Uitspraak
1.De procedures
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
stb.1983, 184)
.
stb.1992, 184)
.Bij de beoordeling door de huurcommissie van de redelijkheid van een (wijziging van de) huurprijs van woonruimte behorend tot een beschermd stads- en dorpsgezicht behoeft alleen nog rekening te worden gehouden met voor de instandhouding van de monumentale waarde gemaakte kosten indien door de verhuurder noodzakelijkerwijs aan deze woonruimte gelden zijn besteed. Deze wijziging is als volgt gemotiveerd:
Toen voor bedoelde woonruimte dit afwijkende voorschrift van toepassing werd, was het de algemene verwachting, dat de instandhouding van beeldbepalende elementen binnen beschermde stads- en dorpsgezichten voor de eigenaar/verhuurder aanzienlijke extra kosten met zich zou brengen. Deze verwachting is niet uitgekomen. De onderhoudskosten van deze woonruimte blijken in het algemeen niet noemenswaardig af te wijken van de onderhoudskosten van soortgelijke woonruimte die niet in een beschermd stads- of dorpsgezicht gelegen is.