ECLI:NL:RBGEL:2022:1760

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
6 april 2022
Publicatiedatum
7 april 2022
Zaaknummer
C/05/392415 / HZ ZA 21-292
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Aansprakelijkheid van vervoerder bij tekortkomingen in de uitvoering van een vervoersovereenkomst

In deze zaak vordert B&DC B.V. dat de rechtbank Red Je Pakketje B.V. gebiedt om alle beschikbare informatie over het klantenbestand van B&DC te verstrekken en dat Red Je Pakketje aansprakelijk wordt gesteld voor de schade die B&DC heeft geleden door tekortkomingen in de uitvoering van de vervoersovereenkomst. B&DC heeft Red Je Pakketje ingeschakeld voor de bezorging van maaltijdboxen, maar heeft ernstige klachten ontvangen van klanten over de bezorging, waaronder te late leveringen en beschadigde producten. B&DC stelt dat Red Je Pakketje roekeloos heeft gehandeld en dat de aansprakelijkheidsbeperkingen in de algemene voorwaarden niet van toepassing zijn. De rechtbank oordeelt dat Red Je Pakketje in haar verplichtingen tekort is geschoten, maar dat de aansprakelijkheid beperkt is tot € 3,40 per kilogram vervoerd gewicht. De rechtbank houdt de zaak aan voor verdere informatie over de omvang van de schade. In reconventie vordert Red Je Pakketje betaling van openstaande facturen door B&DC, die zich beroept op opschorting van betaling. De rechtbank oordeelt dat B&DC in verzuim is geraakt en dat de vordering van Red Je Pakketje toewijsbaar is.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK GELDERLAND

Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Zutphen
zaaknummer / rolnummer: C/05/392415 / HZ ZA 21-292
Vonnis van 6 april 2022
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
B&DC B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
eiseres in conventie,
verweerster in reconventie,
advocaten mrs. J. Mouthaan en L.D.M. Dingemans te Amsterdam,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
RED JE PAKKETJE B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
gedaagde in conventie,
eiseres in reconventie,
advocaten mr. A.E. Mulder en R. Davans te Ede.
Partijen zullen hierna B&DC en Red Je Pakketje worden genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het tussenvonnis van 3 november 2021
  • de akte aanvullende informatie van B&DC van 17 januari 2022
  • het proces-verbaal van mondelinge behandeling van 17 januari 2022
  • de e-mail van mr. Van Benten van 31 januari 2022 waarin hij namens B&DC meedeelt dat partijen geen minnelijke regeling hebben getroffen en vonnis vraagt
  • de akte na mondelinge behandeling van Red Je Pakketje van 2 februari 2022 waarin zij meedeelt dat partijen geen schikking hebben bereikt en vonnis vraagt.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
Red Je Pakketje oefent een pakketbezorgdienst uit.
2.2.
B&DC richt zich op de verkoop van verse maaltijdboxen via de online markt. Via een aantal websites kunnen klanten maaltijdboxen bestellen. De boxen worden vervolgens bij de klant thuis bezorgd.
2.3.
Vanaf haar oprichting in 2015 heeft B&DC de bezorging van de maaltijdboxen uitbesteed aan een vervoerder. Van november 2015 tot en met december 2019 was dat PostNL.
2.4.
In het najaar van 2019 besloot B&DC over te stappen naar een andere pakketbezorgingsdienst. B&DC is met een aantal andere bezorgdiensten in gesprek gegaan over hun dienstverlening, waaronder Red Je Pakketje.
2.5.
Partijen werden het erover eens dat Red Je Pakketje de nieuwe vervoerder van B&DC zou worden. Zij hebben overleg gevoerd over de invulling van hun samenwerking.
2.6.
Bij e-mails van 11 en 13 december 2019 heeft Red Je Pakketje een model raamovereenkomst, een model verwerkersovereenkomst en haar algemene voorwaarden aan B&DC gestuurd (producties 1-3 bij dagvaarding; hierna tezamen: Concept Raamovereenkomst 1). De concept-raamovereenkomst bevatte de voorwaarden waaronder Red Je Pakketje bereid was haar diensten te verrichten. In de algemene voorwaarden is onder meer het volgende bepaald:
“(…)
Artikel 14. Aansprakelijkheid
(…)
5. Indien Vervoerder aansprakelijk mocht zijn voor enigerlei schade, dan is de aansprakelijkheid van Vervoerder beperkt tot maximaal € 250,00 per zending. Hierbij wordt uitgegaan van de marktwaarde van het geleverde.
(…)”
2.7.
Bij e-mail van 12 december 2019 (productie 3 bij antwoord) heeft Red Je Pakketje aan B&DC een overzicht van haar tarieven gestuurd.
2.8.
Bij e-mail van 13 december 2019 (productie 4 bij antwoord) heeft B&DC Red Je Pakketje bedankt voor het toesturen van de SLA en raamovereenkomst en heeft zij meegedeeld dat zij nog een aanpassing heeft in de raamovereenkomst, namelijk dat indexering per 1 januari 2021 moet plaatsvinden in plaats van per 1 januari 2020.
2.9.
Bij e-mail van 17 december 2019 (productie 5 bij dagvaarding) heeft B&DC een Service Level Agreement (hierna: SLA) – met daarin bepalingen over het servicelevel (percentage pakketten dat binnen een bepaald tijdvak wordt afgeleverd), meetmomenten, boetes en norm voor klanttevredenheid – aan Red Je Pakketje gestuurd ter opname in Concept Raamovereenkomst 1.
2.10.
Bij e-mail van 18 december 2019 (productie 23 bij dagvaarding) heeft Red Je Pakketje aan B&DC onder meer geschreven:
“(…)
Zoals in de vorige mail ook al beschreven stond zijn er drie mogelijkheden om pakketten aan te melden:
- Handmatig
- CSV-bestand
- API-koppeling
(…)
Cut-off: 13:00
De cut-off tijd is de tijd tot wanneer je pakketten kunt aanmelden die dezelfde dag bezorgd zullen worden. Indien er een pakket na de cut-off tijd wordt aangemeld, zal deze automatisch op de volgende dag gezet worden.(…)”
2.11.
Bij e-mail van 20 december 2019 (productie 8 bij dagvaarding) heeft Red Je Pakketje de door B&DC voorgestelde SLA (zie 2.9) afgewezen. Red Je Pakketje heeft een aangepaste model raamovereenkomst, aangepaste algemene voorwaarden en een aangepaste SLA alsmede een tarievenlijst (productie 6 bij dagvaarding; hierna samen: Concept Raamovereenkomst 2) aan B&DC gestuurd.
2.12.
B&DC heeft de door Red Je Pakketje doorgevoerde wijzigingen in Concept Raamovereenkomst 2 niet geaccepteerd. De beide Concept Raamovereenkomsten hebben eind december 2019 dan ook niet tot een ondertekende finale overeenkomst geleid. Desondanks zijn partijen met elkaar gaan samenwerken.
2.13.
Op 6 januari 2020 heeft Red Je Pakketje de eerste zendingen voor B&DC bezorgd.
Bij een aantal van die zendingen is een sorteerfout gemaakt, waardoor de pakketten naar een verkeerd distributiecentrum van Red Je Pakketje zijn gestuurd en als gevolg daarvan niet tijdig aan de chauffeur op de ingeplande route konden worden meegegeven. Red Je Pakketje heeft B&DC diezelfde dag per e-mail een overzicht gestuurd van de betreffende zendingen (productie 9 bij dagvaarding). Red Je Pakketje heeft zich bij de betreffende klanten geëxcuseerd (productie 10 bij dagvaarding) en de volgende dag de pakketten alsnog bij hen bezorgd.
2.14.
Bij e-mail van 14 januari 2020 (productie 11 bij dagvaarding) heeft Red Je Pakketje B&DC geïnformeerd over 39 maaltijdboxen die zijn bezorgd na 22.00 uur.
2.15.
Bij e-mail van 21 januari 2020 (productie 12 bij dagvaarding) heeft Red Je Pakketje een overzicht gestuurd van zendingen die door tijdnood niet zijn geleverd.
2.16.
Bij e-mail van 29 januari 2020 (productie 13 bij dagvaarding) heeft Red Je Pakketje aan B&DC excuses aangeboden voor het feit dat een derde van de zendingen niet is geleverd, met daarbij een overzicht van wat er is misgegaan. In dat overzicht staat “sorteerfout” vermeld als belangrijkste oorzaak.
2.17.
Bij e-mail van diezelfde dag (productie 14 bij dagvaarding) heeft B&DC aan Red Je Pakketje een terugkoppeling gegeven van feedback van klanten over de dienstverlening van Red Je Pakketje. Volgens die e-mail zijn vaste klanten van plan te stoppen omdat zij veel klachten hebben over de dienstverlening. De klachten hebben betrekking op bezorging na 22.00 uur en kapotte of beschadigde producten. B&DC heeft in de e-mail benadrukt dat het fijn zou zijn als de verspakketten tot en met 21.00 uur zouden worden ingepland, zodat wanneer er vertraging is de maaltijdbox niet pas om 23.00 uur wordt bezorgd.
2.18.
Bij e-mail van 4 februari 2020 (productie 15 bij dagvaarding) heeft B&DC aan Red Je Pakketje gevraagd om telefonisch contact te hebben over de resultaten van de vorige dag, de ervaringen op de klantenservice van Red Je Pakketje, wat na 22.00 uur is bezorgd, wat gaat worden nageleverd en aanpassingen in het proces.
2.19.
Bij e-mail van 12 februari 2020 (productie 16 bij dagvaarding) heeft B&DC aan Red Je Pakketje kort gezegd geschreven dat geen haalbare routes worden gecalculeerd, waardoor de meeste routes met een uur uitlopen. De cijfers zijn sinds de start van de bezorging door Red Je Pakketje allesbehalve positief, aldus de mail. B&DC heeft Red Je Pakketje in de e-mail opgeroepen de “basics” te “fixen” en te leveren tussen 18.00 uur en 22.00 uur met de focus op kwaliteit.
2.20.
Op 13 februari 2020 hebben vertegenwoordigers van B&DC en Red Je Pakketje de dienstverlening van Red Je Pakketje tot dan toe geëvalueerd. B&DC heeft aan Red Je Pakketje laten weten dat zij zeer ontevreden is over de samenwerking.
2.21.
Bij e-mail van diezelfde datum (productie 17 bij dagvaarding) heeft Red Je Pakketje de samenwerking beëindigd. Red Je Pakketje heeft hierbij laten weten dat zij in week 11 de laatste zendingen voor B&DC zal verzorgen.
2.22.
Volgens het door Red Je Pakketje als productie 7 bij antwoord overgelegde overzicht heeft B&DC 4.914 zendingen bij Red Je Pakketje aangemeld. Daarvan heeft Red Je Pakketje 4.001 zendingen voor B&DC bezorgd, waarvan 3.274 zendingen bij de eerste afleverpoging, 497 bij de tweede poging, 225 bij de derde poging, vier bij de vierde poging en één bij de vijfde poging. Er zijn 858 zendingen geannuleerd. Door toedoen van Red Je Pakketje zijn 113 zendingen niet op de eerste dag bezorgd, 190 niet op de tweede dag en vier niet op de derde dag. 29 pakketten zijn in het geheel niet afgeleverd en geretourneerd aan B&DC. Vier zendingen zijn zoekgeraakt.
2.23.
Na de beëindiging van de samenwerking tussen B&DC en Red Je Pakketje heeft een derde partij in opdracht van B&DC de bezorgwerkzaamheden op zich genomen.
2.24.
Red Je Pakketje heeft B&DC in verband met de door haar verrichte bezorgdiensten negen facturen gestuurd ter hoogte van in totaal € 32.957,30 inclusief btw. B&DC heeft daarvan twee facturen – ten bedrage van in totaal € 8.886,25 inclusief btw – betaald. De overige facturen heeft zij onbetaald gelaten.
2.25.
Bij brief van 9 juli 2020 (productie 8 bij antwoord) heeft (de advocaat van) Red Je Pakketje B&DC verzocht, en voor zover nodig gesommeerd, de nog openstaande facturen ter hoogte van in totaal € 27.999,70 inclusief btw te betalen. B&DC is daartoe niet overgegaan.
2.26.
Bij brief van 14 augustus 2020 (productie 9 bij antwoord) heeft (de advocaat van) B&DC aan (de advocaat van) Red Je Pakketje onder meer meegedeeld dat 286 klanten, oftewel ongeveer een derde van het klantenbestand dat door Red Je Pakketje zou worden bediend, bij haar hebben geklaagd over de bezorging van de maaltijdboxen. Volgens de brief is geklaagd omdat de maaltijdboxen te laat op de afgesproken dag, de volgende dag of helemaal niet zijn bezorgd. Bovendien hebben klanten geklaagd over onzorgvuldige behandeling van de boxen waardoor de box of inhoud daarvan is beschadigd. De 286 klanten die over de bezorging hebben geklaagd, maken om die reden niet langer gebruik van de diensten van B&DC, aldus de brief. Ter zitting heeft B&DC het aantal van 285 (in plaats van 286) genoemd. Zij heeft verduidelijkt dat het niet gaat om 285 klagers, maar om 285 klachten, waarbij een aantal klanten meer dan één keer heeft geklaagd. De problemen in de bezorging hebben geleid tot omzetverlies en kosten om de schade te beperken. B&DC heeft Red Je Pakketje uitgenodigd over één en ander in gesprek te gaan. Tot overeenstemming tussen partijen is het niet gekomen.

3.Het geschil

in conventie

3.1.
B&DC vordert dat de rechtbank bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
primair:
Red Je Pakketje gebiedt op de voet van artikel 22 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) alle bij haar beschikbare informatie die betrekking heeft op het klantenbestand van B&DC, waaronder al haar klantgegevens, te verstrekken aan B&DC;
voor recht verklaart dat Red Je Pakketje aansprakelijk is op grond van artikel 8:1108 van het Burgerlijk Wetboek (BW) juncto artikel 8:1103 BW juncto artikel 6:74 lid 1 BW voor alle schade die B&DC heeft geleden als gevolg van de toerekenbare tekortkomingen in de tenuitvoerlegging van de vervoersovereenkomst met B&DC;
Red Je Pakketje veroordeelt tot vergoeding van de door B&DC geleden schade, nader op te maken bij staat ex artikel 612 Rv, vermeerderd met wettelijke rente;
Red Je Pakketje veroordeelt in de proceskosten, met inbegrip van de expertisekosten ter hoogte van € 6.352,50 exclusief btw, vermeerderd met wettelijke rente;
subsidiair:
5. voor recht verklaart dat Red Je Pakketje aansprakelijk is op grond van artikel 8:1108 BW juncto artikel 8:1103 BW juncto artikel 6:74 lid 1 BW voor alle op grond van die artikelen voor vergoeding in aanmerking komende schade die B&DC heeft geleden als gevolg van de toerekenbare tekortkomingen in de tenuitvoerlegging van de vervoersovereenkomst met B&DC;
6. Red Je Pakketje veroordeelt tot vergoeding van de door B&DC geleden schade, nader op te maken bij staat ex artikel 612 Rv, vermeerderd met wettelijke rente;
7. Red Je Pakketje veroordeelt in de proceskosten, met inbegrip van de expertisekosten ter hoogte van € 6.352,50 exclusief btw, vermeerderd met wettelijke rente.
3.2.
B&DC legt aan haar vorderingen ten grondslag, samengevat, dat Red Je Pakketje ernstig is tekortgeschoten in de nakoming van de vervoersovereenkomst en roekeloos heeft gehandeld en dat zij daarom op grond van de artikelen 8:1108 juncto 8:1103 juncto 6:74 BW volledig aansprakelijk is voor alle schade, gevolgschade daaronder begrepen, onder de vervoersovereenkomst door:
het aangaan van een vervoersovereenkomst terwijl zij wist of had kunnen weten dat zij deze niet correct en met de nodige zorgvuldigheid ten uitvoer kon leggen;
het niet tijdig, correct, volledig en dus ondeugdelijk uitvoeren van de bezorgingen van de maaltijdboxen in opdracht van B&DC;
het afleveren van tijdens het vervoer beschadigde maaltijdboxen;
het na de intake kwijtraken van maaltijdboxen;
het weigeren toegang te verlenen tot de portal van Red Je Pakketje waarin de bezorgingen, levertijden, klachten en overige bezorgdata van de klanten van B&DC inzichtelijk zouden moeten zijn gemaakt door Red Je Pakketje;
het niet correct rekening en verantwoording afleggen door Red Je Pakketje aan B&DC over de bezorgdiensten die Red Je Pakketje heeft uitgevoerd.
3.3.
Gelet op het roekeloze karakter van het handelen van Red Je Pakketje moet de aansprakelijkheidsbeperking van artikel 8:1103 en volgende BW volgens B&DC worden doorbroken op grond van artikel 8:1108 BW. Op grond van artikel 8:1108 lid 2 BW is het schadebeperkende beding dat is opgenomen in beide versies van de algemene voorwaarden van Red Je Pakketje van rechtswege nietig en kan Red Je Pakketje zich hierop dus niet beroepen, aldus B&DC. Door de blokkering van de informatievoorziening door Red Je Pakketje is de precieze omvang van de schade die voor vergoeding in aanmerking komt niet in te schatten. Daarom moet deze volgens B&DC nader worden opgemaakt bij staat ex artikel 162 Rv.
3.4.
Red Je Pakketje voert verweer en concludeert tot niet-ontvankelijkverklaring van B&DC in haar vorderingen althans tot afwijzing van die vorderingen, met veroordeling van B&DC in de proceskosten, te vermeerderen met de nakosten en wettelijke rente.
3.5.
De rechtbank zal hierna nader ingaan op de stellingen van partijen, voor zover van belang voor de beoordeling.
in reconventie
3.6.
Red Je Pakketje vordert dat de rechtbank bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, B&DC veroordeelt tot betaling aan haar van:
€ 27.999,70, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente ex artikel 6:119a BW, te berekenen vanaf de dag volgend op de dag die is overeengekomen als uiterste dag van betaling, dan wel een door de rechtbank in goede justitie te bepalen datum, tot aan de dag van de algehele voldoening;
de buitengerechtelijke incassokosten ten bedrage van € 1.055,00, te vermeerderen met de wettelijke rente ex artikel 6:119 BW vanaf 13 maart 2020 dan wel een door de rechtbank in goede justitie te bepalen datum, tot aan de dag van de algehele voldoening;
de proceskosten, te vermeerderen met de nakosten en wettelijke rente.
3.7.
Red Je Pakketje legt aan haar vorderingen ten grondslag dat zij maaltijdboxen voor B&DC heeft bezorgd en dat zij in verband daarmee facturen aan B&DC heeft gestuurd ter hoogte van in totaal € 32.479,13. B&DC heeft daarvan slechts een bedrag van € 8.886,25 voldaan, zodat een bedrag van € 27.999,70 nog openstaat. De vordering strekt tot nakoming, bestaande uit betaling van het nog openstaande factuurbedrag.
3.8.
B&DC voert verweer en concludeert tot afwijzing van de vorderingen in reconventie, met (de rechtbank begrijpt:) veroordeling van Red Je Pakketje in de proceskosten, uitvoerbaar bij voorraad.
3.9.
De rechtbank zal hierna nader ingaan op de stellingen van partijen, voor zover voor de beoordeling van belang.

4.De beoordeling

in conventie
verstrekken van informatie op grond van artikel 22 Rv/artikel 843a Rv
4.1.
De primaire vordering onder 1) strekt ertoe dat de rechtbank Red Je Pakketje gebiedt alle bij haar beschikbare informatie die betrekking heeft op het klantenbestand van B&DC, waaronder al haar klantgegevens, aan B&DC te verstrekken. B&DC legt aan die vordering artikel 22 Rv ten grondslag. Die bepaling richt zich echter tot de rechter en geeft partijen geen rechtstreekse aanspraak op het overleggen van stukken. Daarbij komt dat B&DC de informatie die zij van Red Je Pakketje wil hebben onvoldoende heeft gespecificeerd. Zij wenst immers “alle beschikbare informatie die betrekking heeft op het klantenbestand van B&DC, waaronder haar klantgegevens”. Die formulering is te algemeen. Mede gelet hierop ziet de rechtbank geen aanleiding om hier gebruik te maken van haar in artikel 22 Rv vervatte bevoegdheid.
4.2.
Ter zitting – in haar spreekaantekeningen – heeft B&DC de rechtsgrond van haar vordering uitgebreid tot artikel 843a Rv. Dit moet worden beschouwd als een eisvermeerdering. Op zichzelf is een eisvermeerdering toegestaan zolang de rechter nog geen eindvonnis heeft gewezen (artikel 130 lid 1 Rv). De vordering van B&DC is echter dermate ruim geformuleerd dat niet kan worden gesproken van een verzoek om inzage in bepaalde, met name genoemde stukken. B&DC heeft de gevraagde informatie niet nader aangeduid dan hierboven onder 4.1 is geciteerd. Dat is te algemeen en daarmee is geen sprake van “bepaalde” bescheiden in de zin van artikel 843a Rv. Gelet hierop is de primaire vordering onder 1) voor zover deze is gegrond op artikel 843a Rv niet toewijsbaar. De overige vereisten van artikel 843a Rv kunnen buiten bespreking blijven.
aansprakelijkheid op grond van artikelen 8:1108 juncto 8:1103 BW juncto 6:74 lid 1 BW?
4.3.
De rechtbank stelt voorop dat een vervoerder op grond van de artikelen 8:1095 en 8:1096 BW verplicht is ten vervoer ontvangen zaken op de bestemming af te leveren en wel in de staat waarin hij deze heeft ontvangen en zonder vertraging. Op zichzelf is niet in geschil dat Red Je Pakketje in ieder geval ten aanzien van een deel van de zendingen niet aan die verplichting heeft voldaan, doordat een deel van de zendingen te laat is bezorgd. Red Je Pakketje is dus in zoverre in haar verbintenis tekortgeschoten en in beginsel schadeplichtig tegenover B&DC (artikel 6:74 lid 1 BW).
4.4.
B&DC stelde zich aanvankelijk ook nog op het standpunt dat een deel van de zendingen niet deugdelijk is afgeleverd, doordat de inhoud beschadigd is geraakt. Dat standpunt heeft zij echter ter zitting laten varen. Het geschil beperkt zich dus tot de te laat bezorgde zendingen.
4.5.
In geschil is of Red Je Pakketje al dan niet onbeperkt aansprakelijk is voor de (gevolg)schade die B&DC heeft geleden als gevolg van de te late bezorging van zendingen. Meer specifiek is in geschil of Red Je Pakketje zich al dan niet kan beroepen op de aansprakelijkheidsbeperking van artikel 8:1105 BW, waarin de aansprakelijkheid wordt beperkt en wel – op grond van de artikelen 1 en 2 van het Besluit ex artikel 1105 van Boek 8 van het Burgerlijk Wetboek (Stb. 2001, 415) – tot een bedrag van € 3,40 per kilogram vervoerd gewicht. Daarnaast is in geschil of Red Je Pakketje zich al dan niet kan beroepen op artikel 8:1103 BW, waarin is bepaald dat gevolgschade is uitgesloten. Volgens B&DC kan Red Je Pakketje geen beroep doen op deze aansprakelijkheidsbeperkingen, gelet op de uitzondering van artikel 8:1108 lid 1 BW. De vraag is dus of deze uitzondering zich al dan niet voordoet.
4.6.
In artikel 8:1108 lid 1 BW is bepaald dat de vervoerder zich niet kan beroepen op enige beperking van zijn aansprakelijkheid, voor zover de schade is ontstaan uit zijn eigen handeling of nalaten, geschied hetzij met het opzet die schade te veroorzaken, hetzij roekeloos en met de wetenschap dat die schade er waarschijnlijk uit zou voortvloeien. Uit de woorden “uit zijn eigen handeling of nalaten” volgt dat de bepaling is beperkt tot opzet of bewuste roekeloosheid van de vervoerder zelf. Verder volgt uit vaste jurisprudentie (onder meer Hoge Raad 5 januari 2001, ECLI:NL:HR:2001:AA9309) dat aan het criterium “roekeloos en met de wetenschap dat die schade er waarschijnlijk uit zou voortvloeien” is voldaan wanneer degene die zich aldus gedraagt het aan die gedraging verbonden gevaar kende en zich ervan bewust was dat de kans dat het gevaar zich zou verwezenlijken aanzienlijk groter zou zijn dan de kans dat dit niet zou gebeuren, maar zich door dit één en ander niet van dit gedrag heeft laten weerhouden.
4.7.
Gesteld noch gebleken is dat sprake is van opzet in de zin van artikel 8:1108 lid 1 BW aan de zijde van Red Je Pakketje.
4.8.
Van roekeloos handelen in de zin van artikel 8:1108 lid 1 BW is in dit geval sprake indien Red Je Pakketje zich op een bepaalde manier heeft gedragen, met de wetenschap dat de zendingen door die gedraging waarschijnlijk te laat zouden worden bezorgd. B&DC heeft aangevoerd dat sprake is van roekeloos handelen door Red Je Pakketje omdat:
Red Je Pakketje een voor haar nieuw vervoerssegment van bederfelijke waar betrad waarin zij geen enkele ervaring bleek te hebben en waarvoor zij in het geheel niet was toegerust;
de intake van de maaltijdboxen structureel fout ging waardoor zogenoemde sorteerfouten schering en inslag waren;
de routeplanning (mede) als gevolg daarvan bij voorbaat al onjuist/onhaalbaar was;
de aflevering van de maaltijdboxen (mede) daardoor, maar ook door het niet zelden voortijdig terugroepen van chauffeurs structureel ontijdig was;
de aflevering zelf (te) vaak te wensen overliet, als de maaltijdboxen niet soms al verloren waren gegaan.
4.9.
Mede bezien in het licht van de gemotiveerde betwisting door Red Je Pakketje
zijn deze door B&DC gemaakte verwijten naar het oordeel van de rechtbank niet aan te merken als roekeloos handelen in vorenbedoelde zin. Zelfs al zouden de verwijten op zichzelf terecht zijn, dan betekent dit zonder nadere onderbouwing, die ontbreekt, nog niet dat Red Je Pakketje roekeloos heeft gehandeld met de wetenschap dat de kans op te late bezorging aanzienlijk groter was dan de kans op tijdige bezorging, maar zich daardoor niet van haar gedrag heeft laten weerhouden. Daarop stuit het beroep van B&DC op doorbreking van de beperkte aansprakelijkheid af. Red Je Pakketje heeft dus op goede gronden een beroep gedaan op de aansprakelijkheidsbeperking van artikel 8:1103 BW, waarin gevolgschade wordt uitgesloten, en van artikel 8:1105 BW, waarin de aansprakelijkheid wordt beperkt tot een bedrag van € 3,40 per kilogram vervoerd gewicht.
4.10.
Dit betekent dat B&DC slechts aanspraak kan maken op vergoeding van haar directe schade tot een bedrag van € 3,40 per kilogram vervoerd gewicht en dat alle overige (gestelde) schade niet voor vergoeding door Red Je Pakketje in aanmerking komt.
De primair onder 2) gevorderde verklaring voor recht is in zoverre beperkt toewijsbaar.
4.11.
De primaire vordering onder 3) strekt tot de veroordeling van Red Je Pakketje tot vergoeding van de door B&DC geleden schade, nader op te maken bij staat. Omdat de schade die voor vergoeding in aanmerking komt zich gezien het voorgaande beperkt tot een bedrag van € 3,40 per kilogram vervoerd gewicht, acht de rechtbank zich in beginsel in staat de schade te begroten. Een verwijzing naar de schadestaatprocedure kan dan achterwege blijven. Om de schade te kunnen begroten, heeft de rechtbank nog wel inzicht nodig in het aantal kilogrammen vervoerd gewicht van de niet tijdig bezorgde zendingen. De rechtbank zal B&DC in de gelegenheid stellen die informatie (gespecificeerd en voorzien van een toelichting) bij akte in het geding te brengen. Zij zal de zaak daartoe naar de rol verwijzen. Red Je Pakketje mag daarop vervolgens bij antwoordakte reageren.
4.12.
In afwachting van de aangekondigde aktewisseling zal de rechtbank nu iedere verdere beslissing in conventie aanhouden.
in reconventie
4.13.
B&DC erkent het bestaan en de omvang van de vordering, die strekt tot betaling van openstaande facturen. Zij beroept zich er echter op dat zij de betaling rechtsgeldig heeft opgeschort (artikel 6:52 BW). B&DC heeft geen stukken in het geding gebracht waaruit blijkt dat en wanneer zij tegenover Red Je Pakketje een beroep op opschorting heeft gedaan. Ter zitting heeft Red Je Pakketje onweersproken aangevoerd dat B&DC zich niet eerder op opschorting heeft beroepen dan ná de brief van Red Je Pakketje van 9 juli 2020, waarin Red Je Pakketje aanspraak maakte op betaling van haar openstaande facturen (zie 2.25). Op het moment van opschorting was de betalingstermijn van die facturen al ruimschoots verstreken. De betalingstermijn bedraagt immers vijf dagen na factuurdatum, terwijl de eerste factuur dateert van 20 januari 2020 en de laatste factuur van 9 maart 2020. Als gevolg daarvan is B&DC in verzuim geraakt ten aanzien van haar betalingsverplichting (artikel 6:83 sub a BW). Nu B&DC in schuldeisersverzuim verkeert, komt haar op grond van artikel 6:54 sub a BW geen recht op opschorting toe. Dit leidt ertoe dat de gevorderde hoofdsom toewijsbaar is, te vermeerderen met de gevorderde wettelijke handelsrente als bedoeld in artikel 6:119a BW, vanaf de dag volgend op de dag die is overeengekomen als uiterste dag van betaling tot aan de algehele voldoening.
4.14.
De rechtbank zal de door Red Je Pakketje gevorderde buitengerechtelijke incassokosten bij eindvonnis afwijzen. Met de enkele opsomming van enkele verrichte werkzaamheden is onvoldoende gebleken dat Red Je Pakketje voorafgaand aan de procedure werkzaamheden heeft verricht waarvoor een eventuele proceskostenveroordeling geen vergoeding pleegt in te sluiten.
4.15.
De rechtbank zal niet afwijken van het principe om in conventie en reconventie tegelijk eindvonnis te wijzen. Gelet op de beslissing in conventie zal in reconventie nu iedere verdere beslissing worden aangehouden.

5.De beslissing

De rechtbank
in conventie
5.1.
bepaalt dat de zaak weer op de rol zal komen van
4 mei 2022voor het nemen van een akte door B&DC over hetgeen is vermeld onder 4.11, waarna Red Je Pakketje op de rol van vier weken daarna een antwoordakte kan nemen,
in conventie en in reconventie
5.2.
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. K.H.A. Heenk en in het openbaar uitgesproken op 6 april 2022.
JE/KH