“Artikel 1: Werk
(…)
1.4
Op deze aannemingsovereenkomst zijn van toepassing de Algemene Voorwaarden voor het
aannemingsbedrijf in het bouwbedrijf 1992 (AVA 1992), voor zover in deze overeenkomst niet van de bepaling van deze algemene voorwaarden wordt afgeweken. Een exemplaar van deze voorwaarden is aangehecht. Indien en voor zoveel in deze aannemingsovereenkomst niet anders is bepaald; bij strijd tussen de voorwaarden en de bepalingen van deze overeenkomst, prevaleren de bepalingen van deze overeenkomst.
(…)
6. Oplevering van het werk
6.1
De aannemer zal een redelijke termijn voor de dag waarop het werk naar mening van de
aannemer zal zijn voltooid, contact opnemen met de opdrachtgever teneinde een afspraak te
maken voor de opneming van het werk. Deze opneming zal zo spoedig mogelijk, doch
tenminste acht dagen na de dag waarop naar de mening van de aannemer het werk voltooid zal zijn, plaatsvinden.
6.2
Indien, anders dan door overmacht, door voor risico van de opdrachtgever komende
omstandigheden de opneming van het werk niet binnen de in artikel 6.1 genoemde termijn
plaatsvindt, zal de aannemer de opdrachtgever schriftelijk in gebreke stellen en hem een
redelijke termijn gunnen waarbinnen de opdrachtgever het werk dient op te dienen. Vindt
binnen deze termijn geen opname plaats dan wordt het werk geacht te zijn goedgekeurd. De
aannemer maakt een proces-verbaal op van de opname. In dit proces-verbaal worden eventuele gebreken vermeld, alsmede of het werk wordt goedgekeurd door de opdrachtgever. Eventuele geschilpunten tussen aannemer en opdrachtgever, alsmede de goedkeuring van het werk door de opdrachtgever, worden eveneens in het proces-verbaal vermeld. Door de goedkeuring van het werk door de opdrachtgever wordt het werk als opgeleverd beschouwd.
6.3
Kleine gebreken zullen geen reden zijn tot onthouding van goedkeuring van het werk, tenzij al deze kleine gebreken tezamen de ingebruikname van het werk in de weg staat.