ECLI:NL:RBGEL:2022:1185

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
1 maart 2022
Publicatiedatum
4 maart 2022
Zaaknummer
C/05/396044 FA RK 21-3851
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontkenning en vaststelling van vaderschap naar Amerikaans recht met toepassing van Nederlands recht

In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 1 maart 2022 uitspraak gedaan over de ontkenning van het vaderschap van de juridische vader van een minderjarige, geboren in 2018. De moeder verzocht om de ontkenning van het vaderschap van de juridische vader, omdat de biologische vader, [biologische vader], met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid de vader van de minderjarige is. De juridische vader heeft geen verweer gevoerd tegen het verzoek van de moeder en heeft een schriftelijke verklaring overgelegd waarin hij instemt met de ontkenning van zijn vaderschap. De rechtbank heeft vastgesteld dat er een betrouwbare DNA-test is uitgevoerd die bevestigt dat [biologische vader] de biologische vader is. De rechtbank heeft ook overwogen dat er een rechtsvacuüm dreigt, omdat de moeder niet weet in welke Amerikaanse staat zij een procedure zou moeten voeren. Daarom heeft de rechtbank besloten om Nederlands recht toe te passen, ondanks dat de moeder en de juridische vader de Amerikaanse nationaliteit hebben.

De rechtbank heeft vervolgens de ontkenning van het vaderschap van de juridische vader gegrond verklaard en vastgesteld dat [biologische vader] de vader is van de minderjarige. Tevens is besloten dat de minderjarige de geslachtsnaam van [biologische vader] zal dragen. De beslissing is genomen in het belang van de minderjarige, waarbij de rechtbank heeft benadrukt dat het belangrijk is om de juridische status van de minderjarige te verduidelijken. De uitspraak is gedaan door mr. R.A. Eskes, rechter, in aanwezigheid van mr. H.C. van Doornik als griffier.

Uitspraak

beschikking
RECHTBANK GELDERLAND
Familie- en jeugdrecht
Zittingsplaats Arnhem
Zaakgegevens: C/05/396044 / FA RK 21-3851
Datum uitspraak: 1 maart 2022
beschikking ontkenning vaderschap en gerechtelijke vaststelling vaderschap
naar aanleiding van het verzoek van
[naam moeder](hierna: de moeder),
wonende te [woonplaats] ,
advocaat mr. K.J.M. Slangen te Arnhem.
Belanghebbenden zijn:
-
[naam minderjarige], geboren op [geboortedatum] 2018 te [geboorteplaats] (hierna: [minderjarige] ),
in rechte vertegenwoordigd door mr. J.A.P.M. van Dal, advocaat te Arnhem, in de hoedanigheid van bijzonder curator;
met betrekking tot het verzoek tot ontkenning van het vaderschap:
-
[naam juridische vader](hierna: de juridische vader);
wonende te [woonplaats] (Verenigde Staten van Amerika);
met betrekking tot het verzoek tot gerechtelijke vaststelling van het vaderschap:
-
[naam biologische vader](hierna: [biologische vader] ),
wonende te [woonplaats] .
In zijn hoedanigheid als vermeld in artikel 44 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering is in de procedure gekend het Openbaar Ministerie in het arrondissement Oost-Nederland.

1.Het verdere verloop van de procedure

1.1.
Bij beschikking van 8 december 2021 van deze rechtbank is de bijzonder curator benoemd.
1.2.
Het verdere verloop van de procedure blijkt uit:
  • de aanvullende productie 11 van de zijde van de moeder van 2 december 2021;
  • de instemmingsverklaring van [biologische vader] van 28 december 2021;
  • het F9-formulier met bijlagen van de zijde van de moeder van 4 januari 2022;
  • het advies van de bijzondere curator (tevens zelfstandige verzoeken) van 14 januari 2022.

2.De feiten

2.1.
De moeder en de juridische vader zijn op [datum] 1995 in [woonplaats] , in de Verenigde Staten van Amerika met elkaar gehuwd. Dit huwelijk is ontbonden op [datum] 2020.
2.2.
Tijdens het huwelijk van de moeder en de juridische vader is [minderjarige] geboren.
2.3.
De moeder, de juridische vader en [biologische vader] hebben de Amerikaanse nationaliteit.
2.4.
Bij beschikking van 8 december 2021 heeft deze rechtbank mr. J.A.P.M. van Dal als bijzondere curator benoemd over [minderjarige] .

3.De verzoeken

3.1.
De moeder verzoekt de ontkenning van het vaderschap van de juridische vader van [minderjarige] gegrond te verklaren. Zij voert daartoe aan dat niet hij, maar [biologische vader] de biologische vader van [minderjarige] is. Er bestaat bij de moeder geen enkele twijfel dat de juridische vader niet de verwekker is van [minderjarige] . De moeder heeft de juridische vader vanaf [maand] 2016 niet meer gezien, terwijl [minderjarige] is geboren op [geboortedatum] 2018. Ook uit DNA-onderzoek is gebleken dat [biologische vader] met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid de biologische vader van [minderjarige] is. Onder de opschortende voorwaarde dat de beslissing tot gegrondverklaring van de ontkenning van het vaderschap in kracht van gewijsde is gegaan, verzoekt de moeder daarnaast het vaderschap van [biologische vader] gerechtelijk vast te stellen met bepaling dat [minderjarige] de geslachtsnaam [biologische vader] zal dragen.
3.2.
De juridische vader heeft te kennen gegeven dat hij geen verweer voert tegen het verzoek van de moeder en dat hij er geen bezwaar tegen heeft dat er conform haar verzoek wordt beslist. Hiertoe heeft hij een “affidavit” overgelegd.
3.3.
[biologische vader] heeft met de instemmingsverklaring van 28 december 2021 bericht dat hij instemt met de verzoeken van de moeder.
3.4.
De bijzonder curator acht het verzoek van de moeder in het belang van [minderjarige] . Zekerheidshalve heeft zij namens [minderjarige] verzocht over te gaan tot de gegrondverklaring van de ontkenning van het vaderschap van de juridische vader en de gerechtelijke vaststelling van het vaderschap van [biologische vader] .

4.De beoordeling

Bevoegdheid
4.1.
De moeder woont in Nederland. Op grond van artikel 3 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) heeft de Nederlandse rechter rechtsmacht. [minderjarige] woont in [woonplaats] , gelegen in het rechtsgebied van deze rechtbank. De rechtbank is dus op grond van artikel 265 Rv bevoegd van het verzoek kennis te nemen.
Ontkenning van het vaderschap
4.2.
Op grond van artikel 10:93 van het Burgerlijk Wetboek (BW) in samenhang met artikel 10:92 BW wordt de vraag of, en onder welke voorwaarden, het vaderschap kan worden ontkend, bepaald door het recht van de staat van de gemeenschappelijke nationaliteit van de moeder en de juridische vader ten tijde van de geboorte van [minderjarige] . De moeder en de juridische vader hebben beiden de Amerikaanse nationaliteit, zodat op het verzoek Amerikaans recht van toepassing is, meer specifiek het recht van de staat Virginia, waar de juridische vader ten tijde van de geboorte van [minderjarige] woonde.
4.3.
De moeder heeft gewezen op § 20-49.10 van de Code of Virginia. Op grond van die bepaling is het mogelijk het wettelijke vaderschap te ontkennen. De bepaling luidt:
An individual may file a petition for relief and, except as provided herein, the court may set aside a final judgment, court order, administrative order, obligation to pay child support or any legal determination of paternity if a scientifically reliable genetic test performed in accordance with this chapter establishes the exclusion of the individual named as a father in the legal determination. The court shall appoint a guardian ad litem to represent the interest of the child. The petitioner shall pay the costs of such test. A court that sets aside a determination of paternity in accordance with this section shall order completion of a new birth record and may order any other appropriate relief, including setting aside an obligation to pay child support. (…) A court shall not grant relief from determination of paternity if the individual named as father (i) acknowledged paternity knowing he was not the father, (ii) adopted the child, or (iii) knew that the child was conceived through artificial insemination. [1]
4.4.
Vertaald komt dit - voor zover hier van belang - op het volgende neer. Onder meer elke wettelijke vaststelling van vaderschap kan door een rechtbank terzijde worden gesteld als op kosten van de ontkenner een wetenschappelijk betrouwbare genetische test is uitgevoerd die uitsluit dat de juridische vader de vader is. Er wordt een bijzonder curator benoemd om de belangen van het kind te behartigen. Als de ontkenning van het vaderschap wordt toegewezen, wordt een nieuwe geboorteakte opgemaakt. Ontkenning van het vaderschap wordt niet toegestaan als de juridische vader (i) het kind heeft erkend, wetende dat hij niet de vader was, (ii) het kind heeft geadopteerd of (iii) wist dat het kind kunstmatig is verwekt. Uit het artikel volgt geen termijn voor de actie tot ontkenning van het vaderschap en de rechtbank heeft die ook uit de omliggende artikelen niet weten af te leiden.
4.5.
In dit geval is er geen DNA-test afgenomen bij de juridische vader, maar alleen bij [biologische vader] . Hoewel hiermee naar de letter van de wet niet aan de voorwaarden voor ontkenning van het vaderschap lijkt te zijn voldaan, is de rechtbank van oordeel dat het verzoek toch kan worden toegewezen. Er is sprake van een betrouwbare DNA-test, die [biologische vader] met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid (99,999999998% zekerheid) aanmerkt als de biologische vader van [minderjarige] . Biologisch kan er maar sprake zijn van één vader. Hiermee is dus tevens uitgesloten dat de juridische vader de biologische vader is. De juridische vader heeft dit ook schriftelijk bevestigd. De uitzonderingsgronden opgesomd onder i, ii en iii doen zich niet voor. Daarmee is het verzoek tot ontkenning van het vaderschap toewijsbaar.
De gerechtelijke vaststelling van het vaderschap
4.6.
Of en onder welke voorwaarden het vaderschap van [biologische vader] gerechtelijk kan worden vastgesteld, wordt op grond van artikel 10:97 BW in beginsel bepaald door het recht van de staat van de gemeenschappelijke nationaliteit van hem en de moeder, wederom het Amerikaanse recht. Zoals hiervoor al is gebleken, dient echter het recht van een van de Amerikaanse staten te worden toegepast. De moeder heeft aangevoerd dat op grond van het recht van de staat Virginia vaststelling van het vaderschap mogelijk is op basis van een vaderschapstest. Zij heeft echter niet toegelicht op grond waarvan zij van mening is dat het recht van de staat Virginia van toepassing is. Daarbij wijst de rechtbank erop dat [biologische vader] in New York is geboren en niet is gesteld wat zijn band met de staat Virginia is of dat en waarom naar Amerikaans recht de rechtbank in Virginia bevoegd zou zijn met toepassing van het recht van die staat uitspraak te doen.
4.7.
De bijzonder curator heeft in haar brief van [datum] 2022 toegelicht dat het in het belang van [minderjarige] is dat beide procedures gelijk op blijven lopen en dat de moeder niet weet in welke staat zij een eventuele procedure naar Amerikaans recht zou moeten voeren.
4.8.
Het standpunt van de bijzonder curator komt erop neer dat een rechtsvacuüm dreigt als de rechtbank niet zou beslissen op het verzoek. Artikel 10:97 BW biedt als alternatief toepassing van het recht van de staat waar [biologische vader] en de moeder hun gewone verblijfplaats hebben, dus Nederlands recht. Weliswaar wordt daaraan naar de letter van de wet alleen toegekomen als geen sprake is van een gemeenschappelijke nationaliteit, maar het belang van [minderjarige] brengt mee dat de rechtbank dit leest als iedere situatie waarin het niet lukt op grond van de gemeenschappelijke nationaliteit het toepasselijke recht vast te stellen. Daarom zal de rechtbank het verzoek beoordelen op grond van Nederlands recht.
De inhoudelijke beoordeling
4.9.
Op grond van artikel 1:207 BW, voor zover hier van belang, kan het ouderschap van een persoon op de grond dat deze de verwekker is van het kind door de rechtbank worden vastgesteld op verzoek van de moeder, tenzij het kind de leeftijd van zestien jaar heeft bereikt. Vaststelling van het ouderschap kan onder meer niet geschieden als het kind twee ouders heeft. Het verzoek moet worden ingediend binnen vijf jaar na de geboorte van het kind.
4.10.
Op grond van de overgelegde DNA-test stelt rechtbank vast dat [biologische vader] de biologische vader is van [minderjarige] . [biologische vader] heeft ingestemd met de verzoeken van de moeder blijkens de instemmingsverklaring. Nu van overige bezwaren als bedoeld in artikel 1:207 BW niet is gebleken ligt het verzoek, onder de voorwaarde dat de beslissing tot gegrondverklaring van de ontkenning van het vaderschap onherroepelijk is geworden, voor toewijzing gereed.
De geslachtsnaam van [minderjarige]
4.11.
Ingevolge artikel 1:5 lid 2 en artikel 1:207 BW houdt een kind, indien het door gerechtelijke vaststelling van het vaderschap in familierechtelijke betrekking tot de vader komt te staan, de geslachtsnaam van de moeder, tenzij de moeder en de vader gezamenlijk verklaren dat het kind de geslachtsnaam van de vader zal hebben.
4.12.
De rechtbank beschouwt het verzoek van de moeder in combinatie met de instemmingsverklaring van [biologische vader] als een dergelijke gezamenlijke schriftelijke verklaring. De moeder en [biologische vader] wensen dat [minderjarige] de geslachtsnaam “ [naam biologische vader] ” zal dragen. De rechtbank zal het verzoek daarom toewijzen.

5.De beslissing

De rechtbank:
5.1.
verklaart de ontkenning van het door huwelijk ontstane vaderschap van
[naam juridische vader] , geboren op [geboortedatum] 1956 in de Verenigde Staten van Amerika, met betrekking tot de minderjarige
[naam minderjarige], geboren op [geboortedatum] 2018 te [geboorteplaats] , gegrond;
5.2.
stelt vast, onder de voorwaarde en op de datum dat de onder 5.1. vermelde beslissing met betrekking tot de gegrondverklaring van de ontkenning van het vaderschap van voornoemde [naam juridische vader] in kracht van gewijsde is gegaan, dat [naam biologische vader] , geboren op [geboortedatum] 1973 te New York, Verenigde Staten van Amerika, de vader is van voornoemde minderjarige;
5.3.
verstaat dat [naam moeder] en [naam biologische vader] gezamenlijk hebben verklaard dat voornoemde minderjarige met ingang van de datum van vaststelling van het vaderschap van [naam biologische vader] , de geslachtsnaam ‘ [naam biologische vader] ’ zal hebben.
Deze beschikking is gegeven door mr. R.A. Eskes, rechter, in tegenwoordigheid van mr. H.C. van Doornik als griffier en in het openbaar uitgesproken op 1 maart 2022.

Voetnoten

1.Bron: https://law.lis.virginia.gov/vacodefull/title20/chapter3.1.