Uitspraak
RECHTBANK GELDERLAND
1.De procedure
- het tussenvonnis van 17 februari 2021
- de conclusie van antwoord in reconventie
- de akte wijziging eis van [Naam X]
- de antwoordakte in conventie tevens akte wijziging van eis in reconventie tevens akte overlegging producties van [gedaagde]
- het proces-verbaal van de mondelinge behandeling op 28 mei 2021
- de rolbeslissing van 12 juli 2021
- het proces-verbaal van mondelinge behandeling op 14 januari 2022.
2.De feiten
Carvium Novum, en een speelpark, genaamd
Castellum, zullen worden ingericht. De bedoeling is dat het speelpark met een aarden wal van de waterplas gescheiden zal worden.
BIJZONDERE BEPALINGEN EN BEDINGEN’ in de leveringsakte is de in 2.6. onder 1 en 2 geciteerde tekst uit de aanvullende overeenkomst woordelijk opgenomen. Verder vermeldt de akte:
3.Het geschil
in conventie
4.De beoordeling
in conventie en in reconventie
ongeveer1,6 ha groot is
of zo veel meer of minder als na kadastrale uitmeting zal blijken. De aanduiding op de situatietekening is volgens de akte
schetsmatigmet arceringen aangegeven.
zoals aangegeven op de aan deze overeenkomst aangehechte tekening. Met deze tekening hebben partijen zich destijds uitdrukkelijk akkoord verklaard. Dit is dezelfde tekening waarvan [Naam X] nu zegt dat de oppervlakte van het daarop zichtbare Castellum minder groot is dan 1 ha.
rb) en [gedaagde] pas mogelijk is als bekend is hoe de recreatieve kern (waartoe het Castellum-terrein behoort) zal worden ingevuld (randnummer 38 op pagina 8 en randnummers 62 en 63 van de de conclusie van antwoord in reconventie en randnummer 22, 23 en 24 van de spreekaantekeningen van mr. De Wrede). [gedaagde] heeft laten weten dat de beoogde invulling inmiddels wel duidelijk is, maar dat zij deze invulling nog niet met [Naam X] heeft gedeeld omdat [Naam X] zich niet coöperatief opstelt en voorts dat zij de invulling tijdig met [Naam X] zal delen (randnummer 26 van de spreekaantekeningen van mr. Thijssen). [Naam X] heeft dit niet meer weersproken of concretisering van de uit te voeren werkzaamheden verlangd, terwijl zij anderzijds klaarblijkelijk wel in staat is een inschatting te maken van de duur van deze werkzaamheden (zie hierna onder 4.21). Voor zover [Naam X] zich al kan beroepen op een overweging uit een overeenkomst die [gedaagde] met een derde heeft gesloten, moet dan worden geconstateerd dat inmiddels duidelijk is welke infrastructuur voor de invulling van de recreatieve kern nodig is. [Naam X] zal dus te weten komen welke infrastructurele werkzaamheden van haar worden verwacht en kan dan tot de uitvoering van deze werkzaamheden worden veroordeeld en voorts, bij gebreke van tijdige uitvoering, tot de overeengekomen overdracht om niet. Het verweer slaagt niet.
5.310,00(3,0 punten × tarief € 1.770,00)