2.15.Op 9 september 2021 wordt [verz.conv./verw.reconv.] op staande voet ontslagen. Bij brief van diezelfde dag wordt het ontslag aan [verz.conv./verw.reconv.] schriftelijk bevestigd. De heer [betrokkene 1] , CEO van [verw.conv./verz.reconv.] , schrijft aan [verz.conv./verw.reconv.] :
“Op 9 september 2021 heeft [verw.conv./verz.reconv.] jou telefonisch helaas ontslag op staande voet moeten aanzeggen. Deze brief is de schriftelijke bevestiging daarvan. Aan het ontslag liggen de volgende feiten en omstandigheden ten grondslag.
Periode vanaf 10 juni 2021
1. Op 10 juni 2021 vond de zitting plaats in de door [verw.conv./verz.reconv.] gestarte ontbindingsprocedure. Jij hebt in deze procedure het standpunt ingenomen dat er geen sprake is van een ernstig en duurzaam verstoorde arbeidsverhouding. De kantonrechter heeft jou daar in gevolgd. Dit werd duidelijk in het voorlopig oordeel dat de rechter ter zitting gaf. Dit oordeel is formeel bevestigd in de beschikking van 22 juli 2021, waarin de kantonrechter het ontbindingsverzoek van [verw.conv./verz.reconv.] heeft afgewezen.
2. De kantonrechter heeft hiermee een einde gemaakt aan de juridische discussie of er op dat moment nu wel of niet een grond voor ontslag bestond. Nu dit volgens de rechter niet het geval was, en dit ter zitting duidelijk werd, heeft [verw.conv./verz.reconv.] na 10 juni c.q. 22 juli 2021 weer verder invulling proberen te geven aan haar rol als werkgever.
3. [verw.conv./verz.reconv.] heeft vanaf die tijd meermaals geprobeerd om persoonlijk contact met jou te leggen. De arbeidsrelatie en re-integratie moest weer vorm gaan krijgen. [betrokkene 2] heeft jou de volgende uitnodigingen gestuurd voor een persoonlijk gesprek:
a) Uitnodiging d.d. 29 juni 2021 voor een gesprek op 2 juli 2021 (koffie moment).
b) Hernieuwde uitnodiging d.d. 30 juni 2021 voor gesprek 2 juli 2021 na bezwaar via je advocaat.
4. Doel van de uitnodiging was om elkaar -na het laatste moment op de rechtbank- weer eens persoonlijk te spreken op kantoor. En zo een begin te creëren van het re-integratietraject en verhoudingen te normaliseren na de ontbindingsprocedure. Jij hebt deze herhaalde uitnodigingen afgeslagen. Op 9 juli 2021 volgde opnieuw een uitnodiging voor een gesprek op kantoor, ditmaal op 6 juli 2021 en in aanwezigheid van mevrouw [betrokkene 4] , mediator. Vanwege ziekte bij mevrouw [betrokkene 4] kon dit gesprek niet doorgaan, deze afspraak is vervolgens, in verband met jouw vakantie, verplaatst naar 25 augustus en kwam zeer moeizaam tot stand.
5. Jouw wens was om direct mediaton te starten en daarbinnen het eerste contact te laten plaatsvinden. [verw.conv./verz.reconv.] meende dat een eerste, persoonlijk gesprek (een ‘koffiemoment’) een goede eerste stap was en ook in lijn met het consult van de bedrijfsarts van 22 juni 2021. Desalniettemin is [verw.conv./verz.reconv.] meegegaan in jouw wens en is opnieuw mediation ingezet en daarmee is afgezien van het hervatten van het persoonlijke contact tussen werkgever en werknemer voorafgaand aan mediation. Deze wens bevreemdde [verw.conv./verz.reconv.] wel, nu jij in de ontbindingsprocedure de stelling in had genomen dat er geen sprake was van een ernstig en duurzaam verstoorde arbeidsverhouding.
6. Aan de mediation stelde jij de nodige voorwaarden. De mediator zou mevrouw [betrokkene 4] moeten zijn en de mediation zou op neutraal terrein moeten plaatsvinden en bij voorkeur ten kantore van mevrouw [betrokkene 4] . Om de start van de re-integratie zoveel mogelijk te bespoedigen, heeft [verw.conv./verz.reconv.] ook op dit punt gehoor gegeven aan jouw wensen. De mediation heeft op 25 augustus 2021 plaatsgevonden op neutraal terrein, jij wilde niet naar kantoor komen. Ook niet op de vierde verdieping van ons kantoorgebouw, waar jij geen andere collega’s zou tegen komen. [verw.conv./verz.reconv.] heeft de kosten van de mediator opnieuw voor haar rekening genomen, ook de meerkosten van het relatief hoge huurtarief, de reistijd van de mediator alsmede de zaalhuur.
7. De mediation is op 25 augustus 2021 geëindigd en op 31 augustus 2021 heeft opnieuw een consult plaatsgevonden bij de bedrijfsarts. De bedrijfsarts acht jou per week 36 oftewel per 6 september voor 50% belastbaar en in week 39 is er sprake van 100% belastbaarheid. De bedrijfsarts geeft in het formulier ‘Voorstel_Evaluarie_PvA_dhr._ [verz.conv./verw.reconv.] _31-08-2021’ in punt 4.5 aan dat er geen reden is voor het inzetten van spoor 2. Op medische gronden word je in staat geacht in te re-integreren in nieuwe projecten/werkzaamheden bij [verw.conv./verz.reconv.] .
8. Naar aanleiding van deze terugkoppeling heeft [betrokkene 2] jou op 2 september 2021 uitgenodigd voor een gesprek en werkhervatting op maandag 6 september 2021 om 10.30 uur op het kantoor van [verw.conv./verz.reconv.] . De verlofaanvraag die jij op 9 augustus 2021 deed voor donderdag 2 tot en met maandag 6 september 2021 was afgewezen om zo de maximale beschikbaarheid voor re-integratie en mediation te behouden (en je al vakantie had gehad).
9. Op vrijdag 3 september 2021 heb jij je afgemeld voor re-integratie per 6 september om jouw oudste kinderen te kunnen opvangen in verband met het overlijden van hun oma. Je hebt [betrokkene 2] om 11.45 u via mail laten weten:
“(…)Gisteren is plotseling de oma van mijn twee oudste kinderen overleden. Zij is een belangrijk persoon na het overlijden van hun moeder 7 jaar geleden. Ik zag dat de verzuimdienst langs is geweest. Ik ben sinds gisteren en de komende dagen betrokken bij de opvang van mijn kinderen en het afscheid van hun oma. Het is nu nog onduidelijk of ik in staat en in de gelegenheid ben om maandag om 09.30 aanwezig te zijn.
Ik ga ervan uit dat jullie begrip hebben voor deze onvoorziene situatie.”(…)
10. Op maandag 6 september 2021 antwoordde [betrokkene 2] om 11.57 u:
“(…)Gecondoleerd [voornaam verz.conv./verw.reconv.] , ik wens jou en je kinderen sterkte bij dit verlies. Ik verneem graag van je wanneer je, in lijn met ons personeelsreglement, verlof wenst op te nemen.
Wij hadden het op prijs gesteld als je de dialoog was aangegaan over wat wél mogelijk was geweest.
Afhankelijk van de datum van de uitvaart verwachten wij je op kantoor voor gesprekken en re-integratiewerkzaamheden.
Gegeven de korte herstelperiode volgens de bedrijfsarts achten wij het niet reëel een 2e spoortraject in te zetten. De bedrijfsarts heeft daarnaast ook geen medische belemmering t.a.v. spoor 1 vastgesteld.
Ik verneem graag morgen voor 10:00 uur een reactie(…)”
11. Met deze mail reageerde [verw.conv./verz.reconv.] tevens op het verzoek van 2 september 2021 via jouw advocaat om te re-integreren in spoor 2. Om zorgvuldigheid te betrachten heeft [betrokkene 2] op 6 september jl. nog advies ingewonnen bij de bedrijfsarts of er mogelijk effect zou zijn van het later starten met re-integratie in verband met jouw afwezigheid vanwege het overlijden van de oma van jouw twee oudste kinderen. De bedrijfsarts heeft hierop aangegeven dat een uitgestelde re-integratiestart geen effect heeft op de datum van de herstelmelding. De definitieve hersteldatum zou dus blijven staan, conform advies van de bedrijfsarts, op 27 september 2021.
12. Aan het verzoek om verlof op te nemen heb je niet voldaan. In Afas is er geen verlofopname door jouw aangevraagd voor de dagen dat je vrij zou willen nemen in verband met het genoemde overlijden, zoals [betrokkene 2] aan jou heeft verzocht. Er is enkel en alleen verlof opgenomen op 8 september 2021 in verband met de uitvaart.
Vermoeden onregelmatigheden
13. [verw.conv./verz.reconv.] vindt jouw gedrag ontwijkend en niet in lijn met jouw stellingname in de ontbindingsprocedure. Dit was reden voor [verw.conv./verz.reconv.] om op vrijdag 3 september 2021 en maandag 6 september 2021 een huisbezoek te laten afleggen door de Arbodienst (Concept Arbo). Op beide momenten -respectievelijk 3 september 11.10 u en 6 september 13.35 u- was er niemand thuis, noch was je telefonisch bereikbaar.
14. Voorts is uit onderzoek door [betrokken bedrijf 1] onder meer het volgende gebleken:
a.
a) De zwarte Fiat met kenteken [kenteken] in de loop van de ochtend van 2 september 2021 niet meer op jouw oprit stond.
b) Deze Fiat vrijdagochtend 3 september niet op jouw oprit werd gezien.
c) Jij bent evenmin die ochtend gezien in of rond jouw woonhuis.
d) De Fiat maandagochtend 6 september niet op jouw oprit stond, maar wel de Tesla met kenteken [kenteken] en een Adria camper met kenteken [kenteken] .
e) Tussen 8 en 9 uur die dag werden activiteiten waargenomen die kunnen worden geïnterpreteerd als het in en rondom de camper opruimen en/of schoonmaken.
f) Om 10.04 uur ben je met de camper vertrokken, om 11.01 heb je de camper afgetankt om vervolgens om 11.28 uur aan te komen op de [adres+plaats] .
g) Langs de rijbaan aldaar stond de zwarte Fiat 500 met het kenteken [kenteken] .
h) Om 12.13 uur ben je met de Fiat -met een tankstop- richting je huisadres vertrokken waar je om 13.50 uur aankwam.
15. Deze zaken hebben ons zeer verbaasd. Het doet vermoeden dat je ondanks de afwijzing van je verlofaanvraag voor de periode 2 tot en met 6 september 2021 toch op vakantie c.q. weg bent geweest. Met verwijzing naar de opvang van je kinderen na het overlijden van hun oma ben je op c.q. vanaf 6 september in het geheel niet komen re-integreren, terwijl je op 6 september ongeveer 4 uur onderweg bent geweest om een camper weg te brengen en terug te rijden naar huis.
16. [betrokkene 2] heeft jou op 6 september 2021 om 17.57 uur per mail uitgenodigd voor een gesprek op dinsdag 7 september 2021 om 10.30 uur onder vermelding van ‘urgente afspraak’:
“(…)Wij hebben het vermoeden dat er sprake is van onregelmatigheden t.a.v. je ziekmelding en je verlofopname. Wij verwachten je morgen om 10.30 uur op kantoor. Je kunt je melden op de 6e bij de receptie.(…)”
17. Bij monde van je advocaat heb je deze uitnodiging niet geaccepteerd. Hierop heeft [verw.conv./verz.reconv.] je op dinsdag 7 september 2021 om 12.34 uur nogmaals uitgenodigd voor een gesprek om zo hoor en wederhoor te kunnen toepassen. Aan deze uitnodiging heb je gehoor gegeven. [verw.conv./verz.reconv.] heef de bevindingen ten aanzien van de controlebezoeken van de Arbodienst aan je voorgelegd en je om een reactie gevraagd. Daarbij is ook gevraagd of je bent weg geweest (op vakantie), al dan niet met een camper.
18. Naar aanleiding van de verzuimcontrole op 3 september 2021 om 11.10 uur hebben we je gevraagd: waar was je en wat heb je gedaan?
Je hebt aangegeven dat je even buitenshuis was voor een boodschap en dat niet hoeft te melden. Tevens dat je ook nu niet hoeft te melden waar je bent geweest. Jouw vrouw was thuis maar niet in de gelegenheid om de deur open te doen omdat zij onder de douche stond. Vervolgens is er nogmaals gevraagd wat je die dag aan het doen was en of je op vakantie was, dit heb je ontkend en ook hier geef je aan niet op te willen antwoorden omdat het irrelevant is en jij geen aanleiding had om thuis te zijn volgens jou omdat de re-integratie pas op maandag 6 september zou aanvangen.
19. Naar aanleiding van de verzuimcontrole op maandag 6 september jl. om 13.35 u hebben we jou twee dingen gevraagd: waar was je en wat heb je gedaan?
Je hebt wederom aangegeven dat je ‘toevallig eventjes weg was voor een boodschap’. Jij vond het wederom irrelevant om hierover aanvullende mededelingen te doen. Nogmaals hebben wij jou de vraag gesteld of je echt geen mededelingen wil doen over je bezigheden van deze dag en ook hierop antwoord je bevestigend. Je wil geen mededelingen doen en was ‘even weg voor een boodschap’. Vervolgens hebben wij jou de vraag gesteld of je vakantie hebt genoten, hierop heb je ‘nee’ geantwoord. Aanvullend hebben wij jou gevraagd of je niet toevallig op die dag met een camper op weg bent geweest. Ook dit heb je ontkend en het was voor jou irrelevant om kenbaar te maken aan ons wat jou die dag bezig hield.
20. Wij hebben tot slot gevraagd of je nog verdere mededelingen wil doen aan ons als werkgever over belangrijke zaken die wij moeten weten. Jij hebt hierop aangegeven geen overige mededelingen te willen doen en aan je eerdere antwoorden niks toe te voegen hebt.
21. Op 8 september hebben wij de rapportage van [betrokken bedrijf 1] ontvangen. Daarin werden de bovengenoemde observaties formeel gepresenteerd en bevestigd, inclusief fotomateriaal. Omdat we dit niet kunnen rijmen met hetgeen jij ons op 7 september hebt verteld, hebben we jou uit zorgvuldigheid uitgenodigd voor een telefonisch vervolgoverleg op donderdag 9 september (op 8 september vond om 16.00 u de uitvaart plaats).
22. In dit gesprek heeft [verw.conv./verz.reconv.] je geconfronteerd met de twijfels over jouw verklaring van 7 september 2021. Dit mede gezien de rapportage van [betrokken bedrijf 1] . We hebben je in dit gesprek gevraagd om een eerlijke reactie, nu een aantal dingen die jij hebt genoemd niet stroken met de onderzoeksrapportage. Je hebt er voor gekozen om op een aantal zaken niet te reageren. Ook niet toen er expliciet werd gevraagd of het klopte dat je op 6 september bezig bent geweest met een camper en ook 4 uur bezig bent geweest met het wegbrengen van die camper. En of je op 6 september bij of met je kinderen bent geweest.
23. Je bent van mening dat je vóór 6 september geen verplichtingen richting [verw.conv./verz.reconv.] had. En dat [verw.conv./verz.reconv.] de verlofaanvraag van 9 augustus 2021 ten onrechte heeft afgewezen. Je hebt maandag 6 september niet gere-integreerd omdat je je via je advocaat op maandagochtend hebt verzocht om re-integratie in spoor 2. Verder heb je niets willen zeggen.
Op grond van hetgeen hiervoor is genoemd en afwegende jouw reactie en toelichting tijdens de gesprekken, hebben wij besloten om met onmiddellijke ingang afscheid van jou te nemen door middel van een ontslag op staande voet. Daarmee komt per heden een einde aan je dienstverband.
De gebeurtenissen sinds 2 september 2021 zijn voor [verw.conv./verz.reconv.] de druppel die de emmer doet overlopen. Je hebt onbetrouwbaar gedrag vertoond en daarover desgevraagd meermaals niet de waarheid verteld. Je verklaringen kloppen niet met de observaties van [betrokken bedrijf 1] . Je antwoorden in hoor en wederhoor hebben onze vermoedens niet weerlegd, of helderheid gegeven. Je gedrag, alsmede de ontwijkende en laconieke reacties die je tijdens onze gesprekken hebt laten zien, vinden wij onacceptabel. Door dit laakbare gedrag ben je het vertrouwen van ons als jouw werkgever onwaardig geworden. Je hebt daarbij grovelijk de plichten veronachtzaamd, die de arbeidsovereenkomst jou oplegt.
Deze omstandigheden vormen ieder op zich, maar ook in hun onderlinge samenhang, voldoende dringende redenen voor onmiddellijke beëindiging van het dienstverband volgens artikel 7:678 BW.(…)”