ECLI:NL:RBGEL:2022:3146

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
1 juni 2022
Publicatiedatum
21 juni 2022
Zaaknummer
C/05/404173 / KG ZA 22-159
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot opheffing van conservatoir beslag in kort geding tussen Parochie Sint Willibrordus en gedaagden

In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 1 juni 2022 uitspraak gedaan in een kort geding tussen de Rooms Katholieke Parochie Sint Willibrordus (eiseres) en twee gedaagden. De eiseres vorderde de opheffing van een conservatoir beslag dat door de gedaagden was gelegd op onroerende zaken die eigendom zijn van de parochie. De gedaagden huren sinds 1989 en 1996 percelen tuingrond van de parochie en hebben in het verleden interesse getoond in de aankoop van deze percelen. De parochie heeft echter geen koopovereenkomst met de gedaagden gesloten en stelt dat er geen toezeggingen zijn gedaan die hen recht geven op levering van de grond. De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat de gedaagden onvoldoende bewijs hebben geleverd voor hun claim dat er een mondelinge koopovereenkomst tot stand is gekomen. De rechter heeft vastgesteld dat de parochie een koopovereenkomst heeft gesloten met een derde partij, Martinus Pannerden B.V., en dat de gedaagden geen recht hebben op levering van de onroerende zaken. De vordering van de parochie tot opheffing van het beslag is toegewezen, en de gedaagden zijn veroordeeld in de proceskosten.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK GELDERLAND

Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Arnhem
zaaknummer / rolnummer: C/05/404173 / KG ZA 22-159
Vonnis in kort geding van 1 juni 2022
in de zaak van
de publiekrechtelijke rechtspersoon volgens kerkelijk recht
DE ROOMS KATHOLIEKE PAROCHIE SINT WILLIBRORDUS,
zetelend te Zevenaar,
eiseres,
advocaten mr. P.V. Kleijn en mr. E.K. Sneeuw te Utrecht,
tegen

1.[gedaagde 1] ,

2.
[gedaagde 2],
beide wonende te [woonplaats] ,
gedaagden,
advocaat mr. M.J.C. Wensink te Arnhem.
Partijen zullen hierna Parochie Sint Willibrordus en [gedaagden] . genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding van 30 mei 2022, met 9 producties;
  • het e-mailbericht van 30 mei 2022 van mr. Wensink, met 1 productie;
  • de mondelinge behandeling van 31 mei 2022;
  • de spreekaantekeningen van mr. Wensink.
1.2.
In verband met de spoedeisendheid van de zaak is op 1 juni 2022 vonnis bepaald. De feiten en de motivering waarop de in dat vonnis gegeven beslissing steunt, worden hierna vastgelegd.

2.De feiten

2.1.
Parochie Sint Willibrordus is eigenaar van de onroerende zaken gelegen aan het [adres] , kadastraal bekend Gemeente [woonplaats] sectie B, nummers [perceelnummer] , [perceelnummer] , [perceelnummer] en [perceelnummer] (hierna: de onroerende zaken). Een van de bestuurders van Parochie Sint Willibrordus is [bestuurder eiseres] (hierna: [bestuurder eiseres] ), die verantwoordelijk is voor het beheer van gebouwen.
2.2.
[gedaagden] . is eigenaar van de onroerende zaak gelegen aan de [adres] , kadastraal bekend Gemeente [woonplaats] sectie B, nummer [perceelnummer] . De achterzijde van het perceel van [gedaagden] . grenst aan voornoemde percelen [perceelnummer] en [perceelnummer] .
2.3.
Sinds 1 april 1989 respectievelijk 25 maart 1996 huurt [gedaagden] . van Parochie Sint Willibrordus twee percelen tuingrond, met een totale oppervlakte van circa 600 m². Uit de notarieel opgemaakte huurovereenkomsten blijkt dat deze zijn aangegaan voor bepaalde tijd (tot en met 31 december 1989 respectievelijk 31 december 1996) en dat deze telkens, behoudens tijdige schriftelijke opzegging, stilzwijgend voor de duur van één kalenderjaar worden verlengd. Ook is bepaald dat het gehuurde bij het eindigen van de overeenkomst in dezelfde staat moet worden opgeleverd en dat huurder geen aanspraak kan maken op enige vergoeding voor de waarde van de beplanting of van de tuinaanleg.
2.4.
[gedaagden] . heeft de gehuurde percelen bij zijn achtertuin betrokken en heeft het geheel ingericht als tuin en voorzien van diverse voorzieningen (waterleiding, stroomkabels en speeltoestellen) en beplantingen.
2.5.
Bij brief van 31 december 2017 heeft Parochie Sint Willibrordus aan [gedaagden] . onder meer het volgende bericht:
‘(…) Volgens afspraak zullen wij u op de hoogte stellen zodra er meer bekend is m.b.t. de ontwikkelingen van het perceel. (…)’
2.6.
Bij e-mail van 26 juni 2019 heeft [gedaagden] . aan [bestuurder eiseres] onder meer het volgende bericht:
‘(…)
Huurovereenkomst / Koopovereenkomst
Tevens vernemen wij graag of de Rooms Katholieke Parochie Sint Willibrordus in principe bereid is om het betreffende perceelsgedeelte, in gebruik als tuin, achter onze woning, aan ons te verkopen. (…)’
2.7.
Bij e-mail van 4 juli 2019 heeft [gedaagden] . aan [bestuurder eiseres] onder meer het volgende bericht:
‘(…)
Principe bereidheid verkoop grond-perceel
Wij vonden het heel plezierig om vanochtend van jou telefonisch te vernemen dat er in principe sprake is van een bereidheid om het betreffende perceelsgedeelte, in gebruik als tuin, achter onze woning, aan ons te verkopen.
(…)
Zoals afgesproken zullen wij in de laatste week van september (…) contact met jou opnemen voor het plannen van een vervolg-afspraak voor optionele verwerving. (…)’
2.8.
Bij e-mail van 2 oktober 2019 heeft [gedaagden] . aan [bestuurder eiseres] onder meer het volgende bericht:
‘(…)
Bespreekpunt
Bereidheid het van de Parochie gehuurde perceelsgedeelte, in gebruik als tuin, achter onze woning, aan ons te verkopen. (…)’
2.9.
Bij e-mail van 11 oktober 2019 heeft [gedaagden] . aan [bestuurder eiseres] onder meer het volgende bericht:
‘(…) Wij stellen het bijzonder op prijs om voormeld grondperceel (…) te verwerven.
De formele aanbieding wordt door ons met belangstelling tegemoet gezien. (…)’
2.10.
Op 2 januari 2020 zijn, in aanwezigheid van [gedaagden] ., [bestuurder eiseres] en (namens Parochie Sint Willibrordus) een taxateur en makelaar, ter plaatse metingen verricht.
2.11.
Bij brief van 2 juni 2021 heeft Parochie Sint Willibrordus aan [gedaagden] . onder meer het volgende bericht:
‘(…) [bestuurder eiseres] (…) heeft met u overleg gehad over uw wens om een gedeelte van de tuin van de voormalige pastorie te kunnen kopen. U huurt al een gedeelte van die tuin en dat deel zou u graag willen kopen.
Wij zijn bereid om aan u een gedeelte ter grootte van circa 284 m2 te verkopen voor de prijs van
€ 15.000,00 k.k. Op bijgaande tekening is dit aangegeven. Dit is afwijkend ten opzichte van hetgeen u nu huurt. De reden daarvoor is, dat met het oog op mogelijke toekomstige ontwikkelingen een rechte kavelgrens de voorkeur heeft.
Als de toekomstige ontwikkelingen zodanig zijn, dat verkoop overeenkomstig de huidige gebruikscontouren geen belemmering zijn, zullen wij bezien of alsnog aan uw wens tegemoet gekomen kan worden. (…)’
2.12.
Op 13 juli 2021 hebben Parochie Sint Willibrordus en Martinus Pannerden B.V. (hierna: Martinus) een schriftelijke koopovereenkomst gesloten ter zake van de ‘r.k. kerk van de H. Martinus’ te Pannerden. In de koopovereenkomst is onder meer bepaald dat indien een partij in verzuim verkeert, deze voor elke dag dat het verzuim voortduurt aan de wederpartij een onmiddellijk opeisbare boete verschuldigd is van drie pro mille van de koopprijs.
2.13.
Op 1 maart 2022 hebben Parochie Sint Willibrordus en Martinus een ‘ADDENDUM bij KOOPOVEREENKOMST (…) D.D. 13 JULI 2021’ ondertekend. Hierin is onder meer bepaald dat ‘Het Verkochte’ mede omvat de onroerende zaak kadastraal bekend als gemeente [woonplaats] , sectie B, nummers [perceelnummer] (gedeeltelijk), [perceelnummer] en [perceelnummer] (gedeeltelijk) gezamenlijk groot ca. 2.865 m2, een en ander zoals is aangegeven op de aan het addendum aangehechte tekening. Daarop is langs de achtertuin van [gedaagden] . een rechthoekig perceel van 10 meter diep en een oppervlakte van circa 288 m² ingetekend. De leveringsdatum is door partijen bepaald op 4 juni 2022. Het Bisdom Utrecht heeft met de verkoop ingestemd.
2.14.
Bij brief van 14 maart 2022 heeft [gedaagden] . aan Parochie Sint Willibrordus onder meer het volgende bericht:
‘(…)
Uitgangspunt van onze overleggen en ons gerechtvaardigd vertrouwen
Tijdens de veelvuldige en intensieve persoonlijke en telefonische contacten en mailcorrespondentie met [bestuurder eiseres] (…) betreffende de verwerving/aankoop (…) is bij aanvang van de besprekingen en tijdens recente contacten (…) het navolgende aangegeven:
- het uitgangspunt is om in eerste instantie de verkoop-transactie af te ronden met de [gedaagden] op basis van het reeds vanaf 1989 en 1996 gehuurde tuingrond;
- in verband met eventuele afwijking van de gebruikscontouren zal de verkoop-transactie worden gebaseerd op het principe thans verhuurde m2/aantal te verkopen m2.
Op basis daarvan zijn er – in het bijzijn van erkende makelaars/taxateurs – ter plekke de optionele grondpercelen aangegeven.
(…)
Tevens is er tijdens de recente contacten door de vertegenwoordiger van het parochiebestuur aangegeven en nogmaals bevestigd dat allereerst de verkoop-transactie met [gedaagden] wordt afgewikkeld. Daarna zou de verkoop van de voormalige pastorie en de resterende percelen gronden (…) openbaar worden verkocht.
De aanvankelijke aanbieding namens het parochiebestuur is per brief met bijlagen kenbaar gemaakt op 02-06-2021. Zowel vóór als ná voormelde datum is door [gedaagden] duidelijk aan de vertegenwoordiger van het parochiebestuur ter kennis gebracht het niet eens te zijn met de beperkte aanbieding, omdat die aanbieding niet past binnen de vooraf aangegeven uitgangspunten en de gerechtvaardigde verwachtingen die wij daaraan mogen ontlenen.
Tijdens de diverse besprekingen – zowel vóór als ná voormelde aanbieding – is meermaals door de vertegenwoordiger van het parochiebestuur aangegeven dat alle seinen op groen staan met betrekking tot de gewenste verwerving/aankoop. (…)’
2.15.
Bij brief van 21 april 2022 heeft Parochie Sint Willibrordus aan [gedaagden] . onder meer het volgende bericht:
‘(…) U heeft één en andermaal de wens geuit om de bij u in gebruik zijnde grond van de Parochie te kopen. Een eventuele koop van dat perceelsgedeelte is onzerzijds steeds afhankelijk gesteld van ontwikkelingen ten aanzien van de kerk en i.c. met name van de voormalige pastorie.
In uw brief van 14 maart jl. suggereert u dat er onzerzijds toezeggingen zijn gedaan met name ten aanzien van de oppervlakte van het door u eventueel te kopen perceelsgedeelte. Wij hebben dit serieus en grondig nagegaan. Wij zijn daarbij tot de conclusie gekomen, dat noch schriftelijk noch mondeling sprake is geweest van een toezegging. Aan u is bij herhaling namens het parochiebestuur gezegd, dat de grootte van het door u eventueel te verwerven perceelsgedeelte bepaald zal worden op basis van de dan actuele situatie. Impliciet houdt dit wel de toezegging in dat u grond van de Parochie kunt kopen ter vergroting van uw achtertuin, maar dus geen toezegging omtrent de grootte van het te kopen perceel. Die toezegging is ook laatstelijk nog bevestigd met de brief van ons bestuur dd. 2 juni 2021. (…)
Op basis van alle feiten en omstandigheden kunnen wij u nu een definitief aanbod doen voor de koop van een perceel ter grootte van (…) circa 284 m², voor een prijs van €20,00 per m², totaal dus voor €5.680,00 kosten koper. Een grotere oppervlakte is niet mogelijk gelet op de belangen bij de verkoop van de voormalige pastorie, welke verkoop overigens inmiddels is gerealiseerd.
Wij geven u tot 1 juni 2022 de gelegenheid om desgewenst planten en struiken op het bij u in gebruik zijnde perceelsgedeelte, dat niet in de koop wordt betrokken, te verwijderen.
Bijgaand treft u de koopovereenkomst aan. Indien u deze vóór 1 juni 2022 ondertekend aan ons terugzendt (…) zullen wij de vereiste machtiging van het Aartsbisdom Utrecht aanvragen. (…)’
2.16.
Op 17 mei 2022 heeft [gedaagden] ., krachtens een beschikking van de voorzieningenrechter van deze rechtbank van dezelfde datum, conservatoir beslag tot levering (hierna: het beslag) doen leggen op de onroerende zaken. Op 20 mei 2022 is het beslag namens [gedaagden] . aan Parochie Sint Willibrordus betekend.
2.17.
Bij brief van 25 mei 2022 heeft Parochie Sint Willibrordus [gedaagden] . gesommeerd om het beslag op te heffen.
2.18.
Op 31 mei 2022 heeft [gedaagden] . bij deze rechtbank de bodemprocedure tegen Parochie Sint Willibrordus aanhangig gemaakt. De inzet daarvan is, kort gezegd, primair de (afwikkeling van de) verkoop van de onroerende zaken en subsidiair schadevergoeding.

3.Het geschil

3.1.
Parochie Sint Willibrordus vordert dat de voorzieningenrechter, bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad:
het beslag tot levering ten laste van de onroerende zaken, zoals door [gedaagden] . is gelegd op basis van het op 17 mei 2022 gegeven verlof, vóór 3 juni 2022 opheft;
[gedaagden] . hoofdelijk veroordeelt in de kosten van dit geding, te vermeerderen met de nakosten ten belope van € 163,00 zonder betekening, dan wel € 248,00 in het geval van betekening, één en ander te voldoen binnen veertien dagen na dagtekening van het vonnis, en - voor het geval voldoening van de (na)kosten niet binnen de gestelde termijn plaatsvindt - te vermeerderen met de wettelijke rente over de (na)kosten te rekenen vanaf bedoelde termijn voor voldoening.
3.2.
Parochie Sint Willibrordus heeft aan haar vordering, samengevat, het volgende ten grondslag gelegd. Van een koopovereenkomst met [gedaagden] . is geen sprake, alleen al omdat het object van koop nog niet is bepaald, [bestuurder eiseres] niet zelfstandig bevoegd is om de onroerende zaken te verkopen en de voor verkoop vereiste machtiging van het Bisdom Utrecht ontbreekt. Ook van een toezegging of afspraak dat Parochie Sint Willibrordus aan [gedaagden] . een perceel grond ter grootte van 600 m² te koop zou aanbieden, is geen sprake. [gedaagden] . heeft geen recht op levering. Het door [gedaagden] . gelegde beslag is onrechtmatig en moet worden opgeheven. Parochie Sint Willibrordus heeft de onroerende zaken aan Martinus verkocht en zij dient deze op 3 juni 2022 aan Martinus te leveren, bij gebreke waarvan zij een boete van € 705,00 per dag aan Martinus verschuldigd zal zijn. Martinus verlangt nakoming van de koopovereenkomst en is niet bereid om de levering uit te stellen. Dit maakt dat zij bij haar vordering een spoedeisend belang heeft, aldus Parochie Sint Willibrordus.
3.3.
[gedaagden] . voert verweer. Hij heeft daartoe, samengevat, het volgende aangevoerd. Er is geen grond voor opheffing van het beslag, omdat de vordering van [gedaagden] . niet summierlijk ondeugdelijk is. Tussen partijen is een perfecte mondelinge koopovereenkomst tot stand gekomen, althans heeft Parochie Sint Willibrordus - in de persoon van [bestuurder eiseres] , vertegenwoordiger van Parochie Sint Willibrordus - aan [gedaagden] . zodanige toezeggingen gedaan dat hij het gerechtvaardigd vertrouwen had dat een koopovereenkomst tot stand zou komen. Door partijen is overeenstemming over de essentialia bereikt. Ook al was (de vormgeving van) het object niet volledig vastgesteld, de afspraak is dat [gedaagden] . een perceel zou kunnen kopen dat dezelfde oppervlakte heeft als de door hem gehuurde percelen (‘meters voor meters’). Artikel 7:2 BW is op de transactie van toepassing en Parochie Sint Willibrordus kan zich er als professionele verkoper niet op beroepen dat aan een mondelinge overeenstemming geen rechtsgevolg toekomt, zodat zij gehouden is om de afspraken op schrift te stellen. Het Bisdom Utrecht is akkoord met het sluiten van de overeenkomst met [gedaagden] . in de hiervoor genoemde zin. Het Bisdom Utrecht zou niet met de tussen Parochie Sint Willibrordus en Martinus gesloten koopovereenkomst hebben ingestemd, als zij bekend was met de door Parochie Sint Willibrordus aan [gedaagden] . gedane toezeggingen. Het recht van [gedaagden] . is ouder dan dat van Martinus, althans heeft zijn recht op grond van de redelijkheid en billijkheid een hogere rang. Het afbreken van de onderhandelingen is onaanvaardbaar. Hierbij is ook van belang dat Martinus wist althans behoorde te weten van de afspraken tussen Parochie Sint Willibrordus en [gedaagden] .
Ook op basis van de te maken belangenafweging is er geen grond voor opheffing. De gevolgen van opheffing van het beslag zijn onomkeerbaar, omdat [gedaagden] . na levering hooguit schadevergoeding kan vorderen, terwijl hij zijn tuin wil behouden. Het belang van Parochie Sint Willibrordus is louter financieel en dit wordt ondervangen door de schadevergoedingsplicht van [gedaagden] . indien vast zou komen te staan dat de beslaglegging onrechtmatig is. Levering van de zaken aan Martinus is nog niet nodig, omdat daarop pas in de toekomst projectontwikkeling plaatsvindt en de bodemprocedure zonder nadelig gevolg kan worden afgewacht. [gedaagden] . kan aanspraak maken op huurbescherming (woonruimte) en de procedure daarover moet worden afgewacht. Zijn belangen bij behoud van het beslag wegen zwaarder dan die van Parochie Sint Willibrordus bij opheffing daarvan, aldus [gedaagden] .
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
Het spoedeisend belang van Parochie Sint Willibrordus volgt uit de aard en grondslagen van haar vordering, zodat zij daarin ontvankelijk is.
4.2.
In artikel 705 lid 2 Rv is bepaald dat de opheffing van het beslag wordt uitgesproken indien summierlijk van de ondeugdelijkheid van het door de beslaglegger ingeroepen recht blijkt. Dit brengt mee dat het in de eerste plaats op de weg ligt van degene die de opheffing vordert om met inachtneming van de beperkingen van de voorzieningenprocedure aannemelijk te maken dat de door de beslaglegger gepretendeerde vordering ondeugdelijk is (Hoge Raad 14 juni 1996, ECLI:NL:HR:1996:ZC2105). Uit genoemd artikellid vloeit voort dat opheffing ook kan plaatsvinden op een andere grond dan hiervoor vermeld. De beslissing wordt genomen aan de hand van wat door beide partijen naar voren is gebracht en summierlijk met bewijsmateriaal is onderbouwd. Die beoordeling kan niet geschieden los van de in een zodanig geval vereiste afweging van de wederzijdse belangen, waarbij dient te worden beoordeeld of het belang van de beslaglegger bij handhaving van het beslag op grond van de door deze naar voren gebrachte omstandigheden zwaarder dient te wegen dan het belang van de beslagene bij opheffing van het beslag. Een conservatoir beslag strekt naar zijn aard ertoe om te waarborgen dat, zo een vooralsnog niet vaststaande vordering in de bodemprocedure wordt toegewezen, verhaal mogelijk zal zijn, terwijl de beslaglegger bij afwijzing van de vordering zal kunnen worden aangesproken voor de door het beslag ontstane schade.
4.3.
De voorzieningenrechter is van oordeel dat [gedaagden] . zijn standpunt, dat tussen partijen een perfecte mondelinge koopovereenkomst tot stand is gekomen, tegenover de gemotiveerde stellingen van Parochie Sint Willibrordus onvoldoende heeft onderbouwd, zodat dit niet kan worden aangenomen. [gedaagden] . wijst in dit verband op de overgelegde e-mails van hem aan [bestuurder eiseres] en/of Parochie Sint Willibrordus maar dit betreft eenzijdig opgestelde stukken, waarin bovendien alleen nog maar gesproken wordt over wensen en eventuele bereidheid om te verkopen zonder dat daaruit blijkt van wilsovereenstemming. Daar komt bij dat - zoals ook ter zitting uitgebreid is besproken - het object van de eventuele verkoop nog niet precies was bepaald zodat in elk geval daarover - een essentieel onderdeel van de koopovereenkomst - nog geen wilsovereenstemming kon zijn.
Uit de door [gedaagden] . overgelegde stukken blijkt ook niet van door Parochie Sint Willibrordus aan hem gedane toezeggingen om de bestaande tuin of een ander perceel van 600 m² te mogen kopen. Ook overigens is niet aannemelijk geworden dat dergelijke toezeggingen zijn gedaan. [gedaagden] . heeft enkel gesproken met [bestuurder eiseres] . Ter zitting heeft [bestuurder eiseres] zelf gemotiveerd aangegeven dat hij alleen heeft aangegeven dat hij zijn best zou doen voor [gedaagden] . maar dat hij nimmer een toezegging, laat staan in de hiervoor genoemde zin, heeft gedaan. Daartoe was hij ook niet bevoegd, nog afgezien van het feit dat een toezegging door of namens Parochie Sint Willibrordus alleen gedaan had kunnen worden onder voorwaarde van instemming van het Bisdom Utrecht. Dat laatste is door [gedaagden] . niet betwist. [gedaagden] . heeft aan eventuele uitspraken van [bestuurder eiseres] - wat daar ook van zij - dan ook niet de gerechtvaardigde conclusie kunnen verbinden dat met hem een schriftelijke koopovereenkomst zou worden gesloten door Parochie Sint Willibrordus voor de gehele tuin of een ander perceel van 600 m².
4.4.
Nu niet kan worden aangenomen dat tussen Parochie Sint Willibrordus en [gedaagden] . een koopovereenkomst tot stand is gekomen of dat er toezeggingen zijn gedaan, kan er ook niet vanuit worden gegaan dat [gedaagden] . recht op levering heeft (nog daargelaten dat toezeggingen op zichzelf nog geen recht op levering scheppen). Daar staat tegenover dat Martinus wel een koopovereenkomst met Parochie Sint Willibrordus heeft gesloten. Niet in geschil is dat deze koopovereenkomst ook de instemming van het bisdom heeft.
4.5.
Niet gesteld of aannemelijk geworden is dat de door Parochie Sint Willibrordus en Martinus gesloten koopovereenkomst op zichzelf ongeldig is, zodat moet worden aangenomen dat Martinus (wel) recht heeft op levering. Dat de rechter in een bodemzaak tot een ander oordeel zal komen, acht de voorzieningenrechter niet aannemelijk. Dit betekent dat de vordering tot opheffing van het beslag toewijsbaar is, tenzij de afweging van de wederzijdse belangen van partijen tot een ander oordeel leidt.
4.6.
Het belang van Parochie Sint Willibrordus is erin gelegen dat zij de door haar gesloten koopovereenkomst kan nakomen, zodat zij niet in verzuim raakt en (mogelijk aanzienlijk) financieel nadeel ondervindt. Daartegenover staat het belang van [gedaagden] . om de gehuurde tuingrond te behouden en daarvan eigenaar te worden. De voorzieningenrechter overweegt als volgt. Het mag zo zijn, zoals [gedaagden] . heeft aangevoerd, dat Parochie Sint Willibrordus bij haar vordering slechts een financieel belang heeft, maar hij heeft niet aannemelijk gemaakt dat zijn belang dusdanig anders of verstrekkender is dan zijn belang dat het belang van Parochie Sint Willibrordus daarvoor moet wijken. Het belang van [gedaagden] . is voornamelijk ook financieel van aard. Dat belang is, uitgaande van hetgeen daarover is gesteld in de dagvaarding in de bodemzaak, betrekkelijk gering. De voorzieningenrechter begrijpt dat [gedaagden] . bij de gehuurde tuingrond ook een niet-materieel (‘emotioneel’) belang heeft, hetgeen door Parochie Sint Willibrordus ook niet is betwist, maar deze omstandigheid is op zichzelf in samenhang met de andere omstandigheden onvoldoende om anders te oordelen. Dit geldt ook ten aanzien van de door [gedaagden] . gestelde, evenmin door Parochie Sint Willibrordus betwiste, onomkeerbaarheid van de levering van (een deel van) de onroerende zaken aan Martinus. In dit verband speelt mee dat, ondanks de vele verlengingen van de huurovereenkomsten, sprake bleef van huurovereenkomsten voor bepaalde tijd, die jaarlijks opzegbaar waren, zodat [gedaagden] . - ondanks zijn investeringen in/op betreffende percelen - dan niet langer het genot daarvan zou hebben. Hij wordt geacht dit risico te hebben aanvaard. Dat [gedaagden] . huurbescherming (woonruimte) geniet, acht de voorzieningenrechter - nu het niet gaat om woonruimte maar enkel om een stuk tuin - niet aannemelijk. Bovendien is [gedaagden] . in de gelegenheid gesteld om een deel van het gehuurde te kopen, waarmee hij een deel van de tuin kan behouden.
4.7.
Het voorgaande leidt ertoe dat de vordering tot opheffing van het beslag wordt toegewezen. [gedaagden] . zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van Parochie Sint Willibrordus worden begroot op:
- betekening oproeping € 125,03
- griffierecht € 676,00
- salaris advocaat
€ 1.016,00
Totaal € 1.817,03

5.De beslissing

De voorzieningenrechter
5.1.
heft op het op 17 mei 2022 ten laste van Parochie Sint Willibrordus op de onroerende zaken plaatselijk bekend [adres] en kadastraal bekend Gemeente [woonplaats] sectie B, nummers [perceelnummer] , [perceelnummer] , [perceelnummer] en [perceelnummer] gelegde conservatoir beslag tot levering,
5.2.
veroordeelt [gedaagden] . in de proceskosten, aan de zijde van Parochie Sint Willibrordus tot op heden begroot op € 1.817,03, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over dit bedrag met ingang van de vijftiende dag na betekening van dit vonnis tot de dag van volledige betaling,
5.3.
veroordeelt [gedaagden] . in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op € 163,00 aan salaris advocaat, te vermeerderen, onder de voorwaarde dat [gedaagden] . niet binnen 14 dagen na aanschrijving aan het vonnis heeft voldaan en er vervolgens betekening van de uitspraak heeft plaatsgevonden, met een bedrag van € 85,00 aan salaris advocaat en de explootkosten van betekening van de uitspraak, en te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over de nakosten met ingang van de vijftiende dag na de betekening van dit vonnis tot de dag van volledige betaling,
5.4.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. D.T. Boks en in het openbaar uitgesproken op 1 juni 2022. De feiten en de motivering waarop de beslissing steunt, zijn afzonderlijk vastgelegd op 14 juni 2022.