ECLI:NL:RBGEL:2022:7179

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
21 december 2022
Publicatiedatum
22 december 2022
Zaaknummer
C/05/398270 / HZ ZA 22-14
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Op tegenspraak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis inzake samenwerkingsovereenkomst en ontbinding tussen Arrow Holding B.V., Ront Management Consultants B.V. en A3 Company B.V.

In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 21 december 2022 uitspraak gedaan in een geschil tussen Arrow Holding B.V. (hierna: Arrow) en Ront Management Consultants B.V. (hierna: Ront) en A3 Company B.V. (hierna: A3 Company) over een samenwerkingsovereenkomst. Arrow vorderde onder andere de vernietiging of ontbinding van de samenwerkingsovereenkomsten, schadevergoeding en een verbod voor Ront en A3 Company om concurrerende producten aan te bieden. Arrow stelde dat zij bij het sluiten van de overeenkomst is uitgegaan van verkeerde informatie, wat zou leiden tot dwaling, en dat er onvoorziene omstandigheden waren die wijziging van de overeenkomst rechtvaardigden. Ront en A3 Company voerden verweer en stelden dat Arrow niet-ontvankelijk moest worden verklaard in haar vorderingen.

De rechtbank oordeelde dat Arrow niet voldoende had onderbouwd dat er sprake was van dwaling of onvoorziene omstandigheden. De vorderingen van Arrow werden afgewezen, en zij werd veroordeeld in de proceskosten van Ront en A3 Company. In reconventie vorderde Ront betaling van openstaande facturen door Arrow, welke vordering werd toegewezen. A3 Company had ook vorderingen ingediend, maar deze werden afgewezen. De rechtbank concludeerde dat er geen maatschap was ontstaan tussen de partijen en dat de samenwerkingsovereenkomst niet ontbonden kon worden. De rechtbank stelde de proceskosten vast en verklaarde de proceskostenveroordelingen uitvoerbaar bij voorraad.

Uitspraak

0RECHTBANK Gelderland

Civiel recht
Zittingsplaats Zutphen
Zaaknummer: C/05/398270 / HZ ZA 22-14
Vonnis van 21 december 2022
in de zaak van
ARROW HOLDING B.V.
te Zutphen,
eisende partij in conventie,
verwerende partij in reconventie,
hierna te noemen: Arrow,
advocaat: mr. J.F. Vanhommerig te Enschede,
tegen

1.RONT MANAGEMENT CONSULTANTS B.V.

te Apeldoorn,
advocaat: mr. B.J.H.L. Brouwer te Apeldoorn,
2.
A3 COMPANY B.V.
te Zutphen,
advocaat: mr. J.C. Wery te Enschede,
gedaagde partijen in conventie,
eisende partijen in reconventie,
hierna te noemen: Ront en A3 Company.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 6 juli 2022
- het proces-verbaal van mondelinge behandeling van 9 september 2022
- de antwoordakte op wijziging eis van Arrow van 12 oktober 2022.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
Ront ontwikkelt en exploiteert de A3 methodiek, een methodiek voor het maken van compacte jaarplannen voor organisaties. Zij exploiteert deze methodiek als een adviesproduct. De grondlegger van de A3 methodiek is de heer [grondlegger A3 methodiek] .
2.2.
A3 Company is houder van het intellectueel eigendom van onder meer belangrijke onderdelen van de A3 methodiek. Zij heeft een onbeperkt, exclusief gebruiksrecht op haar intellectuele eigendomsrechten verleend aan Ront.
2.3.
Ront, Arrow en A3 Company ontwikkelen en exploiteren gezamenlijk A3 digitaal, een software tool die de A3 methodiek ondersteunt. Daarbij beheert A3 Company het intellectueel eigendom van A3 digitaal. Ront verzorgt de marketing en acquisitie van A3 digitaal en Arrow beheert de software.
2.4.
De bestuurder van Arrow is de heer [bestuurder van Arrow] .
2.5.
In 2011 heeft (de rechtsvoorgangster van) Arrow een overeenkomst gesloten met (de rechtsvoorgangster van) Ront voor het doen van acquisitie en marketing door Ront voor A3 digitaal. Op grond van deze overeenkomst verzorgde Ront via haar reguliere consultancydiensten de (alleen)verkoop, terwijl Arrow/de heer [bestuurder van Arrow] de softwareontwikkeling deden. Samen deelden partijen de licentie-inkomsten van A3 digitaal.
2.6.
Per 1 januari 2017 hebben A3 Company en Arrow een samenwerkingsovereenkomst gesloten ten behoeve van de verdere ontwikkeling en exploitatie van A3 digitaal. Deze overeenkomst dient ter vervanging van de hierboven onder 2.5 genoemde overeenkomst. Op grond van artikel 20 van de samenwerkingsovereenkomst zou A3 Company, eventueel in samenwerking met een partner, exclusief zorgdragen voor inspanningen op het gebied van marketing en sales van A3 digitaal, eventueel uitbesteed aan een partner.
2.7.
Daarnaast zijn Arrow, Ront en A3 Company, eveneens per 1 januari 2017, een acquisitieovereenkomst aangegaan. Op grond van deze overeenkomst deed Ront de marketing en acquisitie voor A3 digitaal. Arrow betaalde daarvoor aan Ront een acquisitiefee. Deze werd per kwartaal berekend en bedroeg 50% van de licentie-inkomsten van de A3 digitaal licentieopbrengsten van dat kwartaal.
2.8.
Ront heeft tot 2017 op incidentele basis een A3 congres georganiseerd en tot eind 2017 netwerkbijeenkomsten.
2.9.
De bestuurder van Ront was destijds de hierboven al genoemde heer [grondlegger A3 methodiek] . In 2017/2018 heeft echter een reorganisatie plaatsgevonden bij Ront. In het kader daarvan is de heer [grondlegger A3 methodiek] uitgetreden als partner uit Ront. Ront en de heer [grondlegger A3 methodiek] zijn overeengekomen dat de waarde van [grondlegger A3 methodiek] aandelen zouden worden vergoed in de vorm van een periodieke afdracht van Ront aan [grondlegger A3 methodiek] Beheer B.V. ter hoogte van 50% van de door Ront ontvangen licentie-inkomsten uit A3 digitaal. Thans is de heer [grondlegger A3 methodiek] bestuurder van A3 Company.
2.10.
Begin 2018 hebben partijen gesproken over de omzetting van de acquisitieovereenkomst in een “overeenkomst inzake inkomensverdeling A3 digitaal”. In het kader van deze overeenkomst zou de betaling van de onder 2.9 bedoelde vergoeding voor de aandelen rechtstreeks plaatsvinden van Arrow naar [grondlegger A3 methodiek] Beheer B.V. Deze overeenkomst is echter niet tot stand gekomen. De betaling vindt nu plaats van Ront aan A3 Company.
2.11.
Bij brief van 4 oktober 2018 heeft Ront Arrow geïnformeerd dat op 27 september 2018 een overeenkomst tot stand is gekomen tussen Ront en de heer [grondlegger A3 methodiek] met betrekking tot het uittreden van de heer [grondlegger A3 methodiek] uit Ront en overdracht van zijn aandelen. Onderdeel van deze overeenkomst is dat Ront ermee instemt dat Arrow kan werken met meerdere acquisitiepartners en dat daarmee de exclusiviteit zoals deze is overeengekomen in de acquisitieovereenkomst van 1 januari 2017 vervalt, met terugwerkende kracht tot 1 januari 2018. Voor het overige blijft de overeenkomst onverkort van kracht, aldus de brief. Arrow heeft hiertegen niet geprotesteerd.
2.12.
Bij e-mail van 17 december 2018 heeft de heer [bestuurder van Arrow] aan Ront onder meer meegedeeld dat hij de door Ront georganiseerde netwerkdagen mist en dat hij graag in de toekomst een netwerkdag wil organiseren. Daarbij is Ront verzocht haar knelpunten en wensen met betrekking tot A3 digitaal kenbaar te maken.
2.13.
In 2018 en het voorjaar van 2019 heeft Ront in meerdere gesprekken aan Arrow voorgesteld verbinding tot stand te brengen tussen A3 digitaal en de toepassing van de kennis en inzichten van Ront met betrekking tot “rijker verantwoording”. Het betrof zowel voorstellen voor kleine aanpassingen als voorstellen voor meer fundamentele aanpassingen. Arrow is hierop echter niet ingegaan.
2.14.
Bij brief van 15 februari 2019 heeft Arrow aan A3 Company laten weten niet eraan te willen meewerken “
met een nieuwe A3 een nieuwe boost te willen maken”, maar “
zelf zoekt hij[de heer [bestuurder van Arrow] – rechtbank]
het in de oorspronkelijk opgezette (A3-digitaal) koers waarbij hij wel zijn bestaande klanten zo lang en goed mogelijk wil blijven ondersteunen met de bestaande A3-digitaal maar ook met nieuwe tooling die beter aansluit bij hun veranderende wensen en eisen.
2.15.
In het najaar van 2019 heeft Ront op basis van onderzoek naar klantbehoeften en op basis van ervaringen van collega’s een nieuw aanbod ontwikkeld en op de markt gebracht, specifiek gericht op gebruikers die al een of meer jaren ervaring hebben met A3 digitaal en die niet meer (intensief) door haar werden ondersteund. Dit product heet A3 check-up. Bij e-mail van 7 november 2019 heeft Ront aan Arrow verzocht om dit aanbod te delen via eigen contactlijsten, klantenbestand en social media. Arrow heeft hierop niet gereageerd.
2.16.
Bij e-mail van 31 oktober 2019 heeft Arrow aan Ront meegedeeld dat uit het periodieke kwartaaloverzicht betreffende de acquisitie blijkt dat in het afgelopen kwartaal voor het eerst geen bestelformulieren voor nieuwe klanten via Ront binnenkomen en dat het aantal opzeggingen blijft toenemen. Arrow heeft Ront erop gewezen dat zij verantwoordelijk is voor marketing en acquisitie en dat zij op dit terrein meer van Ront verwacht. Zij heeft Ront verzocht om verbeterplannen dan wel een voorstel voor nieuwe afdrachtafspraken die passen bij de huidige inspanningen van Ront.
2.17.
Tot en met 2019 heeft Arrow per kwartaal gebruikersoverzichten – met daarin gegevens over gebruikers en gerealiseerde omzet – aan Ront verstrekt. Op basis hiervan heeft Ront na afloop van ieder kwartaal een factuur gestuurd voor het deel dat haar toekomt. Over 2018 en 2019 heeft Ront aan Arrow € 99.957,00 respectievelijk € 57.437,50 gefactureerd. Arrow heeft deze bedragen voldaan.
2.18.
In januari 2020 heeft Ront Arrow verzocht om aanvulling/correctie van de kwartaalopgaven, omdat zij had geconstateerd dat in de jaaropgave 2019 een reeks van klanten ontbrak waarvan het Ront bekend was dat ze door haar waren geacquireerd en (op dat moment) actuele gebruiker waren van A3 digitaal. Ront en Arrow zijn het niet eens geworden over de verschaffing van nadere informatie of anderszins over oplossingen voor de ontstane situatie.
2.19.
Eveneens in januari 2020 heeft Ront aan Arrow opnieuw voorgesteld te spreken over verbinding van A3 digitaal met het gedachtegoed van Rijker Verantwoorden. Arrow heeft dit verzoek afgewezen.
2.20.
Bij e-mail van 14 januari 2020 heeft Arrow Ront erop aangesproken dat zij geen resultaten laat zien van de acquisitie en marketing waarvoor zij verantwoordelijk is en dat zij al lange tijd geen netwerkdagen meer organiseert.
2.21.
Bij e-mail van 13 mei 2020 heeft A3 Company Arrow aansprakelijk gesteld voor de tekortkoming in de nakoming van haar verplichtingen tot 1) het aanleveren van acquisitieoverzichten en het voldoen van acquisitievergoedingen en 2) het adequaat zorgdragen voor de ontwikkeling van de A3 digitaal software. Daarnaast heeft A3 Company een beroep gedaan op opschorting van de nakoming van alle op haar rustende verbintenissen, waaronder: 1) het inbrengen van de kennis van de A3 methodiek; 2) het aan Arrow verlenen van het exclusieve distributierecht op de verkoop en in licentie geven van de concrete A3 digitaal webapplicatie en 3) het exclusief, dus met uitsluiting van Arrow, zorgdragen voor inspanningen voor marketing en sales van A3 digitaal.
2.22.
Bij e-mail van 15 mei 2020 heeft de heer [bestuurder van Arrow] aan de heer [grondlegger A3 methodiek] onder meer geschreven:
“(…)
Om de juridische acties van deze week af te ronden moet ik nog wel reageren op jouw advocaat’s laatste brief.
We spraken net af dat dit daar in komt te staan:
  • A3company gaat door met A3 online
  • TEWC[Arrow – de rechtbank]
    gaat door met A3 digitaal
  • We streven ernaar om concullega’s te worden met ieder zijn eigen software
  • TEWC krijgt van A3company alle tijd om acquisitieconflict met RontMC af te handelen
  • daarna gaan A3company en TEWC om de tafel om nieuwe afspraken te maken waar beiden mee kunnen leven (wat betreft het rechttrekken van het verleden maar ook inhoud geven aan de toekomst)
Kan dat zo de deur uit?
(…)”
2.23.
Bij e-mail van diezelfde dag heeft de heer [grondlegger A3 methodiek] als volgt gereageerd:
“(…)
Doe het dan zo:
  • A3company gaat door met A3 online;
  • TEWC gaat door met A3 digitaal, A3 company zal niet meer verantwoordelijk zijn voor acquisitie en zal niet meer gehouden zijn zorg te dragen voor inspanningen op het gebied van marketing en sales van A3 digitaal; kortom A3 Company wordt niet meer aangesproken op de in de eerste brief vermelde punten;
  • We streven ernaar om concullega’s te worden met ieder zijn eigen software;
  • TEWC krijgt van A3company alle tijd om acquisitieconflict met RontMC af te handelen;
  • daarna gaan A3company en TEWC om de tafel om nieuwe afspraken te maken waar beiden mee kunnen leven (wat betreft het rechttrekken van het verleden maar ook inhoud geven aan de toekomst), in zoverre zijn wij er dus nog niet uit.
(…)”
2.24.
Bij e-mail van 4 juni 2020 heeft de advocaat van A3 Company aan de toenmalige vertegenwoordiger van Arrow onder meer geschreven:
“(…)
Het verheugt mij dat de heer [bestuurder van Arrow] en de heer [grondlegger A3 methodiek] (en daarmee partijen) er op 15 mei tijdens het “gesprek met een ijsje” op hoofdlijnen uit zijn gekomen en onder andere hebben afgesproken afzonderlijk door te gaan met respectievelijk A3 online en A3 digitaal.
(…)”
2.25.
Per begin 2020 heeft Arrow alle betalingen aan Ront opgeschort.
2.26.
Ront heeft Arrow gedagvaard in kort geding voor de voorzieningenrechter van deze rechtbank en gevorderd, kort gezegd, dat Arrow zou worden veroordeeld tot het overleggen van juiste en tijdige kwartaalopgaven en van accountantsverklaringen 2019. Bij vonnis van 8 juni 2021 heeft de voorzieningenrechter in conventie Arrow veroordeeld tot het overleggen aan Ront van de overzichten van de gerealiseerde licentieomzet van de vier kwartalen 2020 en eerste kwartaal 2021 en tot het verstrekken van inzage in de behaalde licentieomzet van het voorafgaande kwartaal, op straffe van een dwangsom. De vorderingen in reconventie van Arrow zijn afgewezen.
2.27.
Op 2 juli 2021 heeft Ront van Arrow een overzicht ontvangen van de omzet over het vierde kwartaal van 2019, geheel 2020 en het eerste kwartaal van 2021. Bij brief van 14 juli 2021 heeft Ront verzocht om een aanvulling van de verstrekte gegevens.
2.28.
Op 29 september 2019, 29 oktober 2021 en 27 januari 2022 heeft Ront van Arrow overzichten ontvangen van verkopen in respectievelijk het tweede, derde en vierde kwartaal van 2021. De totale waarde van deze verkopen bedraagt € 86.493,84 inclusief btw. Ront heeft voor deze bedragen facturen aan Arrow gestuurd. Ondanks aanmaningen heeft Arrow deze facturen onbetaald gelaten.
2.29.
In 2021 heeft Ront masterclasses A3 methodiek ontwikkeld voor bestaande gebruikers. Deze zijn in maart 2022 van start gegaan.

3.Het geschil

in conventie
3.1.
Arrow vordert dat de rechtbank bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
primair
1. (de rechtbank leest:) voor recht verklaart dat de samenwerkingsovereenkomsten tussen partijen zijn vernietigd of dat de rechtbank deze overeenkomsten ontbindt, dan wel ontbonden verklaart, per 1 januari 2018;
subsidiair
2. voor recht verklaart dat de samenwerkingsovereenkomsten tussen partijen worden gewijzigd, met dien verstande dat Arrow aan Ront en A3 Company sinds 1 januari 2018 geen vergoeding, onder welke benaming dan ook, is verschuldigd of verschuldigd is geworden en zal worden;
primair en subsidiair
3. Ront veroordeelt tot betaling aan Arrow van al hetgeen Arrow in de periode vanaf 1 januari 2018 aan Ront heeft voldaan, te weten een bedrag van € 190.899,89, dan wel een door de rechtbank te bepalen bedrag, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente vanaf de dag van de dagvaarding tot de dag van algehele betaling;
4. bij wijze van schadevergoeding Ront en A3 Company hoofdelijk, zodat indien en voor zover de één betaalt de ander zal zijn bevrijd, veroordeelt tot betaling aan haar van een bedrag van € 555.531,00, dan wel een door de rechtbank te bepalen bedrag, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente vanaf de dag van de dagvaarding tot de dag van algehele betaling;
5. Ront en A3 Company, beide afzonderlijk, verbiedt om aan de klanten en gebruikers van A3 digitaal en/of van Arrow, Rijker Verantwoorden, A3 online of een andere jaarplanmethodiek aan te bieden, te adviseren, in gebruik te geven (betaald of onbetaald), zulks in de ruimste zin van het woord, op straffe van een te verbeuren boete van € 500,00 per dag per klant/gebruiker van A3 digitaal en/of Arrow, dan wel een door de rechtbank te bepalen bedrag;
6. A3 Company veroordeelt om binnen 24 uur na het wijzen van het vonnis alle misleidende reclame ten aanzien van A3 digitaal te verwijderen en verwijderd te houden, alsook het anderszins verstrekken van misleidende informatie over A3 digitaal te staken en gestaakt te houden, zulks op straffe van een dwangsom van € 25.000,00 per overtreding, dan wel een door de rechtbank te bepalen bedrag;
7. Ront en A3 Company veroordeelt in de proceskosten.
3.2.
Arrow legt aan haar vorderingen ten grondslag dat sprake is van dwaling, doordat zij bij het sluiten van de overeenkomst is uitgegaan van de verkeerde informatie over Ront en A3 Company. Als gevolg daarvan is de overeenkomst volgens Arrow vernietigbaar. Arrow stelt zich op het standpunt dat zij bij de juiste inlichtingen door Ront en A3 Company de overeenkomst niet zou hebben gesloten. Indien geen sprake zou zijn van dwaling, legt Arrow aan haar vordering ten grondslag dat sprake is van gewijzigde, onvoorziene omstandigheden die van dien aard zijn dat ongewijzigde instandhouding van de overeenkomst naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid niet mogelijk is. Verder voert Arrow aan dat Ront en A3 Company jegens haar toerekenbaar tekortschieten in de nakoming van hun verplichtingen uit de overeenkomsten. Arrow meent dat zij daarom bevoegd is om de op haar rustende verplichtingen, waaronder het verstrekken van de licentie-inkomsten, al dan niet gecontroleerd of voorzien van accountantsverklaring, op te schorten. Daarnaast voert Arrow aan dat Ront en A3 Company gelet op hun toerekenbare tekortkoming jegens haar schadeplichtig zijn. In verband met het voorgaande gaat Arrow bovendien over tot gedeeltelijke ontbinding van de overeenkomst met Ront. Ront is op grond van haar ongedaanmakingsverbintenis gehouden de door Arrow aan haar gedane betalingen terug te betalen, aldus Arrow. Ten slotte maakt A3 Company zich volgens Arrow schuldig aan misleidende reclame. Zij wil dat A3 Company ertoe wordt veroordeeld daarmee te stoppen.
3.3.
Ront en A3 Company voeren ieder afzonderlijk verweer. Zij concluderen beide tot niet-ontvankelijkverklaring van Arrow in haar vorderingen, dan wel tot afwijzing van die vorderingen, met veroordeling van Arrow in de proceskosten.
3.4.
De rechtbank zal hierna nader ingaan op de stellingen van partijen, voor zover voor de beoordeling van belang.
in reconventie
De vorderingen van Ront
3.5.
Ront vordert:
de veroordeling van Arrow om binnen veertien dagen na betekening van het vonnis te bewerkstelligen dat alle ter zake relevante gegevens aan de accountant van Ront worden gezonden en dat Arrow wordt veroordeeld om binnen veertien dagen nadat daarom wordt verzocht een toelichting en/of nadere gegevens te verstrekken, onder verbeurte van een dwangsom van € 1.000,00 per dag of dagdeel als zij daarmee in gebreke blijft;
de veroordeling van Arrow tot betaling van € 86.493,84 inclusief btw, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de vervaldatum van de factuur, althans vanaf 23 maart 2022;
de veroordeling van Arrow in de proceskosten.
3.6.
Ront legt aan haar vordering onder 1 ten grondslag dat Arrow zonder gerechtvaardigde reden weigert mee te werken aan de overeengekomen controle van de jaaromzet door een accountant. Aan haar vordering onder 2 legt Ront ten grondslag dat zij aan Arrow facturen heeft gezonden, die Arrow onder het mom van het recht op opschorting niet heeft betaald. Deze vordering strekt tot nakoming, bestaande uit betaling.
3.7.
Arrow voert verweer en concludeert tot niet-ontvankelijkverklaring van Ront in haar vorderingen, althans tot afwijzing daarvan, met veroordeling van Ront in de proceskosten in reconventie.
De vorderingen van A3 Company
3.8.
Na vermeerdering van eis vordert A3 Company dat de rechtbank bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
van de webapplicatie A3 digitaal de verdeling en de wijze daarvan gelast;
Arrow gelast om te goeder trouw naar redelijkheid en billijkheid met A3 Company (en Ront) te onderhandelen over door de rechtbank in goede justitie te bepalen onderwerpen overeenkomstig door de rechtbank in goede justitie te geven aanwijzingen, teneinde daarover met A3 Company (en Ront) overeenstemming te bereiken, alsmede de aldus bereikte overeenstemming schriftelijk vast te leggen en ten blijke van overeenstemming te ondertekenen en paraferen en vervolgens na te komen;
de maatschap ontbindt ex artikel 7A:1684 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek (BW);
Arrow veroordeelt in de proceskosten.
3.9.
Aan haar vordering onder 1 legt A3 Company artikel 3:178 juncto artikel 3:185 BW ten grondslag. Zij wenst de verdeling van de webapplicatie A3 digitaal door overbedeling van Arrow tegen vergoeding aan A3 Company van de overwaarde. A3 Company legt aan haar vordering onder 2 ten grondslag dat zij op 15 mei 2020 met Arrow is overeengekomen dat op basis van de “overeenkomst” van 15 mei 2020 (zie hierboven 2.22-2.24) en op basis van de redelijkheid de onderhandelingen ordentelijk moeten worden voortgezet en tot een afronding moeten worden gebracht. Aan haar vordering onder 3 legt A3 Company ten grondslag dat door de samenwerkingsovereenkomst een maatschap tot stand is gekomen en dat de verhoudingen tussen partijen zodanig zijn verslechterd dat in redelijkheid niet nog jaren kan worden gewacht tot een verkoop van A3 digitaal aan een derde.
3.10.
Arrow voert verweer en concludeert tot niet-ontvankelijkverklaring van A3 Company in haar vorderingen, althans tot afwijzing daarvan, met veroordeling van A3 Company in de proceskosten in reconventie.
3.11.
De rechtbank zal hierna nader ingaan op de stellingen van partijen, voor zover voor de beoordeling relevant.

4.De beoordeling

in conventie
Vordering 1: vernietiging dan wel ontbinding van de overeenkomsten
4.1.
De primaire vordering onder 1 strekt, zoals Arrow ter zitting nader heeft verduidelijkt, tot een verklaring voor recht dat de samenwerkingsovereenkomsten tussen partijen zijn vernietigd of tot ontbinding van deze overeenkomsten door de rechtbank, per 1 januari 2018.
4.2.
Arrow voert in dit verband ten eerste aan dat zij bij het sluiten van de overeenkomst heeft gedwaald, doordat zij is uitgegaan van “de verkeerde informatie over” Ront en A3 Company. Als gevolg van de dwaling is de overeenkomst volgens Arrow vernietigbaar, omdat zij bij de juiste inlichtingen door Ront en A3 Company de overeenkomst niet zou hebben gesloten. Zoals zowel Ront als A3 Company echter terecht aanvoert, onderbouwt Arrow op geen enkele wijze wat de gestelde “verkeerde informatie over” Ront en A3 Company inhoudt en ook niet welke “juiste inlichtingen” Ront en A3 Company aan haar hadden moeten verstrekken. Gelet hierop komt niet vast te staan dat sprake is van dwaling in de zin van artikel 6:228 BW. De overeenkomsten zijn dan ook niet op die grond vernietigbaar.
4.3.
Ter zitting heeft Arrow desgevraagd aangegeven dat zij (ook) onvoorziene omstandigheden ten grondslag legt aan haar vordering tot vernietiging van de overeenkomsten. Nog daargelaten dat in dit geval geen sprake is van onvoorziene omstandigheden (zie hierna 4.6), kunnen onvoorziene omstandigheden echter niet leiden tot vernietiging, maar alleen tot wijziging van de gevolgen van de overeenkomst of tot gehele of gedeeltelijke ontbinding van de overeenkomst (artikel 6:258 lid 1 BW). Voor vernietiging van de overeenkomsten wegens onvoorziene omstandigheden bestaat dus geen grond.
4.4.
Gezien het voorgaande moet de gevorderde verklaring voor recht, dat de samenwerkingsovereenkomsten tussen partijen zijn vernietigd, worden afgewezen.
4.5.
Indien geen sprake zou zijn van dwaling, stelt Arrow zich op het standpunt dat de overeenkomsten moeten worden ontbonden, met terugwerkende kracht vanaf 1 januari 2018. Op/vanaf dat moment waren Ront en A3 Company volgens Arrow niet meer de partijen zoals ze die waren bij het aangaan van de overeenkomst en kunnen en willen zij ook de uitgangspunten van de overeenkomsten niet meer uitvoeren. Volgens Arrow is Ront door de reorganisatie nog slechts een schim van wat zij was in 2017 en daarvoor. Verder is A3 Company/de heer [grondlegger A3 methodiek] niet meer commercieel actief voor A3 digitaal en zal hij dat ook niet meer worden, aldus Arrow. Deze omstandigheden waren volgens Arrow voor partijen volledig onvoorzien en zijn dan ook niet in de overeenkomst verdisconteerd. Indien de overeenkomst ongewijzigd in stand blijft, wordt Arrow naar eigen zeggen onnodig geschaad in haar belangen (omdat zij dan kan worden verplicht om Ront/A3 digitaal inzicht te geven in haar klanten/gebruikers van A3 digitaal) en in haar financiën (omdat Ront keer op keer betaling zal verlangen van een acquisitiefee terwijl zij daarvoor niet meer de overeengekomen inspanningen levert). Arrow meent dan ook dat sprake is van gewijzigde onvoorziene omstandigheden, die van dien aard zijn dat ongewijzigde instandhouding van de overeenkomst naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid niet mogelijk is.
4.6.
Zowel Ront als A3 Company voert echter terecht aan dat in artikel 15 van de acquisitieovereenkomst wel degelijk rekening is gehouden met de mogelijkheid dat zich krimp van de licentie-inkomsten zou voordoen, bijvoorbeeld door geringe acquisitie door Ront of door opzeggingen. Op grond van die bepaling zou het Arrow in dat geval immers worden toegestaan de acquisitie ook via een ander verkoopkanaal te laten verlopen en zouden de via dat andere kanaal verkochte licenties vallen buiten de berekening van de acquisitiefee die partijen in de overeenkomst waren overeengekomen. Arrow legt zowel een geringe acquisitie door Ront als het aantal opzeggingen ten grondslag aan haar vordering. Aangezien deze omstandigheden uitdrukkelijk in de overeenkomst zijn genoemd, is in dat opzicht geen sprake van onvoorziene omstandigheden als bedoeld in artikel 6:258 BW. In het licht van de verweren van Ront en A3 Company heeft Arrow voor het overige onvoldoende onderbouwd dat sprake is van onvoorziene omstandigheden die van dien aard zijn dat Ront en A3 Company naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid ongewijzigde instandhouding van de overeenkomst niet mogen verwachten. Voor ontbinding van de overeenkomst wegens onvoorziene omstandigheden bestaat dan ook geen grond.
4.7.
Arrow betoogt ook nog op een andere grond dat zij bevoegd is de overeenkomst te ontbinden. Zij voert namelijk aan dat sprake is van wanprestatie, zowel door Ront als door A3 Company.
4.8.
Ten aanzien van Ront geldt volgens Arrow dat Ront de exclusiviteit heeft geschonden en concurrerend handelt en die inbreuk makende handelingen niet staakt en/of wil staken. Ook wil of kan Ront geen uitvoering geven aan haar inspanningsverplichtingen om acquisitie en marketing te doen voor Arrow, aldus Arrow.
4.9.
De rechtbank laat – voor zover het gaat om het (niet) doen van acquisitie en marketing – hier in het midden of nu wel of niet sprake is van een tekortkoming. Zelfs als dit het geval zou zijn, geldt namelijk dat nakoming niet blijvend of tijdelijk onmogelijk is, zodat de bevoegdheid tot ontbinding pas ontstaat wanneer de schuldenaar – Ront – in verzuim is (artikel 6:265 lid 2 BW). Omdat niet is gebleken dat zich één van de in artikel 6:83 BW genoemde omstandigheden voordoet, is voor verzuim een ingebrekestelling vereist (artikel 6:82 lid 1 BW). Ter zitting is namens Arrow aangevoerd dat zij Ront meerdere e-mails heeft gestuurd met de mededeling dat Ront zich niet meer aan de overeenkomst houdt, maar daarbij is Ront geen termijn gesteld om alsnog na te komen. De e-mails zijn daarom niet aan te merken als ingebrekestelling. Omdat Arrow Ront niet in gebreke heeft gesteld, verkeert Ront niet in verzuim. Ten aanzien van Ront bestaat dus ook voor ontbinding wegens wanprestatie – in de zin van geen uitvoering geven aan haar inspanningsverplichtingen om acquisitie en marketing te doen – geen grond.
4.10.
Voor zover Arrow aanvoert dat Ront de exclusiviteit heeft geschonden en concurrerend handelt en die inbreuk makende handelingen niet staakt en/of wil staken, overweegt de rechtbank het volgende. Arrow doelt hierbij op het feit dat Ront een eigen methodiek (Rijker Verantwoorden) heeft ontwikkeld. Ront brengt hiertegen in dat Rijker Verantwoorden geen concurrerende, maar een aanvullende methodiek is. Het is geen jaarplanmethodiek, maar een methodiek van verantwoording, aldus Ront. Volgens Ront was Arrow hiermee al bekend ten tijde van het sluiten van de overeenkomst in januari 2017. Arrow heeft dit onvoldoende weersproken. Daarom komt niet vast te staan dat Ront op dit punt is tekortgeschoten in de nakoming van haar verbintenis. Bovendien geldt dat, voor zover al sprake zou zijn van een tekortkoming, ook hier geen sprake is van een ingebrekestelling en verzuim. Ook ten aanzien van de gestelde schending van exclusiviteit en concurrerend handelen bestaat dus geen grond voor ontbinding wegens wanprestatie.
4.11.
Ten aanzien van A3 Company voert Arrow aan dat A3 Company A3 digitaal niet meer in de A3 methodiek betrekt en ook geen ontwikkelingen deelt met Arrow. Daarnaast heeft A3 Company in samenwerking met een derde de software van Arrow slaafs nagebootst. A3 Company wil of kan volgens Arrow geen uitvoering meer geven aan haar inspanningsverplichting jegens Arrow. A3 Company brengt hiertegen in dat zij graag verder exclusief gebruik had willen maken van de software van Arrow, maar dat het juist Arrow was die tekortschoot in de op haar rustende verplichtingen, door alleszins redelijke verzoeken tot productontwikkeling consequent af te wijzen. De software A3 digitaal was volgens A3 Company zodanig achterhaald dat deze niet meer paste bij de huidige wetenschappelijke onderbouwing van de A3-methodiek en kan daarom niet meer goed worden benut en aangeboden in combinatie met de huidige A3-methodiek. Volgens A3 Company heeft zij de software vanaf de grond opnieuw ontwikkeld. A3 online is de opvolger van A3 digitaal en de software daarvan past bij de huidige A3-methodiek. Er is volgens A3 Company geen sprake van slaafse nabootsing. Er is geen vertrouwelijke informatie gebruikt en van ongeoorloofde concurrentie is geen sprake, aldus A3 Company. Verder wijst A3 Company erop dat Arrow en zij het er op 15 mei 2020 over eens zijn geworden dat A3 online en A3 digitaal naast elkaar zullen bestaan (zie hierboven 2.22-2.24). Dit verweer slaagt. Weliswaar heeft de heer [grondlegger A3 methodiek] op de weergave van de heer [bestuurder van Arrow] van de gemaakte afspraken nog wat aanvullingen gedaan (zie hierboven 2.22-2.23), maar uit de correspondentie blijkt dat zij er op zichzelf wel overeenstemming over hebben bereikt dat zij ieder zouden doorgaan met de eigen software: A3 Company met A3 online en Arrow met A3 digitaal. Van ongeoorloofde concurrentie is geen sprake. Ook haar stelling dat sprake is van slaafse nabootsing heeft Arrow in het licht van het verweer van A3 Company onvoldoende gemotiveerd gehandhaafd. Gelet hierop komt niet vast te staan dat A3 Company is tekortgeschoten in de nakoming van haar verbintenis. Ook ten aanzien van A3 Company bestaat dus geen grond voor ontbinding wegens wanprestatie, nog daargelaten dat ook hier geen sprake is van een ingebrekestelling en verzuim.
4.12.
Gezien het voorgaande is de vordering onder 1 niet toewijsbaar.
Vordering 2: wijziging van de overeenkomsten
4.13.
De subsidiaire vordering onder 2 strekt tot een verklaring voor recht dat de samenwerkingsovereenkomsten tussen partijen worden gewijzigd, met dien verstande dat Arrow aan Ront en A3 Company sinds 1 januari 2018 geen vergoeding, onder welke benaming dan ook, is verschuldigd is of verschuldigd is geworden en zal worden. Arrow beroept zich in dit verband op onvoorziene omstandigheden, zoals hierboven weergegeven onder 4.5. Zoals de rechtbank echter in 4.6 heeft overwogen, is van onvoorziene omstandigheden in de zin van artikel 6:258 BW geen sprake. Er bestaat dan ook geen grond voor wijziging van de samenwerkingsovereenkomsten wegens onvoorziene omstandigheden. De gevorderde verklaring voor recht is niet toewijsbaar.
Vordering 3: ongedaanmakingsverplichting als gevolg van ontbinding
4.14.
De vordering onder 3 strekt tot de veroordeling van Ront tot betaling aan Arrow van een totaalbedrag van € 190.899,89, welk bedrag Arrow in de periode vanaf 1 januari 2018 aan Ront heeft voldaan. Arrow beroept zich in dit verband op de ongedaanmakingsverbintenis van Ront als gevolg van de ontbinding van de overeenkomst. Omdat de rechtbank in het voorgaande echter heeft overwogen dat geen grond bestaat voor ontbinding, is een ongedaanmakingsverbintenis van Ront niet aan de orde. De vordering zal worden afgewezen.
Vordering 4: schadevergoeding (gemiste/gederfde omzet) als gevolg van de tekortkoming
4.15.
De vordering onder 4 strekt tot (hoofdelijke) betaling door Ront en A3 Company aan Arrow van € 555.531,00 bij wijze van schadevergoeding als gevolg van de (gestelde) tekortkoming. Nu gezien het voorgaande geen sprake is van tekortschieten en/of verzuim door Ront en A3 Company, bestaat ook geen grond voor schadevergoeding. Deze vordering zal worden afgewezen.
Vordering 5: verbod tot aanbieden Rijker Verantwoorden, A3 online of andere jaarplanmethodiek
4.16.
Vordering 5 strekt ertoe dat het Ront en A3 Company, beide afzonderlijk, wordt verboden om aan de klanten en gebruikers van A3 digitaal en/of van Arrow, Rijker Verantwoorden, A3 online of een andere jaarplanmethodiek aan te bieden, te adviseren, in gebruik te geven (betaald of onbetaald), dit in de ruimste zin van het woord, op straffe van een te verbeuren boete. Arrow stelt zich (ook) in dit verband op het standpunt dat A3 Company A3 software is gaan verkopen die slaafs is nagemaakt volgens de werking van A3 digitaal. Deze software wordt verkocht onder de naam A3 online en in de markt gezet als opvolger van A3 digitaal. Ront verkoopt Rijker Verantwoorden, aldus Arrow.
4.17.
In 4.11 heeft de rechtbank overwogen dat geen sprake is van slaafse nabootsing door A3 Company en dat Arrow en A3 Company het erover eens zijn geworden dat A3 online en A3 digitaal naast elkaar zullen bestaan. A3 Company voert verder terecht aan dat partijen geen non-concurrentiebeding zijn overeengekomen. Ook heeft de rechtbank in het voorgaande (4.10) overwogen dat Arrow onvoldoende heeft weersproken dat Rijker Verantwoorden geen concurrerende, maar een aanvullende methodiek is en dat Arrow hiermee al bekend was ten tijde van het sluiten van de overeenkomst in januari 2017. In het licht hiervan heeft Arrow onvoldoende onderbouwd op grond waarvan het Ront en A3 Company zou moeten worden verboden om Rijker Verantwoorden, A3 online of een andere jaarplanmethodiek aan te bieden. Voor zover Arrow spreekt van “een andere jaarplanmethodiek” is de vordering bovendien te ruim geformuleerd. De vordering onder 5 is gezien het voorgaande niet toewijsbaar.
Vordering 6: misleidende reclame
4.18.
De vordering onder 6 strekt kort gezegd tot de veroordeling van A3 Company om alle misleidende reclame ten aanzien van A3 digitaal te verwijderen en verwijderd te houden, en ook om het anderszins verstrekken van misleidende informatie over A3 digitaal te staken en gestaakt te houden, op straffe van een dwangsom. Arrow voert hiertoe aan dat A3 Company publiek en klanten van Arrow misleidt. Arrow wijst erop dat A3 Company ten onrechte in een nieuwsbrief heeft geschreven dat A3 online de opvolger is van A3 digitaal. Ook wordt volgens Arrow ten onrechte op Google geadverteerd dat A3 online beter is dan A3 digitaal. Dat is onwaar en volgens Arrow onrechtmatig jegens haar.
4.19.
Naar het oordeel van de rechtbank heeft Arrow onvoldoende geconcretiseerd en onderbouwd waarom sprake is van misleidende reclame. Nog afgezien daarvan heeft A3 Company aangevoerd dat de betreffende uitlatingen inmiddels niet meer zijn te vinden op internet. Arrow heeft dit op zichzelf niet weersproken. Gelet hierop komt niet vast te staan dat sprake is van onrechtmatig handelen door A3 Company jegens Arrow. De vordering onder 6 is dan ook niet toewijsbaar.
Proceskosten
4.20.
Alle vorderingen in conventie zullen worden afgewezen. Arrow zal daarom als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. Tot aan dit vonnis worden de proceskosten zowel aan de zijde van Ront als aan de zijde van A3 Company als volgt vastgesteld:
- griffierecht
5.737,00
- salaris advocaat
6.428,00
(2,00 punten × € 3.214,00)
Totaal
12.165,00
in reconventie
De vorderingen van Ront
Vordering 1: verstrekken gegevens aan accountant
4.21.
Met vordering 1 wil Ront kort gezegd bereiken dat Arrow “alle ter zake relevante gegevens” aan de accountant van Ront zal (doen) sturen en dat Arrow binnen veertien dagen na een daartoe strekkend verzoek “een toelichting en/of nadere gegevens” verstrekt, op straffe van een dwangsom. Ront verwijst in dit verband naar artikel 14 van de acquisitieovereenkomst. Op grond van die bepaling moet Arrow per kwartaal inzage geven in de door haar gerealiseerde licentieomzet. Verder houdt de bepaling in dat de licentieomzet jaarlijks door een accountant wordt gecontroleerd en dat de acquisitiefee in de maand na afloop van een kwartaal door Arrow wordt afgedragen over het voorafgaande kwartaal via een inkoopfactuur.
4.22.
Arrow voert als verweer aan dat de vordering onvoldoende bepaalbaar is. Dit verweer slaagt. Ront wenst verstrekking door Arrow van “alle ter zake relevante gegevens” en “een toelichting en/of nadere gegevens”. Dat is te ruim geformuleerd om te kunnen worden toegewezen. Weliswaar heeft Ront in het lichaam van haar conclusie (onder 75) een aantal gegevens opgesomd die volgens haar ontbreken in de eerder door Arrow toegezonden overzichten, maar in het licht van de gemotiveerde betwisting door Arrow heeft Ront onvoldoende onderbouwd om welke informatie het haar precies gaat en waarom zij die nodig heeft. De vordering is gelet hierop niet toewijsbaar.
Vordering 2: betaling facturen
4.23.
Onder 2 vordert Ront de veroordeling van Arrow tot betaling van € 86.493,84 inclusief btw, te vermeerderen met wettelijke rente. De vordering heeft betrekking op facturen die Ront aan Arrow heeft gestuurd en die Arrow, ook na aanmaning, onbetaald heeft gelaten.
4.24.
Arrow voert als verweer aan dat zij per begin 2020 alle betalingen heeft opgeschort, omdat Ront al vanaf 2018 haar verplichting tot het verrichten van acquisitie en marketing niet nakomt. Volgens Arrow heeft zij hierover herhaaldelijk bij Ront geklaagd, maar heeft Ront hier niets mee gedaan.
4.25.
Ront weerspreekt dat zij zich onvoldoende zou hebben ingespannen voor marketing en acquisitie van A3 digitaal. Zij wijst erop dat direct aansluitend aan het vertrek van de heer [grondlegger A3 methodiek] en het verlies van de website en URL ‘www.A3methodiek.nl’ een nieuwe website is opgericht, namelijk ‘www.A3plan.nl’, waarop A3 digitaal actief wordt gepromoot en die sindsdien met mailingcampagnes en ‘Google adwords’ campagnes onder de aandacht is gebracht. Ook is volgens Ront een vrij beschikbare handreiking A3 methodiek ontwikkeld, die inmiddels een ranking op plaats 5 heeft in Google bij gebruik van de zoekterm A3 methodiek. Verder zijn blogs geschreven op de website A3plan.nl, zijn er uitingen geweest via social media en zijn er jaarlijks diverse mailings uitgegaan. Ook is een actief relatiebeheer toegepast en is er een nauwe follow-up geweest op signalen van interesse in de A3 methodiek. Volgens Ront is er een continue stroom van acquisities. Uit de overzichten van Arrow blijkt dat er jaarlijks nieuwe gebruikers zijn waarvan de acquisitie kan worden toegeschreven aan Ront. Zo zijn over 2021 tien gebruikers geworven voor A3 digitaal dan wel gebruikers die als gevolg van actief relatiebeheer hun licentie hebben uitgebreid. Verder heeft Ront tot 2017 op incidentele basis een A3 congres georganiseerd en tot en met 2017 ook een aantal keren per jaar netwerkdagen. De belangstelling daarvoor liep echter terug en de heer [bestuurder van Arrow] heeft zijn toezegging om zelf het initiatief te nemen tot een nieuwe netwerkbijeenkomst nooit ingevuld. In plaats daarvan heeft Ront ‘events’ georganiseerd in 2018, 2019 en 2020. In 2021 is gewerkt aan het ontwikkelen van masterclasses A3 methodiek voor bestaande gebruikers. Deze zijn in maart 2022 van start gegaan en de eerste twee masterclasses zijn goed bezocht, aldus steeds Ront.
4.26.
In het licht van deze uitvoerige toelichting en onderbouwing door Ront van alles wat zij op het gebied van marketing en acquisitie van A3 digitaal heeft ondernomen, heeft Arrow onvoldoende onderbouwd dat Ront haar verplichting tot het verrichten van acquisitie en marketing niet nakomt. Voor opschorting van de betalingsverplichting door Arrow bestaat dan ook geen grond. Haar verweer faalt. Arrow is onverkort gehouden de facturen van Ront – waarvan zij de hoogte op zichzelf niet betwist – te betalen. De rechtbank zal de daartoe strekkende vordering toewijzen.
Proceskosten
4.27.
Nu Arrow en Ront over en weer deels in het gelijk en deels in het ongelijk worden gesteld, zal de rechtbank de proceskosten tussen hen compenseren. Dit betekent dat iedere partij de eigen kosten draagt.
De vorderingen van A3 Company
Vordering 1: verdeling webapplicatie A3 digitaal
4.28.
A3 Company vordert ten eerste dat de rechtbank de verdeling en de wijze daarvan van de webapplicatie A3 digitaal gelast. Zij voert daartoe aan dat de webapplicatie A3 digitaal een gemeenschappelijk goed is van A3 Company en Arrow en dat A3 Company en Arrow gelijkelijk zijn gerechtigd tot de webapplicatie. A3 Company vordert daarom op grond van artikel 3:178 juncto artikel 3:185 BW verdeling door overbedeling van Arrow tegen vergoeding aan A3 Company van de overwaarde.
4.29.
Het verweer van Arrow, dat geen sprake is van een gemeenschap in de zin van artikel 3:166 BW, slaagt. Arrow verwijst naar de samenwerkingsovereenkomst tussen haar en A3 Company. Daaruit blijkt niet dat sprake is van één of meer goederen die toebehoren aan twee of meer deelgenoten gezamenlijk. Volgens artikel 7 en 8 van de overeenkomst brengt A3 Company haar kennis van de A3 methodiek in en ontwikkelt Arrow kort gezegd de A3 digitaal software. In de overeenkomst is onder uitgangspunt 2 opgenomen dat het doel van de samenwerking is gezamenlijke exploitatie van A3 digitaal en om A3 digitaal op termijn verkoopbaar te maken, waarbij de opbrengst van de verkoop 50% voor A3 Company zal zijn en 50% voor Arrow. Arrow voert terecht aan dat indien al sprake zou zijn van een gemeenschap, partijen zijn overeengekomen – in uitgangspunt 4 van de samenwerkingsovereenkomst – dat de afgesproken termijn waarna A3 digitaal verkoopbaar zal zijn, tien jaar bedraagt vanaf de ingangsdatum van de samenwerkingsovereenkomst. Het gaat daarbij om de verkoop van A3 digitaal aan een derde en niet om de overdracht/toedeling van een aandeel aan één van de partijen. Gezien het voorgaande heeft A3 Company onvoldoende onderbouwd dat sprake is van een gemeenschap in de zin van artikel 3:166 BW, laat staan dat die (nu al) in aanmerking komt voor verdeling. De vordering zal daarom worden afgewezen.
Vordering 2: onderhandelen
4.30.
Onder 2 vordert A3 Company kort gezegd dat de rechtbank Arrow gelast om te goeder trouw naar redelijkheid en billijkheid met A3 Company (en Ront) te onderhandelen met als doel overeenstemming te bereiken. A3 Company verwijst naar hetgeen is overeengekomen op 15 mei 2020 zoals weergegeven in de hierboven onder 2.22-2.23 genoemde correspondentie tussen de heer [bestuurder van Arrow] en de heer [grondlegger A3 methodiek] . Volgens die correspondentie zouden A3 Company en Arrow om de tafel gaan om nieuwe afspraken te maken waarmee beide konden leven. A3 Company betoogt dat deze onderhandelingen ordentelijk moeten worden voortgezet en tot een afronding worden gebracht.
4.31.
Ook het verweer dat Arrow tegen deze vordering heeft aangevoerd, slaagt. In de eerste plaats is sprake van een driepartijenovereenkomst, waarbij ook Ront is betrokken. A3 Company had haar vordering dus ook tegen Ront moeten instellen. Ten tweede zou toewijzing van de vordering ertoe leiden dat de rechtbank partijen beveelt met elkaar tot minnelijke overeenstemming te komen. Het (doen) bereiken van een minnelijke oplossing, dan wel het aangaan van nieuwe/vervangende overeenkomsten is echter niet aan de rechter, maar een aangelegenheid van de betrokken partijen. Ten slotte kan van een plicht tot verder onderhandelen geen sprake zijn omdat geen sprake is (geweest) van onrechtmatig en/of ongerechtvaardigd afgebroken onderhandelingen tussen partijen. Daarvoor geldt als maatstaf dat ieder van de onderhandelende partijen – die verplicht zijn hun gedrag mede door elkaars gerechtvaardigde belangen te laten bepalen – vrij is de onderhandelingen af te breken, tenzij dit op grond van het gerechtvaardigd vertrouwen van de wederpartij in het totstandkomen van de overeenkomst of in verband met de andere omstandigheden van het geval onaanvaardbaar zou zijn. Daarbij moet rekening worden gehouden met de mate waarin en de wijze waarop de partij die de onderhandelingen afbreekt tot het ontstaan van dat vertrouwen heeft bijgedragen en met de gerechtvaardigde belangen van deze partij. Hierbij kan ook van belang zijn of zich in de loop van de onderhandelingen onvoorziene omstandigheden hebben voorgedaan, terwijl, in het geval onderhandelingen ondanks gewijzigde omstandigheden over een lange tijd worden voortgezet, wat betreft dit vertrouwen doorslaggevend is hoe daaromtrent ten slotte op het moment van afbreken van de onderhandelingen moet worden geoordeeld tegen de achtergrond van het gehele verloop van de onderhandelingen (vgl. Hoge Raad 12 augustus 2005, ECLI:NL:HR:2005:AT7337). Naar het oordeel van de rechtbank heeft A3 Company onvoldoende gesteld en onderbouwd dat sprake is van door Arrow afgebroken onderhandelingen in de zin van deze maatstaf. Met name heeft A3 Company niet gesteld of onderbouwd dat sprake is van gerechtvaardigd vertrouwen aan haar kant dat de overeenkomst tot stand zou komen. Dat blijkt ook niet uit de e-mailcorrespondentie die Arrow bij haar conclusie van antwoord in reconventie heeft overgelegd. Uit die correspondentie blijkt alleen dat partijen uitvoerig met elkaar hebben gesproken en van gedachten hebben gewisseld om tot oplossingen voor de ontstane situatie te komen. Dat dit niet is gelukt, wil zonder nadere onderbouwing, die A3 Company niet heeft gegeven, niet zeggen dat de mededeling van Arrow dat zij geen heil meer zag in verdere gesprekken onrechtmatig was jegens A3 Company. A3 Company heeft niet onderbouwd dat partijen gedurende hun gesprekken al het stadium hadden bereikt waarin zij over en weer het gerechtvaardigde vertrouwen hadden of mochten hebben dat de gesprekken zouden leiden tot concrete afspraken of een overeenkomst. De rechtbank neemt bij het voorgaande in aanmerking dat het blijkens de genoemde e-mailcorrespondentie Ront – en niet, althans niet in de eerste plaats, Arrow – is geweest die kenbaar heeft gemaakt niet meer verder in gesprek te willen gaan om buiten rechte tot een oplossing te komen. De vordering onder 2 zal worden afgewezen.
Vordering 3: ontbinding maatschap
4.32.
Ten slotte stelt A3 Company zich op het standpunt dat door de samenwerkingsovereenkomst een maatschap als bedoeld in artikel 7A:1655 BW tot stand is gekomen. Zij voert aan dat sprake is van een overeenkomst die is gericht op een duurzame samenwerking tussen twee (rechts)personen, met als doel om een gemeenschappelijk vermogensrechtelijk voordeel te behalen, ter bereiking van welk doel de partijen zich jegens elkaar verbinden om geld, goederen, arbeid, goodwill en/of rechten in gemeenschap te brengen. Een gemeenschap kan ook toekomstige goederen bevatten, in dit geval: alle IP van A3 digitaal functionele architectuur, de IP van de gebruikte elementen van de A3 methodiek, de relevante en beschikbare merknamen, de domeinnaam a3digitaal.nl, de sources van de A3 digitaal webapplicatie, de hosting en de lopende A3-digitaal-klanten. Naast de toekomstige goederen hebben partijen al kennis, arbeid en goodwill ingebracht, aldus A3 Company. In de samenwerkingsovereenkomst is overeengekomen dat de termijn waarna A3 digitaal verkoopbaar zal zijn, tien jaar bedraagt vanaf de ingangsdatum van de samenwerkingsovereenkomst (1 januari 2017). Volgens A3 Company zijn de verhoudingen tussen partijen zodanig verslechterd dat in redelijkheid niet nog jaren kan worden gewacht tot een verkoop aan een derde. Zij vordert daarom dat de rechtbank de (gestelde) maatschap ontbindt op grond van artikel 7A:1684 lid 1 BW.
4.33.
Naar het oordeel van de rechtbank is tussen Arrow en A3 Company geen maatschap ontstaan. A3 Company heeft, mede gezien de betwisting door Arrow, onvoldoende onderbouwd dat sprake is van – uitdrukkelijke of stilzwijgende – wilsovereenstemming tussen partijen die erop is gericht een maatschap te laten ontstaan. Arrow voert terecht aan dat partijen in de samenwerkingsovereenkomst uitsluitend afspraken hebben gemaakt over het – na tien jaar – mogelijk verkopen van A3 digitaal en de verdeling van de dan te realiseren verkoopopbrengst van niet alleen A3 digitaal, maar ook alle IP van A3 digitaal functionele architectuur, de IP van de gebruikte elementen van de A3 methodiek, de relevante en beschikbare merknamen, de domeinnaam a3digitaal.nl, de sources van de A3 digitaal webapplicatie, de hosting en de lopende A3-digitaal-klanten. Indien al een maatschap zou ontstaan, zal dit uitsluitend het geval zijn indien en zodra zich een kopende partij aandient, wat gelet op de overeengekomen termijn van tien jaar na de ingangsdatum van de samenwerkingsovereenkomst op zijn vroegst in 2027 zal zijn. Nu geen sprake is van een maatschap, kan de rechtbank deze ook niet ontbinden. De vordering onder 3 is dus niet toewijsbaar.
Proceskosten
4.34.
A3 Company wordt in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten dragen. De rechtbank stelt de kosten aan de kant van Arrow vast op € 563,00 wegens salaris advocaat (2,00 punten × € 563,00 × factor 0,5).

5.De beslissing

De rechtbank
in conventie
5.1.
wijst de vorderingen van Arrow af,
5.2.
veroordeelt Arrow in de proceskosten van Ront, tot dit vonnis vastgesteld op € 12.165,00,
5.3.
veroordeelt Arrow in de proceskosten van A3 Company, tot dit vonnis vastgesteld op € 12.165,00,
5.4.
verklaart de proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad,
in reconventie
ten aanzien van de vorderingen van Ront
5.5.
veroordeelt Arrow tot betaling aan Ront van € 86.493,84 (zesentachtigduizend vierhonderddrieënnegentig euro en vierentachtig cent) inclusief btw, te vermeerderen met de wettelijke rente telkens vanaf de vervaldatum van de betreffende factuur,
5.6.
compenseert de kosten van de procedure tussen Ront en Arrow, zodat ieder van hen de eigen kosten draagt,
5.7.
verklaart dit vonnis in reconventie tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
5.8.
wijst het meer of anders gevorderde af,
ten aanzien van de vorderingen van A3 Company
5.9.
wijst de vorderingen van A3 Company af,
5.10.
veroordeelt A3 Company in de proceskosten, aan de zijde van Arrow tot dit vonnis vastgesteld op € 563,00,
5.11.
verklaart de proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. D.T. Boks en in het openbaar uitgesproken op 21 december 2022.
JE/DB