Uitspraak
RECHTBANK GELDERLAND
1.De procedure
- het tussenvonnis van 21 juli 2021;
- het verkorte proces-verbaal van de mondelinge behandeling van 7 december 2021;
- de conclusie van antwoord in reconventie tevens spreekaantekeningen van [eisende partij] ;
- de spreekaantekeningen van [gedaagde partij] ;
- de akte uitlaten van [gedaagde partij] van 19 januari 2022,
- het rolbericht van 2 februari 2022 van [eisende partij] , waarin hij verzoekt een akte te mogen nemen,
- het rolbericht van 2 februari 2022 van [gedaagde partij] met het verzoek om vonnis te wijzen,
- de beslissing van de rolrechter van 2 februari 2022, waarbij [eisende partij] niet is toegestaan de verzochte akte te nemen.
2.De feiten
Conform afspraak zenden wij u de digitale versie van de door u en de wederpartij getekende koopakte inzake voornoemd onroerend goed[…]
. We hebben deze akte ook naar de notaris gezonden voor de verdere voorbereiding van de overdracht. Inmiddels is een aanbetaling gedaan van 50.000 op de bankrekening van de heer [gedaagde partij] , de verkoper, waarmee de afspraak is gemaakt dat koper dan ook over het pand kan beschikken sinds 22-05-2020.
NADERE OMSCHRIJVING VERKOCHTE
aan overdrachtsbelasting is derhalve verschuldigd zes procent (6%) van
Feitelijke staat van het Verkochte
OMSCHRIJVING REGISTERGOED
zijnde aan partijen genoegzaam bekend zodat zij geen nadere omschrijving verlangen.[…]
Feitelijke staat van het Verkochte
omdat geen sprake is van woonhuis met aanhorigheid”.In dat e-mailbericht staat onder meer:
Terzake van de heffing van 6% overdrachtsbelasting verwijs is ook naar mijn e-mail van 6 juli 2020.”
6.3 De onroerende zaak zal bij de eigendomsoverdracht de feitelijke eigenschappen bezitten die nodig zijn voor een normaal gebruik als:Huis en het creëren van een studio.”
OMSCHRIJVING REGISTERGOED
Geachte heer [eisende partij] ,
hebt voldaan, hebben we afgesproken dat er spoedig transport zou plaatsvinden en dat u alvast het pand in gebruik kon nemen en aanvaardde zoals het er stond waarbij u ook de kosten van de energie- en waterlasten vanaf dat moment (mei 2020) zou dragen en zelf zorg zou dragen voor de aanmelding bij een leverancier.
Met verbazing heb ik kennis genomen van uw schrijven inzake een mogelijk voornemen tot ontbinding van de koopovereenkomst inzake het pand[…]
Helaas is er daarna vertraging opgetreden in de overdracht, zo zat ik al eens bij de [notariskantoor sub A] in [gemeente] , en heb ik daar ook een volmacht afgegeven, maar u wilde dat toen liever niet laten doorgaan omdat er zaken waren waarmee u nog niet wilde instemmen en u wilde geen volmacht afgeven. En daarna is de overdracht daar niet meer doorgegaan.
toen op basis van uw inzichten niet door ging.
4.De beoordeling
artikel 4 Eigendomsoverdracht
artikel 4 Eigendomsoverdracht
“pand met bestemming detailhandel, voorheen supermarkt, waarbij gebruik als galerie met verkoop mogelijk is”te verwijderen en in plaats daarvan te vermelden
“Woning”.Het volgende is daartoe redengevend.
Model koopovereenkomst voor bedrijfs-onroerend goed (model 2014)”
.Dat duidt erop dat het gaat om de verkoop van een bedrijfsruimte in plaats van een woning. Verder volgt uit het e-mailbericht van [verkoopmakelaar] van 23 mei 2020 dat de door partijen ondertekende koopovereenkomst toen is toegestuurd aan partijen en aan [notariskantoor sub A] ten behoeve van de geplande overdracht op 8 juni 2020. Die overdrachtsdatum is ook vermeld in de door [gedaagde partij] overgelegde koopovereenkomst, terwijl in de door [eisende partij] overgelegde koopovereenkomst staat dat de akte van levering zal worden gepasseerd op een nader overeen te komen datum. Verder is in de door [notariskantoor sub A] opgestelde concept leveringsakte, met als leveringsdatum 8 juni 2020, artikel 6.3. uit de koopovereenkomst geciteerd, waarin staat
“pand met bestemming detailhandel, voorheen supermarkt, waarbij gebruik als galerie met verkoop mogelijk is”, zoals ook is opgenomen in de door [gedaagde partij] overgelegde koopovereenkomst (weergegeven onder 4.3). De bewering van [eisende partij] dat de makelaar de koopovereenkomst heeft aangepast, acht de rechtbank niet geloofwaardig. De makelaar, de heer [makelaar] die ter mondelinge behandeling aanwezig was, heeft dat betwist en heeft verklaard dat de onroerende zaak nooit als woning is aangeboden en dat de door [gedaagde partij] overgelegde overeenkomst de oorspronkelijke door partijen ondertekende overeenkomst is. [eisende partij] heeft ook geen feiten of omstandigheden aangevoerd waarom de makelaar redenen zou hebben voor de aanpassing van de koopovereenkomst en die zijn ook niet gebleken. Verder heeft [eisende partij] geen verklaring gegeven voor het feit dat in de door hem overgelegde koopovereenkomst onder artikel 5 is vermeld dat hij op 22 mei 2020 een aanbetaling aan [gedaagde partij] heeft verricht, terwijl hij de overeenkomst al op 20 mei 2020 heeft ondertekend. Dit lijkt informatie waarover partijen nog niet beschikten ten tijde van de ondertekening en die later is toegevoegd. Vreemd is ook dat verschillende notarissen in de periode van juni tot en met oktober 2020 naar eigen zeggen van [eisende partij] weigerden om 2% aan overdrachtsbelasting te hanteren. Dit valt niet te rijmen met het feit dat de koopovereenkomst volgens [eisende partij] de bestemming ‘
woning’ vermeldde. Bovendien hebben de andere door [eisende partij] ingeschakelde notarissen, [notariskantoor sub B] en [notariskantoor sub C] , van hem weer een andere versie van de koopovereenkomst ontvangen, waarin in artikel 6.3 is vermeld dat het gaat om het normaal gebruik als “
huis en het creëren van een studio”.Ook hiervoor heeft [eisende partij] geen geloofwaardige verklaring gegeven.
Artikel 18 Nadere afsprakenKoper verklaart ermee bekend te zijn dat verkoper een persoonlijk gebruiksrecht heeft verleend aan de vorige eigenaar en huidige buurman, de [familie] , voor de duur dat deze wonen aan [adres] om de garage en een klein deel van het perceel te blijven gebruiken om niet.”
kopie gebruiksrecht”. Ook heeft [eisende partij] ter zitting toegelicht dat hij het gebruik van de garage bewust uit de concept koopovereenkomst heeft verwijderd. In het licht van het voorgaande en de gemotiveerde betwisting van [gedaagde partij] , heeft [eisende partij] onvoldoende onderbouwd en toegelicht dat hij niet bekend was met het gebruiksrecht. Dat het gebruiksrecht niet terugkomt in latere versies van en/of in de uiteindelijke koopovereenkomst, zoals [eisende partij] stelt, is daartoe onvoldoende. Dit doet immers niet af aan de kennis die [eisende partij] op dit punt al had verkregen. Het voorgaande betekent dat niet is komen vaststaan dat [gedaagde partij] het gebruiksrecht heeft verzwegen. Voor bewijslevering is geen plaats.
adres” is geschreven. [eisende partij] heeft ter zitting verklaard dat dit zijn handschrift is en dat hij deze opmerkingen heeft geplaatst. Voornoemd post- en e-mailadres zijn ook in de tussen partijen tot stand gekomen koopovereenkomst en de door [eisende partij] in de procedure gebrachte koopovereenkomsten en leveringsaktes vermeld. [gedaagde partij] heeft bij voormelde akte als productie 21 een e-mailbericht overgelegd van 20 november 2020, met als bijlage de ingebrekestelling van 19 november 2020, dat naar voormeld e-mailadres is gezonden. [gedaagde partij] wijst erop dat het betreffende e-mailadres door [eisende partij] ook is gebruikt bij recente contacten tussen partijen en met derden. Hij verwijst naar correspondentie tussen partijen van 29 juli 2020 (productie 23 bij voormelde akte) en correspondentie van [eisende partij] met [notariskantoor sub B] (productie 10 bij conclusie van antwoord).
5.De beslissing
1 juni 2022voor het nemen van een akte door [gedaagde partij] over hetgeen is vermeld onder 4.32, waarna de wederpartij op de rol van twee weken daarna een antwoordakte kan nemen,