ECLI:NL:RBGEL:2022:6256
Rechtbank Gelderland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen afwijzing handhaving kamerverhuur in strijd met bestemmingsplan
In deze zaak gaat het om een beroep tegen de afwijzing van een verzoek om handhaving wegens kamerverhuur in strijd met het bestemmingsplan. Eisers, [Eiser A] en [Eiseres B], hebben bij het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Doetinchem een verzoek ingediend tot handhaving op basis van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo). Het college heeft dit verzoek op 18 november 2021 afgewezen, omdat er geen overtreding van het bestemmingsplan kon worden vastgesteld. Eisers hebben hiertegen bezwaar gemaakt en verzocht om rechtstreeks beroep bij de bestuursrechter.
De rechtbank Gelderland heeft op 8 november 2022 uitspraak gedaan in deze zaak. De rechtbank oordeelt dat het college onvoldoende onderzoek heeft gedaan naar de situatie en dat het aantal controles dat is uitgevoerd niet representatief is. De rechtbank stelt vast dat het college niet deugdelijke motivering heeft gegeven voor de afwijzing van het verzoek om handhaving. De rechtbank vernietigt het bestreden besluit en draagt het college op om een nieuw besluit te nemen, waarbij het college het door eisers betaalde griffierecht moet vergoeden en ook de proceskosten van eisers moet vergoeden.
De rechtbank concludeert dat het college zorgvuldiger onderzoek moet doen naar de gestelde overtredingen en dat er onvoldoende bewijs is geleverd om te concluderen dat er sprake is van een overtreding van het bestemmingsplan. De uitspraak benadrukt het belang van zorgvuldigheid en deugdelijke motivering bij besluiten van bestuursorganen.