Uitspraak
RECHTBANK GELDERLAND
1.[eiser 1] ,
[eiser 2],
[eiser 3],
1.De procedure
- het tussenvonnis van 18 december 2019
- het tweede deeldeskundigenbericht van [deskundige 1]
- de begrotingsbeschikking van 15 juli 2020
- de conclusies na deskundigenbericht van [eisers] en [gedaagde]
- de antwoordakten van [gedaagde] en [eisers]
2.De verdere beoordeling
rb)
2.Toelichting op de berekening
www.pensioenkoers.nl.”
zo veel mogelijkaanvullende gegevens te verstrekken en [deskundige 1]
zo volledig mogelijkvoor te lichten. Volgens [eisers] zijn bij de wisseling van boekhouder (financiële) stukken weggegooid (pagina 3 van de brief van [deskundige 2] van 26 augustus 2020, productie 36 van [eisers] ) en heeft zij alle beschikbare en redelijkerwijs te verkrijgen stukken aangeleverd (randnummer 2 van haar akte). Anders dan [gedaagde] (bij monde van [deskundige 3] ) kennelijk in het vonnis van de rechtbank leest, heeft de rechtbank [deskundige 1] niet opgedragen consequenties te verbinden aan het niet beschikbaar komen van stukken. [deskundige 1] heeft met de beschikbare informatie gerekend en kon daarmee klaarblijkelijk voldoende uit de voeten. Voor zover sprake is van in haar visie onjuiste bevindingen heeft [gedaagde] de mogelijkheid zich daarop ten overstaan van de rechtbank te beroepen. Bij deze stand van zaken bestaat geen aanleiding de bevindingen van [deskundige 1] niet tot uitgangspunt te nemen. Daarbij wordt in aanmerking genomen dat het de verkeersfout van de verzekerde van [gedaagde] is geweest die ertoe heeft geleid dat de gaten in de administratie van [eisers] relevant zijn geworden.
rb) volledig als inkomen ter beschikking staat (randnummer 78, tweede bullet en randnummers 80 en 81 van de conclusie na deskundigenbericht van [eisers] ).
3.De beslissing
7 juli 2021voor het nemen van een akte door beide partijen over hetgeen is vermeld onder 2.29.,