In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 14 april 2022 een beschikking gegeven met betrekking tot de benoeming van een vereffenaar voor de nalatenschap van een overleden persoon, hierna aangeduid als erflaatster. De erflaatster is overleden zonder testament, waardoor het Nederlands erfrecht van toepassing is. De wettelijk erfgenamen, bestaande uit haar ouders, broer en zussen, hebben de nalatenschap verworpen, waardoor de belanghebbenden, (achter)neven en (achter)nichten, door plaatsvervulling erfgenamen zijn geworden.
Verzoekster, die schuldeiser is van de nalatenschap, heeft de rechtbank verzocht om een vereffenaar te benoemen. Tijdens de mondelinge behandeling op 21 maart 2022 is het verzoek toegelicht. De rechtbank heeft vastgesteld dat de erfgenamen niet aan hun verplichtingen voldoen om de nalatenschap te vereffenen, wat leidt tot ernstige tekortkomingen in de afwikkeling van de nalatenschap. De rechtbank oordeelt dat verzoekster als belanghebbende kan worden aangemerkt op basis van artikel 4:203 lid 1 BW, en dat het verzoek tot benoeming van een vereffenaar moet worden toegewezen.
De rechtbank heeft de proceskosten gecompenseerd, wat betekent dat elke partij zijn eigen kosten moet dragen. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en de rechtbank heeft de griffier opgedragen om de benoeming van de vereffenaar in het boedelregister in te schrijven en bekend te maken in de Staatscourant. Deze beschikking is openbaar uitgesproken door mr. D. Vergunst.