ECLI:NL:RBGEL:2022:3244
Rechtbank Gelderland
- Voorlopige voorziening+bodemzaak
- Rechtspraak.nl
Beslissing op verzoek om voorlopige voorziening en beroep tegen last onder dwangsom met betrekking tot bestemmingsplan en gebruik van perceel
Op 27 juni 2022 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Gelderland uitspraak gedaan in een zaak waarin eiseres een voorlopige voorziening had verzocht tegen een last onder dwangsom die door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Apeldoorn was opgelegd. Deze last had betrekking op het beëindigen van het met het bestemmingsplan strijdige gebruik van een perceel en gebouw. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen, maar het beroep van eiseres gegrond verklaard. De rechtbank heeft het bestreden besluit vernietigd voor zover het de hoogte van de dwangsom betreft, en deze vastgesteld op € 10.000,- per overtreding met een maximum van € 100.000,-. De rechtbank oordeelde dat de last onder dwangsom in stand bleef, maar dat de hoogte niet proportioneel was vastgesteld. Eiseres had eerder bezwaar gemaakt tegen de last onder dwangsom, die was opgelegd om activiteiten die niet in overeenstemming waren met de verleende omgevingsvergunning te beëindigen. De voorzieningenrechter concludeerde dat er geen concreet zicht op legalisering was en dat de opgelegde last onder dwangsom gerechtvaardigd was, maar dat de hoogte ervan niet voldoende was gemotiveerd door het college. De uitspraak benadrukt de noodzaak voor bestuursorganen om bij het opleggen van lasten onder dwangsom een zorgvuldige afweging te maken van de hoogte en de omstandigheden van de overtreding.