In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Gelderland op 4 juli 2022, heeft een legataris een kort geding aangespannen tegen een notaris. De legataris vorderde de afgifte van stukken die relevant zijn voor een bodemprocedure tegen de erfgenamen van de erflaatster. De voorzieningenrechter, mr. E.W. de Groot, heeft de vordering toegewezen, waarbij de notaris werd veroordeeld om voor 12 juli 2022 de gevorderde stukken af te geven. Deze stukken omvatten gespreksnotities van gesprekken die de notaris in 2018 met de erflaatster heeft gevoerd, concepttestamenten en eerdere testamenten van de erflaatster. De voorzieningenrechter oordeelde dat het belang van de legataris bij het verkrijgen van deze informatie zwaarder weegt dan het belang van de notaris bij geheimhouding. De notaris werd ook veroordeeld in de proceskosten, die aan de zijde van de legataris op € 1.332,00 werden begroot. De uitspraak is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en de vordering tot het opleggen van een dwangsom werd afgewezen, omdat de notaris had aangegeven de uitspraak te zullen nakomen. De zaak is van belang voor de verdere procedure tussen de legataris en de erfgenamen, die in augustus 2022 gepland staat.