In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 26 januari 2022 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende de handhaving van een chalet dat zonder omgevingsvergunning is gebouwd. De eiser, die eigenaar was van het chalet, had een verzoek ingediend bij het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Buren om bestuursdwang toe te passen zonder kostenverhaal. Dit verzoek werd door verweerder buiten behandeling gesteld, omdat eiser niet kon aantonen dat hij op het moment van aankoop van het chalet concrete aanwijzingen had dat het chalet zonder vergunning was gebouwd. Eiser had het chalet inmiddels verkocht en vreesde nu zelf de kosten van verwijdering te moeten dragen. De rechtbank oordeelde dat eiser geen verzoek om bestuursdwang kon indienen op basis van artikel 5:31a van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), omdat hij een financieel belang had bij zijn verzoek en niet kon worden aangemerkt als een belanghebbende die door de overtreding benadeeld werd. De rechtbank vernietigde het bestreden besluit van verweerder en verklaarde het bezwaar van eiser niet-ontvankelijk. Eiser kreeg een proceskostenvergoeding van € 1.518 toegewezen, evenals de terugbetaling van het griffierecht van € 181.