ECLI:NL:RBGEL:2022:3442

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
13 juni 2022
Publicatiedatum
6 juli 2022
Zaaknummer
C/05/404229 / FZ RK 22/1491
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beoordeling wilsbekwaamheid in het kader van zorgmachtiging op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg

In deze zaak heeft de rechtbank Gelderland op 13 juni 2022 een beschikking gegeven in het kader van een verzoek tot het verlenen van een zorgmachtiging op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). De advocaat van de betrokkene heeft primair bepleit om het verzoek af te wijzen, stellende dat de betrokkene wilsbekwaam is. De rechtbank heeft vastgesteld dat er in de medische verklaring niets is gerapporteerd over de wilsbekwaamheid van de betrokkene, waardoor zij niet kan beoordelen of de betrokkene in staat is tot een redelijke waardering van haar belangen. Om deze reden heeft de rechtbank besloten de zaak aan te houden, zodat een onafhankelijk arts of klinisch psycholoog een verklaring kan opstellen over de wilsbekwaamheid van de betrokkene.

De rechtbank verwijst naar de drie wekentermijn die geldt voor een deskundigenbericht op basis van artikel 6:2 lid 4 jo artikel 6:1 lid 5 Wvggz. De beslissing is aangehouden tot de mondelinge behandeling op 28 juni 2022, waarbij GGNet de gelegenheid krijgt om een onafhankelijk arts of klinisch psycholoog in te schakelen om de betrokkene te onderzoeken en een aanvullende medische verklaring op te stellen. Deze verklaring dient uiterlijk 24 juni 2022 aan de rechtbank en de advocaat te worden toegezonden. De beschikking is gegeven door rechter R.B.M. Keurentjes in aanwezigheid van griffier M. Brouwer en is openbaar uitgesproken op 21 juni 2022.

Uitspraak

beschikking
RECHTBANK GELDERLAND
Familie- en jeugdrecht
Zittingsplaats: Zutphen
Zaakgegevens: C/05/404229 / FZ RK 22/1491
Datum mondelinge uitspraak: 13 juni 2022
Beschikking machtiging tot het verlenen van verplichte zorg Wvggz
naar aanleiding van het door de officier van justitie ingediende verzoek tot het verlenen van een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), ten aanzien van:
[betrokkene] ,
geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] ,
wonende te [woonplaats] ,
met een zorgmachtiging, geldend tot en met 14 juni 2022,
hierna te noemen: betrokkene,
advocaat: mr. M. Meijer te Apeldoorn.

1.Procesverloop

1.1.
Het procesverloop blijkt uit het verzoekschrift met bijlagen, ingekomen ter griffie op 30 mei 2022.
1.2.
De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 13 juni 2022, bij betrokkene thuis.
1.3.
Tijdens de mondelinge behandeling zijn gehoord:
betrokkene, bijgestaan door haar advocaat;
dhr. [naam 1] , als psychiater verbonden aan GGNet;
mw. [naam 2] , als coördinerend behandelaar verbonden aan GGNet.
1.4.
Omdat de officier van justitie een nadere toelichting op of motivering van het verzoek niet nodig vindt, is hij niet verschenen tijdens de mondelinge behandeling.

2.Beoordeling

2.1.
Door de advocaat is primair bepleit om afwijzing van het verzoek. Betrokkene is namelijk wilsbekwaam, waardoor haar verzet gehonoreerd dient te worden.
2.2.
Ten aanzien van de wilsbekwaamheid overweegt de rechtbank als volgt. Artikel 2:1, lid 6, van de Wvggz bepaalt dat de wensen en voorkeuren van de betrokkene ten aanzien van de verplichte zorg worden gehonoreerd, tenzij:
a. de betrokkene niet tot een redelijke waardering van zijn belangen ter zake in staat is, of
b. acuut levensgevaar voor de betrokkene dreigt dan wel er een aanzienlijk risico voor een ander is op levensgevaar, ernstig lichamelijk letsel, ernstige psychische, materiële, immateriële of financiële schade, ernstige verwaarlozing of maatschappelijke teloorgang, of om ernstig in zijn ontwikkeling te worden geschaad, dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen in gevaar is.
2.3.
Uit de toelichting op deze bepaling volgt dat zogeheten wilsbekwaam verzet moet worden gerespecteerd, indien de psychische stoornis van de patiënt alleen een aanmerkelijke kans op schade voor de betrokkene zelf veroorzaakt. De Hoge Raad heeft in zijn arrest van 4 februari 2022 (ECLI:NL:HR:2022:123) overwogen dat het voorgaande betekent dat indien de betrokkene tijdens de procedure tot het verlenen van een zorgmachtiging een voldoende toegelicht bezwaar maakt tegen de voorgestelde verplichte zorg en de situaties als bedoeld in art. 2:1 lid 6, aanhef en onder b, Wvggz zich niet voordoen, de rechter dient te beoordelen of de betrokkene wilsbekwaam is.
2.4.
Het voorgaande betekent dat indien betrokkene tijdens de procedure tot het verlenen van een zorgmachtiging een voldoende toegelicht bezwaar maakt tegen de voorgestelde verplichte zorg en de situaties als bedoeld in art. 2:1 lid 6, aanhef en onder b, Wvggz zich niet voordoen, de rechter dient te beoordelen of de betrokkene wilsbekwaam is. Hiertoe dient, indien daarover in de medische verklaring niet is gerapporteerd, een verklaring te worden gevraagd van een onafhankelijk arts of klinisch psycholoog waaruit blijkt of de betrokkene tot een redelijke waardering van zijn belangen ter zake in staat is. Zo nodig dient de procedure daartoe te worden aangehouden.
2.5.
Gebleken is dat er in de medische verklaring niets gerapporteerd is over de wilsbekwaamheid van betrokkene. De rechtbank kan daarom niet beoordelen of betrokkene in staat is tot een redelijke waardering van haar belangen. De rechtbank zal daarom deze zaak aanhouden, zodat een onafhankelijk arts of klinisch psycholoog een verklaring kan opstellen waaruit blijkt of betrokkene wilsbekwaam is. De Hoge Raad verwijst hierbij naar de drie wekentermijn die geldt voor een deskundigenbericht op basis van art. 6:2 lid 4 jo art. 6:1 lid 5 Wvggz, die de rechtbank dan ook zal hanteren.

3.Beslissing

De rechtbank:
3.1.
houdt in afwachting van de verklaring van een onafhankelijk arts of een klinisch psycholoog de beslissing aan tot de mondelinge behandeling van mr. E. Schippers op 28 juni 2022 om 11:00 uur bij betrokkene thuis;
3.2.
stelt GGNet in de gelegenheid om een onafhankelijk arts of een klinisch psycholoog in te schakelen teneinde betrokkene te onderzoeken en een aanvullende medische verklaring op te stellen en deze verklaring uiterlijk 24 juni 2022 aan de rechtbank en de advocaat toe te zenden.
Deze beschikking is gegeven door mr. R.B.M. Keurentjes, rechter, in tegenwoordigheid van mr. M. Brouwer, griffier en in het openbaar uitgesproken op 21 juni 2022.
De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 21 juni 2022.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.