ECLI:NL:RBGEL:2022:3443

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
2 juni 2022
Publicatiedatum
6 juli 2022
Zaaknummer
C/05/404263 / FZ RK 22-1494
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek tot voortzetting van een crisismaatregel op basis van onvoldoende motivering van psychiater

In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 2 juni 2022 uitspraak gedaan over een verzoek tot voortzetting van een crisismaatregel, ingediend door de officier van justitie. De rechtbank heeft het verzoek afgewezen, omdat de onafhankelijke psychiater betrokkene enkel via beeldbellen heeft gehoord en niet fysiek heeft onderzocht. Dit is in strijd met de eisen die de Hoge Raad heeft gesteld in zijn arrest van 11 december 2020. De rechtbank oordeelt dat er onvoldoende is gemotiveerd waarom een fysiek onderzoek niet mogelijk was. De psychiater had in zijn medische verklaring aangegeven dat hij betrokkene via beeldbellen heeft gehoord vanwege 'drukte', maar dit biedt geen voldoende onderbouwing voor het ontbreken van een fysiek onderzoek.

De rechtbank heeft vastgesteld dat er sprake was van een aanzienlijk risico op onmiddellijk dreigend ernstig nadeel voor betrokkene, maar dat de psychiater niet aan de vereisten voldeed om dit risico adequaat te beoordelen. Betrokkene heeft tijdens de mondelinge behandeling aangegeven dat het beter met haar gaat en dat zij bereid is om vrijwillig in de accommodatie te blijven totdat haar situatie stabiliseert. De advocaat van betrokkene heeft bepleit dat het verzoek moet worden afgewezen, wat de rechtbank heeft overgenomen.

De rechtbank concludeert dat er alternatieven zijn voor gedwongen zorg, aangezien betrokkene bereid is om samen te werken met de psychiater en afspraken te maken over haar terugkeer naar huis. De rechtbank wijst het verzoek tot voortzetting van de crisismaatregel af, met de mogelijkheid voor betrokkene om vrijwillig in de accommodatie te blijven totdat zij weer stabiel is.

Uitspraak

beschikking
RECHTBANK GELDERLAND
Familie- en jeugdrecht
Zittingsplaats: Zutphen
Zaakgegevens: C/05/404263 / FZ RK 22-1494
Datum mondelinge uitspraak: 2 juni 2022
Beschikking machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel Wvggz
naar aanleiding van het door de officier van justitie ingediende verzoek tot voortzetting van een crisismaatregel, als bedoeld in artikel 7:7 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), ten aanzien van:
[betrokkene],
geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] ,
wonende te [woonplaats] ,
verblijfadres: [instelling] ,
op grond van een crisismaatregel verleend tot en met 31 mei 2022,
hierna te noemen: betrokkene,
advocaat: mr. M. Lindhout te ‘s-Gravenhage.

1.Procesverloop

1.1.
Het procesverloop blijkt uit het verzoekschrift met bijlagen, ingekomen ter griffie op
30 mei 2022. Het verzoekschrift is in eerste instantie ingediend bij de rechtbank Amsterdam. Gebleken is echter dat betrokkene inmiddels is overgeplaatst naar de hierboven genoemde locatie, waardoor de rechtbank Amsterdam middels de beschikking d.d. 30 mei 2022 zich onbevoegd heeft verklaard van het verzoek kennis te nemen en de zaak heeft doorverwezen naar de rechtbank Gelderland, locatie Zutphen.
1.2.
Op verzoek van de rechtbank heeft de officier van justitie zich middels een e-mailbericht van 1 juni 2022 nader uitgelaten over de wijze waarop betrokkene is gehoord door de onafhankelijke psychiater die de medische verklaring heeft opgesteld.
1.3.
De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 2 juni 2022, in de accommodatie van [instelling] .
1.4.
Tijdens de mondelinge behandeling zijn gehoord:
betrokkene, bijgestaan door haar advocaat;
mw. [naam] , als psychiater in opleiding verbonden aan [instelling] .
1.5.
Omdat een nadere toelichting op of motivering van het verzoek niet nodig is, is de officier van justitie niet verschenen tijdens de mondelinge behandeling.

2.Beoordeling

2.1.
Uit de overgelegde stukken en de mondelinge behandeling is gebleken dat er ten aanzien van betrokkene sprake was van (het aanzienlijk risico op) onmiddellijk dreigend ernstig nadeel, gelegen in:
levensgevaar;
ernstig lichamelijk letsel;
maatschappelijke teloorgang;
het oproepen van agressie van een ander door het vertonen van hinderlijk gedrag.
2.2.
Het ernstig vermoeden bestaat dat dit nadeel werd veroorzaakt door gedrag dat voortvloeit uit een psychische stoornis, in de vorm van een manische decompensatie bij een bekende bipolaire 1 stoornis. Betrokkene is door de politie in [plaats] aangetroffen terwijl ze langs de A10 liep. Betrokkene kon niet uitleggen wat ze daar deed en sprak onsamenhangend. Vanuit eerdere manieën is bekend dat betrokkene gaat zwerven, dat zowel familie als behandelaren dan niet weten waar ze is en waarbij ze risicovol gedrag vertoond. In het verleden heeft dat tot meerdere gedwongen opnames geleid. Betrokkene is op 28 mei jl. om 01.00 uur middels beeldbellen onderzocht door de onafhankelijke psychiater.
2.3.
Tijdens de mondelinge behandeling heeft betrokkene aangegeven dat het beter met haar gaat. Er kunnen goede afspraken met haar gemaakt worden en ze wil zodra ze stabiel is, graag weer naar huis. Betrokkene is bereid nog even vrijwillig in de accommodatie te verblijven.
2.4.
De advocaat van betrokkene bepleit dat het verzoek moet worden afgewezen. De onafhankelijke psychiater heeft betrokkene alleen middels beeldbellen gesproken, hij heeft haar niet fysiek onderzocht. Dat voldoet niet aan de eisen die de Hoge Raad heeft gesteld. Alleen daarom al kan het verzoek tot voortzetting van de crisismaatregel niet worden toegewezen. Daarnaast is betrokkene bereid om vrijwillig in de accommodatie te verblijven totdat de situatie gestabiliseerd is.
2.5.
De rechtbank is van oordeel dat het verzoek tot voortzetting crisismaatregel afgewezen moet worden. De Hoge Raad heeft in zijn arrest van 11 december 2020 (ECLI:NL:HR:2020:2015) als volgt geoordeeld:
“De psychiater dient het in de Wvggz voor de diverse vormen van verplichte zorg voorgeschreven medische onderzoek in beginsel aldus te verrichten dat hij de betrokkene in een direct contact, dat wil zeggen: in diens fysieke aanwezigheid, spreekt en observeert. Dit is slechts anders indien dat redelijkerwijs niet mogelijk is. Daarbij kan het bijvoorbeeld gaan om een weigering van de betrokkene om aan een onderzoek mee te werken, maar ook andere omstandigheden kunnen meebrengen dat onderzoek in fysieke aanwezigheid van de betrokkene niet of slechts beperkt mogelijk is. In die gevallen zal, met het oog op de beoogde maatregel, steeds op de best mogelijke manier moeten worden getracht inzicht te verkrijgen in de actuele gezondheidstoestand van de betrokkene en de noodzaak tot het treffen van de beoogde maatregel. […] De rechtbank heeft overwogen dat een onderzoek via Skype mag plaatsvinden wanneer een lijfelijk onderzoek niet mogelijk blijkt vanwege belemmeringen die het spoedeisende karakter van een crisismaatregel met zich kunnen brengen. Daarmee heeft de rechtbank haar oordeel onvoldoende gemotiveerd. Zij heeft immers niet vermeld op grond van welke omstandigheden zij van oordeel is dat het redelijkerwijs niet mogelijk was dat de psychiater betrokkene in een direct contact sprak en onderzocht. De algemene vermelding van ‘belemmeringen die het spoedeisende karakter van een crisismaatregel met zich mee kunnen brengen’ kan dat oordeel niet dragen.”
2.6.
In onderhavig geval heeft de onafhankelijke psychiater opgenomen in de medische verklaring dat hij betrokkene middels beeldbellen heeft gehoord wegens “drukte”. De rechtbank is, met de advocaat, van oordeel dat hiermee onvoldoende is gemotiveerd waarom betrokkene niet fysiek onderzocht kon worden. Ook in het nadere standpunt dat de officier van justitie heeft ingediend op 1 juni jl., is niet voldoende gemotiveerd dat er sprake is van een bijzonder geval dat een onderzoek middels beeldbellen rechtvaardigt. De rechtbank wijst om die reden het verzoek af. Daarnaast heeft betrokkene aangegeven nog even vrijwillig in de accommodatie te willen verblijven om (veiligheids)afspraken te maken met de psychiater ten aanzien van het opbouwen van verloven alvorens betrokkene weer naar huis gaat, met welk plan de psychiater kan instemmen. Dit betekent dat er een alternatief bestaat voor gedwongen zorg, zodat ook hierom het verzoek moet worden afgewezen.

3.Beslissing

De rechtbank:
3.1.
wijst het verzoek af.
Deze beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 2 juni 2022 door mr. E. Schippers, rechter, in tegenwoordigheid van mr. A.J. Oosterink, griffier.
De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 17 juni 2022.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.