“1 Op 29 juni 1977 heb ik het woonhuis met ca 360 m2 grond aangekocht en er een huis op gebouwd, later bleek de oppervlakte na reconstructie in 2019 355 m2 te zijn.
Deze reconstructie is voor onze buren mede aanleiding geworden om met ons te conflicteren en vervelende dingen te zeggen en schrijven, zij zijn na reconstructie ook 5 m2 kwijt geworden.
(…)
Op 28 april 1987 heb ik het achterliggende aangrenzende perceel weiland aangekocht. De voormalige eigenaar de [betrokkene 4] deelde mij mee ,, de kadastrale grens is het hart van de sloot ”.
Met toestemming van het waterschap en in overleg met de buren hebben we in 1987 weer een stuk van de sloot gedempt en de afrastering voorlopig laten staan aan de rand van de sloot.
De [betrokkene 5] , de toenmalige eigenaar van nr 8 heeft de gedempte strook braak laten liggen, er stonden aan de noordzijde ook nog populieren.
Op 19-09-1988 heeft [betrokkene 2] nr 8 gekocht (…).
(…).
Met [betrokkene 2] ,(…) , heb ik verder afgesproken dat hij de braakliggende strook grond mocht gebruiken maar dat het ons eigendom bleef, een gedeelte van onze helft van de gedempte sloot.
[betrokkene 2] heeft van een gedeelte gazon gemaakt en op een gedeelte heeft hij een ligustrum haag geplant als bescherming voor de speelplaats van zijn kinderen.
Deze haag heeft zich enorm ontwikkelt en groeide ook door ons gaas en de schapen begonnen door het gaas eraan te eten.
Dit heeft erin geresulteerd dat in dat twee van onze schapen dat twee van onze schapen in 2006 doodgegaan zijn na het eten van de liguster, [betrokkene 2] vond dit heel vervelend en voelde zich schuldig, we hebben dit samen besproken.
Toen [betrokkene 2] in februari 2007 vertelde dat ze het huis gingen verkopen heb ik hem meegedeeld dat ik de kadastrale grens door het kadaster zou laten uitzetten en het gaas zou laten verplaatsen naar de kadastrale grens om te voorkomen dat meer schapen dood zouden gaan en dat ik de liguster op onze grond zou verwijderen, hij had hiertegen geen bezwaar. De kosten € 250 heb ik betaald.
Op 10-04-2007 heeft het kadaster de grens uitgezet, in de week daarna heb ik met mijn zoons een keurige degelijke afrastering geplaatst ten zuiden van de door het kadaster geplaatste piketten, een en ander is zonder enig probleem verlopen.
Hierdoor was ook duidelijk voor kopers/ nieuwe buren waar de eigendomsgrenzen aan de zuidzijde lagen. Mevrouw [ged.conv./eis.reconv. 2] heeft dan ook tijdens de bezichtigingen alles kunnen zien
Op 6 augustus 2007 heeft mevr. [ged.conv./eis.reconv. 2] het pand gekocht met in de koopacte de clausule dat koper bekend was met de meeting en grensuitzetting door het kadaster aan de zuidzijde van het gekochte, en dat zij daarvan kennisgenomen heeft, hiertegen is door haar ook nooit bezwaar gemaakt de afgelopen 12 jaar dat ze er gewoond heeft.
Door verkoop van diverse percelen grenzend aan mijn weiland is op 5 juni 2019 wederom een grensreconstructie geweest, hieruit bleek o.a. dat de destijds op mijn verzoek uitgezette grens juist was, maar dat de lijn op de BRK (basisregistratie kaart), na een aanwijzing in 1954 ter plaatse, de kadastrale grens fout op de BRK gezet is
Nu bleek ook weer dat de in het terrein door het kadaster uitgezette grens correct was en de lijn op de BRK fout, dit is nu hersteld en het kadaster heeft zijn excuses gemaakt.
3. Vanaf 1988 heb ik via [betrokkene 6] van zijn moeder [moeder betrokkene 6] -het weiland gepacht. Eerst moest ik f1 300 betalen aan de voormalige pachter voor de oude afrastering en een hek.
Aan de noordzijde van de sloot stond een grote rij rijpe populieren die zijn eerst gerooid door de eigenaar en er zijn jonge populieren ingeplant, die inmiddels in 2019 ook weer omgezaagd zijn
De door mij overgenomen afrastering was vastgespijkerd aan de oude populieren, ik heb daar een nieuwe afrastering geplaatst ter bescherming van de jonge populieren.
Verder heb ik weer een stuk sloot gedempt met grond uit mijn bouwput thuis, op het gedempte gedeelte heb ik A. een uitweg gemaakt naar de onverharde Veldkamperstraat, mede ten dienste van mijn eigen weiland en stal. B. notenbomen en krulwilgen geplant C. een bijenstal gebouwd met om liggend groen.
Het open gedeelte van de sloot heb ik jaren gebruikt om jaarlijks het geknotte wilgenhout op te slaan, samen met snoeihout van onze tuin.
De sloot is dus in zijn geheel vanaf 1988 bij mij in gebruik geweest.
Aan weerzijde van de sloot heb ik schapengaas geplaatst, deze afrasteringen zijn niet gewijzigd.
Nadat [moeder betrokkene 6] is overleden is het in eigendom gekomen van haar dochter [dochter betrokkene 3] , na haar overlijden is de heer [betrokkene 3] eigenaar geworden en na zijn overlijden is op 22-11-2012 de heer [betrokkene 7] eigenaar geworden.
(…)”