Uitspraak
ARBO Opleidingscentrum B.V., h.o.d.n. ARBOcentrum
1.De procedure
2.De feiten
U reageert niet op telefoontjes, appjes, mailtjes van ons als werkgever en tevens niet op die van uw jobcoach [betrokkene 3]
U heeft vakantie genomen en een festival bezocht terwijl uw vakantie aanvraag hierom niet goedgekeurd was
U bent niet verschenen op het moment van starten met re-integratie op 20-06-2022 terwijl u dit wel met de bedrijfsarts heeft afgesproken.
3.Het verzoek en het verweer
€ 1.075,69 bruto, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 5 juli 2022;
€ 12.000,00 bruto, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 5 juli 2022;
€ 500,00 voor elke dag dat een week na betaling de loonstrook voor die betaling niet wordt verstrekt;
5 juli 2022 op staande voet heeft ontslagen. Van een dringende reden voor het ontslag op staande voet was geen sprake. [verzoekende partij] berust echter in het ontslag en maakt aanspraak op een billijke vergoeding, een transitievergoeding, een gefixeerde vergoeding wegens onregelmatige opzegging en loon met nevenvorderingen.
4.De beoordeling
De kantonrechter dient bij de beoordeling van de gerechtvaardigdheid van het ontslag de omstandigheden van het geval, in onderling verband en samenhang in aanmerking te nemen. Daarbij dient de aard en de ernst van de dringende reden afgewogen te worden tegen de aangevoerde persoonlijke omstandigheden van de werknemer.
5 juli 2022 de vergoeding wegens onregelmatige opzegging verschuldigd. Dit is een bedrag ter hoogte van het loon over de termijn dat de arbeidsovereenkomst bij regelmatige opzegging had behoren voort te duren, te weten tot 1 september 2022. De niet betwiste gefixeerde vergoeding van € 3.679,60 bruto zal daarom worden toegewezen. Nu een onkostenvergoeding geen deel uitmaakt van het loon wordt de tevens gevorderde onkostenvergoeding van € 150,00 netto afgewezen. De gevorderde wettelijke rente over de gefixeerde vergoeding wordt, overeenkomstig het bepaalde in artikel 7:686a lid 1 BW, toegekend vanaf 5 juli 2022.
5.De beslissing
€ 3.679,60 bruto te vermeerderen met de wettelijke rente ex artikel 6:119 BW vanaf 5 juli 2022 tot aan de dag van volledige betaling;