Uitspraak
RECHTBANK GELDERLAND
1.De procedure
- het tussenvonnis van 19 januari 2022;
- de akte na tussenvonnis met vermeerdering van eis van [eiser];
- de akte na tussenvonnis van [gedaagde];
- de antwoordakte van [eiser];
- de antwoordakte van [gedaagde].
Rechtbank Gelderland
In deze civiele zaak, behandeld door de Rechtbank Gelderland, is op 25 mei 2022 een eindvonnis uitgesproken in een geschil tussen eiser en gedaagde over een aannemingsovereenkomst. Eiser, vertegenwoordigd door advocaat mr. F.M. Aarts, vorderde schadevergoeding van gedaagde, vertegenwoordigd door advocaat mr. D. Kotterman, vanwege gebreken aan de dakconstructie en de aanwezigheid van asbest. De rechtbank heeft het verloop van de procedure uiteengezet, inclusief eerdere tussenvonnissen en de akten van beide partijen. Eiser heeft zijn eis vermeerderd en de rechtbank heeft deze vermeerdering geaccepteerd.
De rechtbank heeft vastgesteld dat gedaagde een houten schuifpui heeft geplaatst in plaats van de overeengekomen kunststof schuifpui, wat heeft geleid tot een schadevergoeding. Eiser heeft ook schadevergoeding gevorderd voor de gestegen bouwkosten, maar de rechtbank heeft geoordeeld dat deze kosten niet in aanmerking kunnen worden genomen bij de schadevergoeding. De rechtbank heeft de voordelen van de asbestverwijdering door gedaagde in rekening gebracht bij de schadevergoeding, en heeft de uiteindelijke schadevergoeding vastgesteld op € 44.442,71, vermeerderd met wettelijke rente.
Daarnaast zijn de kosten voor rapportages en buitengerechtelijke kosten toegewezen aan eiser, evenals de proceskosten die gedaagde moet vergoeden. De rechtbank heeft de vorderingen van eiser grotendeels toegewezen en gedaagde in het ongelijk gesteld, met de verplichting om de kosten binnen veertien dagen te voldoen. Het vonnis is openbaar uitgesproken door de rolrechter.