Uitspraak
1.De procedure
2.De feiten
€ 10.089,23. De facturen zien op werkzaamheden aan voertuigen in de periode 2 maart 2021 tot en met 14 mei 2021. Negen facturen zien op werkzaamheden die hebben plaatsgevonden voor datum faillissement. Twee facturen zien op werkzaamheden die [eiser] heeft verricht na datum faillissement: op 29 april 2021 aan een Renault Master, welk voertuig in eigendom toebehoort aan de lease maatschappij en op 14 mei 2021 aan de Mercedes Sprinter, welke voertuig eigendom is van [aandeelhouder distributiebedrijf] (enig aandeelhouder van [distributiebedrijf] , van welke vennootschap [gedaagde] bestuurder is).
3.Het geschil
€ 10.089,23, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf 28 dagen na factuurdatum tot aan de dag der algehele voldoening, alsmede tot betaling van € 875,89 aan buitengerechtelijke incassokosten, te vermeerderen met de wettelijk rente vanaf de dag der dagvaarding, met veroordeling van [gedaagde] in de kosten van deze procedure, de nakosten daaronder begrepen.
4.De beoordeling
(€ 102,52 voor explootkosten, € 514,00 voor griffierecht en € 746,00 voor salaris gemachtigde). De gevorderde nakosten zullen worden begroot op een bedrag van € 124,00 zijnde een half salarispunt van het toe te wijzen salaris van de gemachtigde met een maximum van € 124,00, te vermeerderen, indien betekening van het vonnis heeft plaatsgevonden, met de explootkosten van betekening van het vonnis.
5.De beslissing
,te vermeerderen, indien betekening van het vonnis heeft plaatsgevonden, met de explootkosten van betekening van het vonnis;