ECLI:NL:RBGEL:2021:7292

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
22 december 2021
Publicatiedatum
1 februari 2022
Zaaknummer
05/092361-21; 05/222414-21; 05/169253-21; 05/292172-21; 05/249590-21 (gev. ttz)
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Meervoudige strafzaak tegen verdachte wegens een reeks van diefstallen, inbraken en ramkraken in Nijmegen

Op 22 december 2021 heeft de Rechtbank Gelderland uitspraak gedaan in een meervoudige strafzaak tegen een 56-jarige man uit Nijmegen. De verdachte is veroordeeld tot een gevangenisstraf van zes jaar en vijf maanden voor een reeks van vermogensdelicten, waaronder diefstal, inbraak en ramkraken. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte in de periode van 5 april tot en met 27 augustus 2021 meerdere auto-inbraken heeft gepleegd, waarbij hij in totaal 27 voertuigen heeft opengebroken en uit 12 auto’s goederen heeft gestolen. Daarnaast heeft hij op 6 augustus 2021 vier ramkraken gepleegd waarbij hij met een auto tegen de deuren van verschillende panden is gereden. De rechtbank heeft de verdachte ook schuldig bevonden aan het beschadigen van een politiecel en het stelen van een telefoon en bankpas op het politiebureau. De rechtbank heeft de ernst van de feiten en het strafblad van de verdachte meegewogen in de strafmaat. De verdachte heeft een lange geschiedenis van crimineel gedrag en heeft geen blijk gegeven van gedragsverandering. De rechtbank heeft daarom een onvoorwaardelijke gevangenisstraf opgelegd, zonder bijzondere voorwaarden, om de maatschappij te beschermen tegen verdere delicten van de verdachte.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
Team strafrecht
Zittingsplaats Arnhem
Parketnummers: 05/092361-21; 05/222414-21; 05/169253-21; 05/292172-21; 05/249590-21 (gev. ttz)
Datum uitspraak : 22 december 2021
Tegenspraak
vonnis van de meervoudige kamer
in de zaak van
de officier van justitie
tegen
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] 1965 op [geboorteplaats] ,
wonende aan de [adres 1] ,
op dit moment gedetineerd in de P.I. Grave.
Raadsvrouw: mr. M.J.R. Roethof, advocaat in Arnhem (bij aanvang van de behandeling ter zitting).
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 8 december 2021.
Voeging van de zaken
Naar aanleiding van de mededeling van de rechtbank ter zitting dat de zaken worden gevoegd, heeft de raadsvrouw verzocht om de (op haar verzoek naar de meervoudige kamer verwezen) politierechterzaak met parketnummer 05/092361-21 niet te voegen omdat in die zaak vrijspraak zal worden bepleit. De rechtbank wijst dit verzoek af, omdat de aangevoerde reden om de zaak niet te voegenop grond van artikel 285 van het Wetboek van Strafvordering niet in de weg staat aan voeging van de zaak.
Inleiding
Gezien het grote aantal zaken, volgt hieronder per afzonderlijk parketnummer steeds de tenlastelegging, de bewijsmotivering en (indien van toepassing) de bewezenverklaring.
De rechtbank nummert de feiten doorlopend waarbij het onder parketnummer 05/092361-21 tenlastegelegde feit 1 wordt; 05/222414-21, feit 2; 05/169253-21, feit 3.1 t/m 3.10; 05/292172-21, feit 4.1 t/m 4.5 en 05/249590-21 feit 5.
Voor de bewijsmotivering onder alle parketnummers en voor de strafmotivering geldt dat er geen standpunt van de verdediging is weergegeven. De reden daarvoor is dat verdachte aan het begin van de behandeling ter zitting te kennen heeft gegeven dat hij afstand deed van de mogelijkheid om aanwezig te zijn bij de (verdere) behandeling van de zaken. Daarnaast heeft hij de rechtbank geïnformeerd dat hij niet langer gebruik wenste te maken van de diensten van zijn raadsvrouw. Zij heeft zich vervolgens teruggetrokken.

1.05/092361-21, feit 1

De inhoud van de tenlastelegging 05/092361-21
Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 5 april 2021 te Nijmegen,
een (vouw)fiets, althans een goed heeft verworven, voorhanden heeft gehad, en/of
heeft overgedragen, terwijl hij ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen
van dit goed wist, althans redelijkerwijs had moeten vermoeden dat het een door
misdrijf verkregen goed betrof;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou
kunnen leiden:
hij op of omstreeks 5 april 2021 te Nijmegen
een (vouw)fiets, in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander
toebehoorde, te weten aan [slachtoffer 1] , heeft weggenomen met het oogmerk
om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
Overwegingen ten aanzien van het bewijs 05/092361-21 [1]
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat het feit wettig en overtuigend kan worden bewezen.
Beoordeling door de rechtbank
[slachtoffer 1] heeft aangifte gedaan van diefstal van haar (blauwe) vouwfiets. Aangeefster heeft verklaard dat zij op 5 april 2021 een donkergetinte man met een zwarte wollen jas en een capuchon zag fietsen op haar blauwe vouwfiets op de [straatnaam 1] in Nijmegen. [2] Op 5 april 2021 hebben verbalisanten verdachte voordat hij werd aangehouden op twee verschillende tijdstippen op twee verschillende plekken zien fietsen op een blauwe vouwfiets terwijl hij riep “Fuck the police”. [3]
Verdachte heeft wisselend verklaard op de vraag hoe hij aan de vouwfiets is gekomen. Bij zijn aanhouding heeft hij verklaard dat hij de fiets had gevonden en aan de politie kwam terugbrengen. Op de vraag waarom hij dit de twee eerdere keren dat zij hem tegenkwam niet had gedaan, beriep verdachte zich op zijn zwijgrecht. Tijdens zijn verhoor bij de politie heeft hij verklaard dat hij de fiets van iemand, waarvan hij denkt dat de naam [naam 1] is, had geleend en hij hem heeft gevraagd: “
Hij is wel eerlijk he?”.
De rechtbank hecht vanwege deze wisselende verklaringen geen waarde aan wat verdachte heeft gezegd over de herkomst van de fiets. Het enkele feit dat verdachte de fiets voorhanden had, is onvoldoende om vast te stellen dat verdachte degene is geweest die de fiets heeft gestolen. De rechtbank is van oordeel dat uit de bewijsmiddelen en de wisselende verklaringen van verdachte is af te leiden dat er op zijn minst sprake is van schuldheling. De rechtbank acht daarom de primair ten laste gelegde schuldheling wettig en overtuigend bewezen.
De bewezenverklaring 05/092361-21
Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het primair tenlastegelegde heeft begaan, te weten dat:
hij op
of omstreeks5 april 2021 te Nijmegen,
een (vouw)fiets,
althans een goed heeft verworven, voorhanden heeft gehad,
en/of
heeft overgedragen, terwijl hij ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen
van dit goed
wist, althansredelijkerwijs had moeten vermoeden dat het een door
misdrijf verkregen goed betrof.

2.05/222414-21, feit 2

De inhoud van de tenlastelegging 05/222414-21
Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 7 april 2021 te Nijmegen,
opzettelijk en wederrechtelijk een celdeur, in elk geval enig goed, dat/die geheel of
ten dele aan de [benadeelde] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft
vernield, beschadigd, onbruikbaar gemaakt en/of weggemaakt.
Overwegingen ten aanzien van het bewijs 05/222414-21 [4]
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat het feit wettig en overtuigend kan worden bewezen.
Beoordeling door de rechtbank
Aangever [aangever] heeft namens de [benadeelde] aangifte gedaan van vernieling/beschadiging van een celdeur in het politiebureau aan de [adres 2] . Aangever heeft verklaard dat verdachte zich op 7 april 2021 ophield in cel nummer 19. Diezelfde dag opende een collega van aangever de celdeur van deze cel en aangever zag toen dat er aan de binnenkant van de deur een tekst gekrast stond, namelijk ‘ [verdachte] ’. Volgens aangever was deze beschadiging nog niet aanwezig voordat verdachte in deze cel werd geplaatst. Alleen verdachte zat in deze cel. [5] Verbalisant [verbalisant 1] heeft verklaard dat toen verdachte werd opgehaald voor verhoor over de vernieling, hij hoorde dat verdachte zei: “
Dat doet toch iedereen. [6]
Uit het voorgaande leidt de rechtbank af dat het verdachte is geweest die de celdeur heeft beschadigd en daarom acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het tenlastegelegde heeft begaan.
De bewezenverklaring 05/222414-21
Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het tenlastegelegde heeft begaan, te weten dat:
hij op
of omstreeks7 april 2021 te Nijmegen,
opzettelijk en wederrechtelijk een celdeur,
in elk geval enig goed,
dat/die geheel of
ten dele aan de [benadeelde] ,
in elk geval aan een andertoebehoorde
(n)heeft
vernield,beschadigd
, onbruikbaar gemaakt en/of weggemaakt.

3.05/169253-21, feiten 3.1 t/m 3.10

De inhoud van de tenlastelegging 05/169253-21
Aan verdachte is, na toewijzing van een vordering tot wijziging van de tenlastelegging, ten laste gelegd dat:
3.1
hij op/in of omstreeks de periode 12 tot en met 16 april 2021, te Nijmegen, althans in Nederland,
met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een of meerdere voertuig(en) heeft
weggenomen
- een handschoen (zaak 1), en/of
- een [merk 1] zonnebril (zaak 2), en/of
- een [merk 1] zonnebril (zaak 3), en/of
- een of meerdere zonnebril(len) (zaak 4), en/of
- een rolletje drop (zaak 6), en/of
- een of meerdere zonnebril(len)(zaak7), en/of
- etenswaren en/of vochtige doekjes (zaak 8), en/of
- een zonnebril, leesbril, jas en/of sleutels (zaak 9), en/of
- een creditcard (zaak 12), en/of
- een geldbedrag van (ongeveer) (totaal) € 30,-, een zonnebril, een brillendoos en/of een
parkeerpas nr. [nummer 1] (zaak 15), en/of
- een [merk 1] zonnebril (zaak 16), en/of
- een of meerdere [merk 1] zonnebril(len) (zaak 18), en/of
in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 2] , [slachtoffer 3] , [slachtoffer 4] , [slachtoffer 5] , [slachtoffer 6] , [slachtoffer 7] , [slachtoffer 8] , [slachtoffer 9] , [slachtoffer 10] , [slachtoffer 11] , [slachtoffer 12] en/of [slachtoffer 13] ,
in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en/of die/dat weg te nemen goed/goederen, onder zijn
bereik heeft gebracht door middel van braak/verbreking;
3.2
hij op/in of omstreeks de periode 12 tot en met 16 april 2021, te Nijmegen, althans in Nederland,
ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om
een of meer goed/goederen, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan
- [slachtoffer 14] (zaak 5),
- [slachtoffer 15] (zaak 10),
- [slachtoffer 16] (zaak 11),
- [slachtoffer 17] (zaak 13),
- [slachtoffer 18] (zaak 14),
- [slachtoffer 19] (zaak 17),
- [slachtoffer 20] (zaak 19,
- [slachtoffer 21] (zaak 20),
- [slachtoffer 22] (zaak 21),
- [slachtoffer 23] (zaak 22),
- [slachtoffer 24] (zaak 23),
- [slachtoffer 25] (zaak 24),
- [slachtoffer 26] (zaak 25),
- [slachtoffer 27] en/of (zaak 26),
- [slachtoffer 28] (zaak 27),
in elk geval aan een ander toebehoorde(n) weg te nemen met het oogmerk om het
zich wederrechtelijk toe te eigenen en zich toegang tot de plaats van het
misdrijf te verschaffen en/of dat/die weg te nemen goed/goederen onder zijn bereik te brengen
door middel van braak en/of verbreking,
te weten door het verbreken, vernielen en/of beschadigen van een of meerdere ruit(en) en/of
andere onderdelen van een of meer voertuig(en), van een of meer hierboven genoemde
persoon/personen, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op/in of omstreeks de periode 12 tot en met 16 april 2021, te Nijmegen, althans in Nederland,
opzettelijk en wederrechtelijk een of meerdere voertuig(en), in elk geval enig goed, dat/die geheel
of ten dele aan
- [slachtoffer 14] (zaak 5),
- [slachtoffer 15] (zaak 10),
- [slachtoffer 16] (zaak 11),
- [slachtoffer 17] (zaak 13),
- [slachtoffer 18] (zaak 14),
- [slachtoffer 19] (zaak 17),
- [slachtoffer 20] (zaak 19,
- [slachtoffer 21] (zaak 20),
- [slachtoffer 22] (zaak 21),
- [slachtoffer 23] (zaak 22),
- [slachtoffer 24] (zaak 23),
- [slachtoffer 25] (zaak 24),
- [slachtoffer 26] (zaak 25),
- [slachtoffer 29] en/of (zaak 26),
- [slachtoffer 28] (zaak 27),
in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft
vernield, beschadigd, onbruikbaar gemaakt;
3.3
hij op/in of omstreeks de periode 12 tot en met 16 april 2021, te Nijmegen, althans in Nederland,
een of meerdere geldbedrag(en) van (totaal) (ongeveer) € 147,42
in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 10] (zaak 12), in
elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het
zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte zich de toegang tot de
plaats van het misdrijf heeft verschaft en/of dat/die weg te nemen goed/goederen, onder zijn
bereik heeft gebracht door middel van een valse sleutel,
te weten met een (uit misdrijf verkregen) creditcard, althans een bankpas, op naam van [slachtoffer 10] , die niet aan verdachte toebehoorde;
3.4
hij op/in of omstreeks de periode 23 tot en met 26 april 2021, te Nijmegen, althans in Nederland,
ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om
een of meer goed/goederen, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan
- [slachtoffer 39] (zaak 28), en/of,
- [slachtoffer 31] (zaak 29),
in elk geval aan een ander toebehoorde(n) weg te nemen met het oogmerk om het
zich wederrechtelijk toe te eigenen en zich toegang tot de plaats van het
misdrijf te verschaffen en/of dat/die weg te nemen goed/goederen onder zijn bereik te brengen
door middel van braak en/of verbreking,
te weten door het verbreken, vernielen en/of beschadigen van een of meerdere ruit(en) en/of
andere onderdelen van een of meer voertuig(en), van een of meer hierboven genoemde
persoon/personen,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op/in of omstreeks de periode 23 tot en met 26 april 2021, te Nijmegen, althans in Nederland,
opzettelijk en wederrechtelijk een of meerdere voertuig(en), in elk geval enig goed, dat/die geheel
of ten dele aan
- [slachtoffer 39] (zaak 28), en/of,
- [slachtoffer 31] (zaak 29),
in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft vernield, beschadigd, onbruikbaar gemaakt;
3.5
hij op/in of omstreeks de periode van 27 tot en met 28 juni 2021, te Nijmegen, althans in
Nederland, in een woning en/of op een besloten erf waarop een woning stond aan de [adres 3] , alwaar verdachte zich buiten weten of tegen de wil van de
rechthebbende bevond, een bankpas op naam van [slachtoffer 32] (zaak 30), in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 32] , in elk geval aan een ander toebehoorde,
heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en /of dat/die weg te nemen bankpassen/of goed, onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming;
3.6
hij op/in of omstreeks de periode 27 tot en met 28 juni 2021, te Nijmegen, althans in Nederland,
een of meerdere geldbedrag(en) van (totaal) (ongeveer) € 59,59,
in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 32] (zaak 30), in
elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het
zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte zich de toegang tot de
plaats van het misdrijf heeft verschaft en/of dat/die weg te nemen goed/goederen, onder zijn
bereik heeft gebracht door middel van een valse sleutel,
te weten met een (uit misdrijf verkregen) bankpas op naam van [slachtoffer 32] ,
die niet aan verdachte toebehoorde;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op/in of omstreeks de periode van 27 tot en met 28 juni 2021, te Nijmegen, althans in
Nederland,
een bankpas op naam van [slachtoffer 32] , althans een goed, heeft verworven, voorhanden heeft gehad
en/of heeft overgedragen, terwijl hij ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van dit goed wist, althans redelijkerwijs had moeten vermoeden dat het een door
misdrijf verkregen goed betrof;
3.7
hij op of omstreeks 6 augustus 2021 te Nijmegen, althans in Nederland,
- een zwarte telefoon van het merk [merk 2] , en/of
- een bordeauxrode hoes met een of meerdere identiteitspas(jes), bankpas(jes) en/of
zorgverzekeringspas(jes)
in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 33] (zaak 31),
in elk geval aan een ander toebehoorde(n), heeft weggenomen
met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
3.8
hij op of omstreeks 6 augustus 2021, te Nijmegen, althans in Nederland,
een of meerdere geldbedrag(en) van (totaal) (ongeveer) € 23,20 en € 12,-,
in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 33] (zaak 31), in
elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het
zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte zich de toegang tot de
plaats van het misdrijf heeft verschaft en/of dat/die weg te nemen goed/goederen, onder zijn
bereik heeft gebracht door middel van een valse sleutel, te weten met een (uit misdrijf verkregen) bankpas op naam van [slachtoffer 33] , die niet aan verdachte toebehoorde;
3.9
hij op/in of omstreeks de periode 7 tot en met 8 mei 2021, te Nijmegen, althans in Nederland,
met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een of meerdere voertuig(en) heeft
weggenomen,
- een of meerdere geldbedragen, en/of
- Airpods, en/of
- een parkeerkaart, en/of
- een of meerdere ontluchting sleutelhangers (150 stuks), en/of
- op maat gemaakte gehoorbescherming, en/of
- een testo multimeter TT60-2, en/of
- en True RMS Remega Smart Service tool,
in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 34] (zaak 32),
in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en/of die/dat weg te nemen goed/goederen, onder zijn
bereik heeft gebracht door middel van braak/verbreking;
3.1
hij op/in of omstreeks de periode 7 tot en met 9 mei 2021, te Nijmegen, althans in Nederland,
ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om
een of meer goed/goederen, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan
- [slachtoffer 35] (zaak 33), en/of
- [slachtoffer 36] (zaak 34)
in elk geval aan een ander toebehoorde(n) weg te nemen met het oogmerk om het
zich wederrechtelijk toe te eigenen en zich toegang tot de plaats van het
misdrijf te verschaffen en/of dat/die weg te nemen goed/goederen onder zijn bereik te brengen
door middel van braak en/of verbreking,
te weten door het verbreken, vernielen en/of beschadigen van een of meerdere ruit(en) en/of
andere onderdelen van een of meer voertuig(en), van een of meer hierboven genoemde
persoon/personen, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op/in of omstreeks de periode 7 tot en met 9 mei 2021, te Nijmegen, althans in Nederland,
opzettelijk en wederrechtelijk een of meerdere voertuig(en), in elk geval enig goed, dat/die geheel
of ten dele aan
- [slachtoffer 35] (zaak 33), en/of
- [slachtoffer 36] (zaak 34)
in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft
vernield, beschadigd, onbruikbaar gemaakt.
Overwegingen ten aanzien van het bewijs 05/169253-21 [7]
Vaststaande feiten ten aanzien van feiten 3.1 en 3.2
Feit 3.1
Op grond van de bewijsmiddelen wordt het volgende, dat verder ook niet ter discussie staat, vastgesteld.
In de periode van 12 tot en met 16 april 2021 zijn in een parkeergarage onder [straatnaam 2] in Nijmegen de volgende inbraken in auto’s gepleegd, waarbij bij alle auto’s onder meer één of meerdere ruiten zijn vernield:
1. op 16 april 2021, waarbij is weggenomen een handschoen uit een Opel Vivaro met kenteken [kenteken 1] , toebehorende aan [slachtoffer 2] (zaak 1) [8]
2. op 16 april 2021 in Nijmegen, waarbij is weggenomen een [merk 1] zonnebril uit een personenauto Alfa Romeo Giulia met kenteken [kenteken 2] , toebehorende aan [slachtoffer 3] (zaak 2) [9]
3. tussen 13 en 16 april 2021, waarbij is weggenomen een [merk 1] zonnebril uit een personenauto Volvo XC60, met kenteken [kenteken 3] , toebehorende aan [slachtoffer 4] (zaak 3) [10]
4. op 16 april 2021, waarbij is weggenomen een of meerdere zonnebril(len) uit een personenauto Toyota Auris, met kenteken [kenteken 4] , toebehorende aan [slachtoffer 5] (zaak 4) [11]
5. op 16 april 2021, waarbij is weggenomen een rolletje drop uit een personenauto BMW X5, met kenteken [kenteken 5] , toebehorende aan [slachtoffer 6] (zaak 6) [12]
6. op 16 april 2021, waarbij is weggenomen een of meerdere zonnebril(len) uit een personenauto Nissan Juke, met kenteken [kenteken 6] , toebehorende aan [slachtoffer 7] (zaak 7) [13]
7. op 16 april 2021, waarbij is weggenomen etenswaren en/of vochtige doekjes uit een personenauto Peugeot 208, met kenteken [kenteken 7] , toebehorende aan [slachtoffer 8] (zaak 8) [14]
8. op 16 april 2021, waarbij is weggenomen een zonnebril, leesbril, jas en/of sleutels uit een personenauto [merk 3] Q7 E-Tron, met kenteken [kenteken 8] , toebehorende aan [slachtoffer 9] (zaak 9) [15]
9. op 16 april 2021, waarbij is weggenomen een creditcard uit een Volvo V40, met kenteken [kenteken 9] , toebehorende aan [slachtoffer 37] (zaak 12) [16]
10. tussen 12 en 16 april 2021, waarbij is weggenomen een geldbedrag van (ongeveer) (totaal) € 30,-, een zonnebril, een brillendoos en/of een parkeerpas nr. [nummer 1] uit een personenauto [merk 3] Q3, met kenteken [kenteken 10] , toebehorende aan [slachtoffer 11]
(zaak 15) [17]
11. op 16 april 2021, waarbij is weggenomen een [merk 1] zonnebril uit een personenauto Mercedes Benz C 180, met kenteken [kenteken 11] , toebehorende aan [slachtoffer 12] (zaak 16) [18]
12. op 16 april 2021, waarbij is weggenomen een of meerdere [merk 1] zonnebril(len) uit een personenauto Volkswagen Tiguan, met kenteken [kenteken 12] , toebehorende aan [slachtoffer 13] (zaak 18). [19]
Feit 3.2
Op grond van de bewijsmiddelen wordt het volgende, dat verder ook niet ter discussie staat, vastgesteld.
In de periode van 12 tot en met 16 april 2021 zijn in een parkeergarage onder [straatnaam 2] in Nijmegen de volgende pogingen tot inbraken in auto’s gepleegd, waarbij bij alle auto’s onder meer één ruit is vernield en ook andere auto-onderdelen zijn vernield:
1. op 16 april 2021 in een personenauto Renault Clio, met kenteken [kenteken 13] , toebehorende aan [slachtoffer 14] (zaak 5) [20]
2. op 16 april 2021 in een personenauto Opel Meriva, met kenteken [kenteken 14] , toebehorende aan [slachtoffer 15] (zaak 10) [21]
3. op 16 april 2021 in een personenauto Ford Focus, met kenteken [kenteken 15] , toebehorende aan [slachtoffer 16] (zaak 11) [22]
4. op 16 april 2021 in een personenauto [merk 3] S3 Sportback, met kenteken [kenteken 16] , toebehorende aan [slachtoffer 17] (zaak 13) [23]
5. op 16 april 2021 in een personenauto Ford Mondeo, met kenteken [kenteken 17] , toebehorende aan [slachtoffer 18] (zaak 14) [24]
6. op 16 april 2021 in een personenauto Mercedes Benz A 180, met kenteken [kenteken 18] , toebehorende aan [slachtoffer 19] (zaak 17) [25]
7. tussen 14 en 16 april 2021 in een personenauto Volkswagen Polo, met kenteken [kenteken 19] , toebehorende aan [slachtoffer 20] (zaak 19) [26]
8. op 16 april 2021 in een bestelauto Mercedes Benz Vito, met kenteken [kenteken 20] , toebehorende aan [slachtoffer 21] (zaak 20) [27]
9. op 16 april 2021 in een personenauto Toyota Rav4, met kenteken [kenteken 21] , toebehorende aan [slachtoffer 22] (zaak 21) [28]
10. op 16 april 2021 in een personenauto Volkswagen Golf, met kenteken [kenteken 22] , toebehorende aan [slachtoffer 23] (zaak 22) [29]
11. op 16 april 2021 in een personenauto BMWX2 Sdrive20i, met kenteken [kenteken 23] , toebehorende aan [slachtoffer 24] (zaak 23) [30]
12. op 16 april 2021 in een personenauto Volkswagen Polo, met kenteken [kenteken 24] toebehorende aan [slachtoffer 38] (zaak 24) [31]
13. op 16 april 2021 in een personenauto Volkswagen California, met kenteken [kenteken 25] , toebehorende aan [slachtoffer 26] (zaak 25) [32]
14. tussen 12 en 16 april 2021 in een personenauto Citroën C5 Aircross, met kenteken [kenteken 26] , toebehorende aan [slachtoffer 27] (zaak 26) [33]
15. op 16 april in een personenauto [merk 3] A4 Avant, met kenteken [kenteken 27] , toebehorende aan [slachtoffer 28] (zaak 27). [34]
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de feiten 3.1, 3.2, 3.3, 3.6, 3.7, 3.8 en 3.9. Ten aanzien van feit 3.4 heeft de officier van justitie gesteld dat verdachte partieel moet worden vrijgesproken van het eerste gedachtestreepje (zaak 28 [slachtoffer 39] ).
Beoordeling door de rechtbank
Feiten 3.1 en 3.2
Ten aanzien van feit 3.1 hebben 12 personen aangifte gedaan van diefstal met braak. Ten aanzien van feit 3.2 hebben 15 personen aangifte gedaan van een poging tot diefstal met braak. In totaal gaat het om 27 auto’s. In acht van de 27 auto’s zijn bloedsporen aangetroffen. Verder zijn in drie andere auto’s bloedsporen aangetroffen. Deze bloedsporen zijn bemonsterd voor DNA-onderzoek. [35] Uit tien van de elf bemonsteringen is een DNA-profiel verkregen, dat is vergeleken met het DNA-profiel van verdachte dat is opgenomen in de Nederlandse DNA-databank voor strafzaken. Uit de resultaten van dit vergelijkend onderzoek concludeert het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) dat het DNA-profiel afkomstig kan zijn van verdachte. Dit betekent dat verdachte donor kan zijn van het DNA in de bemonsteringen. De kans dat het DNA-profiel van een willekeurig gekozen persoon matcht met het aangetroffen DNA-profiel is kleiner dan één op één miljard, aldus het NFI. [36]
De rechtbank concludeert op basis van deze bevindingen dat de aangetroffen bloedsporen van verdachte zijn.
Uit de aangiften met betrekking tot de 27 auto’s leidt de rechtbank af dat alle diefstallen met braak uit auto’s en pogingen daartoe hebben plaatsgevonden in dezelfde parkeergarage in Nijmegen, in de nacht van 15 op 16 april 2021 en dat bij elke auto sprake is geweest van nagenoeg dezelfde wijze van uitvoering (‘modus operandi’), waarbij één of meerdere ruiten van de auto zijn vernield. Het moet dus steeds dezelfde persoon zijn geweest die deze inbraken heeft gepleegd. Uit het onderzoek van het NFI naar de bloedsporen blijkt dat in ieder geval in acht van de betreffende auto’s bloedsporen van verdachte zijn aangetroffen. De rechtbank is daarom van oordeel verdachte de diefstallen met braak uit auto’s en pogingen daartoe heeft gepleegd.
De rechtbank acht ten aanzien van de feiten 3.1 en 3.2 dan ook wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het primair tenlastegelegde heeft begaan.
Feit 3.3
In de nacht van 15 op 16 april 2021 is uit de auto van [slachtoffer 37] een creditcard weggenomen. [37] Hierboven is geoordeeld dat het verdachte is die die diefstal heeft gepleegd. Met de credit card is op 16 april 2021 tussen 07:33 en 07:45 uur een aantal transacties verricht voor een totaalbedrag van € 147,42. Het gaat onder meer om een bedrag van € 20,- bij [naam 2] om 07:39 uur en een aantal betalingen bij [naam 3] Nijmegen om 07:45 uur. [38] Getuige [getuige] , taxichauffeur en eigenaar van taxibedrijf [naam 2] , heeft verklaard dat er op 16 april 2021 omstreeks 07:30 uur in Nijmegen een donkere, Afrikaanse manspersoon met een zwarte of donkergrijze pet en een donkergrijze jas bij hem kwam voor een taxirit. De man betaalde € 20,- met een pas en getuige is vervolgens met de man naar de [naam 3] gereden. Bij de [naam 3] heeft de man 3 pakjes sigaretten gekocht en toen is getuige teruggereden naar het station. Daar is de man uitgestapt. [39] De rechtbank concludeert dat gelet op de korte tijd tussen de diefstal door verdachte van de credit card van [slachtoffer 37] (in de nacht van 15 op 16 april 2021) en het tijdstip op 16 april 2021 waarop de transacties zijn verricht met die credit card en gelet op het feit dat de transacties met de credit card kort op elkaar zijn verricht, hetgeen ook past bij de verklaring van getuige [getuige] , is wettig en overtuigend bewezen dat het verdachte was die met de (uit diefstal verkregen) credit card een geldbedrag van € 147,42 van [slachtoffer 37] heeft weggenomen. De rechtbank acht bewezen dat verdachte feit 3.3 heeft gepleegd.
Feit 3.4.1 Poging diefstal met braak auto [slachtoffer 39]
heeft aangifte gedaan van een poging tot inbraak in zijn auto. Aangever heeft verklaard dat hij zijn auto op vrijdag 23 april 2021 heeft geparkeerd op de [adres 4] . Maandag 26 april 2021 omstreeks 16:30 uur heeft aangever gezien dat het achterruitje aan de rechterzijde van zijn auto was ingeslagen. Uit de auto is niets weggenomen. Wel zijn er door [slachtoffer 39] goederen in zijn auto aangetroffen die niet van hem zijn, waaronder een portemonnee met daarin een identiteitsbewijs van verdachte en een schroevendraaier. Uit de bevindingen van onderzoek dat het NFI heeft uitgevoerd naar aanleiding van bemonsteringen op humane biologische sporen op deze schroevendraaier, blijkt dat er geen aanwijzing is gevonden voor de aanwezigheid van DNA van verdachte in de bemonstering. De rechtbank overweegt dat in het dossier onvoldoende wettig bewijs zit voor het oordeel dat verdachte degene is geweest die heeft geprobeerd in te breken in de auto van [slachtoffer 39] en/of de auto heeft beschadigd. Om die reden spreekt de rechtbank verdachte partieel vrij van zowel het onder 3.4 primair als het subsidiair ten laste gelegde feit (voor zover het de auto van [slachtoffer 39] betreft, dus het eerste gedachtestreepje in de tenlastelegging).
3.4.2 Poging diefstal met braak auto [slachtoffer 40]
heeft aangifte gedaan van een poging tot inbraak in zijn auto. Aangever heeft verklaard dat hij zijn auto op zaterdag 24 april 2021 heeft geparkeerd in de parkeergarage aan de [adres 5] . Op maandag 26 april 2021 is aangever naar zijn auto gegaan en heeft hij gezien dat de ruit aan de bijrijderskant was vernield. Het dashboardkastje stond open. Uit de auto is niets weggenomen. In de auto heeft aangever op een doosje van Apple bloedresten aangetroffen. De bloedresten zijn volgens aangever niet van hem. [40] De bloedsporen op het doosje zijn bemonsterd voor DNA-onderzoek. [41] Uit de bemonstering is een DNA-profiel verkregen, dat is vergeleken met het DNA-profiel van verdachte dat is opgenomen in de Nederlandse DNA-databank voor strafzaken. Uit de resultaten van dit vergelijkend onderzoek concludeert het NFI dat het DNA-profiel afkomstig kan zijn van verdachte. Dit betekent dat verdachte donor kan zijn van het DNA in de bemonstering. De kans dat het DNA-profiel van een willekeurig gekozen persoon matcht met het aangetroffen DNA-profiel is kleiner dan één op één miljard. [42] De rechtbank concludeert op grond van deze bevindingen dat het bloedspoor op het Apple doosje van verdachte is.
De rechtbank leidt uit de aangifte en het DNA-onderzoek naar het bloedspoor af dat het verdachte was die in de periode van 24 tot en met 26 april 2021 heeft ingebroken in de auto van [slachtoffer 40] . De rechtbank acht dan ook wettig en overtuigend bewezen dat verdachte feit 3.4 primair feit heeft begaan voor zover het de auto van [slachtoffer 40] betreft (dus het tweede gedachtestreepje in de tenlastelegging).
Feit 3.5
[slachtoffer 32] heeft aangifte gedaan van diefstal van zijn bankpas. Aangever heeft verklaard dat hij op maandag 28 juni 2021 omstreeks 10:00 uur wakker is geworden en hij zijn bankpas onder zijn kussen vandaan wilde pakken. Hij zag dat zijn bankpas niet meer onder zijn kussen lag. Aangever vermoedt dat [naam 4] of [verdachte] zijn bankpas heeft weggenomen.
De rechtbank overweegt dat zich in het dossier onvoldoende bewijsmiddelen bevinden voor de conclusie dat verdachte degene is geweest die de bankpas van [slachtoffer 32] heeft weggenomen. De rechtbank zal verdachte daarom vrijspreken van het onder 3.5 ten laste gelegde feit.
Feit 3.6
Verdachte is op 28 juni 2021 buiten heterdaad aangehouden. Tijdens de insluitingsfouillering van verdachte hebben verbalisanten bij verdachte een [naam 18] -bankpas aangetroffen, welke op naam stond van [slachtoffer 32] . [43] Verbalisant heeft telefonisch contact gehad met de bewindvoerder van [slachtoffer 32] en die heeft verklaard dat er op 28 juni 2021 meerdere kleine bedragen met de [naam 18] -bankpas van [slachtoffer 32] waren gepind bij de [naam 5] en bij [naam 6] in Nijmegen. In het overzicht van de transacties zag de verbalisant dat er die dag om 08:41 en 08:42 uur bij het [naam 6] en tussen 08:46 tot 09:00 uur bij [naam 5] (Nijmegen) was gepind met de pas voor een totaalbedrag van € 59,59. [44]
Verbalisant [verbalisant 2] heeft op 2 september 2021 de camerabeelden van 28 juni 2021 tussen 08:30 en 09:00 uur bekeken, welke afkomstig zijn van de [naam 5] , gelegen aan de [adres 6] in Nijmegen. Verbalisant [verbalisant 2] herkende de man op de camerabeelden die om 08:43 uur de winkel inloopt als [verdachte] . Verbalisant herkende hem aan zijn donkere huidskleur, kaal hoofd en opvallend loopje. Hij heeft vaker te doen gehad met verdachte. Verbalisant zag dat verdachte een oranje voorwerp in beide handen vast had. Verbalisant herkende dit voorwerp als een bankpas van [naam 18] . Om 08:44 uur was op de beelden te zien dat [verdachte] de [naam 18] -bankpas tegen de zijkant van de pinautomaat hield. Ook beschrijft de verbalisant dat verdachte daarna nog een aantal keer producten afrekent bij [naam 5] . [45]
Uit bovengenoemde bewijsmiddelen leidt de rechtbank af dat verdachte met de bankpas van [slachtoffer 32] op 28 juni 2021 meerdere geldbedragen heeft gepind van in totaal € 59,59. De transacties met de bankpas van [slachtoffer 32] bij [naam 5] vallen binnen het tijdsbestek van de beelden en verdachte is, met een [naam 18] -bankpas in zijn hand, herkend op die beelden door een verbalisant. De betalingen met de [naam 18] -bankpas van [slachtoffer 32] bij het [naam 6] liggen qua tijdstip zó dicht bij de betalingen met de pas bij [naam 5] , dat de rechtbank bewezen acht dat verdachte ook die betalingen heeft verricht. Gelet op het voorgaande acht de rechtbank dan ook wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het onder 3.6 ten laste gelegde feit.
Feiten 3.7 en 3.8
[slachtoffer 33] heeft aangifte gedaan van diefstal van haar mobiele telefoon (een zwarte telefoon van het merk [merk 2] ) en een en een bordeauxrode hoes die om haar telefoon zat. In de hoes zaten onder meer twee bankpasjes, een zorgverzekeringspasje en een identiteitspasje. Aangeefster heeft verklaard dat zij op vrijdag 6 augustus 2021 omstreeks 09:25 uur bij het politiebureau in Nijmegen was om aangifte te doen van een ander feit. Zij heeft op haar beurt gewacht in de wachtruimte. Vervolgens heeft aangeefster de ruimte verlaten en kwam zij er vlak daarna achter dat zij haar telefoon met het hoesje en de pasjes kwijt was. Deze lagen niet meer bij de balie of op een andere plek in de wachtruimte. Aangeefster heeft later die ochtend bij de [naam 7] haar bankpas laten blokkeren en is erachter gekomen dat er die dag om 10:34 uur bij de [naam 5] een bedrag van € 8,20 en om 10:37 uur een bedrag van € 15,00 is gepind met haar bankpas en om 10:45 uur bij de videotheek in Nijmegen een bedrag van € 12,00. [46] Verbalisant [verbalisant 3] heeft de camerabeelden van de ochtend van 6 augustus 2021 bij het politiebureau uitgekeken. Verbalisant zag dat een man op de bank in de wachtruimte ging zitten naast de daar achtergebleven telefoon. De man pakte de telefoon en deed deze in zijn tas. Hierna heeft de man het politiebureau verlaten. Vervolgens heeft de verbalisant de camerabeelden bekeken van de [naam 5] van de ochtend van 6 augustus 2021 rond het tijdstip waarop de pintransacties met de bankpas van [slachtoffer 33] waren verricht. Hij zag op die beelden dezelfde man die hij kort daarvoor op de beelden van het politiebureau had gezien, bij de klantenservice staan, waar de man handelingen verrichtte in de nabijheid van de pinautomaat. Deze handelingen leken op de koop en de betaling van een artikel. [47] Verbalisant [verbalisant 4] heeft de man op een foto van de beelden in de hal van het politiebureau herkend als [verdachte] , te weten verdachte. [verbalisant 4] heeft als wijkagent meerdere malen van doen gehad met verdachte. [48]
Uit de hiervoor genoemde bewijsmiddelen leidt de rechtbank af dat het verdachte was die op 6 augustus 2021 op het politiebureau in Nijmegen de telefoon en een hoes van [slachtoffer 33] met in ieder geval twee bankpasjes, een zorgverzekeringspasje en een identiteitspasje heeft weggenomen en met één van de bankpassen vervolgens betalingen heeft verricht tot bedragen van € 23,20 en € 12,-. Gelet op het voorgaande acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder feiten 3.7 en 3.8 tenlastegelegde heeft begaan.
Feit 3.9
[slachtoffer 34] heeft aangifte gedaan van diefstal uit zijn bestelbus, waarbij de volgende goederen zijn weggenomen:
- een of meerdere geldbedragen;
- Airpods;
- een parkeerkaart;
- een of meerdere ontluchting sleutelhangers (150 stuks);
- op maat gemaakte gehoorbescherming;
- een testo multimeter TT60-2;
- en True RMS Remeha Smart Service tool.
Aangever heeft verklaard dat hij zijn bestelbus op vrijdag 7 mei 2021 omstreeks 17:30 uur heeft geparkeerd in de parkeergarage aan de [adres 7] . Op zaterdag 8 mei 2021 is aangever gaan kijken bij zijn bestelbus. Hij zag dat er was ingebroken en dat er twee ruiten in de passagiersdeur kapot waren. Daarbij zag aangever dat er een bloedvlek op de andere ruit van de passagiersdeur zat. [49] De bloedvlek op de ruit is bemonsterd voor DNA-onderzoek. [50] Uit de bemonstering is een DNA-profiel verkregen, dat is vergeleken met het DNA-profiel van verdachte dat is opgenomen in de Nederlandse DNA-databank voor strafzaken. Uit de resultaten van dit vergelijkend onderzoek concludeert het NFI dat het DNA-profiel afkomstig kan zijn van verdachte. Dit betekent dat verdachte donor kan zijn van het DNA in de bemonstering. De kans dat het DNA-profiel van een willekeurig gekozen persoon matcht met het aangetroffen DNA-profiel is kleiner dan één op één miljard. [51]
De rechtbank concludeert op grond van deze bevindingen dat de bloedvlek op de ruit van verdachte afkomstig is.
De rechtbank leidt uit de aangifte en het DNA-onderzoek naar de bloedvlek op de ruit van de auto af dat het verdachte was die in de periode van 7 tot en met 8 mei 2021 in Nijmegen heeft ingebroken in de auto van [slachtoffer 34] en de goederen zoals genoemd in de aangifte heeft weggenomen. De rechtbank acht dan ook wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder 3.9 ten laste gelegde feit heeft begaan.
Feit 3.10
Aangevers [slachtoffer 35] en [slachtoffer 36] hebben aangifte gedaan van een poging tot diefstal uit hun auto in de periode van 7 tot en met 9 mei 2021 in Nijmegen.
De rechtbank overweegt dat zich in het procesdossier enkel aangiftes bevinden en er verder geen bewijs voorhanden is waaruit blijkt dat het verdachte was die deze feiten heeft gepleegd. De rechtbank acht om die reden het ten laste gelegde niet wettig en overtuigend bewezen en spreekt verdachte vrij van het onder 3.10 primair en subsidiair tenlastegelegde.
De bewezenverklaring 05/169253-21
Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het tenlastegelegde heeft begaan, te weten dat:
3.1
hij
op/in
of omstreeksde periode 12 tot en met 16 april 2021, te Nijmegen,
althans
in Nederland,
met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit
een ofmeerdere
voertuig
(en
)heeft weggenomen
- een handschoen (zaak 1), en
/of
- een [merk 1] zonnebril (zaak 2), en
/of
- een [merk 1] zonnebril (zaak 3), en
/of
- een of meerdere zonnebril
(len
)(zaak 4), en
/of
- een rolletje drop (zaak 6), en
/of
- een of meerdere zonnebril
(len
)(zaak7), en
/of
- etenswaren en
/ofvochtige doekjes (zaak 8), en
/of
- een zonnebril, leesbril, jas en
/ofsleutels (zaak 9), en
/of
- een creditcard (zaak 12), en
/of
- een geldbedrag van
(ongeveer
) (totaal)€ 30,-, een zonnebril, een brillendoos en/
of
een parkeerpas nr. [nummer 1] (zaak 15), en
/of
- een [merk 1] zonnebril (zaak 16), en
/of
- een of meerdere [merk 1] zonnebril
(len
)(zaak 18),
en/of
in elk geval enig goed,die geheel
of ten deletoebehoren aan [slachtoffer 2] , [slachtoffer 3]
, [slachtoffer 4] , [slachtoffer 5] , [slachtoffer 6] , [slachtoffer 7] , [slachtoffer 8] ,
[slachtoffer 9] , [slachtoffer 37] , [slachtoffer 11] , [slachtoffer 12] en
/of[slachtoffer 13]
, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, waarbij verdachte zich de
toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en
/ofdie
/datweg te nemen
goed/goederen, onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak
/verbreking;
3.2
hij
op/in
of omstreeksde periode 12 tot en met 16 april 2021, te Nijmegen,
althans
in Nederland,ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om
een ofmeer
goed/goederen,
in elk geval enig goed,
dat/die geheel
of ten deleaan
- [slachtoffer 14] (zaak 5),
- [slachtoffer 15] (zaak 10),
- [slachtoffer 16] (zaak 11),
- [slachtoffer 17] (zaak 13),
- [slachtoffer 18] (zaak 14),
- [slachtoffer 19] (zaak 17),
- [slachtoffer 20] (zaak 19,
- [slachtoffer 21] (zaak 20),
- [slachtoffer 22] (zaak 21),
- [slachtoffer 23] (zaak 22),
- [slachtoffer 24] (zaak 23),
- [slachtoffer 25] (zaak 24),
- [slachtoffer 26] (zaak 25),
- [slachtoffer 27] en/of (zaak 26),
- [slachtoffer 28] (zaak 27),
in elk geval aan een andertoebehoorde
(n
)weg te nemen met het oogmerk om het
zich wederrechtelijk toe te eigenen en zich toegang tot de plaats van het
misdrijf te verschaffen en
/of dat/die weg te nemen
goed/goederen onder zijn bereik
te brengen door middel van braak
en/of verbreking,
te weten door het
verbreken,vernielen en/of beschadigen van een of meerdere
ruit
(en
)en
/ofandere onderdelen van
een ofmeer voertuig
(en
), van
een ofmeer
hierboven genoemde
persoon/personen,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
3.3
hij
op/in
of omstreeksde periode 12 tot en met 16 april 2021, te Nijmegen,
althans
in Nederland, een ofmeerdere geldbedrag
(en
)van
(totaal
) (ongeveer)€ 147,42
in elk geval enig goed,
dat/die geheel
of ten deleaan [slachtoffer 37] (zaak 12
), in
elk geval aan een andertoebehoorde
(n
)heeft weggenomen met het oogmerk om
het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte
zich de toegang tot de
plaats van het misdrijf heeft verschaft en/ofdat
/dieweg te nemen goed
/goederen,
onder zijn bereik heeft gebracht door middel van een valse sleutel,
te weten met een
(uit misdrijf verkregen
)creditcard,
althans een bankpas, op naam
van [slachtoffer 37] , die niet aan verdachte toebehoorde;
3.4
hij
op/in
of omstreeksde periode 23 tot en met 26 april 2021, te Nijmegen,
althans
in Nederland,
ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om
een of meer
goed/goederen
, in elk geval enig goed, dat/die geheel
of ten deleaan
- [slachtoffer 39] (zaak 28), en/of,
- [slachtoffer 31] (zaak 29),
in elk geval aan een andertoebehoorde(n) weg te nemen met het oogmerk om het
zich wederrechtelijk toe te eigenen en zich toegang tot de plaats van het
misdrijf te verschaffen en
/of dat/die weg te nemen
goed/goederen onder zijn bereik
te brengen door middel van braak
en/of verbreking,
te weten door het
verbreken, vernielen en/of beschadigen van een of meerdere
ruit
(en
)en/
ofandere onderdelen van een of meer voertuig
(en
), van een
of meerhierboven genoemde persoon
/personen, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
3.6
hij op
/in of omstreeks de periode 27 tot en met28 juni 2021, te Nijmegen,
althans in
Nederland,
een ofmeerdere geldbedrag
(en
)van
(totaal
)(ongeveer) € 59,59,
in elk geval enig goed, dat/die
geheel of ten deleaan [slachtoffer 32] (zaak 30),
in
elk geval aan een andertoebehoorde
(n
)heeft weggenomen met het oogmerk om
het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte
zich de toegang tot de
plaats van het misdrijf heeft verschaft en/of dat/die weg te nemen
goed/goederen,
onder zijn bereik heeft gebracht door middel van een valse sleutel,
te weten met een
(uit misdrijf verkregen)bankpas op naam van [slachtoffer 32] ,
die niet aan verdachte toebehoorde;
3.7
hij op
of omstreeks6 augustus 2021 te Nijmegen,
althans in Nederland,
- een zwarte telefoon van het merk [merk 2] , en
/of
- een bordeauxrode hoes met een
of meerdereidentiteitspas
(jes), bankpas
(jes
)
en
/ofeen zorgverzekeringspas
(jes)
in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 33] (zaak 31),
in elk geval aan een andertoebehoorde
(n
), heeft weggenomen
met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
3.8
hij op
of omstreeks6 augustus 2021, te Nijmegen,
althans in Nederland,
een ofmeerdere geldbedrag
(en
)van
(totaal
)(ongeveer) € 23,20 en € 12,-,
in elk geval enig goed, dat/die
geheel of ten deleaan [slachtoffer 33] (zaak 31),
in
elk geval aan een andertoebehoorde
(n
)heeft weggenomen met het oogmerk om
het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte
zich de toegang tot de
plaats van het misdrijf heeft verschaft en/of dat/die weg te nemen
goed/goederen,
onder zijn bereik heeft gebracht door middel van een valse sleutel,
te weten met een (uit misdrijf verkregen) bankpas op naam van [slachtoffer 33] , die niet
aan verdachte toebehoorde;
3.9
hij
op/in
of omstreeksde periode 7 tot en met 8 mei 2021, te Nijmegen,
althans in
Nederland,
met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een
of meerdere
voertuig
(en)heeft weggenomen,
- een of meerdere geldbedragen, en
/of
- Airpods, en
/of
- een parkeerkaart, en
/of
- een of meerdere ontluchting sleutelhangers (150 stuks), en
/of
- op maat gemaakte gehoorbescherming, en
/of
- een testo multimeter TT60-2, en
/of
- een True RMS Remeha Smart Service tool,
in elk geval enig goed, geheel of ten deletoebehorende aan [slachtoffer 34] (zaak 32),
in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte,waarbij verdachte zich de
toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en
/ofdie
/datweg te nemen
goed/goederen, onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak
/verbreking.

4.05/292172-21, feiten 4.1 t/m 4.5

De inhoud van de tenlastelegging 05/292172-21
Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
4.1
hij op of omstreeks 6 augustus 2021, te Nijmegen,
ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om
uit een pand aan de [adres 8] , geld en/of goederen van zijn gading, in elk
geval enige goederen, die geheel of ten dele aan [slachtoffer 41] /cafetaria [naam 8] , in
elk geval aan een ander toebehoorde(n) weg te nemen met het oogmerk om het zich
wederrechtelijk toe te eigenen en zich toegang tot de plaats van het misdrijf te
verschaffen en/of dat/die weg te nemen goed/goederen onder zijn bereik te
brengen door middel van braak en/of verbreking, met een door hem bestuurde auto
(achteruit) met aanmerkelijke snelheid tegen de pui en/of deur van dat pand is
gereden, (vervolgens) uit de auto is gestapt en/of het pand binnen is gegaan en/of
in het pand heeft gekeken of er geld en/of goederen van zijn gading aanwezig was in
dat pand, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
4.2
hij op of omstreeks 6 augustus 2021, te Nijmegen,
ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om uit een pand aan
het [adres 9] , geld en/of goederen van zijn gading, in elk geval enige
goederen, die geheel of ten dele aan [naam 11] , in elk geval aan een ander
toebehoorde(n) weg te nemen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te
eigenen en zich toegang tot de plaats van het misdrijf te verschaffen en/of dat/die
weg te nemen goed/goederen onder zijn bereik te brengen door middel van
braak/verbreking, met een door hem bestuurde auto tegen de (toegangs)deur van
dat cafe/pand is gereden en/of door de daardoor ontstane opening naar binnen is
gegaan en/of dat cafe/pand heeft doorzocht en/of heeft gekeken of er goederen van
zijn gading aanwezig waren in dat pand, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen
misdrijf niet is voltooid;
4.3
hij op of omstreeks 6 augustus 2021, te Lent, gemeente Nijmegen,
ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om uit een pand aan
de [adres 10] , geld en/of goederen van zijn gading, in elk geval enig goed,
dat/die geheel of ten dele aan [naam 9] , in elk geval aan een ander
toebehoorde(n) weg te nemen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te
eigenen en zich toegang tot de plaats van het misdrijf te verschaffen en/of dat/die
weg te nemen goed/goederen onder zijn bereik te brengen door middel van braak
en/of verbreking, met een door hem bestuurde auto (achteruit) tegen de
pui/toegangsdeur(en) van dat pand is gereden en/of door de daardoor ontstane
opening naar binnen is gegaan en/of heeft doorzocht en/of gekeken of er goederen
van zijn gading aanwezig waren in dat pand, terwijl de uitvoering van dat
voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
4.4
hij op of omstreeks 6 augustus 2021, te Gendt, gemeente Lingewaard, uit een
sportkantine, een kassalade en/of geld, in elk geval enige goed(eren), dat/die geheel
of ten dele aan [naam 10] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk
toe te eigenen, terwijl verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft
verschaft en/of die weg te nemen goederen onder zijn bereik heeft gebracht door
middel van braak en/of verbreking, door met een door hem bestuurde auto
(achteruit) tegen de pui/toegangsdeur(en) van die sportkantine is gereden en/of
door de daardoor ontstane opening naar binnen is gegaan;
4.5
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 4 augustus tot en met
6 augustus 2021, te Nijmegen en/of te Lent en/of te Gendt, (telkens)
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen
opzettelijk en wederrechtelijk een auto ( [merk 3] ), in elk geval enig goed, dat/die
geheel of ten dele aan [slachtoffer 42] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft
vernield en/of beschadigd en/of onbruikbaar gemaakt en/of weggemaakt;
Overwegingen ten aanzien van het bewijs 05/292172-21 [52]
Vaststaande feiten ten aanzien van feiten 4.1 tot en met feit 4.5
Op grond van de bewijsmiddelen wordt het volgende, dat verder ook niet ter discussie staat, vastgesteld.
Op 6 augustus 2021 zijn er met een auto vier ramkraken gepleegd in en rond Nijmegen, waarbij de pui dan wel de deur van de betreffende panden werd vernield. Het betreft de volgende locaties:
4.1
een pand aan de [adres 8] in Nijmegen (Cafetaria [naam 8] ), toebehorende aan [slachtoffer 41] , waarbij niets is weggenomen; [53]
4.2
een pand aan het [adres 9] in Nijmegen, toebehorende aan [naam 11] , waarbij niets is weggenomen; [54]
4.3
een pand aan de [adres 10] in Lent (gemeente Nijmegen), toebehorende aan [naam 9] , waarbij niets is weggenomen; [55]
4.4
een sportkantine, toebehorende aan [naam 10] , in Gendt (gemeente
Lingewaard), waarbij een kassalade en geld zijn weggenomen. [56]
Op de genoemde vier locaties zijn onderdelen van achterlichten van een personenauto aangetroffen. Deze zijn in beslag genomen en veiliggesteld voor nader onderzoek. Bij het pand van [naam 9] is verder een [merk 3] -logo aangetroffen, dat ook in beslag is genomen. [57]
4.5
Aangever [slachtoffer 42] heeft aangifte gedaan van diefstal in de nacht van 5 op 6 augustus 2021
van zijn auto, een [merk 3] . De auto stond geparkeerd voor zijn woning in [plaatsnaam 1] . [58] Op 8 augustus 2021 is de auto van [slachtoffer 42] in Nijmegen aangetroffen en in beslaggenomen. [59]
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat alle ten laste gelegde feiten wettig en overtuigend bewezen kunnen worden.
Beoordeling door de rechtbank
Er is forensisch onderzoek verricht aan de (op 8 augustus 2021 in beslaggenomen) auto van [slachtoffer 42] . Daaruit bleek onder meer dat er beschadigingen aan de auto waren en dat er delen van de achterlichten ontbraken. [60] Op 9 september 2021 is naar aanleiding van de ramkraken een soucheonderzoek verricht aan de auto. Uit dit onderzoek blijkt dat de delen van de achterlichten die bij de vier panden zijn aangetroffen oorspronkelijk één geheel hebben gevormd met de achterlichten van de [merk 3] en de lijm/foamresten aan de achterkant van het [merk 3] -logo oorspronkelijk één geheel hebben gevormd met de lijmresten op de achterklep op de [merk 3] ter hoogte van het ontbrekende [merk 3] -logo. [61] De rechtbank leidt hieruit af dat de [merk 3] van [slachtoffer 42] bij de vier ramkraken (feiten 1 tot en met 4) is gebruikt.
Tijdens het onderzoek aan de auto zijn twee bloedspoorpatronen (in de auto) aangetroffen. Deze bloedsporen zijn bemonsterd voor DNA-onderzoek. [62] Uit de bemonstering is een DNA-profiel verkregen, dat is vergeleken met het DNA-profiel van verdachte dat is opgenomen in de Nederlandse DNA-databank voor strafzaken. Uit de resultaten van dit vergelijkend onderzoek concludeert het NFI dat het DNA-profiel afkomstig kan zijn van verdachte. Dit betekent dat verdachte donor kan zijn van het DNA in de bemonsteringen. De kans dat het DNA-profiel van een willekeurig gekozen persoon matcht met het aangetroffen DNA-profiel is kleiner dan één op één miljard. [63]
De rechtbank concludeert op grond van deze bevindingen dat de aangetroffen bloedsporen in de auto van verdachte zijn.
In de keuken, de kantine en op de vloer van [naam 10] is een aantal bloedsporen aangetroffen. Vijf van deze bloedsporen zijn bemonsterd voor DNA-onderzoek. [64]
Op de later teruggevonden kassalades van [naam 10] [65] zijn ook bloedsporen aangetroffen. Deze bloedsporen zijn eveneens bemonsterd voor DNA-onderzoek. [66] Uit rapporten van het NFI (van 20 respectievelijk 30 september 2021) blijkt dat voor zowel de vijf bloedsporen uit de keuken/kantine als met betrekking tot twee sporen op de kassalades geldt dat voor de overeenkomsten met het DNA-profiel van verdachte dat de DNA-profielen die op basis van de bloedsporen zijn verkregen elk meer dan 1 miljard keer waarschijnlijker zijn wanneer het DNA afkomstig is van verdachte, dan wanneer het DNA afkomstig is van een willekeurige (niet aan verdachte verwante) persoon. [67]
De rechtbank concludeert op grond van deze bevindingen dat de aangetroffen bloedsporen in de keuken, de kantine en op de vloer van de [naam 10] en op de kassalades van verdachte zijn.
Verbalisant [verbalisant 5] heeft de bewakingsbeelden van cafetaria [naam 8] bekeken. De verbalisant zag op de beelden een persoon met een plastic zak over het hoofd. Deze persoon stond bij de toegangsdeur met een voorwerp in zijn handen, waarmee aan het slot werd gedrukt. Aan de handen was te zien dat het om een donker persoon ging. Verder was volgens de verbalisant opvallend dat de persoon zwaaide met zijn linker- en rechterbeen. Vervolgens was op de beelden te zien dat een voertuig achteruit de cafetaria binnen reed. Een persoon stapte uit aan de bestuurderszijde en liep de cafetaria binnen en keek vervolgens rond. [68]
Verbalisant [verbalisant 6] heeft dezelfde beelden bekeken als verbalisant [verbalisant 5] .
[verbalisant 6] herkende in de negroïde man, voor honderd procent de hem ambtshalve bekende [verdachte] , te weten verdachte. [69]
Verbalisant [verbalisant 7] heeft de beelden van [naam 8] vergeleken met de bewakingsbeelden van de diefstal in de hal van het politiebureau eerder die maand. Verbalisant [verbalisant 7] herkende op de beelden van het politiebureau [verdachte] , verdachte dus, onder meer aan zijn manier van lopen. Op de beelden van [naam 8] zag zij dat de manier van lopen van de dader van de kraak grote overeenkomst vertoonde met de manier van lopen van [verdachte] . Ook zag zij overeenkomsten tussen de dader en [verdachte] wat betreft het uiterlijk (onder meer postuur) en de schoenen. [70]
Uit de hierboven genoemde bewijsmiddelen, in onderlinge samenhang en tijdsverband bezien, leidt de rechtbank af dat het verdachte is geweest die op 6 augustus 2021 de ramkraken heeft gepleegd door met de auto van [slachtoffer 42] achteruit, met aanmerkelijke snelheid tegen de deur dan wel de pui van de vier panden te rijden en dat de auto van [slachtoffer 42] daarbij is vernield. Verder blijkt uit de bewijsmiddelen (met name uit het bloedsporenonderzoek) dat verdachte bij de [naam 10] een kassalade en geld heeft weggenomen. Uit de beschrijving van de camerabeelden van [naam 8] is af te leiden dat verdachte in dit pand ook naar binnen is gegaan en heeft rondgekeken. Bij de ramkraak bij de [naam 10] is onder meer in de keuken bloed aangetroffen van verdachte, waaruit blijkt dat verdachte ook daar binnen is geweest.
Verbalisanten hebben beschreven dat op de camerabeelden van [naam 10] is te zien dat er twee personen in de auto zaten. Op grond van het dossier is echter niet vast te stellen of er sprake was van nauwe en bewuste samenwerking tussen verdachte en de andere persoon op de beelden. Het medeplegen van de ten laste gelegde vernieling van de [merk 3] acht de rechtbank daarom niet bewezen.
Gelet op het voorgaande acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het tenlastegelegde onder de feiten 4.1 tot en met 4.5 heeft begaan.
De bewezenverklaring 05/292172-21
Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het tenlastegelegde heeft begaan, te weten dat:
4.1
hij op
of omstreeks6 augustus 2021, te Nijmegen,
ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om
uit een pand aan de [adres 8] , geld en/of goederen van zijn gading, in elk
geval enige goederen, die geheel of ten dele aan [slachtoffer 41] /cafetaria [naam 8] , in
elk geval aan een ander toebehoorde(n) weg te nemen met het oogmerk om het zich
wederrechtelijk toe te eigenen en zich toegang tot de plaats van het misdrijf te
verschaffen en/of dat/die weg te nemen goed/goederen onder zijn bereik te
brengen door middel van braak
en/of verbreking, met een door hem bestuurde auto
(achteruit) met aanmerkelijke snelheid tegen de pui en/of deur van dat pand is
gereden, (vervolgens) uit de auto is gestapt en
/ofhet pand binnen is gegaan en
/of
in het pand heeft gekeken of er geld en/of goederen van zijn gading aanwezig was in
dat pand, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
4.2
hij op
of omstreeks6 augustus 2021, te Nijmegen,
ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om uit een pand aan
het [adres 9] , geld en/of goederen van zijn gading, in elk geval enige
goederen, die geheel of ten dele aan [naam 11] , in elk geval aan een ander
toebehoorde(n) weg te nemen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te
eigenen en zich toegang tot de plaats van het misdrijf te verschaffen en
/ofdat/die
weg te nemen goed/goederen onder zijn bereik te brengen door middel van
braak
/verbreking, met een door hem bestuurde auto tegen de (toegangs)deur van
dat café/pand is gereden
en/of door de daardoor ontstane opening naar binnen is
gegaan en/of dat cafe/pand heeft doorzocht en/of heeft gekeken of er goederen van
zijn gading aanwezig waren in dat pand, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen
misdrijf niet is voltooid;
4.3
hij op
of omstreeks6 augustus 2021, te Lent, gemeente Nijmegen,
ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om uit een pand aan
de [adres 10] , geld en/of goederen van zijn gading, in elk geval enig goed,
dat/die geheel of ten dele aan [naam 9] , in elk geval aan een ander
toebehoorde(n) weg te nemen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te
eigenen en zich toegang tot de plaats van het misdrijf te verschaffen en
/ofdat/die
weg te nemen goed/goederen onder zijn bereik te brengen door middel van braak
en/of verbreking, met een door hem bestuurde auto (achteruit) tegen de
pui/toegangsdeur(en) van dat pand is gereden
en/of door de daardoor ontstane
opening naar binnen is gegaan en/of heeft doorzocht en/of gekeken of er goederen
van zijn gading aanwezig waren in dat pand, terwijl de uitvoering van dat
voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
4.4
hij op
of omstreeks6 augustus 2021, te Gendt, gemeente Lingewaard, uit een
sportkantine, een kassalade en
/ofgeld,
in elk geval enige goed(eren), dat/die geheel
of ten dele aan [naam 10] , in elk geval aan een ander toebehoorde
(n
)heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk
toe te eigenen, terwijl verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft
verschaft en
/ofdie weg te nemen goederen onder zijn bereik heeft gebracht door
middel van braak
en/of verbreking, door met een door hem bestuurde auto
(achteruit) tegen de pui/toegangsdeur(en) van die sportkantine is gereden en
/of
door de daardoor ontstane opening naar binnen is gegaan;
4.5
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 4 augustus tot en met
6 augustus 2021, te Nijmegen en
/ofte Lent en
/ofte Gendt,
(telkens)
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen
opzettelijk en wederrechtelijk een auto ( [merk 3] ),
in elk geval enig goed, dat/die
geheel of ten deleaan [slachtoffer 42] ,
in elk geval aan een andertoebehoorde
(n)heeft
vernield
en/of beschadigd en/of onbruikbaar gemaakt en/of weggemaakt;

5.05/249590-21, feit 5

De in houd van de tenlastelegging 05/249590-21
Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
hij op/in of omstreeks de periode 26 augustus 2021 tot en met 27 augustus 2021,
te Nijmegen, althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen,
althans alleen,
met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een of meerdere auto(s)
heeft weggenomen
- een blauwe tas, en/of
- een of meerdere gele band(en) voor bokshandschoenen, en/of
- een of meerdere sporthandschoen(en), en/of
- een of meerdere sportelastiek(en), en/of
- een usb kabel, en/of
- een transporder en/of
- een bluetooth transmitter
in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 43] , [slachtoffer 44]
en/of [slachtoffer 45] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte
en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededaders zich de toegang
tot de plaats van het misdrijf hebben verschaft en/of die/dat weg te nemen goed,
onder zijn/haar/hun bereik hebben gebracht door middel van braak/verbreking;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou
kunnen leiden:
hij op/in of omstreeks de periode 26 augustus 2021 tot en met 27 augustus 2021,
te Nijmegen, althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen,
althans alleen,
opzettelijk en wederrechtelijk,
- een personenauto van het merk Mercedes type C Klasse met kenteken [kenteken 28] ,
en/of
- een personenauto van het merk Volkswagen Polo met kenteken [kenteken 29] , en/of
- een personenauto van het merk Toyota Yaris met kenteken [kenteken 30] ,
in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 43] , [slachtoffer 44]
en/of [slachtoffer 45] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft vernield,
beschadigd en/of onbruikbaar gemaakt;
Overwegingen ten aanzien van het bewijs 05/249590-21 [71]
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de primair ten laste gelegde diefstal met braak uit de auto’s van [slachtoffer 43] en [slachtoffer 44] wettig en overtuigend bewezen kan worden en dat met betrekking tot de auto van [slachtoffer 45] de subsidiair tenlastegelegde beschadiging van de auto wettig en overtuigend bewezen kan worden.
Beoordeling door de rechtbank
T.a.v. de diefstal met braak uit de auto van [slachtoffer 43] en [slachtoffer 44]
[slachtoffer 43] en [slachtoffer 44] hebben aangifte gedaan van diefstal met braak uit hun auto.
Aangever [slachtoffer 43] heeft verklaard dat hij zijn auto op donderdag 26 augustus 2021 heeft geparkeerd in een afgesloten parkeergarage in Nijmegen. Toen aangever op vrijdag 27 augustus 2021 bij zijn auto kwam zag hij dat het bijrijdersraam was ingeslagen en dat er bloed op zijn auto zat. [72] In een later verhoor heeft aangever verklaard dat de volgende goederen uit de auto zijn weggenomen: [73]
-blauwe tas;
-banden voor bokshandschoenen (geel van kleur);
-drie verschillende sporthandschoenen;
-sportelastieken;
-usb-kabel.
Aangever [slachtoffer 44] heeft verklaard dat hij op donderdag 26 augustus 2021 zijn auto heeft geparkeerd in een afgesloten parkeergarage in Nijmegen. Op vrijdag 27 augustus 2021 kwam aangever bij zijn auto en zag hij dat het portierslot aan de bestuurderszijde opengebroken was en dat ook het contactslot opengebroken was. Uit zijn auto is een transponder voor de toegangsdeur van de parkeergarage weggenomen. [74]
Verdachte is op 27 augustus 2021 (op heterdaad) aangehouden in de parkeergarage. Hij zat op dat moment als bijrijder in een auto. De verbalisant zag tijdens de aanhouding dat verdachte ergens bloedde. [75] Hij liet verdachte op de grond liggen en zag vervolgens verse druppels bloed ter hoogte van het hoofd van verdachte op de vloer liggen. [76] Bij de fouillering na de aanhouding trof de verbalisant bij verdachte een zwart gekleurd kastje aan met blauwe letters, dat later een afstandsbediening bleek te zijn voor het toegangshekwerk van de parkeergarage. [77] [slachtoffer 44] heeft in een nader verhoor verklaard dat zijn transponder een zwart kastje is met een blauw logo en blauwe letters. Bij het tonen van een foto van de bij verdachte aangetroffen transponder heeft [slachtoffer 44] aangegeven dat dat 100% zijn transponder is. [78]
Er is nader onderzoek verricht naar de auto waarin verdachte is aangehouden. In de auto zijn inbrekerswerktuigen, meerdere oplaadkabels, sportattributen, sportelastiek, sportkleding en een bluetooth transmitter aangetroffen. [79] Daarnaast is sporenonderzoek verricht aan de personenauto van aangever [slachtoffer 43] en zijn de in en op de auto aangetroffen bloedsporen bemonsterd. [80] Uit de bemonsteringen is een DNA-profiel verkregen, dat is vergeleken met het DNA-profiel van verdachte dat is opgenomen in de Nederlandse DNA-databank voor strafzaken. Uit de resultaten van dit vergelijkend onderzoek concludeert het NFI dat het DNA-profiel afkomstig kan zijn van verdachte. Dit betekent dat verdachte donor kan zijn van het DNA in de bemonsteringen. De kans dat het DNA-profiel van een willekeurig gekozen persoon matcht met het aangetroffen DNA-profiel is kleiner dan één op één miljard. [81]
De rechtbank concludeert op grond van deze bevindingen dat de aangetroffen bloedsporen in/op de auto van [slachtoffer 43] van verdachte zijn.
De rechtbank leidt uit de hierboven genoemde bewijsmiddelen, in onderlinge samenhang bezien, af dat verdachte in de periode van 26 tot en met 27 augustus 2021 heeft ingebroken in de auto’s van [slachtoffer 43] en [slachtoffer 44] en daarbij de goederen zoals weergegeven onder het eerste tot en met het zesde gedachtestreepje onder het primair tenlastegelegde heeft weggenomen.
T.a.v. de beschadiging van de auto van [slachtoffer 45]
Aangever [slachtoffer 45] heeft verklaard dat hij op donderdag 26 augustus 2021 zijn auto, een Toyota Yaris met kenteken [kenteken 30] , heeft geparkeerd in een afgesloten parkeergarage in Nijmegen. Op vrijdag 27 augustus 2021 kwam aangever bij zijn auto en zag hij dat het ruitje rechtsachter was ingeslagen. Het contactslot was opengebroken en de draden waren gekoppeld. Uit zijn auto is een bluetooth transmitter voor muziek weggenomen. [82]
In de auto waarin verdachte zat toen hij werd aangehouden, is een bluetooth transmitter aangetroffen. Die zat gekoppeld in het contact van het dashboard, waardoor het leek of deze ook daadwerkelijk in gebruik was. [83] De rechtbank overweegt dat op grond van het dossier niet is vast te stellen dat dit de bluetooth transmitter van [slachtoffer 45] is en dat daarom onvoldoende blijkt dat verdachte degene is geweest die de bluetooth transmitter van [slachtoffer 45] heeft weggenomen. Uit de bewijsmiddelen leidt de rechtbank wel af dat verdachte de auto van [slachtoffer 45] heeft beschadigd. De beschadiging heeft immers plaatsgevonden op dezelfde dag als de inbraken in de auto’s van [slachtoffer 43] en [slachtoffer 44] , op dezelfde wijze en verdachte is toen op heterdaad in de afgesloten parkeergarage aangehouden. De verbalisanten hebben meteen geconstateerd dat ook de auto van [slachtoffer 45] was beschadigd. [84]
Medeplegen
Ten aanzien van het ten laste gelegde medeplegen overweegt de rechtbank het volgende.
Op basis van het dossier valt niet vast te stellen dat sprake is van een zodanige nauwe en bewuste samenwerking tussen verdachte en de andere persoon die op 27 augustus 2021 is aangehouden dat kan worden gesproken van medeplegen.
Conclusie
De rechtbank acht de diefstal met braak (het onder 5 primair tenlastegelegde) wettig en overtuigend bewezen voor zover het de goederen onder gedachtestreepjes 1 tot en met 6 betreft en voor zover het [slachtoffer 43] en [slachtoffer 44] betreft. Van het wegnemen van de bluetooth transmitter van [slachtoffer 45] spreekt de rechtbank verdachte partieel vrij. De rechtbank acht de beschadiging (het onder 5 subsidiair tenlastegelegde) wettig en overtuigend bewezen voor zover het de personenauto van [slachtoffer 45] betreft. Van het onder 5 ten laste gelegde medeplegen spreekt de rechtbank verdachte vrij.
De bewezenverklaring 05/249590-21
Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het tenlastegelegde heeft begaan, te weten dat:
Ten aanzien van de auto van [slachtoffer 43] en [slachtoffer 44] .
hij
op/in
of omstreeksde periode 26 augustus 2021 tot en met 27 augustus 2021,
te Nijmegen,
althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit
een ofmeerdere auto
(s
)heeft
weggenomen
- een blauwe tas, en
/of
- een of meerdere gele band(en) voor bokshandschoenen, en
/of
- een of meerdere sporthandschoen(en), en
/of
- een of meerdere sportelastiek(en), en
/of
- een usb kabel, en
/of
- een transporder
en/of
- een bluetooth transmitter
in elk geval enig goed, geheel of ten deletoebehorende aan [slachtoffer 43] en [slachtoffer 44]
en/of [slachtoffer 45] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),
waarbij verdachte
en/of zijn mededaderszich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en
/ofdie
/datweg te nemen goederen, onder zijn
/haar/hunbereik heeft gebracht door
middel van braak
/verbreking;
en ten aanzien van de auto van [slachtoffer 45]
hij
op/in
of omstreeksde periode 26 augustus 2021 tot en met 27 augustus 2021,
te Nijmegen,
althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen,
althans alleen,
opzettelijk en wederrechtelijk,
- een personenauto van het merk Mercedes type C Klasse met kenteken [kenteken 28] , en/of
- een personenauto van het merk Volkswagen Polo met kenteken [kenteken 29] , en/of
- een personenauto van het merk Toyota Yaris met kenteken [kenteken 30] ,
in elk geval enig goed, dat/die
geheel of ten deleaan
[slachtoffer 43] , [slachtoffer 44] en/of[slachtoffer 45] ,
in elk geval aan een andertoebehoorde
(n)heeft
vernield,beschadigd
en/of onbruikbaar gemaakt.

6.Ten aanzien van alle feiten

Voor zover er in de tenlastelegging van alle voormelde feiten kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten verbeterd in de respectievelijke bewezenverklaringen. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.
Wat in alle bovenstaande feiten meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor in de respectievelijke bewezenverklaringen bewezen is verklaard, is niet bewezen.
Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

7.De kwalificatie van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:
Ten aanzien van parketnummer 05/092361-21, feit 1:
schuldheling
Ten aanzien van parketnummer 05/222414-21, feit 2:
opzettelijk en wederrechtelijk enig goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort beschadigen
Ten aanzien van parketnummer 05/169253-21
Feit 3.1:
diefstal, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van misdrijf heeft verschaft en het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak,
meermalen gepleegd
Feit 3.2:
poging tot diefstal, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van misdrijf heeft verschaft door middel van braak,
meermalen gepleegd
Feiten 3.3 en 3.8:
telkens
diefstal, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van een valse sleutel,
meermalen gepleegd
Feit 3.4:
poging tot diefstal, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van misdrijf heeft verschaft door middel van braak
Feit 3.6:
diefstal, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van een valse sleutel,
meermalen gepleegd
Feit 3.7:
diefstal
Feit 3.9:
diefstal, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van misdrijf heeft verschaft en het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak
Ten aanzien van parketnummer 05/292172-21
Feiten 4.1, 4.2 en 4.3:
telkens
poging tot diefstal, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van misdrijf heeft verschaft door middel van braak
Feit 4.4:
diefstal, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van misdrijf heeft verschaft en het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak
Feit 4.5:
opzettelijk en wederrechtelijk enig goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort vernielen
Ten aanzien van parketnummer 05/249590-21, feit 5
Ten aanzien van [slachtoffer 43] en [slachtoffer 44] . (primair):
diefstal waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak,
meermalen gepleegd
en ten aanzien van [slachtoffer 45]
opzettelijk en wederrechtelijk enig goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort beschadigen.

8.De strafbaarheid van de feiten

De feiten zijn strafbaar.

9.De strafbaarheid van de verdachte

Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk is geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.

10.De overwegingen ten aanzien van straf en/of maatregel

Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte zal worden veroordeeld tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van zeven jaar, met aftrek van de tijd dat verdachte in voorarrest heeft gezeten.
De beoordeling door de rechtbank
De rechtbank heeft bij de bepaling van de op te leggen straf rekening gehouden met de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard en de omstandigheden waaronder dit is begaan. De rechtbank heeft verder - voor zo ver als dat mogelijk was - rekening gehouden met de persoon en de omstandigheden van verdachte.
Ernst van de feiten
Verdachte heeft zich in de periode van 5 april tot en met 27 augustus 2021 schuldig gemaakt aan een hele reeks vermogensdelicten. Te beginnen op 5 en 7 april 2021 met de (schuld)heling van een fiets en de beschadiging van een politiecel. Vervolgens heeft verdachte half april in één nacht in een parkeergarage in 27 auto’s ingebroken, waarbij uit 12 auto’s ook daadwerkelijk spullen zijn gestolen. Met een pas die hij uit één van deze auto’s gestolen had, heeft verdachte meteen de volgende ochtend bij verschillende winkels en aan een taxichauffeur betalingen verricht. Bij zijn aanhouding eind juni 2021 wegens de auto-inbraken werd wederom een bankpas van iemand anders bij verdachte aangetroffen. Daar bleek hij ook verschillende uitgaven mee gedaan te hebben. Verder heeft verdachte eind april en eind augustus nogmaals meerdere (pogingen) auto-inbraken gepleegd en auto’s beschadigd. Zelfs op het politiebureau heeft verdachte de brutaliteit gehad om een telefoon en pasjes te stelen die een ander daar had laten liggen, om vervolgens met één van de pasjes verschillende betalingen te verrichten. Tot slot heeft verdachte begin augustus 2021 in één nacht een viertal ramkraken gepleegd met een gestolen auto waardoor vier panden zwaar zijn beschadigd en de gestolen auto total loss is verklaard. Dit alles voor de schamele buit van een kassalade met wat kleingeld.
Verdachte heeft met zijn handelingen grote schade toegebracht aan verschillende panden en aan een groot aantal auto’s en daarmee tientallen mensen gedupeerd. Dit getuigt niet van enig respect voor de eigendommen van anderen, hetgeen ook geldt voor de heling van de fiets, het beschadigen van de celdeur, het stelen van meerdere goederen en het gebruiken van meerdere gestolen bankpasjes. Meer in het algemeen zorgt gedrag als dat van verdachte voor een gevoel van onveiligheid in de maatschappij. Verdachte heeft geen enkel oog gehad voor het effect van zijn gedrag op anderen en heeft ogenschijnlijk alleen gehandeld uit eigen belang.
Persoon van verdachte
Verdachte heeft een omvangrijk strafblad, hetgeen blijkt uit het 65 pagina’s tellende uittreksel justitiële documentatie van 20 november 2021. Daarop staat onder meer vermeld dat verdachte al driemaal een ISD-maatregel opgelegd heeft gekregen, voor het laatst in 2016. Op het strafblad staan verder talloze veroordelingen wegens diefstal met braak uit bedrijven en uit auto's.
In het meest recente advies van de reclassering van 17 november 2021 staat dat dit advies het tiende is dat de reclassering alleen al in het jaar 2021 heeft uitgebracht over verdachte. De conclusie luidt dat verdachte problemen ondervindt op nagenoeg alle leefgebieden. De reclassering heeft haar oor ook te luister gelegd bij medewerkers van de GGD, het Zorg- en Veiligheidshuis in Nijmegen en een wijkagent. Daaruit is gebleken dat verdachte niet aanhaakt en/of zich niet aan afspraken met hulpverleners houdt, waardoor er niet gewerkt kan worden aan gedragsverandering. Vanuit de reclassering en de hulpverlening is de afgelopen jaren van alles geprobeerd om verdachte te bewegen tot ander gedrag, maar telkens zonder resultaat. Het aanbieden van een zelfstandige huurwoning in november 2020 was een ultieme en laatste poging om nog iets voor elkaar te krijgen, maar dat is evenmin succesvol gebleken. Verdachte verbleef nauwelijks in de woning, had een huurachterstand en de woning was vervuild.
Het risico op herhaling van een vermogensdelict schat de reclassering in als hoog en zij adviseert bij een veroordeling een straf op te leggen zonder bijzondere voorwaarden.
Straf
Gezien de ernst van de feiten en de veelheid aan feiten is de rechtbank van oordeel dat oplegging van een langdurige onvoorwaardelijke gevangenisstraf de enige passende reactie vormt. Voor het opleggen van een deels voorwaardelijk straf ziet de rechtbank geen aanknopingspunten. Uit het reclasseringsadvies van 17 november 2021 is immers gebleken dat verdachte inmiddels talloze kansen heeft gehad om onder voorwaarden, dan wel in het kader van een ISD-maatregel te werken aan gedragsverandering, maar dat dat niet tot enig (langdurig) resultaat heeft geleid. Het doel van de onvoorwaardelijke gevangenisstraf is dan ook met name dat de maatschappij gedurende langere tijd gevrijwaard blijft van de delicten die verdachte blijft plegen en de overlast en schade die hij daarmee veroorzaakt.
Op grond van de wettelijke regeling van samenloop van feiten is de maximale duur van de gevangenisstraf die de rechtbank in dit geval kan opleggen acht jaar. Gelet op het bepaalde in artikel 63 van het Wetboek van Strafrecht moet de rechtbank rekening houden met de gevangenisstraffen van zes en acht maanden die bij de arresten van 3 november 2021 door het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden zijn opgelegd. Verder dient de rechtbank rekening te houden met de gevangenisstraffen (van vier maanden en van twee weken) die de politierechter (rechtbank Arnhem) op 20 augustus 2021 en 24 september 2021 heeft opgelegd. Als laatste moet rekening worden gehouden met één dag hechtenis die de kantonrechter (rechtbank Arnhem) heeft opgelegd op 8 december 2021. Dit betekent dat de rechtbank maximaal een straf van – in het voordeel van verdachte afgerond – 77 maanden (96 - 19 maanden) kan opleggen, dat wil dus zeggen een gevangenisstraf van 6 jaar en 5 maanden.
Gelet op hetgeen hiervoor is overwogen acht de rechtbank de oplegging van deze maximale onvoorwaardelijke gevangenisstraf passend en geboden en zal die straf dan ook opleggen. Het voorarrest zal op de opgelegde straf in mindering worden gebracht. De straf is lager dan de officier van justitie had geëist, vanwege de toepassing van de wettelijke regels over samenloop.
Tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat verdachte in aanmerking komt voor deelname aan een penitentiair programma, als bedoeld in artikel 4 Penitentiaire beginselenwet, dan wel de regeling van voorwaardelijke invrijheidstelling, als bedoeld in artikel 6:2:10 van het Wetboek van Strafvordering, aan de orde is.

11.De beoordeling van de civiele vorderingen

In de zaken met parketnummers 05/222414-21, 05/169253-21 en 05/292172-21 zijn vorderingen tot schadevergoeding ingediend. Deze vorderingen zullen hieronder per parketnummer worden beoordeeld. Voor alle vorderingen geldt dat deze niet zijn betwist door de verdediging. Dit zal hieronder niet steeds opnieuw worden vermeld.
Parketnummer 05/222414-212, feit 2
De benadeelde partij [benadeelde] heeft in verband met de beschadiging van de celdeur een vordering tot schadevergoeding ingediend ter hoogte van € 140,11 aan materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente. Verder is om oplegging van de schadevergoedingsmaatregel verzocht.
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering van de benadeelde partij kan worden toegewezen, met toekenning van de wettelijke rente, en vordert oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
Overweging van de rechtbank
Uit het onderzoek ter terechtzitting is voldoende gebleken dat de benadeelde partij als gevolg van het bewezenverklaarde handelen van verdachte rechtstreeks schade heeft geleden. De schadepost is voldoende onderbouwd en komt redelijk voor. Voor deze schade is verdachte naar burgerlijk recht aansprakelijk. Daarom is de rechtbank van oordeel dat de vordering voor wat betreft het herstel van de celdeur, dus een bedrag van € 140,11, kan worden toegewezen.
Verdachte is vanaf 4 juni 2021 (vervaldatum factuur) wettelijke rente over het toegewezen bedrag verschuldigd. De rechtbank ziet aanleiding om op grond van artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht ten aanzien van de toegewezen vordering de schadevergoedingsmaatregel aan verdachte op te leggen. Verdachte wordt verplicht het aan de benadeelde partij toegewezen bedrag aan de Staat te betalen.
Parketnummer 05/169253-21, feiten 3.1, 3.2, 3.4 en 3.9
De volgende benadeelde partijen hebben in verband met de (pogingen) auto-inbraken/diefstallen vorderingen tot schadevergoeding (materiële schade), telkens te vermeerderen met de wettelijke rente, ingediend:
Naam
Gevorderd bedrag
[slachtoffer 5] (feit 3.1)
€ 150,-
[slachtoffer 10] (feit 3.1)
€ 155,-
[slachtoffer 14] (feit 3.2)
€ 319,70
[slachtoffer 46]
(m.b.t. voertuig [slachtoffer 14] ) (feit 3.2)
€ 319,70
[slachtoffer 47] / [slachtoffer 24] (feit 3.2)
€ 250,-
[slachtoffer 48] (m.b.t. voertuig [slachtoffer 24] ) (feit 3.2)
€ 999,57
[slachtoffer 31] (feit 3.4)
€ 78,10
[slachtoffer 39] (feit 3.4)
€ 734,11
[slachtoffer 34] (feit 3.9)
€ 1.050,-
Alle benadeelde partijen hebben verder verzocht om oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de vorderingen van [slachtoffer 5] , [slachtoffer 37] , [slachtoffer 46] , [slachtoffer 48] , [slachtoffer 40] en [slachtoffer 34] kunnen worden toegewezen, met toekenning van de wettelijke rente, en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel. [slachtoffer 14] en [slachtoffer 47] / [slachtoffer 24] dienen niet-ontvankelijk te worden verklaard in de vorderingen, omdat het feitelijk de leasemaatschappijen ( [slachtoffer 46] en [slachtoffer 48] ) zijn geweest die de schade hebben geleden en niet [slachtoffer 14] en [slachtoffer 47] / [slachtoffer 24] . [slachtoffer 39] dient volgens de officier van justitie niet-ontvankelijk te worden verklaard vanwege de door de officier van justitie gevraagde vrijspraak ten aanzien van feit 4 wat betreft [slachtoffer 39] .
Overweging van de rechtbank
Wat betreft de vordering van [slachtoffer 39] , overweegt de rechtbank dat hierboven is geoordeeld ten aanzien van feit 4 (de poging diefstal met braak uit de twee auto’s) dat verdachte wordt vrijgesproken van dit feit voor zover het de auto van [slachtoffer 39] betreft. Daarom is de rechtbank met de officier van justitie van oordeel dat [slachtoffer 39] niet-ontvankelijk moet worden verklaard in de vordering.
Wat betreft de vordering van [slachtoffer 14] , is de rechtbank van oordeel dat [slachtoffer 46] ter zake van dezelfde schade een vordering heeft ingediend en dat het de leasemaatschappij is die de schade heeft geleden en niet [slachtoffer 14] . Daarom zal [slachtoffer 14] niet-ontvankelijk worden verklaard in de vordering.
Dit ligt anders bij de vordering van [slachtoffer 47] (die schade heeft gevorderd ten aanzien van de auto van [slachtoffer 24] ).
Uit de bij het schadevergoedingsverzoek gevoegde factuur blijkt dat door [slachtoffer 48] een bedrag van € 250,- aan eigen risico in rekening is gebracht bij [slachtoffer 47] en dat dit bedrag ook is inbegrepen in het door [slachtoffer 48] zelf gevorderde bedrag aan schadevergoeding.
Ten aanzien van de vordering van [slachtoffer 48] geldt het volgende. Blijkens de aangifte van [slachtoffer 24] was de ruit aan de bestuurderszijde van haar auto kapot. [slachtoffer 48] vordert een bedrag van € 999,57 bestaande uit € 836,85 voor schadeherstel en € 167,72 aan sleepkosten. Als onderbouwing zijn foto’s overgelegd en een schadecalculatie. Uit de schadecalculatie volgt dat een bedrag van € 440,70 is berekend voor spuitwerk. Blijkens de overgelegde foto’s is er schade ontstaan aan de linker voordeur door vallend glas. Echter is er ook schade geconstateerd en gerepareerd aan de linker achterdeur van de auto. Dit betreffen horizontale strepen in de lak. Deze schade wordt thans ook gevorderd. Beide deuren zijn aldus opnieuw gespoten.
Niet is gebleken dat de schade aan de achterdeur is ontstaan door het handelen van verdachte, immers in de aangifte wordt enkel gesproken van schade aan de ruit in de deur van de bestuurder. De rechtbank maakt derhalve gebruik van haar schattingsbevoegdheid en zal het bedrag van € 440,70 door twee delen. Een bedrag van € 220,35 zal van de totale vordering worden afgetrokken. Daar komt bij dat een bedrag van € 250,- reeds is vergoed door [slachtoffer 47] vanwege de bijdrage eigen risico. Ook dit bedrag zal van de vordering af worden getrokken. Hieruit volgt dat een bedrag van € 529,22 (€ 999,57 - 220,35 - € 250,-) zal worden toegewezen, voor het overige zal de vordering van [slachtoffer 48] niet ontvankelijk worden verklaard. De wettelijke rente zal worden toegewezen vanaf 28 juni 2021 (schadeopstelling 2 juni 2021; factuur sleepkosten [naam 12] 22 juni 2021, betalingstermijn 28 dagen).
Wat betreft de vorderingen van [slachtoffer 5] , [slachtoffer 37] , [slachtoffer 46] , [slachtoffer 47] , [slachtoffer 40] en [slachtoffer 34] , is uit het onderzoek ter terechtzitting voldoende gebleken dat deze benadeelde partijen als gevolg van het bewezenverklaarde handelen van verdachte rechtstreeks schade hebben geleden. De schadeposten zijn voldoende onderbouwd en komen redelijk voor. Voor deze schade is verdachte naar burgerlijk recht aansprakelijk. Daarom is de rechtbank van oordeel dat de vorderingen kunnen worden toegewezen tot de bedragen zoals die hieronder in de tabel staan vermeld. Verdachte is tevens vanaf de daar vermelde datum de wettelijke rente over de toegewezen bedragen verschuldigd.
Naam
Toegewezen bedrag
Ingangsdatum wettelijke rente
[slachtoffer 5] (feit 3.1)
€ 150,-
16 april 2021
[slachtoffer 10] (feit 3.1)
€ 155,-
16 april 2021
[slachtoffer 46] (feit 3.2)
€ 319,70
20 mei 2021 (factuur 20 april 2021, betalingstermijn 30 dagen)
[slachtoffer 47] (feit 3.2)
€ 250,-
20 april 2021 (factuur 20 april 2021, automatische afschrijving)
[slachtoffer 31] (feit 3.4)
€ 78,10
27 april 2021 (afschrijvingen 26 en 28 april 2021)
[slachtoffer 34] (feit 3.9)
€ 1.050,-
8 mei 2021
De rechtbank ziet aanleiding om op grond van artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht ten aanzien van alle toegewezen vorderingen de schadevergoedingsmaatregel aan verdachte op te leggen. Verdachte wordt verplicht de aan de benadeelde partijen toegewezen bedragen aan de Staat te betalen.
Parketnummer 05/292172-21, feiten 4.1, 4.2 en 4.5
De volgende benadeelde partijen hebben in verband met de ramkraken op 6 augustus 2021 (feiten 4.1, 4.2 en 4.5) vorderingen tot schadevergoeding ingediend, telkens te vermeerderen met de wettelijke rente:
Naam
Gevorderd bedrag
materiële schade
Gevorderd bedrag immateriële schade
[slachtoffer 41] , namens cafetaria [naam 8] (feit 4.1)
€ 500,-
€ 7.500,- + € 15.000,-
[naam 13] , namens [naam 11] (feit 4.2)
€ 16.055,86
n.v.t.
[slachtoffer 42] (feit 4.5)
€ 3.050,26
€ 1.000,-
[slachtoffer 42] heeft verder een bedrag van € 485,- aan proceskosten gevorderd.
Tot slot hebben de bovengenoemde benadeelde partijen om oplegging van de schadevergoedingsmaatregel verzocht.
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de vorderingen wat betreft de materiële schade voor alle drie de benadeelde partijen kunnen worden toegewezen, met toekenning van de wettelijke rente, en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel. Wat betreft de vordering van [naam 13] / [naam 11] heeft de officier van justitie de rechtbank in overweging gegeven om de in rekening gebrachte btw van € 2.786,56 op het toe te wijzen bedrag in mindering te brengen, zodat een bedrag van € 13.269,31 resteert dat kan worden toegewezen.
Wat betreft de vorderingen van [slachtoffer 41] / [naam 8] en [slachtoffer 42] met betrekking tot de immateriële schade heeft de officier van justitie verzocht deze benadeelde partijen niet-ontvankelijk in hun vorderingen te verklaren. Hoewel voorstelbaar is dat de bewezenverklaarde feiten voor de nodige emoties en onrust hebben gezorgd, komt deze post zonder onderbouwing niet voor vergoeding in aanmerking, aldus de officier van justitie. De door [slachtoffer 42] gevorderde proceskosten komen evenmin voor vergoeding in aanmerking.
Overweging van de rechtbank
Materiële schade
Uit het onderzoek ter terechtzitting is voldoende gebleken dat de benadeelde partijen [naam 8] / [slachtoffer 41] en [slachtoffer 42] als gevolg van het bewezenverklaarde handelen van verdachte rechtstreeks schade hebben geleden aan haar pand ( [naam 8] ) en aan de auto ( [slachtoffer 42] ). De schadeposten zijn voldoende onderbouwd en komen redelijk voor.
Voor deze schade is verdachte naar burgerlijk recht aansprakelijk. Daarom is de rechtbank van oordeel dat de vorderingen kunnen worden toegewezen tot de bedragen zoals die verderop (onder
Conclusie) in de tabel staan vermeld.
Ten aanzien van de vordering van [naam 11] geldt het volgende. Er is een vordering ingediend door [naam 13] . Blijkens artikel 51c lid 3 Sv kan een benadeelde partij zich laten vertegenwoordigen door een gemachtigde die daartoe een bijzondere en schriftelijke volmacht heeft. Een dergelijke volmacht is echter niet vereist indien de benadeelde partij een rechtspersoon is en het voegingsformulier is ondertekend door een persoon die optreedt namens de rechtspersoon (vgl. HR 16 november 2004, ECLI:NL:HR:2004:AR3043, NJ 2005/45). Uit het schadevergoedingsformulier, de bijlagen en overigens uit het dossier volgt niet namens welke rechtspersoon [naam 13] de vordering indient. Ook volgt hier niet uit of [naam 13] bevoegd is op te treden namens de vorderende partij. Daar komt nog bij dat in de overgelegde offerte staat dat “ [naam 14] ” te [plaatsnaam 2] de opdrachtgever zou zijn. Gezien het voorgaande zal de vordering niet-ontvankelijk worden verklaard.
Immateriële schade (smartengeld)
Een benadeelde partij heeft volgens artikel 6:106 van het Burgerlijk Wetboek recht op vergoeding van smartengeld in het geval dat:
  • verdachte het oogmerk had het nadeel toe te brengen,
  • de benadeelde partij lichamelijk letsel heeft opgelopen,
  • de benadeelde partij in zijn eer of goede naam is geschaad, of
  • de benadeelde partij op andere wijze in de persoon is aangetast.
In het geval van [slachtoffer 41] en [slachtoffer 42] moet worden getoetst aan dit laatste criterium (aantasting in de persoon op andere wijze). Om te spreken van een aantasting in de persoon op andere wijze moet sprake zijn van geestelijk letsel of een diepe inbreuk op de persoonlijke levenssfeer, persoonlijke integriteit of een fundamenteel recht. Dat hiervan sprake is moet enigszins concreet worden gemaakt en onderbouwd.
[slachtoffer 41] (eigenaar van [naam 8] ) heeft met betrekking tot de gevorderde immateriële schade van € 7.500,- aangevoerd dat hij als gevolg van de ramkraak slecht slaapt, onrustig en angstig is en zich niet kan concentreren op een hersenoperatie die hem (op het moment van indiening van de vordering) nog te wachten staat. Verder vordert hij een bedrag van
€ 15.000,- aan immateriële schade die zijn zoon en vrouw zouden hebben geleden. Zijn vrouw heeft ook alles mee moeten maken, heeft slapeloze nachten en veel zorgen om wat er is gebeurd en om haar man. Zijn zoon moest de nacht van de ramkraak overhaast vanuit Duitsland naar de zaak komen, is ook angstig, emotioneel en is bang voor herhaling. Hij neemt vanwege de klachten van zijn vader bijna alle werkzaamheden in de cafetaria op zich.
De rechtbank overweegt dat de ramkraak ongetwijfeld impact heeft gehad en heeft op het leven van [slachtoffer 41] en zijn gezin, maar dat de rechtbank op grond van de wettelijke regels moet beoordelen of [slachtoffer 41] en zijn naasten recht hebben op een immateriële schadevergoeding. De rechtbank is van oordeel dat [slachtoffer 41] onvoldoende concreet heeft gemaakt en onvoldoende heeft onderbouwd dat het bewezenverklaarde (de ramkraak) geestelijk letsel heeft veroorzaakt bij hemzelf, zijn vrouw en zijn zoon. Onrust, angst en slecht slapen kunnen (zonder nadere onderbouwing) niet worden aangemerkt als geestelijk letsel. Evenmin is uit de vorderingen gebleken dat een diepe inbreuk op de persoonlijke levenssfeer, persoonlijke integriteit of een fundamenteel recht is gemaakt. Daarom zal de rechtbank [slachtoffer 41] niet-ontvankelijk in dit deel van de vordering verklaren.
[slachtoffer 42] (eigenaar van de auto die voor de ramkraak is gebruikt) heeft met betrekking tot de gevorderde immateriële schade aangevoerd dat hij minder goed slaapt en minder goed functioneert op zijn werk en dat hij zijn geliefde auto (een zogenaamde ‘ [naam 15] ’) is kwijtgeraakt.
De rechtbank overweegt ook ten aanzien van [slachtoffer 42] dat de bewezenverklaarde vernieling van zijn auto impact zal hebben gehad op het leven van [slachtoffer 42] , maar dat de rechtbank op grond van de wettelijke regels moet beoordelen of hij recht heeft op een immateriële schadevergoeding. De rechtbank overweegt dat minder goed slapen en functioneren (zonder nadere onderbouwing) niet kan worden aangemerkt als geestelijk letsel. Evenmin is uit de vordering en de onderbouwing daarvan gebleken dat ten aanzien van [slachtoffer 42] een diepe inbreuk op de persoonlijke levenssfeer, persoonlijke integriteit of een fundamenteel recht is gemaakt. Daarom zal de rechtbank [slachtoffer 42] niet-ontvankelijk in dit deel van de vordering verklaren.
Proceskosten [slachtoffer 42]
heeft een bedrag van € 485,- gevorderd voor het uitzoeken van zaken met betrekking tot de schadevergoeding (20 uur, in totaal € 480,-) en printkosten (€ 5,-). Deze kosten vallen niet binnen de wettelijke regeling die geldt voor het toekennen van proceskosten, die is bedoeld voor het toekennen van een tegemoetkoming in de kosten die zijn gemaakt in het kader van de procedure bij de rechtbank. Daarom zal de rechtbank [slachtoffer 42] niet-ontvankelijk in dit deel van de vordering verklaren.
Conclusie
De hieronder vermelde bedragen zullen worden toegewezen. Verdachte is tevens vanaf de in de tabel vermelde datum de wettelijke rente over de toegewezen bedragen verschuldigd.
Naam
Toegewezen bedrag
Datum ingang wettelijke rente
[slachtoffer 41] (feit 4.1)
€ 500,-
6 augustus 2021
[slachtoffer 42] (feit 4.5)
€ 3.050,26
6 augustus 2021
De rechtbank ziet aanleiding om op grond van artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht de schadevergoedingsmaatregel aan verdachte op te leggen. Verdachte wordt verplicht de aan de benadeelde partijen toegewezen bedragen aan de Staat te betalen.

12.De toegepaste wettelijke bepalingen

De oplegging van de straf en/of maatregel is gegrond op de artikelen 36f, 45, 57, 63, 310, 311, 350 en 417bis van het Wetboek van Strafrecht.

13.De beslissing

De rechtbank:
 spreekt verdachte vrij van de tenlastegelegde feiten (zoals vernummerd door de rechtbank als) nummers 3.5 en 3.10;
 verklaart bewezen dat verdachte de ten laste gelegde feiten (zoals vernummerd door de rechtbank als) nummers 1, 2, 3.1 t/m 3.4, 3.6 t/m 3.9, 4.1 t/m 4.5 en 5, zoals vermeld in de respectievelijke bewezenverklaringen ten aanzien van deze feiten, heeft begaan;
 verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
 verstaat dat het aldus bewezenverklaarde oplevert de strafbare feiten zoals vermeld onder ‘De kwalificatie van het bewezenverklaarde’;
 verklaart verdachte hiervoor strafbaar;
 veroordeelt verdachte wegens het bewezenverklaarde tot
een gevangenisstraf voor de duur van zes (6) jaren en vijf (5) maanden;
 beveelt dat de tijd, door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
Beslissing over de vordering van de benadeelde partij in parketnummer 05/222414-21 (feit 2)
  • veroordeelt verdachte in verband met de beschadiging van de celdeur tot betaling van schadevergoeding aan de benadeelde partij
  • veroordeelt verdachte in de kosten die de benadeelde partij in deze procedure heeft gemaakt en de kosten die de benadeelde partij mogelijk nog moet maken om het toegewezen bedrag betaald te krijgen, tot vandaag begroot op nihil;
 legt aan verdachte de verplichting op om aan de Staat ten behoeve van
[benadeelde]het bedrag van
€140,11aan materiële schade te betalen. Dit wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf genoemde datum tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald. Als het bedrag niet wordt betaald, kan gijzeling van 3 dagen worden toegepast zonder dat de betalingsverplichting vervalt;
 bepaalt daarbij dat met betaling aan de
[benadeelde]in zoverre de betaling aan de Staat vervalt en omgekeerd;
Beslissing over de vorderingen van de benadeelde partijen in parketnummer
05/169253-21 (feiten 3.1, 3.2, 3.4 en 3.9)
 veroordeelt verdachte in verband met de feiten onder 1, 2, 4 en 9 tot betaling van schadevergoeding aan de benadeelde partijen [slachtoffer 5] , [slachtoffer 10] , [slachtoffer 46] , [slachtoffer 47] , [slachtoffer 48] , [slachtoffer 31] en [slachtoffer 34] van de volgende bedragen aan materiële schade, telkens vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de genoemde datum tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald;
Benadeelde partij
Bedrag
Ingangsdatum
wettelijke rente
1. [slachtoffer 5] (feit 3.1)
€ 150,-
16 april 2021
2. [slachtoffer 10] (feit 3.1)
€ 155,-
16 april 2021
3. [slachtoffer 46] (feit 3.2)
€ 319,70
20 mei 2021
4. [slachtoffer 47] (feit 3.2)
€ 250,-
20 april 2021
5. [slachtoffer 48] (feit 3.2)
€ 529,22
28 juni 2021
6. [slachtoffer 31] (feit 3.4)
€ 78,10
27 april 2021
7. [slachtoffer 34] (feit 3.9)
€ 1.050,-
8 mei 2021
 verklaart de benadeelde partij [slachtoffer 48] voor het overige niet-ontvankelijk in de vordering tot materiële schade;
 veroordeelt verdachte in de kosten die de benadeelde partijen hebben gemaakt en de kosten die de benadeelde partijen mogelijk nog moeten maken om de te noemen bedragen betaald te krijgen, tot vandaag begroot op nul;
 legt aan verdachte de verplichting op om aan de Staat ten behoeve van de volgende benadeelde partijen de hier na te noemen bedragen aan materiële schade te betalen. Dit wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf genoemde datum tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald. Als het bedrag niet wordt betaald, kan gijzeling worden toegepast zonder dat de betalingsverplichting vervalt;
Benadeelde partij
Bedrag
Gijzeling
1. [slachtoffer 5] (feit 3.1)
€ 150,-
3 dagen
2. [slachtoffer 10] (feit 3.1)
€ 155,-
3 dagen
3. [slachtoffer 46] (feit 3.2)
€ 319,70
6 dagen
4. [slachtoffer 47] (feit 3.2)
€ 250,-
5 dagen
5. [slachtoffer 48] (feit 3.2)
€ 529,22
10 dagen
6. [slachtoffer 31] (feit 3.4)
€ 78,10
1 dag
7. [slachtoffer 34] (feit 3.9)
€ 1.050,-
21 dagen
 bepaalt daarbij dat met betaling aan de benadeelde partijen in zoverre de betaling aan de Staat vervalt en omgekeerd;
 verklaart de benadeelde partijen [slachtoffer 14] en [slachtoffer 39] niet-ontvankelijk in de vorderingen tot materiële schade;
Beslissing over de vorderingen van de benadeelde partijen in parketnummer 05/292172- 21 (feiten 4.1 en 4.5)
 veroordeelt verdachte in verband met de feiten onder 4.1 en 4.5 tot betaling van schadevergoeding aan de benadeelde partijen [slachtoffer 41] , [naam 13] en [slachtoffer 42] van de volgende bedragen aan materiële schade, telkens vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de genoemde datum tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald;
Benadeelde partij
Bedrag
Datum ingang wettelijke rente
[slachtoffer 41] (feit 4.1)
€ 500,-
6 augustus 2021
[slachtoffer 42] (feit 4.5)
€ 3.050,26
6 augustus 2021
 veroordeelt verdachte in de kosten die de benadeelde partijen hebben gemaakt en de kosten die de benadeelde partijen mogelijk nog moeten maken om de te noemen bedragen betaald te krijgen, tot vandaag begroot op nul;
 legt aan verdachte de verplichting op om aan de Staat ten behoeve van de volgende benadeelde partijen de hier na te noemen bedragen aan materiële schade te betalen. Dit wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf genoemde datum tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald. Als het bedrag niet wordt betaald, kan gijzeling worden toegepast zonder dat de betalingsverplichting vervalt;
Benadeelde partij
Bedrag
Gijzeling
1. [slachtoffer 41] (feit 4.1)
€ 500,-
10 dagen
3. [slachtoffer 42] (feit 4.5)
€ 3.050,26
40 dagen
 bepaalt daarbij dat met betaling aan de benadeelde partijen in zoverre de betaling aan de Staat vervalt en omgekeerd;
 verklaart de benadeelde partij [naam 13] niet-ontvankelijk in de vordering tot materiële schade;
 verklaart de benadeelde partijen [slachtoffer 41] en [slachtoffer 42] niet-ontvankelijk in de vorderingen tot immateriële schade en verklaart de benadeelde partij [slachtoffer 42] niet-ontvankelijk in de vordering ten aanzien van de proceskosten.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.M. Breimer, voorzitter, mr. J.J.H. van Laethem en mr. C.A.H. Pouwels, rechters, in tegenwoordigheid van mr. S. den Otter, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 22 december 2021.
mr. C.A.H. Pouwels is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen

Voetnoten

1.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door [verbalisant 8] van de politie-eenheid Oost-Nederland, district Gelderland-zuid, opgemaakte proces-verbaal, dossiernummer [nummer 2] , gesloten op 28 september 2021 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.
2.Proces-verbaal van aangifte [slachtoffer 1] , p. 3-5.
3.Proces-verbaal van aanhouding verdachte, p. 10-12.
4.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door [verbalisant 9] van de politie-eenheid Oost-Nederland, district Gelderland-zuid, opgemaakte proces-verbaal, dossiernummer [nummer 2] , gesloten op 19 april 2021 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.
5.Proces-verbaal van aangifte [naam 16] , namens [naam 17] , p. 3-4.
6.Proces-verbaal van bevindingen, p. 6.
7.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door [verbalisant 10] van de politie-eenheid Oost-Nederland, district Gelderland-Zuid, opgemaakte proces-verbaal, dossiernummer [nummer 3] , gesloten op 16 september 2021 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.
8.Proces-verbaal van aangifte [slachtoffer 2] , p. 27-28.
9.Proces-verbaal van aangifte [slachtoffer 3] , p. 33-35 en proces-verbaal van bevindingen, p. 36.
10.Proces-verbaal van aangifte [slachtoffer 4] , p. 37-39.
11.Proces-verbaal van aangifte [slachtoffer 5] , p. 40-42 en proces-verbaal van bevindingen, p. 44.
12.Proces-verbaal van aangifte [slachtoffer 6] , p. 51-53.
13.Proces-verbaal van aangifte [slachtoffer 7] , p. 57-59.
14.Proces-verbaal van aangifte [slachtoffer 8] , p. 62-64 en proces-verbaal van bevindingen, p. 65.
15.Proces-verbaal van aangifte [slachtoffer 9] , p. 66-68 en proces-verbaal van bevindingen, p. 69.
16.Proces-verbaal van aangifte [slachtoffer 10] , namens [slachtoffer 10] , p. 80-82 en proces-verbaal van bevindingen, p. 83.
17.Proces-verbaal van aangifte [slachtoffer 11] , p. 37-39 en proces-verbaal van bevindingen, p. 102.
18.Proces-verbaal van aangifte [slachtoffer 12] , p. 103-105 en proces-verbaal van bevindingen, p. 108.
19.Proces-verbaal van aangifte [slachtoffer 13] , p. 114.
20.Proces-verbaal van aangifte [slachtoffer 14] , p. 46-48.
21.Proces-verbaal van aangifte [slachtoffer 15] , p. 70-72.
22.Proces-verbaal van aangifte [slachtoffer 16] , p. 77-79.
23.Proces-verbaal van aangifte [slachtoffer 17] , p. 89-91.
24.Proces-verbaal van aangifte [slachtoffer 18] , p. 93-95.
25.Proces-verbaal van aangifte [slachtoffer 19] , p. 109-111.
26.Proces-verbaal van aangifte [slachtoffer 20] , p. 118-120
27.Proces-verbaal van aangifte [slachtoffer 21] , p. 123-124.
28.Proces-verbaal van aangifte [slachtoffer 22] , p. 125-126.
29.Proces-verbaal van aangifte [slachtoffer 23] , p. 133-134.
30.Proces-verbaal van aangifte [slachtoffer 24] , p. 136-137.
31.Proces-verbaal van aangifte [slachtoffer 38] , p. 138-140.
32.Proces-verbaal van aangifte [slachtoffer 26] , p. 143-144.
33.Proces-verbaal van aangifte [slachtoffer 27] , p. 145-146.
34.Proces-verbaal van aangifte [slachtoffer 28] , p. 148.
35.Proces-verbaal forensisch onderzoek plaats delict, p. 164-168.
36.NFI- rapport van 21 mei 2021, p. 170-174.
37.Proces-verbaal van aangifte [slachtoffer 10] , namens [slachtoffer 10] , p. 80-82 en proces-verbaal van bevindingen, p. 83.
38.Proces-verbaal van bevindingen, p. 83.
39.Proces-verbaal verhoor getuige [getuige] , p. 84-85.
40.Proces-verbaal van aangifte [slachtoffer 31] , p. 137-139.
41.Proces-verbaal forensisch onderzoek plaats delict, p. 210-212.
42.NFI- rapport van 31 mei 2021, p. 213-218.
43.Proces-verbaal aanhouding verdachte, p. 299-300.
44.Proces-verbaal van bevindingen, p. 232-233.
45.Proces-verbaal van bevindingen, p. 237-240.
46.Proces-verbaal van aangifte [slachtoffer 33] , p. 250-252.
47.Proces-verbaal van bevindingen, p. 266-267.
48.Proces-verbaal van bevindingen, p. 268.
49.Proces-verbaal van aangifte [slachtoffer 34] , p. 272-273.
50.Proces-verbaal forensisch onderzoek plaats delict, p. 281-282.
51.NFI- rapport van 15 juni 2021, p. 284-290.
52.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door [verbalisant 11] van de politie-eenheid Oost-Nederland, district Gelderland-zuid, opgemaakte proces-verbaal, dossiernummer [nummer 4] , gesloten op 22 oktober 2021 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.
53.Proces-verbaal van aangifte [slachtoffer 41] , namens [slachtoffer 41] , p. 19-21.
54.Proces-verbaal van aangifte [slachtoffer 49] , namens [naam 11] , p. 46-48.
55.Proces-verbaal van aangifte [slachtoffer 50] , namens [naam 9] , p. 79-81.
56.Proces-verbaal van aangifte [slachtoffer 51] , namens [naam 10] , p. 58-59.
57.Proces-verbaal forensisch onderzoek plaats delict [adres 11] ), p. 113-114; proces-verbaal van bevindingen ( [adres 9] Nijmegen), p. 54; proces-verbaal van bevindingen ( [adres 10] Lent), p. 82; proces-verbaal van bevindingen ( [naam 10] ), p. 139.
58.Proces-verbaal van aangifte [slachtoffer 42] , p. 11-12.
59.Kennisgeving van inbeslagneming, p. 15.
60.Proces-verbaal forensisch onderzoek voertuig, p. 172-174.
61.Proces-verbaal soucheonderzoek, p. 184-197.
62.Proces-verbaal forensisch onderzoek plaats delict, p. 172-174.
63.NFI- rapport van 21 mei 2021, p. 199-205.
64.Proces-verbaal forensisch onderzoek plaats delict, p. 127-131.
65.Proces-verbaal van bevindingen, p. 142.
66.Proces-verbaal van bevindingen vooronderzoek lab, p. 148-151.
67.NFI-rapport van 20 september 2021, p. 208-215 en NFI-rapport van 30 september 2021, p. 216-223.
68.Proces-verbaal van bevindingen, p. 27-31.
69.Proces-verbaal van bevindingen, p. 42.
70.Proces-verbaal van bevindingen, p. 103-104.
71.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door [verbalisant 8] van de politie-eenheid Oost-Nederland, district Gelderland-zuid, opgemaakte proces-verbaal, dossiernummer [nummer 2] , gesloten op 28 september 2021 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.
72.Proces-verbaal van aangifte [slachtoffer 43] , p. 9-10.
73.Proces-verbaal van verhoor aangever [slachtoffer 43] , p. 11-12.
74.Proces-verbaal van aangifte [slachtoffer 44] , p. 13-14.
75.Proces-verbaal van bevindingen, p. 25.
76.Proces-verbaal aanhouding verdachte, p. 79-81.
77.Proces-verbaal van bevindingen, p. 25.
78.Proces-verbaal verhoor van aangever [slachtoffer 44] , p. 15.
79.Proces-verbaal van bevindingen, p. 36-37.
80.Proces-verbaal forensisch onderzoek bedrijf ( [adres 12] ), p. 27-28.
81.NFI- rapport van 14 oktober 2021.
82.Proces-verbaal van aangifte [slachtoffer 45] , p. 21-22.
83.Proces-verbaal van bevindingen, p. 36-37.
84.Proces-verbaal van aanhouding verdachte, p. 79-80.