De Belastingdienst vordert bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, in kort geding, [gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2] hoofdelijk te veroordelen:
I. volledig en onvoorwaardelijk mee te werken aan het verstrekken van de door de
Belastingdienst gevraagde gegevens en inlichtingen die van belang kunnen zijn voor belastingheffing ten aanzien van gedaagden;
II. aan de Belastingdienst te verstrekken alle gegevens en inlichtingen zoals omschreven in paragraaf 3 van de dagvaarding, betreffende de door gedaagden on het buitenland aangehouden bankrekeningen, waaronder in ieder geval, maar niet uitsluitend, inlichtingen en gegevens over bankrekeningen aangehouden bij UBS AG in Zwitserland;
III. verklaring en opgaaf te doen van de onder (II.) bedoelde buitenlandse rekening(en) van hen door middel van het invullen van het formulier dat gedaagden op 5 december 2016 en 16 september 2019 is toegestuurd en het verstrekken van de op laatstgenoemd formulier vermelde bescheiden, waaronder kopieën van alle afschriften van de betreffende buitenlandse bankrekening(en), daaronder begrepen, indien van toepassing, bewijs van de opheffing van de bankrekening(en), alsmede schriftelijk bewijs van de bestemming van het saldo dan wel de saldi na opheffing;
IV. een mondelinge toelichting te geven op de onder (II.) en (III.) omschreven gegevens, inlichtingen en/of verklaringen binnen een door de inspecteur nader te bepalen termijn;
V. binnen zeven dagen na de datum van het in deze te wijzen vonnis dan wel binnen een door de voorzieningenrechter in goede justitie te bepalen termijn aan het onder (I.), (II.), en (III.) omschreven bevel en binnen de door de inspecteur nader te bepalen termijn aan daar het onder (IV.) omschreven bevel te voldoen, alles op straffe van verbeurte van een dwangsom ter hoogte van € 5.000,00, althans ter hoogte van een door de voorzieningenrechter in goede justitie te bepalen bedrag, per dag of gedeelte van een dag dat gedaagden daarmee in gebreke blijven;
VI. in de kosten van deze procedure, zulks met bepaling dat daar over de wettelijke rente verschuldigd zal zijn met ingang van de 15e dag na de datum van het in dezen te wijzen vonnis, alsmede in de nakosten.