In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Gelderland het beroep van eiseres tegen de afwijzing van haar verzoek om informatie op grond van de Wet openbaarheid van bestuur (Wob). Het college van burgemeester en wethouders van Maasdriel had het Wob-verzoek afgewezen met een besluit van 8 september 2020, en dit besluit bleef in stand na het bezwaar van eiseres. De rechtbank behandelt de zaak op 20 oktober 2022, waarbij de gemachtigde van eiseres en de gemachtigden van het college aanwezig zijn.
De rechtbank concludeert dat het college het Wob-verzoek niet te beperkt heeft geïnterpreteerd, maar dat het college wel had moeten onderzoeken of de weigeringsgronden op het gehele onderzoeksrapport van toepassing waren. De rechtbank oordeelt dat de afwijzing van het Wob-verzoek niet kan standhouden, omdat het college niet voldoende heeft gemotiveerd waarom bepaalde onderdelen van het rapport niet openbaar gemaakt konden worden. De rechtbank vernietigt het bestreden besluit en draagt het college op om een nieuw besluit te nemen met inachtneming van deze uitspraak.
De rechtbank benadrukt dat de persoonlijke levenssfeer van de betrokken wethouder, de heer [F], in acht moet worden genomen, maar dat dit niet betekent dat het gehele rapport niet openbaar kan worden gemaakt. De rechtbank geeft het college een termijn van zes weken om het nieuwe besluit te nemen en bepaalt dat eiseres recht heeft op vergoeding van griffierecht en proceskosten.