ECLI:NL:RBGEL:2022:1259
Rechtbank Gelderland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Herziening van het recht op zorg- en huurtoeslag en terugvordering van teveel ontvangen voorschotten
In deze uitspraak van de Rechtbank Gelderland, gedateerd 10 maart 2022, wordt de herziening van het recht op zorg- en huurtoeslag over het jaar 2019 behandeld. Eiser, die geconfronteerd werd met een problematische financiële situatie na het overlijden van zijn partner, had in 2019 voorschotten zorgtoeslag en huurtoeslag ontvangen op basis van een geschat inkomen. Na ontvangst van informatie over zijn werkelijke inkomen, dat hoger bleek te zijn dan geschat, heeft de Belastingdienst/Toeslagen de zorg- en huurtoeslag definitief vastgesteld en de teveel ontvangen voorschotten teruggevorderd. Eiser heeft hiertegen beroep ingesteld, waarbij hij aanvoert dat de terugvordering onredelijk is gezien zijn persoonlijke omstandigheden.
De rechtbank oordeelt dat de Belastingdienst bevoegd was om de toeslagen te herzien, maar dat de terugvordering van € 1.784 niet in verhouding staat tot de geringe overschrijding van de inkomensgrens van € 79. De rechtbank stelt vast dat de Belastingdienst onvoldoende rekening heeft gehouden met de bijzondere omstandigheden van eiser, zoals zijn chronische ziekte en de financiële problemen die hij ondervindt. De rechtbank komt tot de conclusie dat de terugvordering beperkt moet worden tot het bedrag van de overschrijding van het normbedrag, zijnde € 79. Het beroep van eiser wordt gegrond verklaard, het bestreden besluit wordt vernietigd en de rechtbank voorziet zelf in de zaak door de terugvordering vast te stellen op € 79. Tevens wordt bepaald dat de Belastingdienst het griffierecht van € 48 aan eiser vergoedt.