3.1.Malant vordert bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
a. a) ontbinding van de huurovereenkomst tussen Malant en Leursehof;
en de veroordeling van Leursehof:
b) het gehuurde binnen twee weken na het in dezen te wijzen vonnis te ontruimen met al het hare en al de haren op straffe van een dwangsom van € 5.000,- per dag dat het gehuurde niet is ontruimd, met een maximum van € 500.000,-, althans een in uw goede justitie te bepalen dwangsom;
c) tot betaling van alle huurpenningen vanaf het moment van dagvaarding (juni 2021) tot en met het einde van de huurovereenkomst, te weten tot en met 31 juni 2026, voor in totaal een bedrag van € 253.793,55, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente vanaf het moment van opeisbaarheid tot en met de dag der algehele voldoening;
d) tot betaling van een bedrag van € 60.000,- ter zake de niet door Leursehof uitgevoerde werkzaamheden die van overheidswege benodigd zijn om de door haar gehuurde bedrijfswoning te kunnen gebruiken.
Subsidiair, voor zover de onder (a) gevorderde ontbinding niet zou worden toegewezen:
e) dat Leursehof wordt verboden om de tot het gehuurde behorende bedrijfswoning in strijd met de contractuele bestemming onder te verhuren dan wel op enigerlei wijze in gebruik te geven, een en ander op straffe van een dwangsom van € 5.000,- per dag dat het gehuurde [
de kantonrechter veronderstelt dat Malant hier bedoelt:]in strijd met de contractuele bestemming is onderverhuurd met een maximum van
€ 500.000,-, althans een in goede justitie te bepalen dwangsom;
f) dat Leursehof wordt veroordeeld om al haar toekomstige betalingsverplichtingen uit hoofde van de huurovereenkomst tijdig en volledig na te komen;
g) dat Leursehof wordt veroordeeld om alle werkzaamheden aan de gehuurde bedrijfswoning uit te voeren die van overheidswege benodigd zijn en waartoe zij contractueel verplicht is, een en ander op straffe van een dwangsom van € 5.000,- per dag dat [
de kantonrechter veronderstelt dat Malant hier bedoelt:]die werkzaamheden niet zijn uitgevoerd, met een maximum van € 500.000,-, althans een in uw goede justitie te bepalen hoofdsom;
Zowel primair als subsidiair:
h) dat Leursehof wordt veroordeeld om aan Malant een bedrag te betalen van
€ 37.404,97 aan achterstallige huurpenningen (op het moment van dagvaarding), een en ander te vermeerderen met de wettelijke handelsrente vanaf het moment van opeisbaarheid van iedere afzonderlijke termijn tot en met het moment der algehele voldoening;
i. i) dat Leursehof wordt veroordeeld om aan Malant een bedrag te betalen van € 36.000,- aan verbeurde contractuele boetes (op het moment van dagvaarding), een en ander te vermeerderen met de nog verschuldigde contractuele boetes vanaf het moment van dagvaarding tot het moment der algehele voldoening;
j) dat Leursehof wordt veroordeeld om aan Malant een bedrag te betalen van
€ 1.149,04 aan buitengerechtelijke kosten, zulks te vermeerderen met de wettelijke rente;
k) dat Leursehof als de in het ongelijk gestelde partij wordt veroordeeld in de kosten van het geding, alsmede de nakosten.