Primair
I. voor recht verklaart dat [gedaagde 1] aansprakelijk is voor het bedrag van de schulden in het faillissement van HVG, voor zover deze schulden niet door vereffening van de overige baten kunnen worden voldaan;
II. [gedaagde 1] veroordeelt om aan Jansen te betalen een bedrag gelijk aan de schulden in het faillissement van HVG, voor zover deze schulden niet door vereffening van de van de overige baten kunnen worden voldaan nader op te maken bij staat;
III. [gedaagde 1] veroordeelt om aan Jansen te betalen een voorschot op de schadevergoeding van € 65.000,00 met de daarover verschuldigde wettelijke rente vanaf de dag der dagvaarding tot aan de dag der algehele voldoening;
IV. verklaart voor recht dat verkoop en levering van a) het appartementsrecht, rechtgevende op het uitsluitend gebruik van de woning terecht buitengerechtelijk is vernietigd, althans alsnog vernietigt en doorhaling daarvan in het kadaster gelast, waarbij de rechtbank machtiging verleent om het door de rechtbank te wijzen vonnis in de plaats te doen stellen van de wilsverklaring van [gedaagde 1] en [gedaagde 2] tot doorhaling van de verkoop en levering alsdan rechtsgeldig in de daartoe bestemde openbare registers kan worden ingeschreven en dat, voor zover overigens de wilsverklaring van [gedaagde 1] en [gedaagde 2] noodzakelijk is om de verkoop en levering door te halen, dit vonnis geacht wordt voor deze wilsverklaringen in de plaats te treden, zodanig dat deze doorhaling rechtsgeldig kan plaatsvinden,
en verklaart voor recht dat indien en voor zover teruglevering onmogelijk blijkt, [gedaagde 2] tekortschiet in de ongedaanmakingsverbintenis die ontstaat en derhalve aansprakelijk is voor de schade die hierdoor ontstaat, nader op te maken bij staat;
V. [gedaagde 1] en [gedaagde 2] hoofdelijk veroordeelt in de kosten van het geding;
VI. [gedaagde 1] en [gedaagde 2] bij een volledige proceskostenveroordeling tevens hoofdelijk te veroordelen in de nakosten.
Subsidiair
I. verklaart voor recht dat [gedaagde 1] aansprakelijk is voor een onrechtmatig, selectieve betaling aan haar zoon ter grootte van € 5.250,00;
II. [gedaagde 1] veroordeelt om aan Jansen tegen behoorlijk bewijs van kwijting te betalen een bedrag van € 5.250,00;
III. [gedaagde 1] veroordeelt in de kosten van het geding;
IV. [gedaagde 1] bij een volledige proceskostenveroordeling tevens te veroordelen in de nakosten.