Het Uwv mag besluiten over iemands arbeidsongeschiktheid baseren op rapporten van verzekeringsartsen en arbeidsdeskundigen. Deze rapporten moeten dan wel aan een aantal voorwaarden voldoen: zij moeten op zorgvuldige wijze tot stand zijn gekomen, ze mogen geen tegenstrijdigheden bevatten en de rapporten moeten begrijpelijk zijn. Het is aan eiseres om aannemelijk te maken dat de rapporten die over haar zijn opgesteld niet aan deze voorwaarden voldoen.
De voorwaarden waaraan de rapporten moeten voldoen
De verzekeringsarts heeft het dossier en de ontvangen informatie bestudeerd. Hij heeft eiseres op het spreekuur gezien. Voorafgaand aan het spreekuur heeft eiseres per brief
11 december 2020 kenbaar gemaakt een fysieke, niet digitale, keuring te willen. De verzekeringsarts heeft eiseres fysiek op het spreekuur gezien. Hij vond het niet nodig om een lichamelijk onderzoek te verrichten, omdat dat wegens de al aanwezige medische stukken in het dossier geen toegevoegde waarde had. Bovendien wilde eiseres eerder naar huis.
Volgens de verzekeringsarts is eiseres aangewezen op fysiek lichte werkzaamheden in een rustige omgeving zonder frequente deadlines. De polsen mogen niet overbelast worden door zwaar fysiek werk. Hij heeft beperkingen aangenomen op het vlak van persoonlijk en sociaal functioneren, fysieke omgevingseisen, dynamische handelingen en werktijden.
De verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft het standpunt van de verzekeringsarts in het rapport van 2 mei 2021 heroverwogen. De verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft het dossier en de informatie van de behandelaars, waaronder de brieven van de logopedist, reuma verpleegkundige en diëtist bestudeerd. De verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft gemotiveerd waarom hij geen aanleiding ziet anders te denken over de belastbaarheid dan de verzekeringsarts.
Eiseres voert aan dat het onderzoek onzorgvuldig was, nu de verzekeringsarts geen lichamelijk onderzoek heeft uitgevoerd. De enkele omstandigheid dat er geen lichamelijk onderzoek heeft plaatsgevonden, hoeft niet te leiden tot een onzorgvuldig onderzoek.De rechtbank is van oordeel dat de verzekeringsarts in dit geval voldoende heeft gemotiveerd waarom geen lichamelijk onderzoek heeft plaatsgevonden.
De verzekeringsartsen hebben alle klachten van eiseres en de informatie van de behandelaars betrokken in hun beoordeling. Gelet op deze onderzoeksactiviteiten is de rechtbank van oordeel dat de medische rapporten zorgvuldig tot stand zijn gekomen. De verzekeringsartsen hebben bovendien eenduidig, inzichtelijk en zonder tegenstrijdigheden uitgelegd hoe hun beoordeling tot stand is gekomen. Dat betekent dat de rapporten aan de drie voorwaarden voldoen.
De medische beoordeling
De verzekeringsarts heeft aangenomen dat er sprake is van een aandoening met veel subjectieve, maar deels te objectiveren klachten, waarvan eiseres veel hinder ondervindt in het dagelijks leven. Zo heeft eiseres vermoeidheidsklachten, polsklachten, persoonlijkheidsstoornissen (narcisme en borderline), klachten aan haar nek en kaak en is zij prikkelgevoelig. Gezien het reeds langdurig bestaan van de klachten en de veelvoudige bezoeken aan behandelaars acht de verzekeringsarts, ondanks dat de klachten niet objectiveerbaar zijn, aannemelijk dat eiseres enige beperkingen ondervindt. In de FML heeft de verzekeringsarts onder andere beperkingen opgenomen voor het persoonlijk en sociaal functioneren. Daarnaast zijn er beperkingen aangenomen ten opzichte van koude temperatuur en huidcontact en met betrekking tot duwen, trekken, tillen dragen en lopen. Tot slot heeft de verzekeringsarts een urenbeperking aangenomen.