ECLI:NL:RBGEL:2022:2146

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
28 januari 2022
Publicatiedatum
25 april 2022
Zaaknummer
9414656 \ CV EXPL 21-2392
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling uit advertentieovereenkomst met een kleine ondernemer en de toepassing van consumentenbescherming

In deze zaak vordert Nederland Bruist B.V. betaling van een bedrag van € 3.511,12 van de gedaagde partij, die als eenmanszaak is ingeschreven. De vordering is gebaseerd op een advertentieovereenkomst die op 13 maart 2020 is gesloten, waarbij de gedaagde partij maandelijks een bedrag van € 100,- exclusief btw verschuldigd was. De gedaagde heeft de overeenkomst op 16 maart 2020 willen annuleren, maar Nederland Bruist heeft hieraan geen medewerking verleend. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de gedaagde partij niet als consument kan worden aangemerkt, omdat zij handelde voor doeleinden binnen haar bedrijfsactiviteit. De beschermende bepalingen van het consumentenrecht zijn daarom niet van toepassing. De kantonrechter oordeelt dat de overeenkomst in stand blijft en dat de gedaagde partij de volledige contractsom verschuldigd is, inclusief wettelijke handelsrente en buitengerechtelijke incassokosten. De gedaagde partij wordt veroordeeld in de proceskosten, die zijn begroot op € 1.030,61. De beslissing is uitvoerbaar bij voorraad.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANK GELDERLAND
Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Nijmegen
zaakgegevens 9414656 \ CV EXPL 21-2392 \ 50749
uitspraak van
vonnis
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
Nederland Bruist B.V.
gevestigd te Breda
eisende partij
gemachtigde Deurwaarderskantoor Van Dongen & Partners
tegen
[gedaagde partij]
wonende te [woonplaats]
gedaagde partij
gemachtigde G.A.J. Radstaat
Partijen worden hierna Nederland Bruist en [gedaagde partij] genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 3 september 2021 en de daarin genoemde processtukken;
- de brief van 6 december 2021 van Nederland Bruist met aanvullende producties;
- de mondelinge behandeling van 16 december 2021.

2.De feiten

2.1.
[gedaagde partij] staat sinds 1 januari 2016 in het handelsregister als eenmanszaak ingeschreven onder de naam [eenmanszaak] .
2.2.
Nederland Bruist heeft op 13 maart 2020 met [gedaagde partij] een overeenkomst gesloten met betrekking tot het plaatsen van advertenties in het magazine van Nederland Bruist, editie Nijmegen. In de overeenkomst staat dat [gedaagde partij] maandelijks een bedrag van € 100,- exclusief btw aan Nederland Bruist verschuldigd is, te vermeerderen met eenmalige opmaakkosten van € 75,- exclusief btw.
2.3.
Op de overeenkomst zijn de algemene voorwaarden van Nederland Bruist van toepassing. In de algemene voorwaarden staat dat [gedaagde partij] advertentiemateriaal aan Nederland Bruist dient aan te leveren. Verder staat in de algemene voorwaarden:
Artikel 10 Annulering
1) Annulering van een advertentiecontract kan niet kosteloos geschieden na ondertekening van het contract.
2) Indien de opdrachtgever het contract wil annuleren voordat de eerste advertentie is geplaatst is de uitgever gerechtigd om75% van het gehele contract in rekening te brengen bij de opdrachtgever, welke kosten de opdrachtgever binnen 2 dagen na ontvangst van de factuur dient te voldoen aan de uitgever. Indien de opdrachtgever deze kosten niet tijdig voldoet is de uitgever gerechtigd om het overige deel van 25% van het contract alsnog in rekening te brengen bij opdrachtgever.
3) Bij het niet aanleveren van advertentiemateriaal of niet tijdig betalen van de facturen is de uitgever gerechtigd om het volledige contract /de resterende plaatsingen ineens en geheel in rekening te brengen bij de opdrachtgever, welke kosten de opdrachtgever binnen 2 dagen na ontvangst van de factuur dient te voldoen aan de uitgever.
4) De in lid 2 en lid 3 genoemde termijn geldt als een fatale termijn. Indien niet binnen deze termijn het volledige bedrag is voldaan is de opdrachtgever van rechtswege in verzuim en is de opdrachtgever vanaf de vervaldatum de wettelijke handelsrente verschuldigd over het openstaand bedrag. Bij het uitblijven van betaling zal de vordering uit handen gegeven worden aan het incassobureau. Alle kosten die daarmee gepaard gaan komen voor rekening van de opdrachtgever, waarbij deze kosten op minimaal 15% van de verschuldigde hoofdsom, vermeerderd met de handelsrente worden gesteld.
2.4.
[gedaagde partij] heeft op 16 maart 2020 aan Nederland Bruist laten weten dat zij de overeenkomst wenst te annuleren. Nederland Bruist heeft daaraan geen medewerking willen verlenen. Wel heeft Nederland Bruist op 16 juni 2020 en 12 november 2020 aan [gedaagde partij] aangeboden de contractsom af te kopen tegen 75%. [gedaagde partij] heeft dat aanbod afgewezen. [gedaagde partij] heeft evenmin advertentiemateriaal aangeleverd.
2.5.
Bij factuur van 11 januari 2021 heeft Nederland Bruist de volledige contractsom van € 2.994,75 bij [gedaagde partij] in rekening gebracht.

3.De vordering en het verweer

3.1.
Nederland Bruist vordert dat de kantonrechter, zoveel mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, [gedaagde partij] veroordeelt tot betaling van een bedrag van € 3.511,12. Dit bedrag is opgebouwd uit een hoofdsom van € 2.994,75, een bedrag aan wettelijke handelsrente tot en met 12 augustus 2020 van € 91,89 en een bedrag aan buitengerechtelijke incassokosten van € 424,48. Ook vordert Nederland Bruist de wettelijke handelsrente over € 2.994,75 vanaf de dag van de dagvaarding tot de dag van algehele voldoening en veroordeling van [gedaagde partij] in de proceskosten.
3.2.
Nederland Bruist heeft het volgende aan haar vordering ten grondslag gelegd. [gedaagde partij] is tekort geschoten in de nakoming van haar verplichtingen voortvloeiend uit de gesloten overeenkomst. Nadat [gedaagde partij] ondanks aanmaningen de maandfacturen niet betaalde en ook geen advertentiemateriaal aanleverde, is op grond van de algemene voorwaarden de volledige contractsom opeisbaar geworden. [gedaagde partij] heeft de factuur van 11 januari 2021 niet betaald en is dan ook in verzuim. Nederland Bruist heeft haar incassogemachtigde ingeschakeld. Hierdoor is [gedaagde partij] ook buitengerechtelijke incassokosten verschuldigd.
3.3.
[gedaagde partij] heeft het volgende als verweer aangevoerd. Bij het ondertekenen van de overeenkomst voelde [gedaagde partij] zich onder druk gezet. Zij heeft zich door de verkoper van Nederland Bruist laten overhalen. [gedaagde partij] heeft de overeenkomst dan ook willen annuleren, maar dit bleek niet mogelijk. Weliswaar staat [gedaagde partij] in het handelsregister ingeschreven als eenmanszaak, maar zij drijft niet daadwerkelijk een onderneming. [gedaagde partij] geniet om die reden de wettelijke consumentenbescherming. Nederland Bruist is zelf tekort geschoten, omdat zij de eerste advertentiemogelijkheid eenzijdig verschoof naar de volgende maand, aldus [gedaagde partij] .

4.De beoordeling

4.1.
Vaststaat dat tussen partijen een advertentieovereenkomst tot stand is gekomen en dat de algemene voorwaarden van Nederland Bruist daarop van toepassing zijn. Volgens [gedaagde partij] kan de overeenkomst echter niet in stand blijven omdat (i) beschermende wettelijke bepalingen voor overeenkomsten tussen handelaren en consumenten van toepassing zijn en (ii) zij de overeenkomst onder druk is aangegaan.
4.2.
De kantonrechter overweegt als volgt. Niet in geschil is dat [gedaagde partij] bij het aangaan van de overeenkomst handelde voor doeleinden binnen haar bedrijfs- of beroepsactiviteit. [gedaagde partij] ging de overeenkomst dus niet aan als consument in de zin van afdeling 6.5.2B Burgerlijk Wetboek (BW). Daarmee zijn de beschermende bepalingen van die afdeling op de overeenkomst niet van toepassing. Dat de eenmanszaak van [gedaagde partij] niet tot nauwelijks bedrijfsactiviteiten heeft gehad, zoals [gedaagde partij] stelt, speelt daarbij geen rol. Ook het beroep dat [gedaagde partij] doet op de zogenoemde reflexwerking voor kleine ondernemers kan niet slagen. De Hoge Raad heeft in 2016 (ECLI:NL:HR:2016:996) geoordeeld dat er geen reflexwerking toekomt aan de Colportagewet en de daarvoor in de plaats gekomen afdeling 6.5.2B BW.
4.3.
Het verweer van [gedaagde partij] dat zij de overeenkomst onder druk is aangegaan, kan evenmin tot het afwijzing van de vordering leiden. Hetgeen [gedaagde partij] daartoe heeft gesteld is met onvoldoende concrete feiten onderbouwd. De enkele omstandigheid dat [gedaagde partij] druk heeft ervaren om de overeenkomst te ondertekenen, kwalificeert ook niet als misbruik van omstandigheden in de zin van artikel 3:44 BW. Weliswaar was [gedaagde partij] een onervaren zelfstandig ondernemer, maar niet is gebleken dat Nederland Bruist wist of moest begrijpen dat zij [gedaagde partij] behoorde te weerhouden van het sluiten van de overeenkomst. De advertentieovereenkomst is eenvoudig en overzichtelijk van opzet. Voor het aangaan van een dergelijke overeenkomst was geen bijzondere ervaring vereist en bij [gedaagde partij] kon over de verplichtingen die zij aanging geen onduidelijkheid bestaan. Dat [gedaagde partij] spijt kreeg komt, hoe vervelend ook, voor haar rekening en risico.
4.4.
Dat plaatsing van de eerste advertentie door Nederland Bruist werd verschoven naar de eerstvolgende uitgave, is niet als tekortkoming van Nederland Bruist aan te merken. Plaatsing in de uitgave van april 2020 bleek te kort dag en Nederland Bruist beschikte niet over het benodigde advertentiemateriaal. [gedaagde partij] heeft ook nadien nimmer advertentiemateriaal aangeleverd.
4.5.
Uit het voorgaande volgt dat de overeenkomt in stand blijft en [gedaagde partij] aan Nederland Bruist de volledige contractsom van € 2.994,75, zoals op 11 januari 2021 in rekening gebracht, is verschuldigd.
4.6.
De door Nederland Bruist gevorderde wettelijke handelsrente is door [gedaagde partij] niet betwist en zal worden toegewezen. Het gevorderde bedrag aan buitengerechtelijke incassokosten komt overeen met het in het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten bepaalde tarief en zal eveneens worden toegewezen.
4.7.
Omdat [gedaagde partij] in het ongelijk wordt gesteld, zal zij worden veroordeeld in de proceskosten. De proceskosten worden als volgt begroot:
- dagvaarding
87,61
- griffierecht
507,00
- salaris gemachtigde
436,00
(2 punten x tarief € 218,00)
totaal
1.030,61

5.De beslissing

De kantonrechter
5.1.
veroordeelt [gedaagde partij] tot betaling aan Nederland Bruist van een bedrag van € 3.511,12, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente over € 2.994,75 vanaf 12 augustus 2021 tot aan de dag van algehele voldoening;
5.2.
veroordeelt [gedaagde partij] in de proceskosten, tot deze uitspraak aan de kant van Nederland Bruist begroot op € 1.030,61;
5.3.
verklaart deze veroordeling uitvoerbaar bij voorraad;
5.4.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door de kantonrechter mr. G. Hilberink en in het openbaar uitgesproken op