ECLI:NL:RBGEL:2021:6823
Rechtbank Gelderland
- Eerste aanleg - meervoudig
- I.A.M. van Boetzelaer - Gulyas
- M.J.P. Heijmans
- J.A. van Schagen
- Rechtspraak.nl
Herziening en terugvordering van WW-uitkering wegens schending inlichtingenverplichting door zelfstandige
In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 20 december 2021 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiser, een zelfstandige, en de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV). Eiser had een WW-uitkering ontvangen over de periode van 1 oktober 2015 tot en met 31 oktober 2018, maar het UWV heeft deze uitkering herzien en teruggevorderd op basis van de veronderstelling dat eiser meer uren als zelfstandige had gewerkt dan hij had opgegeven. Eiser betwistte deze herziening en terugvordering, stellende dat hij zijn inlichtingenverplichting niet had geschonden en dat het UWV onvoldoende bewijs had geleverd voor hun claims.
De rechtbank heeft vastgesteld dat het UWV op basis van een anonieme melding een onderzoek heeft ingesteld naar de rechtmatigheid van de WW-uitkering van eiser. De rechtbank oordeelde dat het UWV aannemelijk had gemaakt dat eiser in de maanden oktober, november en december 2015 zijn inlichtingenverplichting had geschonden door niet op te geven dat hij als zelfstandige had gewerkt. Echter, de rechtbank vond dat het UWV niet voldoende had aangetoond dat eiser ook na januari 2016 zijn verplichtingen had geschonden.
De rechtbank concludeerde dat het bestreden besluit van het UWV onzorgvuldig was voorbereid en ondeugdelijk gemotiveerd. Daarom werd het beroep van eiser gegrond verklaard, het bestreden besluit vernietigd en het UWV opgedragen om een nieuwe beslissing op bezwaar te nemen, waarbij eiser in de gelegenheid gesteld moest worden om te reageren op de verklaringen van getuigen. Tevens werd het UWV veroordeeld tot het vergoeden van de proceskosten en het griffierecht aan eiser.