Uitspraak
1.De procedure
- het schriftelijke wrakingsverzoek van 24 oktober 2022;
- de schriftelijke reactie van mrs. Boot, Steverink en Van Leeuwen van
- de brief van 21 november 2022 van de advocaat van verzoeker waarin het verzoek tot wraking van mr. Van Leeuwen wordt ingetrokken en een productie wordt overgelegd;
- de aantekeningen van de griffier van de mondelinge behandeling op 22 november 2022, mede inhoudende de spreekaantekeningen van de advocaat van verzoeker.
- verzoeker, bijgestaan door zijn adviseur, de heer [adviseur] , en zijn advocaten, mrs. H. Loonstein en J.X. ten Velden, advocaten te Amsterdam;
- mrs. Boot, Steverink en Van Leeuwen hebben laten weten niet te zullen verschijnen.
2.Het wrakingsverzoek
mr. Van Leeuwen – en zoals door mr. Loonstein op de mondelinge behandeling is bevestigd, tot wraking van mr. Boot vanwege het afgeven van machtigingen tot binnentreden in de woning aan de [address] te [woonplaats] (in het kader van het faillissement van verzoeker) en van mr. Steverink vanwege het weigeren van het verstrekken van de aan voornoemde machtigingen ten grondslag liggende verzoeken van de curator.
3.De beoordeling
18 oktober 2022 af te geven heeft mr. Boot daarnaast bewust de schorsende werking van het tegen de eerste machtiging ingestelde hoger beroep gefrustreerd. De vrees bestaat dat een derde ingediend verzoek voor een machtiging tot binnentreden hoe dan ook zal worden gehonoreerd, ongeacht het tot twee keer toe ingestelde hoger beroep, aldus verzoeker.
22 december 2017 is vast komen te staan dat de woning toebehoort aan de failliete boedel. Met het arrest van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 6 april 2021 is vast komen te staan dat de curator de woning mag verkopen vrij van huur of enig gebruiksrecht. Na de laatste uitspraak moest de curator op grond van de hem in artikel 68 Fw opgedragen taak, de woning van verzoeker verkopen ten behoeve van de gezamenlijke crediteuren. De machtigingen die aanleiding zijn tot het onderhavige wrakingsverzoek zijn verleend om de curator (vergezeld door een makelaar en eventuele potentiële kopers) in staat te stellen de woning te betreden ten behoeve van de verkoop.
Van Leeuwen van 2 november 2022 stelt mr. Boot zich op het standpunt dat de failliet geen partij is bij een verzoek van een curator voor een machtiging tot binnentreden, zodat van (schending van) een recht op hoor en wederhoor ook geen sprake is. Hierover bestaat weliswaar discussie tussen partijen, waarbij verzoeker meent dat mr. Boot het recht verkeerd toepast, maar die discussie hoort thuis in het hoger beroep. Het gegeven dat verzoeker een andere visie op het recht heeft dan mr. Boot, levert geen (objectieve schijn van) vooringenomenheid van mr. Boot op.
25 januari 2013 als waarnemend curator bij een gesprek met de Belastingdienst is geweest. Hoewel dit, indien waar, een grond voor wraking zou kunnen opleveren, is dit niet aan de wraking ten grondslag gelegd, zodat hieraan voorbij wordt gegaan.
4.De beslissing
- wijst het verzoek tot wraking van mr. Boot af;
- wijst het verzoek tot wraking van mr. Steverink af.
mr. M.M. Klaasen, leden, in tegenwoordigheid van de griffier mr. [naam] in openbaar uitgesproken op 6 december 2022.