Uitspraak
RECHTBANK GELDERLAND
1.De procedure
- het tussenvonnis van 16 maart 2022,
- het proces-verbaal van mondelinge behandeling van 10 mei 2022.
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
1.442,00(2,0 punten × tarief € 721,00)
Rechtbank Gelderland
In deze zaak vordert de eiseres, een besloten vennootschap, betaling van een factuur van € 33.486,75 van de gedaagde, eveneens een besloten vennootschap. De eiseres stelt dat er een overeenkomst is gesloten op basis waarvan de gedaagde verplicht is tot betaling van de factuur. De gedaagde betwist echter dat zij partij is bij de overeenkomst en voert aan dat de overeenkomst per 1 januari 2020 is opgezegd. De rechtbank heeft vastgesteld dat de gedaagde zich jegens de eiseres als contractspartij heeft gedragen, ondanks dat de software op een server in de Verenigde Staten draaide. De rechtbank oordeelt dat de gedaagde niet tijdig heeft opgezegd, omdat zij niet heeft aangetoond dat de opzeggingsbrief door de eiseres is ontvangen. De vordering van de eiseres wordt volledig toegewezen, inclusief wettelijke rente en buitengerechtelijke kosten. De gedaagde wordt veroordeeld in de proceskosten. Het vonnis is gewezen door mr. I.W.M. Olthof en is openbaar uitgesproken op 22 juni 2022.