Uitspraak
1.Procesverloop
30 mei 2022. Het verzoekschrift is in eerste instantie ingediend bij de rechtbank Amsterdam. Gebleken is echter dat betrokkene inmiddels is overgeplaatst naar de hierboven genoemde locatie, waardoor de rechtbank Amsterdam middels de beschikking d.d. 30 mei 2022 zich onbevoegd heeft verklaard van het verzoek kennis te nemen en de zaak heeft doorverwezen naar de rechtbank Gelderland, locatie Zutphen.
2.Beoordeling
“De psychiater dient het in de Wvggz voor de diverse vormen van verplichte zorg voorgeschreven medische onderzoek in beginsel aldus te verrichten dat hij de betrokkene in een direct contact, dat wil zeggen: in diens fysieke aanwezigheid, spreekt en observeert. Dit is slechts anders indien dat redelijkerwijs niet mogelijk is. Daarbij kan het bijvoorbeeld gaan om een weigering van de betrokkene om aan een onderzoek mee te werken, maar ook andere omstandigheden kunnen meebrengen dat onderzoek in fysieke aanwezigheid van de betrokkene niet of slechts beperkt mogelijk is. In die gevallen zal, met het oog op de beoogde maatregel, steeds op de best mogelijke manier moeten worden getracht inzicht te verkrijgen in de actuele gezondheidstoestand van de betrokkene en de noodzaak tot het treffen van de beoogde maatregel. […] De rechtbank heeft overwogen dat een onderzoek via Skype mag plaatsvinden wanneer een lijfelijk onderzoek niet mogelijk blijkt vanwege belemmeringen die het spoedeisende karakter van een crisismaatregel met zich kunnen brengen. Daarmee heeft de rechtbank haar oordeel onvoldoende gemotiveerd. Zij heeft immers niet vermeld op grond van welke omstandigheden zij van oordeel is dat het redelijkerwijs niet mogelijk was dat de psychiater betrokkene in een direct contact sprak en onderzocht. De algemene vermelding van ‘belemmeringen die het spoedeisende karakter van een crisismaatregel met zich mee kunnen brengen’ kan dat oordeel niet dragen.”