ECLI:NL:RBGEL:2022:392
Rechtbank Gelderland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Onbevoegdheid van de rechtbank in bestuursrechtelijke zaak over terugbetaling lening en inburgering
In deze uitspraak van de Rechtbank Gelderland, gedateerd 31 januari 2022, is de rechtbank onbevoegd verklaard om kennis te nemen van het beroep van eiser tegen het besluit van verweerder van 18 februari 2020. Eiser had beroep ingesteld tegen het besluit van de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, waarin hem werd meegedeeld dat hij niet op tijd is ingeburgerd en dat hij een boete krijgt, evenals de verplichting om een lening van € 8.898,- terug te betalen. De rechtbank oordeelt dat er eerst bezwaar gemaakt had moeten worden tegen het besluit van 18 februari 2020, voordat beroep kon worden ingesteld. Dit besluit maakt geen onderdeel uit van het bestreden besluit, waardoor de rechtbank zich onbevoegd verklaart.
De rechtbank heeft het beroep tegen het bestreden besluit van 11 januari 2021 gegrond verklaard, omdat verweerder geen onderzoek heeft gedaan naar het draagkrachtverweer van eiser en niet is ingegaan op de omstandigheden die eiser aanvoerde met betrekking tot de hoogte van de terugvordering. De rechtbank vernietigt het bestreden besluit en draagt verweerder op om binnen zes weken een nieuw besluit op bezwaar te nemen, rekening houdend met de overwegingen in deze uitspraak. Eiser heeft recht op vergoeding van de proceskosten en het griffierecht, dat door verweerder moet worden vergoed. De uitspraak is openbaar uitgesproken en partijen zijn op de hoogte gesteld van hun rechtsmiddelen.