ECLI:NL:RBGEL:2022:4696

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
9 augustus 2022
Publicatiedatum
10 augustus 2022
Zaaknummer
C/05/400777 FZ RK 22/667
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Adoptieverzoek voor meerderjarige met bijzondere omstandigheden en verschoonbare termijnoverschrijding

In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 9 augustus 2022 uitspraak gedaan in een adoptieverzoek van een meerderjarige, [naam], door haar stiefvader, [verzoeker]. De rechtbank heeft vastgesteld dat er sprake is van bijzondere omstandigheden die rechtvaardigen dat de adoptie, ondanks de meerderjarigheid van [naam], wordt uitgesproken. De verzoekers hebben aangegeven dat de adoptie in het belang van [naam] is en dat zij veel hebben meegemaakt in het verleden. De advocaat van verzoekers heeft benadrukt dat [naam] pas recent de ruimte heeft gevoeld om een adoptieverzoek in te dienen, na het overlijden van haar biologische vader in 2020. Tijdens de mondelinge behandeling heeft [naam] verklaard dat zij na het overlijden van haar vader haar verleden is gaan verwerken en de wens heeft om [verzoeker] officieel als haar vader te kunnen benoemen.

De rechtbank heeft overwogen dat de dwingende wetsbepaling van artikel 1:228, eerste lid, aanhef en onder a BW, die stelt dat het kind op het tijdstip van indiening van het verzoekschrift minderjarig moet zijn, in dit geval een ongerechtvaardigde inbreuk op het familieleven zou maken. De rechtbank heeft vastgesteld dat [naam] vanaf haar tiende levensjaar deel uitmaakt van het gezin van haar moeder en [verzoeker], die voor haar de belangrijkste opvoeder is geweest. De biologische vader heeft nauwelijks een rol gespeeld in haar opvoeding en het contact is al zeventien jaar verbroken.

De rechtbank concludeert dat er sprake is van een harmonieuze gezinssituatie tussen [verzoeker], de moeder en [naam]. Gezien de bijzondere omstandigheden en de verschoonbare termijnoverschrijding bij de indiening van het verzoekschrift, heeft de rechtbank besloten het verzoek tot adoptie toe te wijzen. De rechtbank gelast tevens de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente Amsterdam om een latere vermelding van de adoptie aan de akte toe te voegen. De uitspraak is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 9 augustus 2022.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND

Team familie- en jeugdrecht
Zittingsplaats Zutphen
Zaakgegevens: C/05/400777 FZ RK 22/667
Datum uitspraak: 9 augustus 2022
beschikking adoptie
op het verzoek van:
[verzoekster]en
[verzoeker],
echtgenoten, verder te noemen verzoekers,
wonende te [woonplaats] ,
advocaat: mr. M.L.J. Wekking te Apeldoorn,
met als belanghebbende:
[naam belanghebbende],
wonende te [woonplaats] ,
verder te noemen: [naam] .

1.Het procesverloop

1.1.
Dit verloop blijkt uit:
- het verzoekschrift met bijlagen, ingekomen op 7 maart 2022.
1.2.
Op 9 augustus 2022 heeft de mondelinge behandeling plaatsgevonden. Daarbij waren verzoekers, hun advocaat en [naam] aanwezig.

2.De feiten

2.1.
[naam] is op [geboortedatum] te [geboorteplaats] geboren als dochter van [naam vader] , de vader, en [verzoekster] , de moeder.
2.2.
Het huwelijk van de vader en de moeder is op [datum] 2002 door inschrijving van de echtscheiding ontbonden.
2.3.
De vader van [naam] is op [datum] 2020 te [plaats] overleden.
2.4.
Sinds 15 mei 2004 stonden verzoekers en [naam] op hetzelfde adres ingeschreven. [naam] woont sinds 1 augustus 2013 zelfstandig.
2.5.
Verzoekers zijn op [huwelijksdatum] met elkaar gehuwd.

3.Het verzoek

3.1.
Verzoekers verzoeken de rechtbank:
- de adoptie van [naam] door [verzoeker] uit te spreken;
- de ambtenaar van de burgerlijke stand in de gemeente Amsterdam te gelasten latere vermelding van de adoptie aan de daarvoor in aanmerking komende akte toe te voegen;
- te bepalen dat de griffier van de rechtbank daartoe een afschrift van de beschikking aan de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente Amsterdam zal zenden, zodra deze uitspraak in kracht van gewijsde is gegaan.
3.2.
Verzoekers stellen – kort samengevat – dat de adoptie in het belang van [naam] is en dat er sprake is van bijzondere omstandigheden die rechtvaardigen dat de adoptie, ondanks de meerderjarigheid van [naam] , wordt uitgesproken. De advocaat van verzoekers heeft benadrukt dat verzoekers en [naam] veel hebben meegemaakt in het verleden en dat een adoptie voelt als afronding van een proces. Het was niet mogelijk om eerder een adoptieverzoek in te dienen, omdat [naam] niet eerder de (psychische) ruimte heeft gevoeld om te komen tot een adoptie. [verzoeker] heeft aanvullend naar voren gebracht dat [naam] hem pas onlangs heeft gevraagd om haar te adopteren en dat hij zich zeer vereerd voelde. Hij zei dan ook volmondig ja en hij hoopt vooral voor [naam] dat de adoptie kan worden uitgesproken.
3.3.
[naam] heeft ter gelegenheid van de mondelinge behandeling naar voren gebracht dat zij na het overlijden van haar biologische vader haar verleden is gaan verwerken. Tijdens de gevolgde therapie kwam de sterke wens om een vader te hebben naar boven. [naam] heeft toen zelf [verzoeker] gevraagd om haar te adopteren. Zij meent dat een adoptie de cirkel rond kan maken, omdat [verzoeker] van kleins af aan voor haar gezorgd heeft. Hij was erbij op de belangrijke momenten in haar leven en zij ziet hem als haar vader. [naam] zou graag zien dat de adoptie wordt uitgesproken, zodat zij [verzoeker] officieel als vader kan betitelen, zodat zij voor hem kan zorgen als hij dat nodig zou hebben, zodat zij zich kan voorstellen als zijn dochter en zodat hij zeggenschap over haar heeft als dat nodig blijkt te zijn.

4.De beoordeling

4.1.
De rechtbank overweegt als volgt. In deze casus gaat het met name om de dwingende wetsbepaling van artikel 1:228, eerste lid, aanhef en onder a BW, die als voorwaarde voor adoptie stelt dat het kind op het tijdstip van indiening van het verzoekschrift, nog minderjarig is. Deze leeftijd is [naam] ruimschoots voorbij, want zij was 28 jaar oud op het moment dat het verzoekschrift werd ingediend. De vraag die nu voorligt is of deze bepaling in dit geval een ongerechtvaardigde inbreuk maakt op het familieleven. Het EHRM heeft zich hierover niet specifiek uitgesproken, maar als hoofdregel zal deze vraag ontkennend beantwoord moeten worden. Het is aan de nationale wetgever om in het belang van kinderen vereisten te stellen; een beperking van adoptie tot minderjarigen is in dit opzicht binnen de ruimte die de wetgever heeft. Deze lijn in de jurisprudentie is bevestigd door de Hoge Raad in de uitspraak van 25 januari 2013 (ECLI:NL:HR:2013:BY5053) en de met die uitspraak verband houdende conclusie van de Advocaat-Generaal (ECLI:NL:PHR:2013:BY5053).
4.2.
Een en ander laat onverlet dat, ingeval de stellingen van partijen daartoe aanleiding geven, de rechter dient te beoordelen of door de weigering de adoptie uit te spreken anderszins inbreuk wordt gemaakt op het bestaande familie- en gezinsleven. Daarvan zal slechts sprake zijn in zeer uitzonderlijke omstandigheden die maken dat terzijdestelling van artikel 1:228, eerste lid, aanhef en onder a BW gerechtvaardigd is. Daarbij zijn twee aspecten van belang: in de eerste plaats de vraag of de omstandigheden dermate uitzonderlijk zijn dat geoordeeld moet worden dat er sprake is van een ongeoorloofde inbreuk op het familieleven, en in de tweede plaats of de termijnoverschrijding met betrekking tot het verzoek verschoonbaar is. Immers de Staat maakt geen ongerechtvaardigde inbreuk op het familieleven als niet gehonoreerd wordt dat burgers zonder goede reden eindeloos wachten met het indienen van een verzoekschrift. Om die reden zal de rechtbank ook stilstaan bij de vraag wat de redenen zijn van de te late indiening van het verzoekschrift.
4.3.
Uit de stukken en hetgeen ter gelegenheid van de mondelinge behandeling naar voren is gekomen, is gebleken dat [naam] vanaf het moment dat zij ongeveer tien jaar oud was, deel heeft uitgemaakt van het gezin van haar moeder en [verzoeker] en daarvan nog steeds deel uitmaakt. Vastgesteld kan worden dat [verzoeker] (samen met de moeder) daarmee voor [naam] de belangrijkste opvoeder(s) is/zijn geweest. [naam] heeft ook benadrukt dat [verzoeker] bij alle belangrijke momenten in haar leven aanwezig is geweest. De biologische vader heeft niet tot nauwelijks een rol gespeeld in de opvoeding van [naam] . Voor zover hij een rol had in haar leven, ging dit gepaard met negatieve ervaringen. Sinds haar twaalfde levensjaar heeft [naam] geen contact meer gehad met haar vader, behalve tijdens de bruiloft van haar zus. Toen heeft zij hem gezien, maar heeft zij hem van te voren laten weten dat zij die dag geen contact met hem wenste te hebben. Het contact tussen [naam] en haar biologische vader is derhalve al zeventien jaar helemaal verbroken.
4.4.
Het is de rechtbank (ook tijdens de mondelinge behandeling) gebleken dat er tussen [verzoeker] , de moeder en [naam] sprake is van een harmonieuze gezinssituatie. Van een harmonieuze gezinssituatie was echter geen sprake tijdens het huwelijk van de moeder en de biologische vader van [naam] . Het huwelijk kenmerkte zich door (psychische) mishandelingen en fysiek geweld. Ook na de echtscheiding bleven de (psychische) mishandelingen plaatsvinden en zelfs nadat [naam] het contact met haar biologische vader had verbroken, bleef hij haar per e-mail lastig vallen. Ter onderbouwing hebben verzoekers meerdere aangiftes ter zake bedreiging overgelegd. In [datum] 2020 is de biologische vader van [naam] overleden. Pas na het overlijden van haar biologische vader kwam het besef bij [naam] dat zij haar verleden moest gaan verwerken, iets waar zij al die tijd geen ruimte voor voelde. Zij is toen in therapie gegaan en daaruit bleek dat zij sinds haar jeugd een overlevingsstrategie had aangenomen. Zij heeft zichzelf eerder niet de gelegenheid geboden om stil te staan bij haar gevoel. [naam] dacht dat alles goed zou komen als zij vervelende/pijnlijke situaties weg zou duwen. Tijdens de therapie bleek dat dit niet de goede strategie was. [naam] laat nu haar gevoelens toe. De pijn van de relatie met haar biologische vader kwam tijdens de therapie naar voren, net als het gemis van erkenning. Zij vindt het daarom belangrijk dat zij [verzoeker] officieel haar vader kan noemen. Hij is er altijd voor haar geweest en hij heeft haar vaderrol vervuld. De therapeut van [naam] heeft schriftelijk bevestigd dat [naam] vanwege haar verleden pas recent in staat bleek om een adoptieprocedure te starten.
4.5.
De rechtbank is van oordeel dat alle feiten en omstandigheden maken dat [naam] en [verzoeker] een zwaarwegend belang hebben bij het tot stand brengen van een familierechtelijke band met elkaar. De rechtbank is dan ook van oordeel dat er sprake is van dusdanige bijzondere omstandigheden dat een weigering van een adoptie van [naam] door verzoeker een ongeoorloofde inmenging oplevert in het tussen hen beiden bestaande familie- en gezinsleven als bedoeld in artikel 8 EVRM. Daarnaast is de rechtbank van oordeel dat er sprake is van een verschoonbare termijnoverschrijding bij de indiening van het verzoekschrift. De rechtbank begrijpt dat - gelet op hetgeen [naam] heeft meegemaakt - gedurende de minderjarigheid van [naam] , geen verzoek tot adoptie is gedaan, zodat een terzijdestelling van artikel 1:228, eerste lid, aanhef en onder a BW gerechtvaardigd is.
4.6.
Gelet op het voorgaande dient de rechtbank hierna te beoordelen of voldaan is aan de overige gronden en voorwaarden als bepaald in de artikelen 1:227 en 1:228 BW. Hiertoe overweegt de rechtbank dat vaststaat dat [verzoeker] al geruime tijd de rol van vader voor [naam] vervult, haar stabiliteit biedt en haar ondersteunt in haar ontwikkeling. Tevens staat vast dat de biologische vader van [naam] is overleden, zodat zij van haar vader in de hoedanigheid van ouder niets meer te verwachten heeft. Nu [naam] heeft ingestemd met het verzoek (het was haar eigen wens) en aan de overige voorwaarden van artikel 1:227 BW en 1:228 BW is voldaan, zal de rechtbank het verzoek tot adoptie van [naam] door verzoeker toewijzen. Gelet op de toelichting van [naam] ter gelegenheid van de mondelinge behandeling, acht de rechtbank het in het belang van [naam] dat haar juridische status in overeenstemming wordt gebracht met de sinds jaar en dag bestaande sociale en emotionele realiteit. De rechtbank hoopt dat [naam] hierdoor de erkenning ontvangt die zij nodig heeft, zodat zij zich verder kan ontwikkelen.
4.7.
De rechtbank zal hierna tevens de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente Amsterdam gelasten een latere vermelding van de adoptie aan de daarvoor in aanmerking komende akte toe te voegen en bepalen dat de griffier van deze rechtbank daartoe een afschrift van deze beschikking aan de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente Amsterdam zal zenden, zodra deze uitspraak in kracht van gewijsde is gegaan.

5.De beslissing

De rechtbank:
5.1.
spreekt uit de adoptie van:
[naam], geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] ,
door
[verzoeker], geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] ;
5.2.
gelast de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente Amsterdam een latere vermelding van de adoptie aan de daarvoor in aanmerking komende akte toe te voegen;
5.3.
bepaalt dat de griffier van deze rechtbank daartoe een afschrift van deze beschikking aan de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente Amsterdam zal zenden, zodra deze uitspraak in kracht van gewijsde is gegaan.
Deze beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 9 augustus 2022 door mr. A.E.M. Overkamp, rechter, in tegenwoordigheid van mr. S.P. van der Meer, griffier, en de schriftelijke uitwerking is vastgesteld op 10 augustus 2022.
Indien hoger beroep tegen deze beschikking mogelijk is, kan dat worden ingesteld:
- door de verzoekers en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak,
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend ter griffie van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden.