgemeester ( [naam slachtoffer 3] ) zou schieten
, althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking,van welke bedreiging
(en
)/dreigende woorden voornoemde [naam slachtoffer 3] kennis heeft genomen;
4.
hij, op
een ofmeerdere tijdstippen, in
of omstreeksde periode van 13 oktober 2021 tot en met 13 december 2021 te
Boven-Leeuwen,gemeente West Maas en Waal
, in elk geval in Nederland,
een ofmeerdere medewerkers van de gemeente West Maas en Waal heeft bedreigd
met enig misdrijf tegen het leven gericht
en/of met zware mishandeling, immers heeft verdachte opzettelijk ten overstaan van [naam verbalisant 3] (brigadier bij de Eenheid Oost-Nederland) dreigend de woorden geuit -zakelijk weergeven-
- dat hij, verdachte, bij de gemeente naar binnen zou komen rijden en
/of
- dat hij, verdachte, een handgranaat bij de gemeente naar binnen zou gooien",
althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking,van welke bedreiging
(en
)/dreigende woorden
een ofmeerdere werknemers van voornoemde gemeente kennis
heeft/hebben genomen;
5.
hij op
of omstreeks24 januari 2022 te Boven-Leeuwen, gemeente West Maas en Waal [naam verbalisant 3] (brigadier bij de Eenheid Oost-Nederland) heeft bedreigd
met enig misdrijf tegen het leven gericht en/ofmet zware mishandeling, door die [naam verbalisant 3] dreigend de woorden toe te voegen "ik weet jou wel te vinden jongen, hoe was jouw naam ook al weer, [naam verbalisant 3] toch, jij hoeft niet meer bij mij aan te komen, als je bij mij op het terrein komt maak ik je kapot"
, althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking;
6.
hij op
of omstreeks24 januari 2022 te Boven-Leeuwen, gemeente West Maas en Waal
opzettelijk een ambtenaar, te weten [naam verbalisant 3] (brigadier bij de Eenheid Oost-Nederland),
gedurende of ter zake van de rechtmatige uitoefening van zijn
/haarbediening, in zijn
/haartegenwoordigheid, mondeling heeft beledigd, door hem
/haarde woorden toe te voegen: "klootzak" en
/of"Kankerlijer" en
/of"kankerwout"
, althans woorden van gelijke beledigende aard en/of strekking;
7.
hij op
of omstreeks24 januari 2022 te Boven-Leeuwen, gemeente West Maas en Waal
een wapen van categorie IV, onder 7 van de Wet wapens en munitie, te weten een (klap)mes
zijnde een voorwerp waarvan, gelet op zijn aard en/of de omstandigheden waaronder het werd aangetroffen, redelijkerwijs kon worden aangenomen dat het bestemd was om letsel aan personen toe te brengen en/of te dreigen, heeft gedragen.
Ten aanzien van parketnummer 05.042567.21 subsidiair:
hij op
of omstreeks13 februari 2021 te Geldermalsen, gemeente West Betuwe opzettelijk een hond (
Rothweiler,[naam 1] )
, in elk geval enig goed, geheel of ten deletoebehorende aan [naam slachtoffer 4]
, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte,en welk goed verdachte anders dan door misdrijf onder zich had, te weten als degene die de hond in zijn, verdachtes (bedrijfs)auto(cabine) had, wederrechtelijk zich heeft toegeëigend.
Ten aanzien van parketnummer 05.321953.20:
hij, op
of omstreeks12 september 2019 te Geldermalsen, gemeente West Betuwe [naam slachtoffer 6] heeft mishandeld door die [naam slachtoffer 6]
een ofmeerdere ma
(a)l
(en
)in/op/tegen het gezicht/hoofd,
althans het lichaam,te slaan en
/ofte stompen (waardoor die [naam slachtoffer 6] ten val kwam).
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten verbeterd. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.
Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is niet bewezen.
Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

5.De kwalificatie van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:
Ten aanzien van parketnummer 05.327591.21:
mishandeling, terwijl de schuldige het misdrijf begaat tegen zijn levensgezel
Ten aanzien van parketnummer 05.021803.22:
feit 1:
bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht
feit 2:
opzettelijk en wederrechtelijk enig goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort, vernielen
feit 3:
bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht
feit 4:
bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht
feit 5:
bedreiging met zware mishandeling
feit 6:
eenvoudige belediging, terwijl de belediging wordt aangedaan aan een ambtenaar gedurende of ter zake van de rechtmatige uitoefening van zijn bediening
feit 7:
handelen in strijd met artikel 27, eerste lid, van de Wet wapens en munitie
Ten aanzien van parketnummer 05.042567.21 subsidiair:
verduistering
Ten aanzien van parketnummer 05.321953.20:
mishandeling

6.De strafbaarheid van de feiten

De feiten zijn strafbaar.

7.De strafbaarheid van de verdachte

Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk is geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.

8.De overwegingen ten aanzien van straf en/of maatregel

Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 9 maanden waarvan 6 maanden voorwaardelijk, met aftrek van het voorarrest en met een proeftijd van 3 jaren. Aan het voorwaardelijke strafdeel moeten de bijzondere voorwaarden zoals die zijn geadviseerd door de reclassering worden gekoppeld. Verder heeft de officier van justitie gevorderd om een contact- en locatieverbod ten aanzien van [naam slachtoffer 5] en de burgemeester op te leggen. De officier van justitie heeft de dadelijke uitvoerbaarheid van deze bijzondere voorwaarden gevorderd.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft bepleit dat aan verdachte een straf gelijk aan het voorarrest kan worden opgelegd. Bij sommige zaken moet rekening worden gehouden met het tijdsverloop. Verder is zijn cliënt bereid om mee te werken aan de bijzondere voorwaarden zoals de reclassering heeft geadviseerd. Oplegging van een Tbs-maatregel met voorwaarden is niet aan de orde. Voor de feiten van de zaak met parketnummer 05.021803.22 heeft de psycholoog geadviseerd om verdachte verminderd toerekeningsvatbaar te verklaren. De raadsman heeft verzocht hierbij rekening te houden in de strafmaat.
De beoordeling door de rechtbank
De rechtbank heeft bij de bepaling van de op te leggen straf rekening gehouden met de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard en de omstandigheden waaronder dit is begaan. De rechtbank heeft verder rekening gehouden met de persoon en de omstandigheden van verdachte.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan twee mishandelingen, vier bedreigingen, een belediging van een politieagent, een vernieling, een verduistering en een verboden bezit van een klapmes. Verdachte heeft zijn partner en een ander persoon meerdere malen geslagen waardoor zij letsel hebben opgelopen. Verdachte heeft hierdoor een inbreuk gemaakt op de lichamelijke integriteit van de slachtoffers. Daarnaast heeft verdachte de burgemeester van de gemeente West Maas en Waal en een politieambtenaar bedreigd. Verder heeft verdachte medewerkers van de gemeente bedreigd en ook zijn levenspartner. De rechtbank rekent dit handelen verdachte zwaar aan. Mensen in publieke functies en/of werkzaam bij publieke instanties of de politie doen hun werk hoofdzakelijk voor anderen, namelijk de samenleving. Steeds vaker worden zij geconfronteerd met agressie, geweld, bedreigingen en andere vormen van intimidatie. Zulke uitlatingen zijn volstrekt ontoelaatbaar.
De rechtbank heeft gelet op het uittreksel Justitiële Documentatie van 25 december 2022, waaruit blijkt dat verdachte in 2015 voor het laatst voor een geweldsdelict is veroordeeld. Verder heeft de rechtbank gelet op het Pro Justitia psychologisch onderzoek van 3 juni 2022 en het reclasseringsadvies van 7 februari 2023. In het Pro Justitia psychologisch onderzoek dat is gedaan in de zaak met parketnummer 05.021803.22 wordt geadviseerd verdachte verminderd toerekeningsvatbaar te achten. De rechtbank neemt dit advies over en zal verdachte niet alleen voor de feiten horend bij parketnummer 05.021803.22, maar ook voor de feiten van de parketnummers 05.327591.21 en 05.321953.20 verminderd toerekeningsvatbaar verklaren, omdat het gaat om soortgelijke feiten. De reclassering adviseert bij een veroordeling een (deels) voorwaardelijke straf met de volgende bijzondere voorwaarden: meldplicht bij de reclassering en een ambulante behandeling bij De Waag. Verdachte heeft ter zitting aangegeven dat hij inmiddels vrijwillig in behandeling is bij De Waag.
Gelet op de vrijspraken ten aanzien van de parketnummers 05.042567.21 en 05.334919.22 en de oriëntatiepunten van de rechtbank die lager zijn dan de richtlijnen van het openbaar ministerie
,zal de rechtbank een lagere straf opleggen dan door de officier van justitie is geëist. Alles afwegende acht de rechtbank een gevangenisstraf voor de duur van 7 maanden waarvan 4 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaren, met aftrek van het voorarrest, passend en geboden. Aan het voorwaardelijke strafdeel worden de volgende bijzondere voorwaarden gekoppeld: een meldplicht bij de reclassering en een ambulante behandeling bij De Waag. De rechtbank zal geen afzonderlijke straf opleggen voor de overtreding, te weten het dragen van een mes.
Verdachte wordt vrijgesproken van feit 1, 2 en 3 van parketnummer 05.334919.22. Daarom zal de rechtbank geen contact- en locatieverbod ten aanzien van [naam slachtoffer 5] opleggen. Over het gevorderde contact- en locatieverbod ten aanzien van de burgemeester, overweegt de rechtbank als volgt. Sinds de burgemeester melding heeft gemaakt van de bedreiging door verdachte hebben zich geen nieuwe incidenten voorgedaan tussen verdachte en de burgemeester. De algemene en de bijzondere voorwaarden dienen als extra stok achter de deur zodat verdachte zich rustig zal houden. Daarnaast zal een locatieverbod vrijheidsbeperkende gevolgen hebben voor verdachte nu verdachte en de burgmeester op relatief korte afstand van elkaar wonen. Gelet op het kader van de algemene en bijzondere voorwaarden, het uitblijven van nieuwe incidenten tussen verdachte en de burgemeester én de vrijheidsbeperkende gevolgen voor verdachte als een locatieverbod zou worden opgelegd, ziet de rechtbank geen aanleiding om een contact- en locatieverbod op te leggen ten aanzien van de burgemeester.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan een reeks misdrijven die zijn gericht tegen de onaantastbaarheid van het lichaam van meerdere personen. De rechtbank is van oordeel dat er ernstig rekening mee moet worden gehouden dat verdachte weer een dergelijk misdrijf zal begaan. De rechtbank vindt het noodzakelijk dat de bijzondere voorwaarden direct van kracht zijn, zodat de reclassering via de meldplicht de vinger aan de pols kan houden en verdachte verder kan met zijn behandeling. Daarom zal zij bevelen dat de te stellen voorwaarden en het uit te oefenen toezicht, dadelijk uitvoerbaar zijn.

9.De beoordeling van de civiele vorderingen

Ten aanzien van de vordering van de benadeelde partij [naam slachtoffer 5] (05.334919.22)
De benadeelde partij [naam slachtoffer 5] heeft in verband met feit 1 en 2 een vordering tot schadevergoeding ingediend. De benadeelde partij vordert € 750,- aan immateriële schade vermeerderd met de wettelijke rente. Verder is om oplegging van de schadevergoedingsmaatregel verzocht.
Aangezien verdachte wordt vrijgesproken van feit 1, 2 en 3 (05.334919.22), zal de benadeelde partij niet-ontvankelijk in de vordering worden verklaard. De proceskosten zullen worden gecompenseerd.
Ten aanzien van de vordering van de benadeelde partij [naam slachtoffer 6] (05.321953.20)
De benadeelde partij [naam slachtoffer 6] heeft in verband met het tenlastegelegde feit een vordering tot schadevergoeding ingediend. De benadeelde partij vordert € 850,- aan immateriële schade vermeerderd met de wettelijke rente. Verder is om oplegging van de schadevergoedingsmaatregel verzocht.
Standpunten
De officier van justitie heeft zich primair op het standpunt gesteld dat de vordering van de benadeelde partij kan worden toegewezen, met toekenning van de wettelijke rente, en vordert oplegging van de schadevergoedingsmaatregel. Subsidiair heeft de officier van justitie zich op het standpunt gesteld dat de vordering van de benadeelde partij gematigd kan worden tot een bedrag van € 500,-.
De verdediging heeft zich primair op het standpunt gesteld dat de benadeelde partij niet-ontvankelijk in de vordering moet worden verklaard, omdat verdachte moet worden vrijgesproken van het ten laste gelegde feit. Subsidiair heeft de verdediging zich op het standpunt gesteld dat de vordering gematigd dient te worden.
Overweging van de rechtbank
Op basis van de genoemde bewijsmiddelen en wat ter zitting over de vordering is besproken, stelt de rechtbank vast dat de benadeelde partij door het bewezenverklaarde schade heeft geleden.
Door het tenlastegelegde feit heeft de benadeelde immers lichamelijk letsel opgelopen. Dit is aan verdachte toe te rekenen. De rechtbank houdt rekening met de aard en de ernst van het feit en de bedragen die Nederlandse rechters in vergelijkbare gevallen toewijzen. Naar maatstaven van billijkheid zal zij het smartengeld op een bedrag van € 500,- vaststellen.
De rechtbank zal de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk verklaren in de vordering.
Verdachte is vanaf 12 september 2019 wettelijke rente over het toegewezen bedrag verschuldigd. De rechtbank ziet aanleiding om op grond van artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht de schadevergoedingsmaatregel aan verdachte op te leggen. Verdachte wordt verplicht het aan de benadeelde partij toegewezen bedrag aan de Staat te betalen.

10.De toegepaste wettelijke bepalingen

De oplegging van de straf en maatregel is gegrond op de artikelen:
- 14 a, 14b, 14c, 36f, 57, 62, 266, 267, 285, 300, 304, 321, 350 van het Wetboek van Strafrecht;
- 27, 54 van de Wet wapens en munitie.

11.De beslissing

De rechtbank:

spreekt verdachte vrijvan het primair ten laste gelegde feit onder parketnummer 05.042567.21;

spreekt verdachte vrijvan het onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde onder parketnummer 05.334919.22;
 verklaart bewezen dat verdachte de overige ten laste gelegde feiten, zoals vermeld onder ‘De bewezenverklaring’, heeft begaan;
 verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
 verstaat dat het aldus bewezenverklaarde oplevert de strafbare feiten zoals vermeld onder ‘De kwalificatie van het bewezenverklaarde’;
 verklaart verdachte hiervoor strafbaar;
 veroordeelt verdachte wegens het bewezenverklaarde tot een
gevangenisstraf voor de duur van 7 (zeven) maanden;
 bepaalt dat een gedeelte van deze gevangenisstraf, te weten
4 (vier) maanden, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, omdat verdachte zich voor het einde van de
proeftijd van 3 (drie) jarenniet heeft gehouden aan de volgende voorwaarden:
• stelt als
algemene voorwaardedat verdachte zich niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
• stelt als
bijzondere voorwaardendat:
- verdachte zich houdt aan de aanwijzingen die Reclassering Nederland hem geeft, voor zover deze niet reeds zijn opgenomen in een andere bijzondere voorwaarde en zich gedurende de proeftijd zal blijven melden bij de reclassering, zo vaak en zolang de instelling dat noodzakelijk acht;
- verdachte zijn medewerking zal verlenen aan nadere diagnostiek en behandeling bij De Waag of soortgelijke ambulante (forensische) zorg, zulks ter beoordeling van de reclassering, waarbij verdachte zich zal houden aan de aanwijzingen die hem in het kader van die behandeling door of namens de instelling/behandelaar zullen worden gegeven.
• stelt als overige voorwaarden dat:
  • verdachte zijn medewerking zal verlenen aan het ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit afnemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage zal aanbieden;
  • verdachte zijn medewerking zal verlenen aan het reclasseringstoezicht als bedoeld in artikel 14c van het Wetboek van Strafrecht. De medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclasseringsinstelling zo vaak en zolang de reclassering dit noodzakelijk acht zijn daaronder begrepen;
• geeft opdracht aan de reclassering tot het houden van toezicht op de naleving van deze bijzondere voorwaarden en tot begeleiding van verdachte ten behoeve daarvan;
• beveelt dat de gestelde voorwaarden en het uit te oefenen toezicht dadelijk uitvoerbaar zijn;
 beveelt dat de tijd, door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
 bepaalt dat ten aanzien van feit 7 onder parketnummer 05.021803.22 geen straf of maatregel wordt opgelegd;
 heft op het – geschorste – bevel tot voorlopige hechtenis;
Ten aanzien van de vordering benadeelde partij [naam slachtoffer 5] (05.334919.22)
 verklaart de benadeelde partij [naam slachtoffer 5] niet-ontvankelijk in de vordering tot immateriële schade;
 compenseert de proceskosten in die zin dat ieder de eigen kosten draagt;
Ten aanzien van de vordering benadeelde partij [naam slachtoffer 6] (05.321953.20)
  • veroordeelt verdachte in verband met het ten laste gelegde feit tot betaling van schadevergoeding aan de benadeelde partij
  • veroordeelt verdachte in de kosten die de benadeelde partij in deze procedure heeft gemaakt en de kosten die de benadeelde partij mogelijk nog moet maken om het toegewezen bedrag betaald te krijgen, tot vandaag begroot op nul;
 verklaart de benadeelde partij [naam slachtoffer 6] voor het overige niet-ontvankelijk in de vordering tot immateriële schade;
  • legt aan verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van benadeelde partij
  • bepaalt daarbij dat met betaling aan de benadeelde partij in zoverre de betaling aan de Staat vervalt en omgekeerd;
Dit vonnis is gewezen door mr. W.H.S. Duinkerke (voorzitter), mr. G. Edelenbos en
mr. A.M.P.T. Blokhuis, rechters, in tegenwoordigheid van mr. A.L. Goedheer, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 3 maart 2023.

Voetnoten

1.Ten aanzien van parketnummer 05.327591.21 is het bewijs terug te vinden in het in de wettelijke vorm door [naam verbalisant 8] , hoofdagent van de politie Oost-Nederland, district Gelderland-Zuid, opgemaakte proces-verbaal, dossiernummer PL0600-2021562499, gesloten op 8 december 2021 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.
2.Proces-verbaal aangifte [naam slachtoffer 1] , p. 3.
3.Proces-verbaal aangifte [naam slachtoffer 1] , p. 4.
4.Proces-verbaal van aanhouding verdachte, p. 11.
5.Medische informatie [naam slachtoffer 1] van 14 februari 2022.
6.Proces-verbaal verhoor verdachte, p. 24.
7.Ten aanzien van parketnummer 05.021803.22 is het bewijs terug te vinden in het in de wettelijke vorm door [naam verbalisant 9] , hoofdagent van de politie Oost-Nederland, district Gelderland-Zuid, opgemaakte proces-verbaal, dossiernummer PL0600-2022036132, gesloten op 26 januari 2022 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.
8.Proces-verbaal van aangifte [naam slachtoffer 1] , p. 6.
9.Proces-verbaal van aangifte [naam slachtoffer 1] , p. 8.
10.Proces-verbaal van bevindingen, p. 33.
11.Proces-verbaal van bevindingen, p. 23.
12.Proces-verbaal van bevindingen, p. 31.
13.Proces-verbaal van aangifte P.G. [naam aangever 1] namens gemeente West Maas en Waal, p. 17.
14.Proces-verbaal van aangifte P.G. [naam aangever 1] namens gemeente West Maas en Waal, p. 18.
15.Proces-verbaal van bevindingen, p. 21.
16.Proces-verbaal van bevindingen, p. 24.
17.Proces-verbaal van bevindingen, p. 28-29.
18.Proces-verbaal van bevindingen, p. 30.
19.Proces-verbaal van bevindingen, p. 36.
20.Proces-verbaal van bevindingen, p, 28.
21.Proces-verbaal van bevindingen, p. 39.
22.Ten aanzien van parketnummer 05.042567.21 is het bewijs terug te vinden in het in de wettelijke vorm door [naam verbalisant 10] , hoofdagent van de politie Oost-Nederland, district Gelderland-Zuid, opgemaakte proces-verbaal, dossiernummer PL0600-2021068496, gesloten op 17 februari 2021 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.
23.Proces-verbaal van aanhouding verdachte, p. 29.
24.Proces-verbaal van aangifte, [naam aangever 2] namens [naam slachtoffer 4] , p. 3.
25.Proces-verbaal aanhouding verdachte, p. 29.
26.Ten aanzien van parketnummer 05.321953.20 is het bewijs terug te vinden in het in de wettelijke vorm door [naam verbalisant 11] , brigadier van de politie Oost-Nederland, district Gelderland-Zuid, opgemaakte proces-verbaal, dossiernummer PL0600-2019491543, gesloten op 22 december 2020 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.
27.Proces-verbaal van aangifte [naam slachtoffer 6] , p. 3.
28.Proces-verbaal van aangifte [naam slachtoffer 6] , p. 4.
29.Geneeskundige verklaring [naam slachtoffer 6] , p. 10.
30.Proces-verbaal van verhoor getuige [naam getuige 1] , p. 11.
31.Proces-verbaal van verhoor getuige [naam getuige 2] , p. 13.