Uitspraak
1.De inhoud van de tenlastelegging
hij op of omstreeks 29 oktober 2022 te Loenen, in de gemeente Apeldoorn, in elk geval in Nederland,
als verkeersdeelnemer, namelijk als bestuurder van een motorrijtuig (snorfiets), daarmede rijdende over de weg, het fietspad (parallel) gelegen aan de Hoofdweg, zich zodanig heeft gedragen dat een aan zijn schuld te wijten verkeersongeval heeft plaatsgevonden door roekeloos, in elk geval zeer, althans aanmerkelijk, onvoorzichtig en/of onoplettend,
rijdend op voornoemd fietspad,
terwijl hij verkeerde onder invloed van een forse hoeveelheid alcohol, waarvan hij wist of redelijkerwijs moest weten, dat het gebruik de rijvaardigheid kon verminderen,
de snelheid van zijn motorrijtuig niet, althans onvoldoende, aan te passen aan een snelheid voor een veilig verkeer ter plaatse en/of (daarbij)
in strijd met het gestelde in artikel 19 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 niet de snelheid van dat door hem bestuurde motorrijtuig zodanig te regelen dat hij in staat was dat motorrijtuig tot stilstand te brengen binnen de afstand waarover hij dat fietspad kon overzien en waarover deze vrij was en/of (vervolgens)
(hard) op/tegen de achterzijde van één of meerdere weggebruiker(s) is gebotst en/of gereden,
waardoor een ander (genaamd [naam slachtoffer] ) zwaar lichamelijk letsel, te weten breuk in rechter sleutelbeen, of zodanig lichamelijk letsel werd toegebracht, dat daaruit tijdelijke ziekte of verhindering in de uitoefening van de normale bezigheden is ontstaan,
als bestuurder van een voertuig (snorfiets), daarmee rijdende op de weg, het fietspad (parallel) gelegen aan de Hoofdweg,
terwijl hij verkeerde onder invloed van een forse hoeveelheid alcohol, waarvan hij wist of redelijkerwijs moest weten, dat het gebruik de rijvaardigheid kon verminderen,
de snelheid van zijn motorrijtuig niet, althans onvoldoende, heeft aangepast aan een snelheid voor een veilig verkeer ter plaatse en/of (daarbij)
in strijd met het gestelde in artikel 19 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 niet de snelheid van dat door hem bestuurde motorrijtuig zodanig heeft geregeld dat hij in staat was dat motorrijtuig tot stilstand te brengen binnen de afstand waarover hij dat fietspad kon overzien en waarover deze vrij was en/of (vervolgens)
(hard) op/tegen de achterzijde van één of meerdere weggebruiker(s) is gebotst en/of gereden,
door welke gedraging(en) van verdachte gevaar op die weg werd veroorzaakt, althans kon worden veroorzaakt, en/of het verkeer op die weg werd gehinderd, althans kon worden gehinderd
hij op of omstreeks 29 oktober 2022 te Loenen, in de gemeente Apeldoorn, als bestuurder van een motorrijtuig, (snorfiets), dit voertuig heeft bestuurd, na zodanig gebruik van alcoholhoudende drank, dat het alcoholgehalte in zijn adem bij een onderzoek, als bedoeld in artikel 8, tweede lid, aanhef en onder a van de Wegenverkeerswet 1994, 985 microgram, in elk geval hoger dan 220 microgram, alcohol per liter uitgeademde lucht bleek te zijn
ECLI:NL:HR:2014:470). Het gedrag van de verdachte wordt in die beoordeling afgemeten aan dat wat van een verkeersdeelnemer in het algemeen en gemiddeld genomen mag worden verwacht. Dit toetsingskader brengt mee dat niet in zijn algemeenheid valt aan te geven of één verkeersovertreding voldoende kan zijn voor de bewezenverklaring van schuld. Voorts kan niet reeds uit de ernst van de gevolgen van verkeersgedrag dat in strijd is met één of meer wettelijke gedragsregels in het verkeer worden afgeleid dat sprake is van schuld in de zin van artikel 6 WVW 1994.
3.De bewezenverklaring
hij op
of omstreeks29 oktober 2022 te Loenen, in de gemeente Apeldoorn,
in elk geval in Nederland,als verkeersdeelnemer, namelijk als bestuurder van een motorrijtuig (snorfiets), daarmede rijdende over de weg, het fietspad (parallel) gelegen aan de Hoofdweg, zich zodanig heeft gedragen dat een aan zijn schuld te wijten verkeersongeval heeft plaatsgevonden door
roekeloos, in elk geval zeer, althansaanmerkelijk, onvoorzichtig en/of onoplettend,
rijdend op voornoemd fietspad,
terwijl hij verkeerde onder invloed van een forse hoeveelheid alcohol, waarvan hij wist
of redelijkerwijs moest weten, dat het gebruik de rijvaardigheid kon verminderen,
de snelheid van zijn motorrijtuig
niet, althansonvoldoende, aan te passen aan een snelheid voor een veilig verkeer ter plaatse en
/of(daarbij)
in strijd met het gestelde in artikel 19 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 niet de snelheid van dat door hem bestuurde motorrijtuig zodanig te regelen dat hij in staat was dat motorrijtuig tot stilstand te brengen binnen de afstand waarover hij dat fietspad kon overzien en waarover deze vrij was en
/of(vervolgens)
(hard) op/tegen de achterzijde van
één ofmeerdere weggebruiker
(s
)is
gebotst en/ofgereden,
waardoor een ander (genaamd [naam slachtoffer] )
zwaar lichamelijk letsel, te weten breuk in rechter sleutelbeen, ofzodanig lichamelijk letsel werd toegebracht, dat daaruit tijdelijke ziekte
of verhindering in de uitoefening van de normale bezighedenis ontstaan,
eerste,tweede,
derde, vierde of vijfde lidvan de Wegenverkeerswet 1994,
dan wel na het feit niet heeft voldaan aan een bevel gegeven krachtens artikel 163, tweede, zesde, zevende of negende lid van genoemde wet.
hij op
of omstreeks29 oktober 2022 te Loenen, in de gemeente Apeldoorn, als bestuurder van een motorrijtuig, (snorfiets), dit voertuig heeft bestuurd, na zodanig gebruik van alcoholhoudende drank, dat het alcoholgehalte in zijn adem bij een onderzoek, als bedoeld in artikel 8, tweede lid, aanhef en onder a van de Wegenverkeerswet 1994, 985 microgram,
in elk geval hoger dan 220 microgram,alcohol per liter uitgeademde lucht bleek te zijn.
4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde
5.De strafbaarheid van de feiten
6.De strafbaarheid van de verdachte
7.De overwegingen ten aanzien van straf en/of maatregel
8.De schadevergoeding van het slachtoffer
9.De toegepaste wettelijke bepalingen
10.De beslissing
taakstraf van 160 (zegge: honderdzestig) uren, met bevel dat indien deze straf niet naar behoren wordt verricht vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van 80 (zegge: tachtig) dagen;
ontzegtverdachte ten aanzien van het onder 1 primair en 2 bewezen verklaarde
de bevoegdheid motorrijtuigen te besturenvoor de duur van
18 (zegge: achttien) maandenmet aftrek van de tijd dat het rijbewijs ingevorderd is geweest.