In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 12 december 2022 uitspraak gedaan in een echtscheidingsprocedure tussen een man en een vrouw, die samen twee minderjarige kinderen hebben. De vrouw verzocht om de echtscheiding uit te spreken, de hoofdverblijfplaats van de kinderen bij haar te bepalen, en om vervangende toestemming voor verhuizing met de kinderen naar een andere regio. De man verzocht eveneens om de echtscheiding uit te spreken, maar verzet zich tegen de verhuizing en de door de vrouw verzochte zorgregeling. De rechtbank heeft vastgesteld dat het huwelijk duurzaam is ontwricht en heeft de echtscheiding uitgesproken. De hoofdverblijfplaats van de kinderen is bij de vrouw vastgesteld, en de zorgregeling is definitief vastgesteld zoals eerder bepaald. De rechtbank heeft het verzoek van de vrouw om vervangende toestemming voor verhuizing afgewezen, omdat dit niet in het belang van de kinderen werd geacht. Wat betreft de kinderalimentatie heeft de rechtbank de draagkracht van beide ouders beoordeeld en geconcludeerd dat de man, gezien zijn financiële situatie, geen kinderalimentatie kan betalen voor de periode dat de echtelijke woning nog niet is verkocht. De rechtbank heeft het verzoek om kinderalimentatie van de vrouw afgewezen en het verzoek om een convenant of ouderschapsplan te hechten aan de beschikking afgewezen, omdat partijen hier niet in zijn geslaagd. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, met uitzondering van de beslissing omtrent de echtscheiding.