ECLI:NL:RBGEL:2022:1741

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
4 april 2022
Publicatiedatum
6 april 2022
Zaaknummer
05/241908-19, 05/260843-19 en 05/071069-20
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Meervoudige strafzaak met meerdere parketnummers inzake verduistering en oplichting

Op 4 april 2022 heeft de Rechtbank Gelderland in Zutphen uitspraak gedaan in een meervoudige strafzaak tegen een verdachte die zich schuldig heeft gemaakt aan meerdere feiten van verduistering en oplichting. De verdachte, geboren in 1970 en thans gedetineerd in de P.I. Zwolle Zuid, werd beschuldigd van het opzettelijk en wederrechtelijk gebruiken van identificerende persoonsgegevens van anderen, met het oogmerk om hun identiteit te verhelen en te misbruiken. De tenlastelegging omvatte onder andere het plaatsen van valse advertenties voor huurwoningen op Facebook, het opstellen van huurovereenkomsten met valse gegevens, en het bestellen van cateringdiensten onder valse voorwendselen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte in een relatief korte periode een groot aantal vermogensdelicten heeft gepleegd, waarbij hij misbruik maakte van de kwetsbaarheid van zijn slachtoffers. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 12 maanden, met aftrek van de tijd die hij in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht. Daarnaast zijn er schadevergoedingsmaatregelen opgelegd aan de benadeelde partijen, die schade hebben geleden door de daden van de verdachte. De rechtbank heeft de ernst van de feiten en het herhaaldelijke delictgedrag van de verdachte meegewogen in de strafmaat.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
Team strafrecht
Zittingsplaats Zutphen
Parketnummers: 05/241908-19, 05/260843-19 en 05/071069-20
Datum uitspraak : 4 april 2022
Tegenspraak
vonnis van de meervoudige kamer
in de zaak van
de officier van justitie
tegen
[verdachte],
geboren op [1970] in [geboorteplaats] ,
thans gedetineerd in de P.I. Zwolle Zuid 1 in Zwolle (UAH).
Raadsvrouw: mr. M.W. Bouwman, advocaat in Leek.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op een openbare terechtzitting.

1.De inhoud van de tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
Ten aanzien van parketnummer 05/241908-19:
1.
hij in of omstreeks de periode van 20 augustus 2019 tot en met 26 september 2019, in
Lichtenvoorde en/of in Eibergen, in elk geval in Nederland,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
opzettelijk
twee voertuigen, te weten een [auto 1] met kenteken [kenteken 1] en/of
een [auto 2] met kenteken [kenteken 2] , in elk geval enige goederen,
geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 1] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededaders,
en welk goederen verdachte en/of zijn mededaders anders dan door misdrijf
onder zich hadden, te weten als huurder, wederrechtelijk zich heeft toegeëigend;
(Artikel art 321 Wetboek van Strafrecht)
2.
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 15 augustus 2019 tot en met 03
september 2019,
te Lichtenvoorde, in elk geval in Nederland,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen
(telkens)
met het oogmerk om zich en/of een of meer anderen wederrechtelijk te bevoordelen,
door het aannemen van een valse naam, een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen
en/of een samenweefsel van verdichtsels,
[slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 1] heeft bewogen tot de afgifte van enig goed, te weten een
geldbedrag van €650,- en/of €650,- en/of €761,10,- euro, door:
- ( op naam van [naam 1] ) op de pagina ‘Vraag en Aanbod Achterhoek’ op Facebook een advertentie te plaatsen waarin een gemeubileerde woning (aan de [adres 1] ) te huur werd aangeboden per 1 september 2019 voor een bedrag van €650,- per maand,
- gebruik te maken van een valse naam, te weten [valse naam 1] ,
- tegen voornoemde [slachtoffer 2] te zeggen (zakelijk weergegeven) ‘dat zij huursubsidie kon krijgen voor voornoemde woning’,
- te doen voorkomen alsof voornoemde [naam 1] eigenaar was van voornoemde woning en/of te
doen voorkomen alsof voornoemde woning particulier van voornoemde [naam 1] gehuurd kon
worden,
- te verzwijgen en/of niet te noemen dat voornoemde woning eigendom was van
woningbouwvereniging [naam 2] ,
- namens voornoemde [naam 1] een huurovereenkomst op te stellen en deze (ter ondertekening)
te verstrekken aan voornoemde [slachtoffer 2] ,
- het e-mailadres [mailadres 1] te gebruiken in voornoemde huurovereenkomst,
- het rekeningnummer [rekeningnummer] (op naam van voornoemde [naam 1] ) te
vermelden op voornoemde overeenkomst,
- in voornoemde overeenkomst op te nemen dat de huurder (te weten voornoemde [slachtoffer 2] )
maandelijks een geldbedrag ter waarde van €761,10,- moest voldoen en/of
- in voornoemde overeenkomst op te nemen dat de huurder (te weten voornoemde [slachtoffer 2] ) een
waarborgsom ter waarde van €1.300,- moest voldoen;
(Artikel art 326 lid 1 Wetboek van Strafrecht)
3.
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 15 augustus 2019 tot en met 05
september 2019,
te Lichtenvoorde, in elk geval in Nederland,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen
(telkens)
met het oogmerk om zich en/of een of meer anderen wederrechtelijk te bevoordelen,
door het aannemen van een valse naam, een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen
en/of een samenweefsel van verdichtsels,
- [slachtoffer 3] en/of Hotel-Restaurant [slachtoffer 4] , heeft bewogen tot de afgifte van enig goed en/of het verlenen van een dienst, te weten het één of meermalen afleveren van:
- een koud- en warmbuffet,
- een hoeveelheid frisdrank,
- een hoeveelheid Prosecco Brut,
- een hoeveelheid wijn,
- een hoeveelheid bier,
- één of meer warmhoud-bakken,
- een hoeveelheid bestek,
- één of meer borden en/of
- één of meer glazen,
door:
- gebruik te maken van een valse naam, te weten [valse naam 1] , [valse naam 1] en/of [valse naam 1] ,
- tegen voornoemde [slachtoffer 3] te zeggen (zakelijk weergegeven) ‘dat hij ging trouwen’ en/of ‘dat hij
voor zijn bruiloft eten en drinken wilde bestellen voor 17 augustus 2019 en/of 24 augustus 2019
voor 45 personen’,
- het woonadres van [naam 1] en/of het woonadres van [slachtoffer 2] , te weten de [adres 1] , op te geven als afleveradres,
- zichzelf voor te stellen als ‘ [valse naam 1] ’ bij het in ontvangst nemen van voornoemde
bestelling(en) van 17 augustus 2019,
- via de mail de levering van voornoemde bestelling van 24 augustus 2019 te verzetten naar 30
augustus 2019 in verband met een sterfgeval,
- [slachtoffer 2] voornoemsde bestelling van 30 augustus 2019 in ontvangst te laten nemen,
- een e-mail te sturen met de boodschap (zakelijk weergegeven) ‘dat hij alles op 3 september 2019 terug zou brengen’ en/of
- een e-mail te sturen met de boodschap (zakelijk weergegeven) ‘dat voornoemde [slachtoffer 3] alles op 31 augustus 2019 op kon halen’;
(Artikel art 326 lid 1 Wetboek van Strafrecht)
4.
hij in of omstreeks de periode van 18 september 2019 tot en met 07 oktober 2019, in Noordwolde,
in de gemeente Weststellingwerf en/of in Amen, in elk geval in Nederland,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
opzettelijk
een voertuig, te weten een [auto 3] , met kenteken [kenteken 3] , in elk geval enig goed,
geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 5] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededaders,
en welk goederen verdachte en/of zijn mededaders anders dan door misdrijf
onder zich hadden, te weten als huurder, wederrechtelijk zich heeft toegeëigend;
(Artikel art 321 Wetboek van Strafrecht)
5.
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 16 september 2019 tot en met 26
september 2019,
te Boijl, in elk geval in Nederland,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen
(telkens)
met het oogmerk om zich en/of een of meer anderen wederrechtelijk te bevoordelen,
door het aannemen van een valse naam, een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen
en/of een samenweefsel van verdichtsels,
- [slachtoffer 6] en/of
heeft bewogen tot het verlenen van een dienst, te weten:
- het verhuren van een vakantiehuis aan de [adres 2] ,
door:
- gebruik te maken van een valse naam, te weten [valse naam 1] , [valse naam 1] en/of [valse naam 1] ,
- via e-mail te vragen (zakelijk weergegeven) ‘of voornoemd huisje nog (last minute) beschikbaar was’,
- €300 als aanbetaling (in contanten) te voldoen en/of
- telefonisch door te geven aan voornoemde [slachtoffer 6] (zakelijk weergegeven) ‘dat hij terug zou
komen om de rekening te betalen;
(Artikel art 326 lid 1 Wetboek van Strafrecht)
6.
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 12 september 2019 tot en met 25
september 2019,
te Drouwen, in elk geval in Nederland,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen
(telkens)
met het oogmerk om zich en/of een of meer anderen wederrechtelijk te bevoordelen,
door het aannemen van een valse naam, een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen
en/of een samenweefsel van verdichtsels,
- [slachtoffer 7] heeft bewogen tot het verlenen van een dienst, te weten:
- het verhuren van een vakantiehuis (Bungelow 2) op het [slachtoffer 7] ,
door:
- gebruik te maken van één of meer valse namen, te weten [valse naam 1] en/of [valse naam 1] en/of [valse naam 2] , en/of [naam 1] ,
- gebruik te maken van het e-mailadres [mailadres 1] ,
- het woonadres van [naam 1] , te weten [adres 1] , als factuuradres op te geven,
- een e-mail te sturen met de boodschap “Hartelijk dank voor de goede samenwerking. Ik denk dat ze morgen rond 14.00 uur aanwezig zullen zijn. In het weekend zal ik ook zorgen dat
de administratie voldaan wordt” en/of
- een e-mail te sturen met de boodschap (zakelijk weergegeven) ‘dat het geld zo spoedig mogelijk wordt overgemaakt’ en/of “Sorry dit is me helemaal ontgaan wegens de drukte ik zal zo spoedig mogelijk zorgen dat het overgeboekt wordt”;
(Artikel art 326 lid 1 Wetboek van Strafrecht)
7.
hij in of omstreeks 2 augustus 2019 tot en met 26 september 2019 in Lichtenvoorde en/of in
Eibergen en/of in Drouwen, althans in Nederland,
opzettelijk en wederrechtelijk
identificerende persoonsgegevens, niet zijnde biometrische persoonsgegevens,
van een ander te weten de voornaam en/of achternaam van [naam 1] , te weten [naam 1] en/of [naam 1] en/of het woonadres en/of postcode, te weten [adres 1]
, [postcode 1] in Lichtenvoorde, van [naam 1] heeft gebruikt door:
- bij [slachtoffer 8] een [auto 2] (met kenteken [kenteken 2] ) te huren en hierbij voornoemde namen op te geven en/of in de communicatie te gebruiken en/of voornoemd woonadres als factuuradres en/of correspondentieadres op te geven,
- bij Hotel-Restaurant [slachtoffer 4] een koud- en warmbuffet, een hoeveelheid
frisdrank, een hoeveelheid Prosecco Brut, een hoeveelheid wijn, een hoeveelheid bier, één of meer warmhoud-bakken, een hoeveelheid bestek, één of meer borden en/of één of meer glazen, te bestellen en hierbij voornoemd (woon)adres en/of voornoemde postcode van [naam 1] als afleveradres en/of factuuradres door te geven en/of
- bij [slachtoffer 7] een vakantiewoning te reserveren en/of huren en hierbij
voornoemde achternaam op te geven en/of in de communicatie te gebruiken en/of
bovengenoemd (woon)adres als factuuradres door te geven,
met het oogmerk om zijn identiteit te verhelen en/of de identiteit van de ander te misbruiken,
waardoor enig nadeel kon ontstaan;
(Artikel art 231b Wetboek van Strafrecht)
Ten aanzien van parketnummer 05/260843-19:
1.
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 8 januari 2019 tot en met 16 februari 2019,
te Apeldoorn, in elk geval in Nederland,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen
(telkens)
met het oogmerk om zich en/of een of meer anderen wederrechtelijk te bevoordelen,
door het aannemen van een valse naam, een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen
en/of een samenweefsel van verdichtsels,
- [slachtoffer 9] , heeft bewogen tot de afgifte van enig goed en/of heeft bewogen tot het verlenen van een dienst, te weten:
- ( het verhuren van) een voertuig met kenteken [kenteken 4] en/of
- het van en naar huis en/of van en naar school en/of van en naar werk brengen van één of meer
kinderen van [naam 3] ,
door:
- gebruik te maken van een valse naam, te weten [valse naam 3] ,
- akkoord te gaan met het betalen van €500 per maand voor het gebruik van voornoemd voertuig
en/of te zeggen “geen probleem, geld speelt geen rol”, althans woorden van gelijke aard en/of
strekking en/of
- akkoord te gaan met het betalen van een voorschot van €10.000 voor het afgeven van voornoemd goed en/of het verlenen van voornoemde dienst(en);
(Artikel art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht, art 326 lid 1 Wetboek van Strafrecht)
2.
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 30 juli 2019 tot en met 1 augustus
2019,
te Heerlen en/of te Landgraaf , in elk geval in Nederland,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen
(telkens)
met het oogmerk om zich en/of een of meer anderen wederrechtelijk te bevoordelen,
door het aannemen van een valse naam, een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen
en/of een samenweefsel van verdichtsels,
- [slachtoffer 10] en/of [slachtoffer 11] ,
- [slachtoffer 12] en/of [slachtoffer 13] en/of
- [slachtoffer 14] en/of [slachtoffer 15] . heeft bewogen tot de afgifte van enig goed en/of heeft bewogen tot het verlenen van een dienst, te weten:
- [slachtoffer 10] en/of [slachtoffer 11] : het afleveren, opbouwen, ophalen en/of verhuren
van een partytent,
- [slachtoffer 12] en/of [slachtoffer 13] : het (af)leveren, aansluiten, ophalen en/of
verhuren van een tapinstallatie, een hoeveelheid glaswerk, een vat Heineken 50 liter een
hoeveelheid frisdrank en/of een hoeveelheid wijn en/of
- [slachtoffer 14] en/of [slachtoffer 15] : het (af)leveren van een hoeveelheid vleeswaren en/of salades en/of het afleveren, ophalen, aansluiten en/of verhuren van een barbecue,
door:
- gebruik te maken van één of meer valse namen, te weten [valse naam 1] , [valse naam 1] en/of [valse naam 1] ,
- het woonadres van [slachtoffer 16] , te weten [adres 3] , op te geven als (af)leveradres,
- gebruik te maken van het e-mailadres [mailadres 2] ,
- tegen voornoemde [slachtoffer 10] te zeggen (zakelijk weergegeven) ‘dat een andere firma de verhuur
van een partytent op het laatste moment had afgezegd’,
- tegen voornoemde [slachtoffer 10] te zeggen (zakelijk weergegeven) ‘dat hij akkoord ging met het
betalen van 180 euro op maandag 5 augustus 2019),
- voornoemde [slachtoffer 12] een e-mail te sturen met daarin de boodschap (zakelijk weergegeven) ‘dat het hen verstandig leek om bij voornoemde [slachtoffer 12] een bestelling te plaatsen omdat zijn
vriendin vaker bij voornoemde [slachtoffer 12] drank had afgenomen’,
- tegen voornoemde [slachtoffer 12] te zeggen (zakelijk weergegeven) ‘dat hij een feest had
georganiseerd en dat de leverancier van de goederen voor dit feest niet kon leveren in verband met familieomstandigheden’, tegen voornoemde [slachtoffer 12] te zeggen (zakelijk weergegeven) ‘dat de goederen niet op donderdag (1 augustus 2019) opgehaald konden worden vanwege de drukte en de wielerronde in het centrum van Heerlen en dat alles dicht zat’,
- aan voornoemde [slachtoffer 12] een ID-bewijs op naam van [naam 4] af te geven,
- voornoemde [slachtoffer 14] een e-mail te sturen met daarin de boodschap (zakelijk weergegeven)
‘dat een leverancier het had laten afweten om (catering) te leveren voor hun feestje’ en/of ‘ met
daarin de vraag (zakelijk weergegeven) ‘of voornoemde [slachtoffer 14] voor 20 personen voedsel en
een barbecue kon leveren’,
- tegen voornoemde [slachtoffer 14] te zeggen (zakelijk weergegeven) ‘dat hij akkoord ging met het
betalen van een bedrag van 315 euro en/of
- tegen voornoemde [slachtoffer 14] te zeggen (zakelijk weergegeven) ‘dat het geld betaald zou worden wanneer hij de goederen op kwam halen’;
(Artikel art 326 lid 1 Wetboek van Strafrecht)
3.
hij in of omstreeks 27 juli 2019 tot en met 1 augustus 2019 te Heerlen, althans in Nederland,
opzettelijk en wederrechtelijk
identificerende persoonsgegevens, niet zijnde biometrische persoonsgegevens,
van een ander te weten het woonadres en/of postcode, te weten [adres 3] , [postcode 2] in Heerlen, van [slachtoffer 16] heeft gebruikt
door:
- bij [slachtoffer 11] het afleveren, opbouwen, ophalen en/of verhuren van een partytent te bestellen en hierbij voornoemd woonadres van [slachtoffer 16] als afleveradres door te geven,
- bij [slachtoffer 12] en/of [slachtoffer 13] het (af)leveren, aansluiten, ophalen en/of
verhuren van een tapinstallatie, een hoeveelheid glaswerk, een vat Heineken 50 liter een
hoeveelheid frisdrank en/of een hoeveelheid wijn te bestellen en hierbij voornoemd woonadres
en/of voornoemde postcode van [slachtoffer 16] als afleveradres door te geven en/of
- bij [slachtoffer 14] en/of [slachtoffer 15] het (af)leveren van een
hoeveelheid vleeswaren en/of salades en/of het afleveren, ophalen, aansluiten en/of verhuren van een barbecue te bestellen en hierbij voornoemd woonadres van [slachtoffer 16] als afleveradres door te geven,
met het oogmerk om zijn identiteit te verhelen en/of de identiteit van de ander te misbruiken,
waardoor enig nadeel kon ontstaan;
(Artikel art 231b Wetboek van Strafrecht)
Ten aanzien van parketnummer 05/071069-20:
1.
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 11 augustus 2019 tot en met 30
augustus 2019,
te Winterswijk en/of in Lichtenvoorde, in elk geval in Nederland,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen
(telkens)
met het oogmerk om zich en/of een of meer anderen wederrechtelijk te bevoordelen,
door het aannemen van een valse naam, een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen
en/of een samenweefsel van verdichtsels,
- [slachtoffer 17] en/of [slachtoffer 18] , heeft bewogen tot het verlenen van een dienst, te weten:
- het één of meermalen plaatsen en/of leegmaken en/of ophalen van een (vuilstort)container
en/of afvalcontainer,
door:
- gebruik te maken van één of meer valse namen, te weten [valse naam 1] en/of [valse naam 1] en/of familie [valse naam 1] ,
- gebruik te maken van het e-mailadres [mailadres 1] ,
- een e-mail te sturen met daarin de boodschap “wegens opknapwerkzaamheden en verhuizing
van Lichtenvoorde naar Lichtenvoorde zijn wij op korte termijn op zoek naar een grote afval
container”,
- het woonadres van [naam 1] , te weten [adres 1] , als afleveradres op te geven,
- het adres [adres 4] als factuuradres op te geven en/of
- een e-mail te sturen met daarin de boodschap “Middels deze mail zouden wij u dan ook willen
vragen of er een mogelijkheid bestaat om morgen de container op te halen en een nieuwe te
bezorgen op bovenstaand adres”;
(Artikel art 326 lid 1 Wetboek van Strafrecht)
2.
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 11 augustus 2019 tot en met 30
augustus 2019, te Winterswijk en/of in Lichtenvoorde, althans in Nederland,
opzettelijk en wederrechtelijk
identificerende persoonsgegevens, niet zijnde biometrische persoonsgegevens,
van een ander te weten de voornaam en/of achternaam van [naam 1] , te weten [naam 1] en/of [naam 1] en/of het woonadres en/of postcode, te weten [adres 1] , [postcode 1] in Lichtenvoorde, van [naam 1] heeft gebruikt door:
- bij [slachtoffer 18] het één of meermalen plaatsen en/of leegmaken en/of ophalen van een (vuilstort)container en/of afvalcontainer af te nemen en hierbij voornoemde namen op te geven en/of in de communicatie te gebruiken en/of voornoemd woonadres als factuuradres en/of correspondentieadres op te geven,
met het oogmerk om zijn identiteit te verhelen en/of de identiteit van de ander te misbruiken,
waardoor enig nadeel kon ontstaan;
(Artikel art 231b Wetboek van Strafrecht)

2.Overwegingen ten aanzien van het bewijs

Ten aanzien van de feiten 1 tot en met 7 met parketnummer 05/241908-19 [1] :
Er is sprake van een bekennende verdachte als bedoeld in artikel 359, derde lid, laatste zin, van het Wetboek van Strafvordering en daarom wordt volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen.
Bewijsmiddelen ten aanzien van feit 1:
- het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 1] , p. 9 tot en met 11, inclusief bijlagen;
- de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 21 maart 2022.
Bewijsmiddelen ten aanzien van feit 2:
- het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 2] , p. 28 tot en met 30, inclusief bijlagen;
- de verklaring van verhoor getuige [slachtoffer 1] afgelegd ter terechtzitting van 21 maart 2022;
- de verklaring van verhoor getuige [slachtoffer 2] afgelegd ter terechtzitting van 21 maart 2022;
- de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 21 maart 2022.
Bewijsmiddelen ten aanzien van feit 3:
- het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 3] , p. 44 en 45, inclusief bijlage;
- de verklaring van verhoor getuige [slachtoffer 2] afgelegd ter terechtzitting van 21 maart 2022;
- de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 21 maart 2022.
Bewijsmiddelen ten aanzien van feit 4:
- het proces-verbaal van aangifte van [aangever 1] , p. 60 tot en met 62, inclusief bijlagen;
- de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 21 maart 2022.
Bewijsmiddelen ten aanzien van feit 5:
- het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 6] , p. 79 en 80, inclusief bijlagen;
- de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 21 maart 2022.
Bewijsmiddelen ten aanzien van feit 6:
- het proces-verbaal van aangifte van [aangever 2] namens het slachtoffer [slachtoffer 7] , p 86 en 87, inclusief bijlagen;
- de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 21 maart 2022.
Bewijsmiddelen ten aanzien van feit 3:
- het proces-verbaal van aangifte van [naam 1] , p. 99 tot en met 101;
- de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 21 maart 2022.
Ten aanzien van de feiten 1 tot en met 3 met parketnummer 05/260843-19 [2] :
Er is sprake van een bekennende verdachte als bedoeld in artikel 359, derde lid, laatste zin, van het Wetboek van Strafvordering en daarom wordt volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen.
Bewijsmiddelen ten aanzien van feit 1:
- het proces-verbaal van aangifte van [naam 3] , p. 8 tot en met 11;
- het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 9] , p. 15 en 16;
- de verklaring van verhoor getuige [slachtoffer 9] afgelegd ter terechtzitting van 21 maart 2022;
- de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 21 maart 2022.
Bewijsmiddelen ten aanzien van de feiten 2 en 3:
- het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 16] , p. 18 tot en met 21;
- het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 10] namens het slachtoffer [slachtoffer 11] , p. 23 en 24;
- het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 12] namens het slachtoffer [slachtoffer 13] , p. 25 en 26, inclusief bijlage;
- het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 14] , namens het slachtoffer [slachtoffer 15] , p. 30 en 31, inclusief bijlage;
- de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 21 maart 2022.
Ten aanzien van de feiten 1 en 2 met parketnummer 05/071069-20 [3] :
Er is ook hier sprake van een bekennende verdachte als bedoeld in artikel 359, derde lid, laatste zin, van het Wetboek van Strafvordering en daarom wordt volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen.
Bewijsmiddelen ten aanzien van de feiten 1 en 2:
- het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 17] , p. 3 en 4, inclusief bijlagen;
- het proces-verbaal van verhoor van getuige [naam 1] , p 14;
- de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 21 maart 2022.

3.De bewezenverklaring

Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het tenlastegelegde heeft begaan, te weten dat:
Ten aanzien van parketnummer 05/241908-19:
1.
hij in
of omstreeksde periode van 20 augustus 2019 tot en met 26 september 2019, in
Lichtenvoorde en
/ofin Eibergen,
in elk geval in Nederland,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
opzettelijk
twee voertuigen, te weten een [auto 1] met kenteken [kenteken 1] en
/of
een [auto 2] met kenteken [kenteken 2] ,
in elk geval enige goederen,
geheel of ten deletoebehorende aan [slachtoffer 1] ,
in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededaders,
en welk goederen verdachte
en/of zijn mededadersanders dan door misdrijf
onder zich had
den, te weten als huurder, wederrechtelijk zich heeft toegeëigend;
2.
hij op
een ofmeer tijdstippen in
of omstreeksde periode van 15 augustus 2019 tot en met 03
september 2019,
te Lichtenvoorde,
in elk geval in Nederland,
tezamen en in vereniging met een
of meerandere
n,
althans alleen
(telkens)
met het oogmerk om zich en
/ofeen
of meerandere
nwederrechtelijk te bevoordelen,
door het aannemen van een valse naam,
een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen
en
/ofeen samenweefsel van verdichtsels,
[slachtoffer 2] en
/of[slachtoffer 1] heeft bewogen tot de afgifte van enig goed, te weten een
geldbedrag van €650,- en
/of€650,- en
/of€761,10,- euro, door:
- ( op naam van [naam 1] ) op de pagina ‘Vraag en Aanbod Achterhoek’ op Facebook een advertentie te plaatsen waarin een gemeubileerde woning (aan de [adres 1] ) te huur werd aangeboden per 1 september 2019 voor een bedrag van €650,- per maand,
- gebruik te maken van een valse naam, te weten [valse naam 1] ,
- tegen voornoemde [slachtoffer 2] te zeggen (zakelijk weergegeven) ‘dat zij huursubsidie kon krijgen voor voornoemde woning’,
- te doen voorkomen alsof voornoemde [naam 1] eigenaar was van voornoemde woning en
/ofte
doen voorkomen alsof voornoemde woning particulier van voornoemde [naam 1] gehuurd kon
worden,
- te verzwijgen en
/ofniet te noemen dat voornoemde woning eigendom was van
woningbouwvereniging [naam 2] ,
- namens voornoemde [naam 1] een huurovereenkomst op te stellen en deze (ter ondertekening)
te verstrekken aan voornoemde [slachtoffer 2] ,
- het e-mailadres [mailadres 1] te gebruiken in voornoemde huurovereenkomst,
- het rekeningnummer [rekeningnummer] (op naam van voornoemde [naam 1] ) te
vermelden op voornoemde overeenkomst,
- in voornoemde overeenkomst op te nemen dat de huurder (te weten voornoemde [slachtoffer 2] )
maandelijks een geldbedrag ter waarde van €761,10,- moest voldoen en
/of
- in voornoemde overeenkomst op te nemen dat de huurder (te weten voornoemde [slachtoffer 2] ) een
waarborgsom ter waarde van €1.300,- moest voldoen;
3.
hij op
een ofmeer tijdstippen in
of omstreeksde periode van 15 augustus 2019 tot en met 05
september 2019,
te Lichtenvoorde,
in elk geval in Nederland,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen
(telkens)
met het oogmerk om zich
en/of een of meer anderenwederrechtelijk te bevoordelen,
door het aannemen van een valse naam,
een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen
en
/ofeen samenweefsel van verdichtsels,
- [slachtoffer 3] en
/ofHotel-Restaurant [slachtoffer 4] , heeft bewogen tot de afgifte van enig goed en
/ofhet verlenen van een dienst, te weten het
één ofmeermalen afleveren van:
- een koud- en warmbuffet,
- een hoeveelheid frisdrank,
- een hoeveelheid Prosecco Brut,
- een hoeveelheid wijn,
- een hoeveelheid bier,
-
één of meerwarmhoud-bakken,
- een hoeveelheid bestek,
-
één of meerborden en
/of
-
één of meerglazen,
door:
- gebruik te maken van een valse naam, te weten [valse naam 1] , [valse naam 1] en
/of[valse naam 1] ,
- tegen voornoemde [slachtoffer 3] te zeggen (zakelijk weergegeven) ‘dat hij ging trouwen’ en
/of‘dat hij
voor zijn bruiloft eten en drinken wilde bestellen voor 17 augustus 2019 en
/of24 augustus 2019
voor 45 personen’,
- het woonadres van [naam 1] en
/ofhet woonadres van [slachtoffer 2] , te weten de [adres 1] , op te geven als afleveradres,
- zichzelf voor te stellen als ‘ [valse naam 1] ’ bij het in ontvangst nemen van voornoemde
bestelling
(en
)van 17 augustus 2019,
- via de mail de levering van voornoemde bestelling van 24 augustus 2019 te verzetten naar 30
augustus 2019 in verband met een sterfgeval,
- [slachtoffer 2] voornoemsde bestelling van 30 augustus 2019 in ontvangst te laten nemen,
- een e-mail te sturen met de boodschap (zakelijk weergegeven) ‘dat hij alles op 3 september 2019 terug zou brengen’ en
/of
- een e-mail te sturen met de boodschap (zakelijk weergegeven) ‘dat voornoemde [slachtoffer 3] alles op 31 augustus 2019 op kon halen’;
4.
hij in
of omstreeksde periode van 28 september 2019 tot en met 07 oktober 2019, in Noordwolde,
in de gemeente Weststellingwerf en
/ofin Amen,
in elk geval in Nederland,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
opzettelijk
een voertuig, te weten een [auto 3] , met kenteken [kenteken 3] ,
in elk geval enig goed,
geheel of ten deletoebehorende aan [slachtoffer 5] ,
in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededaders,
en welk goederen verdachte
en/of zijn mededadersanders dan door misdrijf
onder zich had
den, te weten als huurder, wederrechtelijk zich heeft toegeëigend;
5.
hij op
een ofmeer tijdstippen in
of omstreeksde periode van 16 september 2019 tot en met 26
september 2019,
te Boijl,
in elk geval in Nederland,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen
(telkens)
met het oogmerk om zich
en/of een of meer anderenwederrechtelijk te bevoordelen,
door het aannemen van een valse naam,
een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen
en
/ofeen samenweefsel van verdichtsels,
- [slachtoffer 6] en
/of
heeft bewogen tot het verlenen van een dienst, te weten:
- het verhuren van een vakantiehuis aan de [adres 2] ,
door:
- gebruik te maken van een valse naam, te weten [valse naam 1] , [valse naam 1] en
/of[valse naam 1] ,
- via e-mail te vragen (zakelijk weergegeven) ‘of voornoemd huisje nog (last minute) beschikbaar was’,
- €300 als aanbetaling (in contanten) te voldoen en
/of
- telefonisch door te geven aan voornoemde [slachtoffer 6] (zakelijk weergegeven) ‘dat hij terug zou
komen om de rekening te betalen;
6.
hij op
een ofmeer tijdstippen in
of omstreeksde periode van 12 september 2019 tot en met 25
september 2019,
te Drouwen,
in elk geval in Nederland,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen
(telkens)
met het oogmerk om zich
en/of een of meer anderenwederrechtelijk te bevoordelen,
door het aannemen van een valse naam,
een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen
en
/ofeen samenweefsel van verdichtsels,
- [slachtoffer 7] heeft bewogen tot het verlenen van een dienst, te weten:
- het verhuren van een vakantiehuis (Bungelow 2) op het [slachtoffer 7] ,
door:
- gebruik te maken van
één ofmeer valse namen, te weten [valse naam 1] en
/of[valse naam 1] en
/of[valse naam 2] , en
/of[naam 1] ,
- gebruik te maken van het e-mailadres [mailadres 1] ,
- het woonadres van [naam 1] , te weten [adres 1] , als factuuradres op te geven,
- een e-mail te sturen met de boodschap “Hartelijk dank voor de goede samenwerking. Ik denk dat ze morgen rond 14.00 uur aanwezig zullen zijn. In het weekend zal ik ook zorgen dat
de administratie voldaan wordt” en
/of
- een e-mail te sturen met de boodschap (zakelijk weergegeven) ‘dat het geld zo spoedig mogelijk wordt overgemaakt’ en
/of“Sorry dit is me helemaal ontgaan wegens de drukte ik zal zo spoedig mogelijk zorgen dat het overgeboekt wordt”;
7.
hij in
of omstreeksde periode van 2 augustus 2019 tot en met 26 september 2019 in Lichtenvoorde en
/ofin
Eibergen en
/ofin Drouwen,
althans in Nederland,
opzettelijk en wederrechtelijk
identificerende persoonsgegevens, niet zijnde biometrische persoonsgegevens,
van een ander te weten de voornaam en
/ofachternaam van [naam 1] , te weten [naam 1] en
/of[naam 1] en
/ofhet woonadres en
/ofpostcode, te weten [adres 1]
, [postcode 1] in Lichtenvoorde, van [naam 1] heeft gebruikt door:
- bij [slachtoffer 8] een [auto 2] (met kenteken [kenteken 2] ) te huren en hierbij voornoemde namen op te geven en
/ofin de communicatie te gebruiken en
/ofvoornoemd woonadres als factuuradres en
/ofcorrespondentieadres op te geven,
- bij Hotel-Restaurant [slachtoffer 4] een koud- en warmbuffet, een hoeveelheid
frisdrank, een hoeveelheid Prosecco Brut, een hoeveelheid wijn, een hoeveelheid bier,
één of meerwarmhoud-bakken, een hoeveelheid bestek,
één of meerborden en
/of één of meerglazen, te bestellen en hierbij voornoemd (woon)adres en
/ofvoornoemde postcode van [naam 1] als afleveradres en
/offactuuradres door te geven en
/of
- bij [slachtoffer 7] een vakantiewoning te reserveren en
/ofhuren en hierbij
voornoemde achternaam op te geven en
/ofin de communicatie te gebruiken en
/of
bovengenoemd (woon)adres als factuuradres door te geven,
met het oogmerk om zijn identiteit te verhelen en
/ofde identiteit van de ander te misbruiken,
waardoor enig nadeel kon ontstaan;
Ten aanzien van parketnummer 05/260843-19:
1.
hij op
een ofmeer tijdstippen in
of omstreeksde periode van 8 januari 2019 tot en met 16 februari 2019,
te Apeldoorn,
in elk geval in Nederland,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen
(telkens)
met het oogmerk om zich
en/of een of meer anderenwederrechtelijk te bevoordelen,
door het aannemen van een valse naam,
een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen
en
/ofeen samenweefsel van verdichtsels,
- [slachtoffer 9] , heeft bewogen tot de afgifte van enig goed en
/ofheeft bewogen tot het verlenen van een dienst, te weten:
- ( het verhuren van) een voertuig met kenteken [kenteken 4] en
/of
- het van en naar huis en
/ofvan en naar school en
/ofvan en naar werk brengen van
één of meer
kinderen van [naam 3] ,
door:
- gebruik te maken van een valse naam, te weten [valse naam 3] ,
- akkoord te gaan met het betalen van €500 per maand voor het gebruik van voornoemd voertuig
en
/ofte zeggen “geen probleem, geld speelt geen rol”,
althans woorden van gelijke aard en/of
strekkingen
/of
- akkoord te gaan met het betalen van een voorschot van €10.000 voor het afgeven van voornoemd goed en
/ofhet verlenen van voornoemde dienst
(en
);
2.
hij op
een ofmeer tijdstippen in
of omstreeksde periode van 30 juli 2019 tot en met 1 augustus
2019,
te Heerlen en
/ofte Landgraaf ,
in elk geval in Nederland,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen
(telkens)
met het oogmerk om zich
en/of een of meer anderenwederrechtelijk te bevoordelen,
door het aannemen van een valse naam,
een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen
en
/ofeen samenweefsel van verdichtsels,
- [slachtoffer 10] en
/of[slachtoffer 11] ,
- [slachtoffer 12] en
/of[slachtoffer 13] en
/of
- [slachtoffer 14] en
/of[slachtoffer 15] . heeft bewogen tot de afgifte van enig goed en
/ofheeft bewogen tot het verlenen van een dienst, te weten:
- [slachtoffer 10] en
/of[slachtoffer 11] : het afleveren, opbouwen, ophalen en
/ofverhuren
van een partytent,
- [slachtoffer 12] en
/of[slachtoffer 13] : het (af)leveren, aansluiten, ophalen en
/ofverhuren van een tapinstallatie, een hoeveelheid glaswerk, een vat Heineken 50 liter een
hoeveelheid frisdrank en
/ofeen hoeveelheid wijn en
/of
- [slachtoffer 14] en
/of[slachtoffer 15] : het (af)leveren van een hoeveelheid vleeswaren en
/ofsalades en
/ofhet afleveren, ophalen, aansluiten en/of verhuren van een barbecue,
door:
- gebruik te maken van
één ofmeer valse namen, te weten [valse naam 1] , [valse naam 1] en
/of[valse naam 1] ,
- het woonadres van [slachtoffer 16] , te weten [adres 3] , op te geven als (af)leveradres,
- gebruik te maken van het e-mailadres [mailadres 2] ,
- tegen voornoemde [slachtoffer 10] te zeggen (zakelijk weergegeven) ‘dat een andere firma de verhuur
van een partytent op het laatste moment had afgezegd’,
- tegen voornoemde [slachtoffer 10] te zeggen (zakelijk weergegeven) ‘dat hij akkoord ging met het
betalen van 180 euro op maandag 5 augustus 2019
),
- voornoemde [slachtoffer 12] een e-mail te sturen met daarin de boodschap (zakelijk weergegeven) ‘dat het hen verstandig leek om bij voornoemde [slachtoffer 12] een bestelling te plaatsen omdat zijn
vriendin vaker bij voornoemde [slachtoffer 12] drank had afgenomen’,
- tegen voornoemde [slachtoffer 12] te zeggen (zakelijk weergegeven) ‘dat hij een feest had
georganiseerd en dat de leverancier van de goederen voor dit feest niet kon leveren in verband met familieomstandigheden’, tegen voornoemde [slachtoffer 12] te zeggen (zakelijk weergegeven) ‘dat de goederen niet op donderdag (1 augustus 2019) opgehaald konden worden vanwege de drukte en de wielerronde in het centrum van Heerlen en dat alles dicht zat’,
- aan voornoemde [slachtoffer 12] een ID-bewijs op naam van [naam 4] af te geven,
- voornoemde [slachtoffer 14] een e-mail te sturen met daarin de boodschap (zakelijk weergegeven)
‘dat een leverancier het had laten afweten om (catering) te leveren voor hun feestje’ en
/of‘ met
daarin de vraag (zakelijk weergegeven) ‘of voornoemde [slachtoffer 14] voor 20 personen voedsel en
een barbecue kon leveren’,
- tegen voornoemde [slachtoffer 14] te zeggen (zakelijk weergegeven) ‘dat hij akkoord ging met het
betalen van een bedrag van 315 euro en
/of
- tegen voornoemde [slachtoffer 14] te zeggen (zakelijk weergegeven) ‘dat het geld betaald zou worden wanneer hij de goederen op kwam halen’;
3.
hij in
of omstreeksde periode van 27 juli 2019 tot en met 1 augustus 2019 te Heerlen,
althans in Nederland,
opzettelijk en wederrechtelijk
identificerende persoonsgegevens, niet zijnde biometrische persoonsgegevens,
van een ander te weten het woonadres en
/ofpostcode, te weten [adres 3] , [postcode 2] in Heerlen, van [slachtoffer 16] heeft gebruikt
door:
- bij [slachtoffer 11] het afleveren, opbouwen, ophalen en
/ofverhuren van een partytent te bestellen en hierbij voornoemd woonadres van [slachtoffer 16] als afleveradres door te geven,
- bij [slachtoffer 12] en
/of[slachtoffer 13] het (af)leveren, aansluiten, ophalen en
/of
verhuren van een tapinstallatie, een hoeveelheid glaswerk, een vat Heineken 50 liter een
hoeveelheid frisdrank en
/ofeen hoeveelheid wijn te bestellen en hierbij voornoemd woonadres
en/of voornoemde postcode van [slachtoffer 16] als afleveradres door te geven en
/of
- bij [slachtoffer 14] en
/of[slachtoffer 15] het (af)leveren van een
hoeveelheid vleeswaren en
/ofsalades en
/ofhet afleveren, ophalen, aansluiten en
/ofverhuren van een barbecue te bestellen en hierbij voornoemd woonadres van [slachtoffer 16] als afleveradres door te geven,
met het oogmerk om zijn identiteit te verhelen en en
/ofde identiteit van de ander te misbruiken,
waardoor enig nadeel kon ontstaan;
Ten aanzien van parketnummer 05/071069-20:
1.
hij op
een ofmeer tijdstippen in
of omstreeksde periode van 11 augustus 2019 tot en met 30
augustus 2019,
te Winterswijk en
/ofin Lichtenvoorde
, in elk geval in Nederland,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen
(telkens)
met het oogmerk om zich
en/of een of meer anderenwederrechtelijk te bevoordelen,
door het aannemen van een valse naam,
een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen
en
/ofeen samenweefsel van verdichtsels,
- [slachtoffer 17] en
/of[slachtoffer 18] , heeft bewogen tot het verlenen van een dienst, te weten:
- het één of meermalen plaatsen en
/ofleegmaken en
/ofophalen van een (vuilstort)container
en
/ofafvalcontainer,
door:
- gebruik te maken van
één ofmeer valse namen, te weten [valse naam 1] en
/of[valse naam 1] en
/offamilie [valse naam 1] ,
- gebruik te maken van het e-mailadres [mailadres 1] ,
- een e-mail te sturen met daarin de boodschap “wegens opknapwerkzaamheden en verhuizing
van Lichtenvoorde naar Lichtenvoorde zijn wij op korte termijn op zoek naar een grote afval
container”,
- het woonadres van [naam 1] , te weten [adres 1] , als afleveradres op te geven,
- het adres [adres 4] als factuuradres op te geven en
/of
- een e-mail te sturen met daarin de boodschap “Middels deze mail zouden wij u dan ook willen
vragen of er een mogelijkheid bestaat om morgen de container op te halen en een nieuwe te
bezorgen op bovenstaand adres”;
2.
hij op
een ofmeer tijdstippen in
of omstreeksde periode van 11 augustus 2019 tot en met 30
augustus 2019, te Winterswijk en
/ofin Lichtenvoorde,
althans in Nederland,
opzettelijk en wederrechtelijk
identificerende persoonsgegevens, niet zijnde biometrische persoonsgegevens,
van een ander te weten de voornaam en
/ofachternaam van [naam 1] , te weten [naam 1] en
/of[naam 1] en
/ofhet woonadres en
/ofpostcode, te weten [adres 1] , [postcode 1] in Lichtenvoorde, van [naam 1] heeft gebruikt door:
- bij [slachtoffer 18] het één of meermalen plaatsen en
/ofleegmaken en
/ofophalen van een (vuilstort)container en
/ofafvalcontainer af te nemen en hierbij voornoemde namen op te geven en
/ofin de communicatie te gebruiken en
/ofvoornoemd woonadres als factuuradres en
/ofcorrespondentieadres op te geven,
met het oogmerk om zijn identiteit te verhelen en
/ofde identiteit van de ander te misbruiken,
waardoor enig nadeel kon ontstaan.
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten verbeterd. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.
Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is niet bewezen.
Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:
Ten aanzien van parketnummer 05/241908-19:
Feit 1:
Verduistering, meermalen gepleegd
Feit 2:
Medeplegen van oplichting
Feiten 3, 5 en 6:
Oplichting, meermalen gepleegd
Feit 4:
Verduistering
Feit 7:
Opzettelijk en wederrechtelijk identificerende persoonsgegevens, niet zijnde biometrische persoonsgegevens, van een ander gebruiken met het oogmerk om zijn identiteit te verhelen en de identiteit van een ander te misbruiken, waardoor uit dat gebruik enig nadeel kan ontstaan, meermalen gepleegd
Ten aanzien van parketnummer 05/260843-19:
Feit 1
Oplichting, meermalen gepleegd
Feit 2:
Opzettelijk en wederrechtelijk identificerende persoonsgegevens, niet zijnde biometrische persoonsgegevens, van een ander gebruiken met het oogmerk om zijn identiteit te verhelen en de identiteit van een ander te misbruiken, waardoor uit dat gebruik enig nadeel kan ontstaan, meermalen gepleegd
Ten aanzien van parketnummer 05/071069-20:
Feit 1:
Oplichting
Feit 2:
Opzettelijk en wederrechtelijk identificerende persoonsgegevens, niet zijnde biometrische persoonsgegevens, van een ander gebruiken met het oogmerk om zijn identiteit te verhelen en de identiteit van een ander te misbruiken, waardoor uit dat gebruik enig nadeel kan ontstaan, meermalen gepleegd

5.De strafbaarheid van de feiten

De feiten zijn strafbaar.

6.De strafbaarheid van de verdachte

Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk is geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.

7.De overwegingen ten aanzien van straf en/of maatregel

Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 12 maanden met aftrek van de tijd die verdachte in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht.
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw van verdachte heeft bepleit dat de redelijke termijn is geschonden en dat artikel 63 van het Wetboek van Strafrecht van toepassing is. Om die reden heeft zij verzocht om een voorwaardelijk strafdeel op te leggen, zonder bijzondere voorwaarden.
De beoordeling door de rechtbank
De rechtbank heeft bij de bepaling van de op te leggen straf rekening gehouden met de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard en de omstandigheden waaronder dit is begaan. De rechtbank heeft verder rekening gehouden met de persoon en de omstandigheden van verdachte.
Verdachte heeft zich in een relatief korte periode schuldig gemaakt aan het plegen van een groot aantal (voornamelijk vermogens-) delicten. Verdachte zocht op geraffineerde wijze contact met kwetsbare vrouwen met wie hij een relatie aanknoopte. Hij heeft vervolgens misbruik gemaakt van hun persoonsgegevens. Verdachte huurde auto’s, vakantiehuisjes of bestelde catering en maakte daarbij gebruik van een valse naam of de gegevens van de vrouw met wie hij een relatie had op dat moment. Verdachte heeft met zijn handelwijze veel slachtoffers gemaakt. De slachtoffers waren in de veronderstelling dat zij handelden met een bonafide koper van goederen. Vervolgens werden zij niet betaald voor hetgeen zij hadden geleverd. Dit zijn ernstige en ergerlijke feiten.
De rechtbank rekent het verdachte in het bijzonder aan dat hij het vertrouwen van de aangevers heeft gewekt en dit vervolgens op grove wijze heeft geschonden. Verdachte maakte daarbij ook listig misbruik van de relaties die hij op dat moment had met kwetsbare vrouwen. Daarnaast heeft verdachte misbruik gemaakt van het vertrouwen dat de maatschappij - ten behoeve van het maatschappelijk en economisch verkeer - in algemene zin moet kunnen hebben in de oprechtheid waarmee anderen aan dit verkeer deelnemen.
Uit het reclasseringsadvies komt onder meer naar voren dat er kan worden gesproken van een langdurig delictpatroon aangaande vermogensdelicten bij verdachte. De reclassering signaleert al langere tijd problematiek op vrijwel alle leefgebieden. Verdachte heeft voor zover bij de reclassering bekend geen vaste woon- of verblijfplaats, geen werk en (structureel) inkomen hieruit en er is sprake van een schuldenlast. De reclassering constateerde onder andere in haar rapport van 18 maart 2021 dat er sprake is van
een relatie tussen delictgedrag en middelengebruik. Verdachte pleegt delicten om in zijn gebruik van cocaïne en alcohol te kunnen voorzien. Daarnaast is er sprake van psychische problematiek. Er is sprake van een persoonlijkheidsstoornis, Posttraumatische Stressstoornis (PTSS), een stoornis in het gebruik van alcohol en cocaïne en zwakbegaafdheid. Deze diagnose is vermeld in de ontslagbrief van FPA [naam 5] en komt overeen met de gestelde diagnose in het PPCG van Scheveningen waar verdachte van november 2020 tot mei 2021 verbleef. De rode draad die de reclassering in haar dossier naar voren ziet komen is die van een man die herhaaldelijk aangeeft aan zichzelf te willen werken door middel van zowel ambulante als klinische behandelingen. Echter, telkens blijkt bij inzet van nieuwe trajecten dat de behandeling voortijdig worden beëindigd vanwege het onttrekken aan voorwaarden. Verdachte wekt de indruk gemotiveerd te zijn, maar laat met zijn gedrag een ander beeld zien. De reclassering ziet op dit moment geen beschermende factoren. Het risico op recidive wordt ingeschat als hoog.
Verdachte heeft diverse (langdurige) gevangenisstraffen opgelegd gekregen, alsook
maatregelen gericht op gedragsverandering zowel in ambulant als klinisch kader. Er hebben opnames plaatsgevonden in FPA en FPK, alle binnen een verplicht reclasseringskader. In mei 2021 werd hij voor het laatst opgenomen binnen een klinische setting (FPA [naam 5] ) in het kader van een V.I. Op 31 juli 2021 onttrok hij zich aan deze behandeling en daarna was hij niet meer bereikbaar voor de reclassering. Eerdere inspanningen hebben niet geleid tot blijvende gedragsverandering. De leefsituatie van verdachte is onveranderd gebleven, de risico's zijn onverminderd hoog. De mogelijkheden binnen een voorwaardelijk kader zijn, naar mening van de reclassering, uitgeput. Een hernieuwde (klinische) behandeling binnen een voorwaardelijk kader zal enkel een herhaling van zetten zijn.
De rechtbank weegt voorts in het nadeel van verdachte mee dat hij eerder onherroepelijk is veroordeeld voor vermogensdelicten. Dat heeft hem er kennelijk niet van weerhouden om zich opnieuw schuldig te maken aan strafbare feiten. Gelet op de aard, de ernst en de frequentie van de door verdachte gepleegde feiten dient naar het oordeel van de rechtbank oplegging van een gevangenisstraf te volgen.
Bij het bepalen van de hoogte van de gevangenisstraf heeft de rechtbank rekening gehouden met de proceshouding van verdachte en dat de redelijke termijn is geschonden. Daarnaast is artikel 63 van het Wetboek van Strafrecht van toepassing.
Alles afwegende zal de rechtbank aan verdachte een gevangenisstraf van na te noemen duur opleggen. Gelet op het advies van de reclassering, dat de eerder opgelegde hulpverlengingstrajecten die niet hebben geleid tot blijvende gedragsverandering, zal de rechtbank geen voorwaardelijke straf -al dan niet met bijzondere voorwaarden- opleggen.
Tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat verdachte in aanmerking komt voor deelname aan een penitentiair programma, als bedoeld in artikel 4 Penitentiaire beginselenwet, dan wel de regeling van voorwaardelijke invrijheidstelling, als bedoeld in artikel 6:2:10 Wetboek van Strafvordering, aan de orde is.

8.De beoordeling van de civiele vorderingen

De benadeelde partijen [slachtoffer 1] , [naam 1] en [slachtoffer 9] hebben een vordering tot schadevergoeding ingediend.
De benadeelde partij [slachtoffer 1] vordert € 6.474,10 aan materiële schade.
De benadeelde partij [naam 1] vordert € 3.000,00 aan immateriële schade.
De benadeelde partij [slachtoffer 9] vordert € 5.702,33 aan materiële schade en € 1.000,00 aan immateriële schade,
telkens vermeerderd met de wettelijke rente. Verder is om oplegging van de schadevergoedingsmaatregel verzocht.
Standpunten
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 1] kan worden toegewezen minus de bedragen aan BTW. Het bedrag ten aanzien van de [auto 4] dient de worden afgewezen, met toekenning van de wettelijke rente en oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
De vordering van de benadeelde partij [naam 1] kan worden toegewezen, met toekenning van de wettelijke rente en oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
De vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 9] is deels toewijsbaar. De bedragen ten aanzien van de materiële schade die zien op de bekeuringen, tanken, schade en lening, de afgesproken bedragen voor het gebruik van die auto die niet is betaald en de immateriële schade, kunnen worden toegewezen, met toekenning van de wettelijke rente en oplegging van de schadevergoedingsmaatregel. Voor het overige dient de benadeelde partij niet-ontvankelijk te worden verklaring in haar vordering.
De raadsvrouw van verdachte heeft de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 1] niet betwist. De vordering van de benadeelde partij [naam 1] is volgens de raadsvrouw van verdachte onvoldoende onderbouwd. Om die reden dient primair de benadeelde partij niet-ontvankelijk te worden verklaard in haar vordering. Subsidiair zou de rechtbank gebruik moeten maken van haar schattingsbevoegdheid en de vordering matigen.
Ten aanzien van de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 9] heeft de raadsvrouw van verdachte zich op het standpunt gesteld dat er ten aanzien van de schadeposten; bekeuringen, tanken en schade onvoldoende rechtstreeks verband is. Om die reden zou de benadeelde partij ten niet ontvankelijk moeten worden verklaard. Volgens de raadsvrouw van verdachte heeft [slachtoffer 9] ter zitting bevestigd dat niet 14 keer maar 10 keer gebruik zou zijn gemaakt van de auto. Om die reden kan 10 keer worden toegewezen. Voor wat betreft het geleende geld heeft de raadsvrouw van verdachte zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank. Ten aanzien van de immateriële schade wordt de rechtbank verzocht om zelfstandig een bedrag toe te kennen die passend wordt geacht.
Overweging van de rechtbank
Ten aanzien van de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 1]
Uit het onderzoek ter terechtzitting is voldoende gebleken dat de benadeelde partij als gevolg van het bewezenverklaarde handelen van verdachte rechtstreeks schade heeft geleden.
De rechtbank overweegt dat vordering van de benadeelde partij niet door de raadsvrouw van verdachte is betwist. Naar oordeel van de rechtbank is de vordering voldoende onderbouwd en komt deze redelijk voor, met uitzondering van de schade die ziet op de [auto 4] . Dit gedeelte van de vordering zal worden afgewezen, omdat er geen sprake is van rechtstreekse schade. Voor de rest van de schade is verdachte naar burgerlijk recht aansprakelijk.
Daarom is de rechtbank van oordeel dat de vordering met uitzondering van de BTW voor het bedrag van € 5.200,00 kan worden toegewezen.
Verdachte is vanaf 26 september 2019 wettelijke rente over het toegewezen bedrag verschuldigd.
De rechtbank ziet aanleiding om op grond van artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht de schadevergoedingsmaatregel aan verdachte op te leggen. Verdachte wordt verplicht het aan de benadeelde partij toegewezen bedrag aan de Staat te betalen. Eventueel toegekende proceskosten zijn daar niet bij inbegrepen.
Ten aanzien van de vordering van de benadeelde partij [naam 1]
De rechtbank is van oordeel dat de vordering van de benadeelde partij onvoldoende is onderbouwd.
Daarom zal de rechtbank de benadeelde partij niet-ontvankelijk in de vordering verklaren.
Ten aanzien van de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 9]
Materiële schade
Uit het onderzoek ter terechtzitting is voldoende gebleken dat de benadeelde partij als gevolg van het bewezenverklaarde handelen van verdachte rechtstreeks schade heeft geleden.
De rechtbank overweegt dat de schadeposten de bekeuringen, het tanken, de schade en de lening onvoldoende inhoudelijk zijn betwist. De schadeposten zijn voldoende onderbouwd en komen redelijk voor. Voor deze schade is verdachte naar burgerlijk recht aansprakelijk.
Ten aanzien van de bedragen die zouden zijn afgesproken voor het gebruik van de auto gaat de rechtbank ervan uit dat het ging om tien keer in de plaats van veertien keer zoals is gevorderd. Dit is door de benadeelde partij ter zitting als getuige verklaard. Voor het over zal de benadeelde partij niet ontvankelijk worden verklaard in zijn vordering.
Gelet op het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat de vordering voor het bedrag van
€ 5.222,33 kan worden toegewezen.
Verdachte is vanaf 16 februari 2019 wettelijke rente over het toegewezen bedrag verschuldigd.
De rechtbank ziet aanleiding om op grond van artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht de schadevergoedingsmaatregel aan verdachte op te leggen. Verdachte wordt verplicht het aan de benadeelde partij toegewezen bedrag aan de Staat te betalen. Eventueel toegekende proceskosten zijn daar niet bij inbegrepen.
Immateriële schade
Ten aanzien van de immateriële schade is de rechtbank van oordeel dat de vordering van de benadeelde partij onvoldoende is onderbouwd.
Daarom zal de rechtbank de benadeelde partij ten aanzien van dit gedeelte van de vordering niet-ontvankelijk verklaren.

9.De toegepaste wettelijke bepalingen

De oplegging van de straf is gegrond op de artikelen 36f, 47, 57, 231b, 321 en 326 van het Wetboek van Strafrecht.

10.De beslissing

De rechtbank:
 verklaart bewezen dat verdachte het tenlastegelegde, zoals vermeld onder ‘De bewezenverklaring’, heeft begaan;
 verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
 verstaat dat het aldus bewezenverklaarde oplevert de strafbare feiten zoals vermeld onder ‘De kwalificatie van het bewezenverklaarde’;
 verklaart verdachte hiervoor strafbaar;
 veroordeelt verdachte wegens het bewezenverklaarde tot
 een gevangenisstraf voor de duur van
12 (twaalf) maanden;
 beveelt dat de tijd, door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
Ten aanzien van de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 1] :
  • veroordeelt verdachte in verband met het feit onder nummer 1 met parketnummer 05/241908-19 tot betaling van schadevergoeding aan de benadeelde partij [slachtoffer 1] van € 5.200,00 (vijfduizend tweehonderd euro) aan materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 26 september 2019 tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald;
  • veroordeelt verdachte in de kosten die de benadeelde partij in deze procedure heeft gemaakt en de kosten die de benadeelde partij mogelijk nog moet maken om het toegewezen bedrag betaald te krijgen, tot vandaag begroot op nul;
 verklaart de benadeelde partij [slachtoffer 1] voor het overige niet-ontvankelijk in de vordering tot materiële schade;
  • legt aan verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van benadeelde partij [slachtoffer 1] , een bedrag te betalen van € 5.200,00 (vijfduizend tweehonderd euro) aan materiële schade. Dit wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 26 september 2019 tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald. Als dit bedrag niet wordt betaald, kunnen 61 dagen gijzeling worden toegepast zonder dat de betalingsverplichting vervalt;
  • bepaalt daarbij dat met betaling aan de benadeelde partij in zoverre de betaling aan de Staat vervalt en omgekeerd;
Ten aanzien van de vordering van de benadeelde partij [naam 1] :
 verklaart de benadeelde partij
[naam 1]niet-ontvankelijk in haar vordering;
Ten aanzien van de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 9] :
  • veroordeelt verdachte in verband met het feit onder nummer 1 met parketnummer 05/260843-19 tot betaling van schadevergoeding aan de benadeelde partij [slachtoffer 9] van € 5.222,33 (vijfduizend tweehonderd tweeëntwintig euro drieëndertig cent) aan materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 16 februari 2019 tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald;
  • veroordeelt verdachte in de kosten die de benadeelde partij in deze procedure heeft gemaakt en de kosten die de benadeelde partij mogelijk nog moet maken om het toegewezen bedrag betaald te krijgen, tot vandaag begroot op nul;
 verklaart de benadeelde partij [slachtoffer 9] voor het overige niet-ontvankelijk in de vordering tot materiële schade en immateriële schade;
  • legt aan verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van benadeelde partij [slachtoffer 9] , een bedrag te betalen van € 5.222,33 (vijfduizend tweehonderd tweeëntwintig euro drieëndertig cent) aan materiële schade. Dit wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 16 februari 2019 tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald. Als dit bedrag niet wordt betaald, kunnen 61 dagen gijzeling worden toegepast zonder dat de betalingsverplichting vervalt;
  • bepaalt daarbij dat met betaling aan de benadeelde partij in zoverre de betaling aan de Staat vervalt en omgekeerd;
Dit vonnis is gewezen door mr. C. Kleinrensink, voorzitter, mr. M.F. Gielissen en
mr. I.C.E. Draisma, rechters, in tegenwoordigheid van mr. M.S. Verhagen, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 4 april 2022.
mrs. Gielissen en Draisma zijn niet in staat mede te ondertekenen.

Voetnoten

1.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door verbalisanten van de politie Oost-Nederland, district Noord- en Oost-Gelderland, basisteam Achterhoek-West, opgemaakte proces-verbaal, dossiernummer PL0600-2019448137, gesloten op 9 oktober 2019 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.
2.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door verbalisanten van de politie eenheid Limburg, district Parkstad-Limburg, basisteam Heerlen, opgemaakte proces-verbaal, dossiernummer PL2300-2019121949, gesloten op 16 oktober 2019 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.
3.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door verbalisanten van de politie Oost-Nederland, district Noord- en Oost-Gelderland, basisteam Achterhoek-West proces-verbaal, dossiernummer PL0600 2019495145, gesloten op 24 februari 2020 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.