ECLI:NL:RBGEL:2022:1520

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
30 maart 2022
Publicatiedatum
28 maart 2022
Zaaknummer
C/05/389863 / HZ ZA 21-232
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Op tegenspraak
Rechters
  • Ö. Sari
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verdeling van woning en goederen na echtscheiding met geschil over convenantafspraken

In deze zaak, die voor de Rechtbank Gelderland is behandeld, betreft het een geschil tussen ex-echtelieden over de verdeling van hun woning en goederen na echtscheiding. De echtscheiding werd uitgesproken op 31 maart 2021, en partijen hadden op 2 februari 2021 een echtscheidingsconvenant gesloten. Dit convenant bevatte afspraken over de verdeling van de gezamenlijke woning en de bijbehorende goederen. De rechtbank heeft op 30 maart 2022 vonnis gewezen in deze zaak, waarin de vorderingen van beide partijen zijn beoordeeld.

De eiseres in conventie, vertegenwoordigd door advocaat mr. N. van de Gevel, vorderde onder andere dat de rechtbank de waarde van de woningen zou vaststellen en dat de gedaagde in conventie, vertegenwoordigd door advocaat mr. M.M.H. Ceelen, zou worden veroordeeld tot betaling van een bedrag wegens overbedeling. De rechtbank heeft vastgesteld dat partijen in het convenant geen duidelijke afspraken hebben gemaakt over de waardering van de woningen, wat heeft geleid tot onduidelijkheid en geschil. De rechtbank heeft de vorderingen van eiseres in conventie afgewezen, omdat er geen juridische grondslag was voor de gevorderde waarden en betalingen.

In reconventie heeft de gedaagde in conventie vorderingen ingesteld, waaronder de benoeming van een makelaar voor taxatie en de machtiging tot verkoop van de woningen. Ook deze vorderingen zijn afgewezen, omdat de rechtbank van oordeel was dat partijen zelf afspraken moesten maken over de taxatie en verdeling. De rechtbank heeft de proceskosten tussen partijen gecompenseerd, zodat iedere partij zijn eigen kosten draagt. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK GELDERLAND

Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Zutphen
zaaknummer / rolnummer: C/05/389863 / HZ ZA 21-232
Vonnis van 30 maart 2022
in de zaak van
[eiseres in conventie/verweerster in reconventie],
wonende te [woonplaats] ,
eiseres in conventie,
verweerster in reconventie,
advocaat mr. N. van de Gevel te Doetinchem,
tegen
[gedaagde in conventie/eiser in reconventie],
wonende te [woonplaats] ,
gedaagde in conventie,
eiser in reconventie,
advocaat mr. M.M.H. Ceelen te Doetinchem.
Partijen zullen hierna [eiseres in conventie/verweerster in reconventie] en [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het tussenvonnis van 8 december 2021 en de daarin vermelde stukken
  • de conclusie van antwoord tegen voorwaardelijke vermeerdering/aanvulling van eis tevens
conclusie vermeerdering van eis tevens akte overlegging producties van [gedaagde in conventie/eiser in reconventie]
  • de conclusie van antwoord tegen vermeerdering van eis in reconventie van [eiseres in conventie/verweerster in reconventie]
  • de aanvullende productie, tevens vermindering eis van [eiseres in conventie/verweerster in reconventie]
1.2.
Op 15 februari 2022 heeft de mondelinge behandeling plaatsgevonden. Door de griffier zijn van het verhandelde ter zitting aantekeningen gemaakt.
1.3.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
Partijen zijn ex-echtelieden. Bij beschikking van 31 maart 2021 is de echtscheiding tussen hen uitgesproken. De beschikking is op 21 april 2021 ingeschreven in de registers van de burgerlijke stand.
2.2.
Partijen hebben een echtscheidingsconvenant (productie 2 bij dagvaarding, hierna: het “convenant”) gesloten op 2 februari 2021, waarin [eiseres in conventie/verweerster in reconventie] is vermeld met haar voornaam “ [eiseres in conventie/verweerster in reconventie] ” en [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] met zijn voornaam “ [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] ”. Hierin is, voor zover thans van belang, het volgende bepaald:
“(…)
Afwikkeling huwelijkse voorwaarden
6. Als peildatum voor de omvang en waardering van de te verdelen of te verrekenen
goederen hanteren partijen 1 januari 2021.
7. De huwelijkse voorwaarden zullen in onderling overleg tussen partijen worden
afgewikkeld.
8. [eiseres in conventie/verweerster in reconventie] is [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] nog een bijdrage verschuldigd voor de inboedel van de vorige woning in
[plaats] (ca. 11jr. geleden). Momenteel is hierover een meningsverschil [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] meent
ca. 6000,- te ontvangen en [eiseres in conventie/verweerster in reconventie] meent dat dit ca € 1600,- is(€1100 voor bankstel, € 500
voor buiten loungeset) en wil dit bedrag voldoen vóór 31-12-2021) . Dit wordt na de
scheiding verder besproken.
9. Over het laatste uitbetaalde deel van het bouwdepot (€25944) wil [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] een toelichting.
[eiseres in conventie/verweerster in reconventie] zal de uitgaven nader toelichten, zodat [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] voldoende duidelijk is waaraan het
resterend bedrag voor de verbouwing is verbruikt. Dit zal uiterlijk maart 2021 zijn
toegelicht.
Echtelijke koopwoning
10. Partijen zijn gezamenlijk eigenaar van de woning op het adres:
[adres gezamenlijke woning]
11. De woning zal kadastraal worden gesplitst in twee delen. Daarbij ontstaan twee
woningen, De eerste woning wordt het (voormalige) voorhuis met recreatiewoning. De
tweede woning wordt het (voormalige) achterhuis met weiland. De eerste woning wordt
toebedeeld aan [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] . De tweede woning wordt toebedeeld aan [eiseres in conventie/verweerster in reconventie] .
12. De waarde van de twee toekomstige woningen dient nog te worden vastgesteld. Dit zal
mede afhangen van de exacte kadastrale splitsing en de uitkomst van het overleg tussen
partijen. Partijen kunnen daardoor ten tijde van de ondertekening van dit convenant nog
geen waarde in het kader van de toedeling vaststellen.
13. Aan de huidige woning is de volgende hypothecaire geldlening verbonden:
(…) ter grootte van € 377.827,- (peildatum 01-01-2021). (…)
Partijen zullen Florius verzoeken nieuwe financieringen te verstrekken aan partijen in
het kader van de toedeling als genoemd in artikel 11 van dit convenant. Daarbij zal
ieder der partijen een eigen lening krijgen, behorend bij de aan hem of haar toebedeelde
woning, met ontslag uit hoofdelijkheid van de ander. (…)
14. Op basis van de nog te bepalen waarde van beide woningen en het nog vast te stellen
leningdeel dat ieder overneemt, zal worden vastgesteld of een der partijen wordt
overbedeeld met betrekking tot de woningen en de splitsing van de lening. Indien sprake
is van overbedeling zal de een aan de ander een vergoeding betalen ter opheffing van
deze overbedeling.
15. Gedurende de periode dat partijen nog gezamenlijk de woning bewonen zullen zij de
woonlasten blijven delen op de wijze zoals dit tijdens het huwelijk altijd het geval is
geweest. Zodra de woning is gesplitst in twee woningen en ieder een eigen woning
heeft, zal [eiseres in conventie/verweerster in reconventie] haar woning nog moeten verbouwen om deze geschikt te maken voor
bewoning. Partijen zullen afspraken vastleggen ten aanzien van de tijdsplanning en het
recht om nog samen in een van de woningen te wonen. [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] dient zijn woning ook te
verbouwen, waarbij deze verbouwing waarschijnlijk pas kan aanvangen nadat de
verbouwing van de woning van [eiseres in conventie/verweerster in reconventie] is voltooid (om te voorkomen dat beide
woningen niet bewoond kunnen worden). (…)
22. Partijen verklaren ter zake van de verdeling na uitvoering van bovenstaande niets meer
van elkaar te vorderen te hebben en verlenen elkaar over en weer te dier zake finale
kwijting (…)”
2.3.
Het perceel is inmiddels kadastraal gesplitst en als volgt onderverdeeld in huisnummering (Adres: [adres gezamenlijke woning] :
  • Voorhuis: nummer 20
  • Achterhuis met weiland: nummer 20b
  • Recreatiewoning: nummer 20c
2.4.
[eiseres in conventie/verweerster in reconventie] en [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] hebben op 19 april 2021 ieder Wesselink makelaars & taxateurs (hierna: Wesselink) een taxatieopdracht verstrekt, [eiseres in conventie/verweerster in reconventie] voor de [adres gezamenlijke woning] 20b te [plaats] en [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] voor de [adres gezamenlijke woning] 20 te [plaats] (productie IV dagvaarding). In beide opdrachten is voor zover van belang het volgende vermeld:
“(…)
Het doel van de taxatieopdracht is om inzicht te krijgen in de marktwaarde van het vastgoedobject ten behoeve van: het verkrijgen van financiering.
(…)
De waardepeildatum waarop de waardering van de taxateur is gebaseerd is vastgesteld tussen de opdrachtgever en het taxatiebedrijf op: 13 april 2021
(…)
Naast de marktwaarde zijn partijen overeengekomen dat de taxateur de volgende waardebegrippen zal waarderen:

Marktwaarde met als bijzonder uitgangspunt:
-
uitgaande van een gerealiseerde verbouwing zoals door de opdrachtgever middels de getekende uniforme verbouwingspecificatie is aangereikt. (…)”
2.5.
Op 28 april 2021 heeft [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] aan Wesselink en [eiseres in conventie/verweerster in reconventie] een e-mail verzonden met het onderwerp: “Reactie na aanleiding van telefonisch contact vrijdag 23 april”, waarin onder meer het volgende is vermeld:
“(…)
Dit is niet conform afspraak.
U zou als onafhankelijk deskundige een uitspraak doen over de waarde in huidige toestand welke wij kunnen gebruiken voor de verdeling naast een taxatie na verbouwing tbv de hypotheek. (…)”
2.6.
Op 30 april 2021 heeft Wesselink per object een taxatierapport uitgebracht en de marktwaarde van [adres gezamenlijke woning] 20 te [plaats] voor verbouwing getaxeerd op € 360.000,- en na verbouwing op € 475.000,-. De marktwaarde van [adres gezamenlijke woning] 20b te [plaats] is getaxeerd op € 284.000,- voor verbouwing en op € 500.000,- na verbouwing (productie V dagvaarding).
2.7.
Op 17 mei 2021 heeft de gemeente [naam gemeente] een brief verzonden aan [eiseres in conventie/verweerster in reconventie] op het adres [adres gezamenlijke woning] 20 te [plaats] waarin wordt medegedeeld dat de recreatiewoning op het perceel van partijen de nummeraanduiding 20c verkrijgt.
2.8.
Op 6 juni 2021 heeft [eiseres in conventie/verweerster in reconventie] een e-mail verzonden aan [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] waarin zij onder meer het volgende heeft vermeld:
“(…)
Ik begrijp dat je nogmaals de specificatie wilt ontvangen van het laatste deel van het bouwdepot van €25.944. Ik heb deze op 25 oktober 2020 met jou gedeeld via Whatsapp. Dit heb ik deze week jou nogmaals laten zien. Bijgaand nogmaals deze specificatie via mail:
(…)
Totaal € 31.204
Het verschil heb IK bijgelegd voor de bouwwerkzaamheden. (…)”
Per whatsappbericht heeft [eiseres in conventie/verweerster in reconventie] op 25 oktober 2020 aan [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] het volgende verzonden:
“(…)
Betonelementen €1450, €7000 [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] , €6000 baks, €1900 Ikea keuken, €1000 hovenier, €1000 bestrating, €12054 kozijnen en puien, €800 kabels en tl-buizen= 19150 (…)”

3.Het geschil

in conventie

3.1.
[eiseres in conventie/verweerster in reconventie] vordert, na wijziging van eis, dat de rechtbank, bij uitvoerbaar bij voorraad verklaard vonnis:
Verklaart voor recht dat aan de woning van [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] aan de [adres gezamenlijke woning] 20 te [plaats] de waarde van € 360.000,- dient te worden toegekend en aan de woning van [eiseres in conventie/verweerster in reconventie] aan de [adres gezamenlijke woning] 20b te [plaats] de waarde van € 284.000,-;
[gedaagde in conventie/eiser in reconventie] veroordeelt een bedrag van minimaal € 38.000,- (althans dit bedrag bepaalt aan de hand van de onder A gevraagde waarden minus de op overdrachtsdatum bestaande hypotheekschuld gedeeld door twee minus het reeds aan [eiseres in conventie/verweerster in reconventie] toekomende deel) aan [eiseres in conventie/verweerster in reconventie] te voldoen uit hoofde van overbedeling wegens toedeling van de woningen aan de [adres gezamenlijke woning] 20 en 20b te [plaats] , op grond van het eerder gesloten convenant;
[gedaagde in conventie/eiser in reconventie] veroordeelt zijn medewerking te verlenen aan de levering van de woning(en) aan de [adres gezamenlijke woning] 20 te [plaats] aan hem en de [adres gezamenlijke woning] 20b te [plaats] aan [eiseres in conventie/verweerster in reconventie] , uiterlijk 7 dagen na betekeningvan dit vonnis althans in ieder geval de woning van [eiseres in conventie/verweerster in reconventie] aan de [adres gezamenlijke woning] 20b te [plaats] , aan haar, tegen de onder A genoemde waarden, via notaris A.F. Laarberg of diens plaatsvervanger bij Laarberg Notarissen te Didam;
[gedaagde in conventie/eiser in reconventie] veroordeelt, voor zover nog noodzakelijk te bewerkstelligen, althans zijn medewerking te verlenen aan de Florius Bank op zo’n manier, dat [eiseres in conventie/verweerster in reconventie] wordt ontslagen uit de hoofdelijke aansprakelijkheid voor de nakoming van de verplichtingen uit de hypothecaire geldlening, dan wel doorhaling van de hypothecaire geldlening waarvoor nu beiden aansprakelijk zijn, behorende bij de woning aan de [adres gezamenlijke woning] 20/20b te [plaats] , binnen 14 dagen na betekening van dit vonnis;
Voor het geval uiterlijk een half jaar na taxatiedatum, zijnde d.d. 30 oktober 2021 de akte van verdeling bij de notaris nog niet is opgesteld, [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] veroordeelt zijn medewerking te verlenen aan een nieuwe taxatie in verband met de hypotheekaanvraag;
[gedaagde in conventie/eiser in reconventie] veroordeelt zijn medewerking te verlenen aan de aanleg van de nodige nutsvoorzieningen ten behoeve van de woning aan de [adres gezamenlijke woning] 20b te [plaats] ;
Bepaalt dat indien [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] niet aan de onder C of E genoemde veroordeling voldoet, dit vonnis in de plaats treedt van de acceptatie door [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] en/of de nodige medewerking/handtekening van [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] voor de nieuwe taxatie en/of van de voor de overdracht van de woning benodigde wilsverklaring en/of handtekening van [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] ;
[gedaagde in conventie/eiser in reconventie] veroordeelt om aan [eiseres in conventie/verweerster in reconventie] een dwangsom te voldoen van € 300,- per dag voor iedere dag dat hij na betekening van dit vonnis niet aan de in punt D of F genoemde veroordeling voldoet, totdat een totaal van € 20.000,- is bereikt;
I. Voor het geval [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] zijn woning aan de [adres gezamenlijke woning] 20 te [plaats] in de verkoop wenst te zetten of zal zetten, verklaart voor recht dat [eiseres in conventie/verweerster in reconventie] het recht van eerste koop zal verkrijgen;
[gedaagde in conventie/eiser in reconventie] veroordeelt aan [eiseres in conventie/verweerster in reconventie] te voldoen een bedrag van € 4.900,- uit hoofde van geleden schade door toedoen van [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] ;
[gedaagde in conventie/eiser in reconventie] veroordeelt in de kosten van de procedure en de nakosten, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 2 dagen na betekening van dit vonnis tot aan de dag der algehele voldoening.
3.2.
Voorwaardelijk, in het geval de eis in reconventie van [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] onder II kan worden toegewezen, stelt [eiseres in conventie/verweerster in reconventie] dat als voorwaarde dient te worden gesteld dat in de waardebepaling/taxatie dient te worden betrokken (1) afzonderlijk het deel dat aan [eiseres in conventie/verweerster in reconventie] zal worden toebedeeld (20b) en (2) afzonderlijk de delen die aan [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] zullen worden toebedeeld (20 en 20c).
3.3.
[gedaagde in conventie/eiser in reconventie] voert verweer.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
in reconventie
3.5.
[gedaagde in conventie/eiser in reconventie] vordert, na wijziging van eis, dat de rechtbank, bij uitvoerbaar bij voorraad verklaard vonnis:
II. een makelaar benoemt die de waarde van het geheel en de delen [adres gezamenlijke woning] 20
en [adres gezamenlijke woning] 20b te [plaats] gaat bepalen;
III. [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] machtigt de echtelijke woning, staande en gelegen aan de
[adres gezamenlijke woning] 20, 20b en 20c te [plaats] mede namens [eiseres in conventie/verweerster in reconventie] te verkopen tegen
een door een regionale makelaar te adviseren koopprijs, waarbij de kosten van de
ingeschakelde makelaar voor rekening van [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] en [eiseres in conventie/verweerster in reconventie] komen (ieder voor
helfte);
IV. [eiseres in conventie/verweerster in reconventie] , indien zij eventueel in de toekomst in de woning mocht verblijven,
veroordeelt telkens op eerste verzoek van de door [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] ingeschakelde
regionale makelaar alle redelijkerwijs door deze noodzakelijk geoordeelde
medewerking aan deze verkoop te verlenen, onder meer door deze makelaar en
[gedaagde in conventie/eiser in reconventie] , na daartoe gemaakte afspraak binnen een week, al dan niet samen met
mogelijke gegadigden, toegang tot de woning te verlenen teneinde deze te (doen)
bezichtigen, op straffe van een dwangsom van € 1.000,- per overtreding;
V. bepaalt dat dit vonnis, na zeven dagen na betekening daarvan en van een concept akte van levering van de woning aan de [adres gezamenlijke woning] 20, 20b en 20c te [plaats] aan de koper(s), in de plaats treedt van de voor het opmaken van die akte noodzakelijke medewerking van [eiseres in conventie/verweerster in reconventie] ;
VI. [eiseres in conventie/verweerster in reconventie] , indien zij in de toekomst in de woning mocht verblijven, veroordeelt de
woning aan de [adres gezamenlijke woning] 20, 20b en 20c te [plaats] na betekening van dit
vonnis en een door [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] en de koper(s) van die woning ondertekende
koopovereenkomst, waarvan eventuele ontbindende voorwaarden zijn uitgewerkt,
uiterlijk een week voor de overeengekomen datum van levering met al het hare en
de harerwege in die woning verblijvende personen en zaken te ontruimen en daarin
niet terug te keren onder de voorwaarde dat deze betekening ten minste drie weken
voor die overeengekomen datum van levering plaatsvindt, op straffe van een
dwangsom van € 1.000,- voor ieder dag dat [eiseres in conventie/verweerster in reconventie] de woning niet heeft verlaten;
VII. bepaalt dat [eiseres in conventie/verweerster in reconventie] ter zake de inboedel en het bouwdepot een bedrag van
€ 15.972,- aan [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] dient te voldoen, welk bedrag verhoogd wordt met de
wettelijke rente vanaf 11 augustus 2021;
VIII. bepaalt dat de verdeling van de inboedel van partijen is zoals is opgenomen onder
punt 6 van de wijziging van eis;
IX. bepaalt dat de resterende inboedel (grasmaaier, waterpomp, bosmaaier,
kettingzaag, vouwwagen, ikea keuken en hoogslaper) zullen worden verkocht aan
de hoogste bieder en dat de opbrengst tussen partijen wordt gedeeld;
X. ten aanzien van de hond [naam hond] bepaalt, dat deze altijd met de kinderen meegaat
en dus afwisselend bij [eiseres in conventie/verweerster in reconventie] en [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] is en bepaalt dat de kosten voor de
dierenarts worden gedeeld en dat de kosten voor voer etc. door ieder van partijen
zelf wordt betaald voor de tijd dat [naam hond] bij hem of haar is.
Geheel subsidiair:
XI. [eiseres in conventie/verweerster in reconventie] veroordeelt om, nadat de woning [adres gezamenlijke woning] 20b te [plaats] aan haar is
geleverd, [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] , via de oprit van [eiseres in conventie/verweerster in reconventie] , de onbelemmerde en vrije toegang
verleent tot zijn woning [adres gezamenlijke woning] 20 te [plaats] tot het moment dat [gedaagde in conventie/eiser in reconventie]
een eigen toegang heeft gerealiseerd onder oplegging van een dwangsom van
€ 500,- per keer dat [eiseres in conventie/verweerster in reconventie] na betekening van dit vonnis, hieraan niet voldoet;
XII. bepaalt dat ieder van partijen, ieder voor zich, de nutsaansluitingen moet realiseren
voor de woningen [adres gezamenlijke woning] 20 en [adres gezamenlijke woning] 20b te [plaats] , volgens de
regels en procedures van Liander waarbij de opdracht tot aanleg aan Liander moet
worden verstrekt binnen 1 maand na de verdeling/splitsing van de woning bij de
notaris en dat de kosten voor het vastrecht en gebruik, tot de realisatie van
nutsaansluitingen voor beide woningen, bij helfte door partijen worden voldaan;
XIII. bepaalt dat [eiseres in conventie/verweerster in reconventie] , binnen twee maanden na overdracht/splitsing bij de notaris, een
goot aan de paardenstal zal realiseren en ervoor zorgt dat deze goot is aangesloten
op de afvoer onder oplegging van een dwangsom van € 500,- voor iedere dag of
dagdeel dat [eiseres in conventie/verweerster in reconventie] hierin nalatig is twee maanden na overdracht/splitsing bij de
notaris en na betekening van dit vonnis;
XIV. bepaalt dat er een schutting op de erfgrens tussen de woning en de paardenstal
wordt geplaatst en dat deze schutting wordt gerealiseerd zodra het recht van
overpad vervalt en dat de kosten van de schutting door ieder van partijen voor de
helft wordt voldaan en dat [eiseres in conventie/verweerster in reconventie] de helft van deze kosten aan [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] moet voldoen;
XV. bepaalt dat partijen binnen twee maanden na de verdeling/splitsing van de woning
bij de notaris een offerte voor een dakconstructie/ruwbouw en goot bij een
aannemer dienen op te vragen en dat zij binen één maand na de offerte de opdracht
aan de aannemer verstrekken en dat de kosten van de dakconstructie/ruwbouw en
goot door ieder voor de helft worden voldaan en dat indien [eiseres in conventie/verweerster in reconventie] niet meewerkt
aan het opvragen van een offerte en het verstrekken van de opdracht, partijen
binnen twee maanden na de verdeling/splitsing van de woning bij de notaris
afspraken maken over de keuze van de dakopbouw inzake de samenstelling en
dikte van het totale dakpakket dit alles onder oplegging van een dwangsom van
€ 500,- voor ieder dag of dagdeel dat [eiseres in conventie/verweerster in reconventie] hierin nalatig is twee maanden na
overdracht/splitsing bij de notaris en na betekening van dit vonnis;
XVI. bepaalt dat [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] gerechtigd is tot het verstrekken van een opdracht voor het
plaatsen van een scheidingswand tussen [adres gezamenlijke woning] 20 en 20b te [plaats] en dat
[eiseres in conventie/verweerster in reconventie] de helft van deze kosten aan [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] moet voldoen;
XVII. bepaalt dat in de akte van splitsing bij de notaris dient te worden opgenomen dat de
dakconstructie (platte dak achtergevel [adres gezamenlijke woning] nummer 20) opgelegd is en
blijft op de buitenmuur van [adres gezamenlijke woning] 20b te [plaats] ;
XVIII. bepaalt dat [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] gerechtigd is om één maand na het ondertekenen van de
overdracht/splitsing bij de notaris, de spullen van [eiseres in conventie/verweerster in reconventie] , die nog in het huis
[adres gezamenlijke woning] 20 te [plaats] staan, te verwijderen;
[eiseres in conventie/verweerster in reconventie] veroordeelt in de proceskosten van beide procedures en de nakosten, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf twee dagen na betekening van dit vonnis tot de dag der algehele voldoening.
3.6.
[eiseres in conventie/verweerster in reconventie] voert verweer.
3.7.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

in conventie
Vordering A: verklaring voor recht waarden uit taxatierapporten
4.1.
[eiseres in conventie/verweerster in reconventie] vordert, kort gezegd, dat de waarden van de kadastraal gesplitste woningen (20 en 20b) worden vastgesteld op de getaxeerde waarden in de taxatierapporten van Wesselink (rechtsoverweging 2.6). [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] betwist dat dit de bedoeling van partijen was in het convenant omdat de taxatierapporten volgens [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] puur opgezet lijken te zijn als taxaties ten behoeve van het verkrijgen van een financiering, terwijl partijen eerst een waardebepaling dienen vast te stellen om de verdeling en toedeling van de kadastraal gesplitste delen tussen partijen te kunnen realiseren.
4.2.
De rechtbank overweegt als volgt. Partijen strijden over de vraag wat zij in het convenant hebben afgesproken. Het convenant moet daartoe, conform de bekende Haviltexformule, worden uitgelegd (Hoge Raad 13 maart 1981, ECLI:NL:HR:1981:AG4158): de vraag hoe in een schriftelijk contract de verhouding van partijen is geregeld en of dit contract een leemte laat die moet worden aangevuld, kan niet worden beantwoord op grond van alleen maar een taalkundige uitleg van de bepalingen van dat contract. Voor de beantwoording van die vraag komt het immers aan op de zin die partijen in de gegeven omstandigheden over en weer redelijkerwijs aan deze bepalingen mochten toekennen en op hetgeen zij te dien aanzien redelijkerwijs van elkaar mochten verwachten. Daarbij kan mede van belang zijn tot welke maatschappelijke kringen partijen behoren en welke rechtskennis van zodanige partijen kan worden verwacht.
4.3.
Uit de tekst van het convenant moet worden afgeleid dat afspraken zijn gemaakt over de splitsing en toedeling van het voorhuis aan [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] en het achterhuis aan [eiseres in conventie/verweerster in reconventie] . Inmiddels is het perceel kadastraal gesplitst en heeft het voorhuis nummer 20, het achterhuis nummer 20b en de recreatiewoning nummer 20c gekregen. Partijen zijn in artikel 12 van het convenant overeengekomen dat de waarden van de twee (toen toekomstige) woningen nog dienen te worden vastgesteld. Partijen konden daardoor ten tijde van de ondertekening van het convenant nog geen waarde in het kader van de toedeling vaststellen. In de tekst van het convenant wordt niet gesproken over de wijze waarop de waarden zullen worden vastgesteld. Partijen gingen er blijkens de tekst kennelijk vanuit dat zij dit nader konden overeenkomen met elkaar. Dat is partijen niet gelukt. Partijen hebben weliswaar een taxatieopdracht gegeven aan een makelaar, maar [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] heeft gemotiveerd betwist dat de daarin vastgestelde waarden correct zijn ten aanzien van de bedoelingen van partijen om eerst een waardebepaling te verkrijgen teneinde de verdeling tussen partijen te realiseren (rechtsoverweging 2.5).
4.4.
Ten aanzien van de waardebepaling overweegt de rechtbank als volgt. Vast staat dat partijen in het convenant geen afspraken hebben gemaakt over de waardering van de woning(en). [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] stelt dat het niet redelijk is dat voor de hypotheekwaarde voor het achterhuis (20b) de volledig geplande verbouwing is meegenomen, waar voor het voorhuis (20) alleen de noodzakelijk geachte verbouwing. [eiseres in conventie/verweerster in reconventie] stelt dat dit te maken heeft met het feit dat zij de volledige verbouwing voor haar deel moet uitbesteden terwijl [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] veel zelf zal uitvoeren. Wat daar ook van zij, tegenover de gemotiveerde betwisting van [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] heeft [eiseres in conventie/verweerster in reconventie] haar stelling, dat de getaxeerde waarden in de taxatierapporten conform de tussen partijen gemaakte afspraken tot stand zijn gekomen, niet nader onderbouwd. Indien de bedoeling van partijen zou zijn geweest de waarden vast te stellen op de getaxeerde waarde ten behoeve van het verkrijgen van een financiering, zou dit met zoveel woorden in het convenant vastgelegd zijn. Uit de bewoordingen in het convenant blijkt dat partijen ten tijde van het opstellen van het convenant niet een duidelijk beeld hadden van de wijze waarop de waardebepaling zou dienen plaats te vinden. Bovendien blijkt uit de discussie tussen partijen omtrent de uit te voeren verbouwingen en het deel daarvan dat per woning wordt betrokken in de taxatie, dat tussen partijen ook niet duidelijk was welk deel van de verbouwingen mee zou wegen in de waardebepalingen. Ook ter zitting konden partijen desgevraagd daar geen duidelijke toelichting op geven. De door [eiseres in conventie/verweerster in reconventie] gestelde bedoeling van partijen volgt dus niet uit de tekst van het convenant, maar ook niet uit de naderhand gevoerde gesprekken en correspondentie tussen partijen. Bovendien lijkt het inderdaad niet consistent om bij de waardebepaling van het achterhuis uit te gaan van de volledig geplande verbouwing, maar bij het voorhuis niet. [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] heeft bestreden dat partijen deze bedoeling hadden. Er zijn ook geen andere feiten of omstandigheden gesteld of gebleken waaruit de door [eiseres in conventie/verweerster in reconventie] gestelde bedoeling kan worden afgeleid. Dit betekent dat de rechtbank de vordering onder A. zoals ingesteld door [eiseres in conventie/verweerster in reconventie] zal afwijzen.
Vordering B: betaling overbedeling
4.5.
Aan de vordering tot betaling van € 38.000,- heeft [eiseres in conventie/verweerster in reconventie] ten grondslag gelegd dat dit het bedrag is dat [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] aan [eiseres in conventie/verweerster in reconventie] dient te betalen uit hoofde van overbedeling op grond van het convenant. Zoals hiervoor onder A. overwogen wordt de gevorderde verklaring voor recht dat de waarden worden vastgesteld op de waarden die [eiseres in conventie/verweerster in reconventie] noemt afgewezen. Dit betekent dat op dit moment niet vaststaat of er sprake zal zijn van overbedeling en zo ja voor welk bedrag. De eventuele overbedeling van [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] dan wel [eiseres in conventie/verweerster in reconventie] zal eerst pas na vaststelling van de waarden van de woningen en de verdeling tussen partijen vastgesteld kunnen worden. Deze vordering zal om die reden worden afgewezen.
Vorderingen C en D: levering en ontslag uit hoofdelijkheid
4.6.
Hetzelfde lot als onder B. is beschoren voor de vorderingen onder C. en D. Zolang de waarden van de woningen niet vaststaan, kunnen partijen niet overgaan tot toedeling van de afzonderlijke delen en zich inspannen tot het doen ontslaan van de ander uit de hoofdelijke aansprakelijkheid van de hypothecaire geldlening waarvoor nu beiden aansprakelijk zijn. De vorderingen onder C. en D. zullen daarom worden afgewezen.
Vordering E: medewerking taxatie
4.7.
[eiseres in conventie/verweerster in reconventie] heeft gevorderd dat [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] na 30 oktober 2021 (uiterlijk een half jaar na de vorige taxatiedatum) wordt veroordeeld om zijn medewerking te verlenen aan een nieuwe taxatie in verband met de hypotheekaanvraag. Geconstateerd wordt dat beide partijen inmiddels een nieuwe taxatie wensen ten aanzien van de kadastraal gesplitste percelen. De vordering van [eiseres in conventie/verweerster in reconventie] ziet echter op een nieuwe taxatie in verband met de hypotheekaanvraag, terwijl [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] stelt dat eerst een waardebepaling voor verdeling moet worden gemaakt. Zoals hiervoor overwogen onder A. heeft [eiseres in conventie/verweerster in reconventie] tegenover de betwisting van [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] haar stellingen niet nader onderbouwd zodat de vordering op de gevorderde wijze niet toegewezen kan worden. Dit betekent dat partijen overeenstemming dienen te bereiken over de wijze waarop de taxatie / waardebepaling dient plaats te vinden en hiertoe gezamenlijk een taxateur de opdracht te geven. Gezien het feit dat partijen beide een nieuwe taxatie wensen is er geen grond om aan te nemen dat [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] hier niet aan mee zal werken. [eiseres in conventie/verweerster in reconventie] heeft in ieder geval niet voldoende gesteld waarop zij baseert dat [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] veroordeeld zou moeten tot het meewerken aan een nieuwe taxatie zodat deze vordering niet voor toewijzing in aanmerking komt.
Vordering F: medewerking nutsvoorzieningen
4.8.
Voorzover [eiseres in conventie/verweerster in reconventie] heeft bedoeld te stellen dat [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] moet meewerken aan het aanleggen van nutsvoorzieningen in haar gedeelte, heeft zij geen grondslag voor die vordering aangedragen. Voorzover zij heeft bedoeld te stellen dat [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] moet meewerken aan het aanleggen van nutsvoorzieningen in zijn deel, ontbreekt ieder belang nu ter zitting is komen vast te staan dat ieder der partijen voor hun deel de nutsvoorzieningen hebben aangevraagd. De vordering zal dus worden afgewezen.
Vordering G: vonnis in de plaats
4.9.
In het licht van het hiervoor overwogene onder 4.6 en 4.7 komt de vordering onder G niet voor toewijzing in aanmerking nu deze afhankelijk is van toewijzing van voorgaande vorderingen. De vordering onder G wordt afgewezen.
Vordering H: dwangsom
4.10.
Nu de vorderingen onder D en F worden afgewezen, is de vordering onder H. die ziet op een dwangsom in het geval [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] niet zou voldoen aan de vorderingen onder D en F niet toewijsbaar.
Vordering I: recht van eerste koop
4.11.
[eiseres in conventie/verweerster in reconventie] vordert veroordeling van [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] om haar het recht van eerste koop te geven indien [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] besluit zijn woning (20) in de verkoop te zetten. [eiseres in conventie/verweerster in reconventie] heeft echter in het geheel geen juridische grondslag gegeven voor haar vordering. De vordering van [eiseres in conventie/verweerster in reconventie] zal dan ook worden afgewezen.
Vordering J: betaling gestelde schade
4.12.
[eiseres in conventie/verweerster in reconventie] vordert een bedrag van € 4.900,- omdat zij stelt door toedoen van [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] kosten te hebben gemaakt en nog te zullen maken voor een huurwoning. [eiseres in conventie/verweerster in reconventie] verwijt [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] dat de waardebepaling tot op heden niet is vastgesteld vanwege de bezwaren van [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] tegen de taxatierapporten van Wesselink. Dat is volgens haar de reden dat partijen daarom de verdeling en toedeling niet hebben kunnen afronden. Indien [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] geen bezwaren had gemaakt, was alles nu geregeld geweest en was de woning van [eiseres in conventie/verweerster in reconventie] verbouwd en gereed om te bewonen, aldus [eiseres in conventie/verweerster in reconventie] . De huurkosten die zij heeft moeten maken vordert [eiseres in conventie/verweerster in reconventie] , als schade aan haar zijde, van [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] . [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] heeft hiertegen aangevoerd dat [eiseres in conventie/verweerster in reconventie] conform de afspraken in het convenant in het voorhuis kan wonen en geen woning hoeft te huren. Bovendien zijn partijen geen termijnen overeengekomen ten aanzien van de waardebepaling van de woningen en de verdeling zodat [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] geen verbintenis heeft geschonden, aldus [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] .
4.13.
De rechtbank stelt voorop dat uit het convenant blijkt dat partijen zijn overeengekomen dat [eiseres in conventie/verweerster in reconventie] in het voorhuis kan verblijven ten tijde van de verbouwing van het achterhuis. Ter zitting heeft [eiseres in conventie/verweerster in reconventie] weliswaar betoogd dat zij het voorhuis niet geschikt acht om te bewonen met kinderen vanwege achterstallig onderhoud, maar de staat van de woning was bekend bij [eiseres in conventie/verweerster in reconventie] ten tijde van het aangaan van het convenant. Zij heeft ermee ingestemd dat zij met haar kinderen aldaar kan verblijven. Dat [eiseres in conventie/verweerster in reconventie] achteraf bezien de staat van de woning niet geschikt acht en heeft besloten haar intrek te nemen in een andere woning, dient voor haar eigen rekening en risico te blijven. De vordering onder J. zal dan ook worden afgewezen.
4.14.
Gelet op de relatie tussen partijen zullen de proceskosten in conventie tussen partijen worden gecompenseerd, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.
in reconventie
vordering II: benoeming makelaar
4.15.
Nu partijen het erover eens zijn dat een nieuwe taxatie van de onroerende zaken zal moeten plaatsvinden en de rechtbank niet de taxatie nodig heeft in het kader van enige vordering in deze procedure, zal de rechtbank de vordering om een makelaar te benoemen afwijzen.
4.16.
De rechtbank geeft partijen ten overvloede het volgende in overweging. Uit hetgeen in deze procedure door partijen over en weer is aangevoerd en ingebracht vloeit voort dat de actuele waarden van de woningen vastgesteld moet worden. Ter zitting hebben partijen over en weer uitvoerig de standpunten weergegeven en is gebleken dat het gezamenlijk aanwijzen van een makelaar die bekend is met de regio en het soort pand tot taxatie in het belang van partijen is. Partijen kunnen gezamenlijk een makelaar aanwijzen en de opdracht verstrekken tot een uitgebreide taxatie waarin de waarde van het gezamenlijke perceel als geheel, maar ook de waarden van de kadastraal gesplitste delen voor verbouwing en de waarden van de kadastraal gesplitste delen ná (volledige) verbouwing worden vastgesteld. Op deze wijze kunnen partijen een gedegen conclusie trekken ten aanzien van de onderlinge verdeling en de financiële mogelijkheden. Daartoe is des te meer aanleiding nu [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] ter zitting zijn twijfels heeft geuit ten aanzien van zijn financiële mogelijkheden om nummers 20 en 20c aan zich te kunnen laten toedelen. Nu de vorderingen van partijen echter niet op deze wijze zijn ingestoken, kan de rechtbank geen van partijen veroordelen tot het laten taxeren van de woningen op deze wijze. Partijen dienen daar zelf afspraken met elkaar over te maken. De rechtbank wenst hiermee partijen handvatten aan te reiken om onderhavig geschil tussen beide, mede in het belang van de kinderen, tot een oplossing te kunnen brengen.
Voorwaardelijke vordering [eiseres in conventie/verweerster in reconventie] : taxatie 20c
4.17.
Het voorgaande brengt met zich dat de rechtbank niet toekomt aan de voorwaardelijk ingestelde eis van [eiseres in conventie/verweerster in reconventie] ten aanzien van het toevoegen van de recreatiewoning met nummer 20c aan een nog uit te voeren taxatie nu deze vordering was ingesteld onder de voorwaarde dat de vordering onder II van [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] toegewezen zou worden.
Vordering III: machtiging tot verkoop
4.18.
Partijen hebben afspraken gemaakt in het convenant ten aanzien van de verdeling van de woningen en daarop zien ook hun vorderingen. [eiseres in conventie/verweerster in reconventie] heeft in deze procedure onbetwist gesteld dat zij haar deel kan en zal financieren en zelfs in staat is om het volledige perceel over te nemen. Op welke grond [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] meent dat de woning, alvorens de gemaakte afspraken in het convenant na te komen door de woningen (nogmaals) te laten taxeren en te bezien of ieder van partijen het toebedeelde perceel kan overnemen, in de verkoop zal moeten en dat [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] wordt gemachtigd tot die verkoop, heeft [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] niet gesteld in deze procedure. Desgevraagd ter zitting heeft [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] zonder onderbouwing aangevoerd dat de vordering is ingesteld vanwege zijn verwachting dat [eiseres in conventie/verweerster in reconventie] niet zal meewerken aan een eventuele verkoop en dat hij de huidige situatie financieel niet lang meer kan trekken. Deze in het geheel niet onderbouwde stellingen van [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] missen iedere grondslag en zijn gemotiveerd betwist door [eiseres in conventie/verweerster in reconventie] . Daarom zal zijn vordering worden afgewezen.
Vordering IV, V en VI: meewerken verkoophandelingen
4.19.
Het onder 4.18 overwogene en afwijzing van vordering III brengt met zich dat de vorderingen onder IV, V en VI eveneens worden afgewezen nu deze vorderingen afhankelijk zijn van toewijzing van het gevorderde onder III en zich ook overigens nog niet voordoen.
Vordering VII: betaling helft bouwdepot
4.20.
[gedaagde in conventie/eiser in reconventie] vordert betaling van de helft van het bedrag aan bouwdepot dat naar de privé rekening van [eiseres in conventie/verweerster in reconventie] was overgemaakt. In het convenant zijn partijen overeengekomen dat [eiseres in conventie/verweerster in reconventie] [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] uiterlijk in maart 2021 toelichting zou verschaffen over de besteding van dit bedrag. [eiseres in conventie/verweerster in reconventie] heeft via een whatsappbericht op 25 oktober 2020 en via een e-mail op onder andere 6 juni 2021 (rechtsoverweging 2.8) een opsomming gegeven aan [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] van de besteding van het bedrag. Volgens [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] is die opsomming niet voldoende.
4.21.
De rechtbank overweegt dat partijen in het convenant niet beschreven hebben op welke wijze en hoe gespecificeerd [eiseres in conventie/verweerster in reconventie] de toelichting diende te verschaffen. Daaruit concludeert de rechtbank dat het voor [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] kennelijk afdoende was dat hij een toelichting zou krijgen. Die toelichting heeft [eiseres in conventie/verweerster in reconventie] gegeven zodat is voldaan aan de afspraak die partijen met elkaar gemaakt hebben in het convenant. Bovendien hebben partijen niets afgesproken omtrent enige gevolgen van niet nakoming door [eiseres in conventie/verweerster in reconventie] van de gemaakte afspraak. De vordering van [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] tot betaling van de helft van het bedrag aan bouwdepot dat naar de privé rekening van [eiseres in conventie/verweerster in reconventie] is gegaan ontbeert dus een grondslag en is hierom niet toewijsbaar.
Vordering VIII: verdeling inboedel
4.22.
[gedaagde in conventie/eiser in reconventie] vordert verdeling van de inboedel. [eiseres in conventie/verweerster in reconventie] (conclusie van antwoord tegen vermeerdering van eis in reconventie punt 11) en [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] (conclusie van antwoord, tegen voorwaardelijke vermeerdering/aanvulling van eis tevens conclusie vermeerdering van eis punt 6) hebben beide deels een andere verdeling voor ogen.
4.23.
Nu partijen er niet uitkomen op bepaalde onderdelen kan de rechter op grond van artikel 3:185 BW de verdeling vaststellen, rekening houdend met de belangen van partijen alsmede met het algemeen belang. De rechter heeft bij het vaststellen van de verdeling een grote mate van vrijheid en kan zelfs afwijken van het voorstel van verdeling van partijen indien haar dit in het gegeven geval juist voorkomt.
4.24.
Bij de verdeling hanteert de rechtbank de volgende uitgangspunten. De door [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] overgelegde lijst wordt aangemerkt als beschrijving van de samenstelling van de gemeenschappelijke inboedel nu op deze lijst ook de door [eiseres in conventie/verweerster in reconventie] op haar lijst genoemde goederen staan vermeld. Daarbij zij vermeld dat geen der partijen de rechtbank met schriftelijke stukken onderbouwd inzicht heeft verschaft in de huidige waarde van de inboedel (bestanddelen). Goederen waarover partijen overeenstemming hebben bereikt, zullen aan de desbetreffende deelgenoot worden toegedeeld.
4.25.
Vaststaat dat partijen overeenstemming hebben over toedeling van de volgende goederen aan [eiseres in conventie/verweerster in reconventie] , althans dat [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] niet betwist dat deze goederen aan [eiseres in conventie/verweerster in reconventie] toekomen. Deze goederen komen dan ook aan [eiseres in conventie/verweerster in reconventie] toe:
  • Tuinbank
  • Teak klaptafel
  • Kledingkast woonkamer
  • Huisbed
  • Stapelbed
  • Slaapbed logeerbed
  • Gaatjes lamp
  • Inboedel vader
  • Stofzuigers
  • Droger
  • Sauna
  • Hottub
  • Staafmixer
  • Airfryer
  • Slaapbank
  • Ijzeren bijzettafel
  • Ikea zwarte bedden
  • Televisie
  • Bureau wit
  • Witte eettafel
  • Diner tuinset
  • Tuintafel
  • Kantoorprinter
  • Kledingkast [naam]
  • Witte Ikea dressoir
  • Ikea stoelen transparant
  • Paardentrailer
  • Tractor
  • zonnescherm
4.26.
Vaststaat dat partijen overeenstemming hebben over toedeling van de volgende goederen aan [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] , althans dat [eiseres in conventie/verweerster in reconventie] niet betwist dat deze goederen aan [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] toekomen. Deze goederen worden dan ook aan [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] toebedeeld:
  • Eettafel
  • Leren bank
  • Teak dressoir
  • Garderobekast
  • Koelkast
  • Vaatwasser
  • Uitgezonderd de aan [eiseres in conventie/verweerster in reconventie] toebedeelde gaatjeslamp, de rest van de gezamenlijke lampen
(“ [plaats] ”)
  • Pannen
  • Bestek
  • Bureau bruin
  • Kasten bruin werkkamer
  • Kippenhok met dakpannen
  • Tuinkast hal
  • Gereedschap + materialen in recreatiewoning en overkapping
  • Heftruck
  • Pompwagen
  • Hout, buitenopslag + in recreatiewoning en overkapping
  • Aanhangwagen
  • Compressor
4.27.
Partijen zijn het over de verdeling van de volgende goederen niet eens:
  • Vouwwagen
  • Grasmaaier
  • Kettingzaag
  • Bosmaaier
  • Waterpomp
  • Hoogslaper
  • Ikea Keuken
  • Buffetkast
  • Wasmachine
4.28.
[gedaagde in conventie/eiser in reconventie] heeft gesteld dat de goederen die nu nog onverdeeld zijn verkocht dienen te worden indien partijen geen overeenstemming bereiken. [eiseres in conventie/verweerster in reconventie] heeft verzocht om de betreffende goederen aan haar toe te delen voor het bedrag van € 1.550,- : 2 = € 775,-. [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] heeft de door [eiseres in conventie/verweerster in reconventie] gestelde waarde betwist en nu [eiseres in conventie/verweerster in reconventie] geen onderbouwing heeft gegeven van de door haar gestelde waarde, gaat de rechtbank hieraan voorbij.
4.29.
De rechtbank overweegt als volgt. [eiseres in conventie/verweerster in reconventie] heeft onbetwist gesteld dat zij belang heeft bij de apparatuur nu het aan haar toe te delen perceel mede een weiland heeft. De rechtbank zal hierom nog aan [eiseres in conventie/verweerster in reconventie] toebedelen:
  • Vouwwagen
  • Grasmaaier
  • Kettingzaag
  • Bosmaaier
4.30.
Afgezet tegen de in 4.29 weergegeven, aan [eiseres in conventie/verweerster in reconventie] toebedeelde goederen, is de rechtbank van oordeel dat - in aanvulling op de in rechtsoverweging 4.26 genoemde goederen - een billijke verdeling van de gemeenschappelijke inboedel meebrengt dat de volgende goederen dan aan [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] zullen worden toegedeeld:
  • Hoogslaper
  • Ikea Keuken
  • Buffetkast
  • Wasmachine
Vordering IX: verkoop inboedel
4.31.
De rechtbank heeft de goederen waarover partijen geen overeenstemming hadden verdeeld op grond van de haar toekomende bevoegdheid uit artikel 3:185 BW. Dit betekent dat de vordering van [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] om deze goederen te verkopen zal worden afgewezen.
Vordering X: hond [naam hond]
4.32.
Tussen partijen is niet meer in geschil dat de hond [naam hond] altijd met de kinderen mee zal gaan en dus wisselend bij [eiseres in conventie/verweerster in reconventie] en [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] zal zijn, dat de kosten voor de dierenarts worden gedeeld door [eiseres in conventie/verweerster in reconventie] en [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] en dat de kosten voor voer en dergelijke door ieder van partijen zelf wordt betaald voor de tijd dat [naam hond] bij [eiseres in conventie/verweerster in reconventie] of bij [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] is. Nu partijen het hierover eens zijn en geen van partijen iets in de procedure heeft ingebracht wat doet vrezen dat één van de partijen deze afspraken zal schenden, gaat de rechtbank ervan uit dat partijen zich aan deze door partijen zelf gemaakte afspraken zullen houden. Partijen hebben daarom geen belang bij een veroordeling door de rechtbank. De vordering onder X wordt bij een gebrek aan belang afgewezen.
Geheel Subsidiair
4.33.
De geheel subsidiaire vorderingen zijn door [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] ingesteld voor de toekomstige situatie dat de [adres gezamenlijke woning] 20b te [plaats] aan [eiseres in conventie/verweerster in reconventie] is geleverd. Nu van levering aan [eiseres in conventie/verweerster in reconventie] nog geen sprake is en partijen nog in de fase zitten dat er nog een taxatie dient plaats te vinden waarna partijen de mogelijkheden tot toedeling en levering gaan onderzoeken, komt de rechtbank niet toe aan de bespreking van deze vorderingen.
4.34.
Gelet op de relatie tussen partijen zullen de proceskosten in reconventie tussen partijen worden gecompenseerd, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.

5.De beslissing

De rechtbank
in conventie en in reconventie
5.1.
stelt de verdeling van de tussen partijen bestaande gemeenschappelijke inboedel vast als overwogen in de rechtsoverwegingen 4.25, 4.26, 4.29 en 4.30;
5.2.
verstaat dat partijen hun medewerking zullen verlenen aan de levering van de in de verdeling betrokken goederen;
5.3.
verklaart dit vonnis in conventie en in reconventie tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
5.4.
compenseert de kosten van deze procedure tussen partijen, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt,
5.5.
wijst het meer of anders gevorderde af
Dit vonnis is gewezen door mr. Ö Sari en in het openbaar uitgesproken op 30 maart 2022.
ÖS/KH