Uitspraak
RECHTBANK GELDERLAND
1.De procedure
- het verzoekschrift met producties 1 tot en met 6,
- het verweerschrift met producties 1 tot en met 4, ingekomen op 25 november 2022,
- de mondelinge behandeling van 6 december 2022, waarbij zijn verschenen enerzijds [verzoekster] en mr. Treur voornoemd en anderzijds mevrouw [medewerker 1 verweerster] namens Univé en mr. Loman voornoemd.
2.De feiten
De getuige verklaarde:
Toedracht
09-08-2017 (…)
Vanaf Careza de Kroon fietste ik richting het centrum in de desbetreffende nacht. Halverwege werd ik ingehaald door [betrokkene 1] en [verzoekster] op de scooter. [betrokkene 1] bestuurde de scooter en [verzoekster] zat achterop. Toen ik bij het spoor aankwam zag ik een aantal mensen staan. Hierdoor ben ik gestopt en zag ik dat er een ongeluk was gebeurd. Ik ben niet bij de val aanwezig geweest, maar ik hoorde wel een klap. (…)”
Ik was naar een feest geweest en dat was in [plaats] bij Careza (…). Omstreeks 02:00 uur was ik daar weg gegaan en zat bij iemand ( [getuige 2] , (…)) achterop de fiets. Ik had wel wat alcohol op. We zouden naar het centrum van [plaats] gaan met een aantal personen. De meeste gingen met de fiets en ik heb niemand met een scooter weg zien rijden. Toen ik bij het spoor kwam zag ik twee mensen liggen en ook een scooter. Ik heb toen 112 gebeld (…). Ik het had eerst niet door en toen zag ik dat het twee bekenden waren. Ik ken [verzoekster] van school en [betrokkene 1] weer via via. [verzoekster] was niet aanspreekbaar en [betrokkene 1] kwam wel weer overeind. Hij was erg verward. (…)
We hebben elkaar zojuist telefonisch gesproken en nadat ik u had medegedeeld waarom ik u belde verklaarde u desgevraagd:
Ik heb het doorgelezen en ik zie een aantal punten die ik anders zou verwoorden.
8. Berekening alcoholpromillage de heer [betrokkene 1]
9.Gesprek politie en informatie VOA
- Ik ben als hoofdagent ter plaatse geweest met drie collega’s. De melding was dat er een meisje op het spoor lag (…). Ter plaatse bleek dat er een ongeval had plaatsgevonden met een scooter en daarbij waren twee slachtoffers (jongen en een meisje). De scooter was al verplaatst toen wij ter plaatse kwamen en de jongen zat op een hekje bij het spoor. Het meisje lag nog midden op het spoor en er lag een plas bloed bij haar.
- We hebben op de ambulance gewacht en die hebben haar vervoerd. Het was erg hectisch en er waren diverse personen aanwezig. De scooter is vermoedelijk in een gat gereden op de spoorwegovergang.
- Uit nader opgevraagde informatie van de politie is gebleken dat zeer waarschijnlijk niet de heer [betrokkene 1] de scooter heeft bestuurd, maar mevrouw [verzoekster] . Wat kunt u hierover verklaren? Die conclusie hebben wij getrokken omdat diverse getuigen ons hadden medegedeeld dat het meisje als eerste op de grond naast de scooter had gelegen en de jongen erachter. Het was volgens ons dus aannemelijk dat het meisje had gereden en niet de jongen.
- Uit nader opgevraagde informatie van de politie is gebleken zowel de heer [betrokkene 1] als mevrouw [verzoekster] geen valhelm hebben gedragen. Wat kunt u hierover verklaren? Die conclusie hebben wij getrokken omdat ze zonder valhelm werden aangetroffen en ook nergens een valhelm hebben gezien.
- Uit nader opgevraagde informatie van de politie is gebleken dat zowel de heer [betrokkene 1] als mevrouw [verzoekster] onder invloed van alcohol waren. (…) Wat kunt u hierover verklaren? Die conclusie hebben wij getrokken omdat de slachtoffers naar drank roken. [betrokkene 1] had ook bloed doorlopen ogen en sprake met een dubbele tong.
- Er is na overleg met de officier van dienst geen blaastest of bloedproef afgenomen van de slachtoffers omdat het meisje al genoeg was gestraft door het letsel dat zij had.
- Uit nader opgevraagde informatie van de politie is gebleken dat mevrouw [verzoekster] geen geldig rijbewijs bezit. Wat kunt u hierover verklaren? Die conclusie hebben wij getrokken nadat dat door ons was nagevraagd.
(…)
10.Samenvatting
- verzekeringnemer (mevrouw [moeder betrokkene 1] ) het aanrijdingsformulier niet naar waarheid heeft ingevuld en ondertekend.
- er geen getuige is die daadwerkelijk heeft gezien wie de bestuurder was van de scooter en wie de passagier was ten tijde van het ongeval.
- betrokkenen niet kunnen verklaren wie er heeft gereden op de scooter ten tijde van het ongeval en wie de passagier was.
- de heer [betrokkene 1] en mevrouw [verzoekster] geen valhelm droegen ten tijde van het ongeval.
- de heer [betrokkene 1] in het bezit is van een geldig rijbewijs en mevrouw [verzoekster] niet.
- de heer [betrokkene 1] ten tijde van het ongeval onder invloed was van alcohol (meer dan toegestane promillage) gezien zijn eigen verklaring, de bevindingen van de politie en een berekening van de heer Naber[van Univé, opmerking rechtbank].
- er door de politie geen proces-verbaal wordt opgemaakt en ook niet door VOA en dat is besloten na overleg met de officier van justitie.
(…)”
Op vragen van de rechter antwoord ik:
Op vragen van de rechter antwoord ik:
Op vragen van de rechter antwoord ik:
Op vragen van de rechter antwoord ik:
U vraagt mij wat ik kan vertellen over het ongeval. Vrij weinig. Ik fietste met een aantal over de spoorweg [plaats] in. Toen wij de spoorwegovergang gepasseerd waren hoorden wij een klap en zijn wij omgekeerd. (…) Wij zagen [verzoekster] op de grond liggen en hebben de politie en hulpdiensten gebeld. De scooter lag ook op de grond en de jongen lag ook op de grond. (…) U vraagt hoe zij op de grond lagen vanuit mijn gezichtspunt bekeken, dat weet ik niet meer. Over de toedracht van het ongeval kan ik niets zeggen. Terwijl ik [plaats] in fietste is de scooter mij niet gepasseerd. Over hoe het ongeluk is gebeurd durf ik niets te zeggen. Wij waren de spoorwegovergang voorbij en hebben het niet zien gebeuren. (…)”
Wij fietsten, [getuige 5] en [getuige 6] , en ik fietsten naar de stad. Ik zat achterop bij een van de twee. Wij hoorden na het passeren van de spoorwegovergang een klap. Wij zijn toen omgekeerd. Ik denk een beetje rennend. Toen zagen wij ze allebei op de grond liggen. Met hen bedoel ik [verzoekster] en [betrokkene 1] . (…)
Ik heb het ongeluk niet zien gebeuren. Ik zat bij een vriendin, [getuige 2] , op de fiets. Toen we daar aankwamen, zag ik [verzoekster] op de grond liggen en heb ik direct 112 gebeld. [verzoekster] lag op het spoor. Er lag veel bloed overal. Er stonden al veel menden omheen, op het spoor en aan de zijkanten. Ik en [getuige 2] kwamen wel als een van de eersten aan.
Wat ik mij van het scooterongeluk na vier jaar nog herinner is het volgende. Het maakt uit dat iedereen toen van een feestje kwam en zeker gedronken had. Wij fietsten van [plaats] naar het centrum. Met wij bedoel ik twee vrienden van mij en ik, [getuige 5] en [getuige 1] . (…) [getuige 5] en ik fietsten en [getuige 1] zat bij een van ons achterop. Toen we aan de kant van [plaats] waren, hoorden wij een doffe klap achter ons. We hebben de fietsen aan de kant gegooid en zijn snel in de richting gelopen. Toen zagen we de gevallen scooter met [verzoekster] en [betrokkene 1] . Wat er daarna is gebeurd, weet ik niet meer zeker, want er gebeurden zoveel dingen tegelijk. Ik weet niet meer of we [betrokkene 1] liggend, zittend of staand aantroffen. Van [verzoekster] weet ik het wel. Het beeld wat me bijstaat was dat zij op de grond lag met een grote plas bloed bij haar hoofd.
3.Het geschil
4.De beoordeling
dus niet met twee benen naar 1 zijde’ (zie 2.9). Daarbij komt dat niet in geschil is dat [verzoekster] geen rijbewijs had en op de avond van het ongeval alcohol had gedronken. Naar eigen zeggen had [verzoekster] nog nooit een scooter bestuurd (zie 2.17). [betrokkene 1] heeft daarentegen verklaard dat de scooter van hem was, hij wel een rijbewijs had en [verzoekster] wel vaker bij hem achterop de scooter zat: ‘
het kan zijn dat zij ooit een keer heeft gereden, maar het kan ook zijn dat zij nooit heeft gereden’ (zie 2.18). Dat [verzoekster] juist op de avond van het ongeval de scooter wilde besturen en met [betrokkene 1] onderweg van plaats is gewisseld is gezien het voorgaande en zonder nadere toelichting, die ontbreekt, niet aannemelijk.
dat het wat de politie betreft niet met 100% zekerheid te zeggen is wie er nu gereden heeft.’ Verbalisant [verbalisant] heeft tegenover Univé verklaard dat de politie geen nader onderzoek heeft gedaan naar het ongeval en dat de conclusie dat [betrokkene 1] niet de bestuurder was is getrokken ‘
omdat diverse getuigen ons hadden medegedeeld dat het meisje als eerste op de grond naast de scooter had gelegen en de jongen erachter.’ (zie 2.10). [verbalisant] heeft ook verklaard dat toen de politie ter plaatse kwam de scooter al was verplaatst (wat ook getuige [getuige 6] verklaart, zie 2.24) en [betrokkene 1] op een hekje bij het spoor zat. Verder zit bij de overgelegde stukken uit het politiedossier een getuigenverklaring van [getuige 1] van ongeveer een uur nadat het ongeval plaatsvond. [getuige 1] verklaart dat de scooter hem van achteren naderde toen hij de scooter hoorde vallen, dat hij het ongeval niet heeft zien gebeuren, dat hij niet weet wie de scooter bestuurde en dat hij [verzoekster] onderop en [betrokkene 1] bovenop op de grond aantrof met de scooter ernaast. Noch uit het politiedossier, noch uit de verklaring van [verbalisant] blijkt welke andere getuigen (naast [getuige 1] ) zijn gehoord door de politie. [getuige 1] heeft later tijdens het voorlopig getuigenverhoor verklaard dat het klopt dat hij aan de politie heeft verteld dat [verzoekster] verder van de scooter af lag, waaraan hij toevoegde dat dit volgens hem betekende ‘
dat [verzoekster] achterop zat. Als je rijdt, val je minder snel van de scooter af.’ (zie 2.22).
(…) de slachtoffers naar drank roken. [betrokkene 1] had ook bloed doorlopen ogen en sprak met een dubbele tong.’ [betrokkene 1] zelf heeft verder tegenover Univé op 13 oktober 2017 verklaard: ‘
Ik heb denk ik vanaf 20:30 uur tot het moment dat ik weg ben gegaan en dat was kort voor 02:00 uur ongeveer acht glazen baco (bacardi cola) gedronken.’ Tijdens het voorlopig getuigenverhoor van 13 januari 2021 heeft [betrokkene 1] verklaard: ‘
Mijn promillage was 0,89. Ik gok tussen de acht à tien bacardi cola.’. Dit promillage van 0,89 is door Univé zelf berekend in haar onderzoeksrapport, waarbij Univé zelf vermeldt dat dit boven de toegestane limiet is. De enkele betwisting van Univé dat [betrokkene 1] meer dan de toegestane hoeveelheid alcohol had gedronken is, in het licht van het voorgaande, onvoldoende.
Ik weet dat [betrokkene 1] bacardi cola drinkt en weet niet wat hij die avond heeft gedronken want ik had hem niet veel gezien die avond.’ De wetenschap van [verzoekster] dat [betrokkene 1] (gewoonlijk) bacardi cola dronk gecombineerd met het feit dat zij van een eindexamenfeestje vertrokken waar alcohol werd geschonken, had voor [verzoekster] voldoende aanleiding moeten zijn om te controleren of [betrokkene 1] niet teveel alcohol op had om nog in staat te zijn om de scooter te besturen. De enkele stelling dat [verzoekster] niet op de hoogte was van het alcoholgebruik door [betrokkene 1] die avond, legt dan ook onvoldoende gewicht in de schaal en wordt daarom door de rechtbank gepasseerd.