ECLI:NL:RBGEL:2021:6362

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
29 november 2021
Publicatiedatum
30 november 2021
Zaaknummer
9503595
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontruiming van huurwoning wegens ernstige overlast door huurder

In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 29 november 2021 uitspraak gedaan in een kort geding tussen de Stichting Woningcorporatie Plicht Getrouw en [gedaagde sub 2], die sinds 2012 een huurovereenkomst had met Plicht Getrouw. De eisende partij vorderde ontruiming van de woning van [gedaagde sub 2] wegens ernstige overlast die zij sinds 2016 aan omwonenden veroorzaakte. Ondanks herhaalde waarschuwingen en een vaststellingsovereenkomst waarin [gedaagde sub 2] zich verplichtte om zich te onthouden van overlast, bleef zij zich schuldig maken aan overlastgevende gedragingen, waaronder geluidsoverlast en bedreigingen. De rechtbank oordeelde dat er sprake was van een ernstige tekortkoming in de verplichtingen van [gedaagde sub 2] als huurder, waardoor de vordering tot ontruiming kon worden toegewezen.

De rechtbank overwoog dat het spoedeisend belang van Plicht Getrouw voortvloeide uit de structurele overlast en de onhoudbare situatie voor de omwonenden. De rechter wees erop dat de ontruiming niet alleen noodzakelijk was voor de belangen van de verhuurder, maar ook voor de veiligheid van [gedaagde sub 2] zelf, gezien haar verwarde gedrag en de noodzaak voor begeleiding. De ontruiming werd uitgesproken per 1 februari 2022, om [gedaagde sub 2] voldoende tijd te geven om alternatieve woonruimte te vinden. De vordering tot terugbetaling van huur door [gedaagde sub 2] werd afgewezen, aangezien zij in het ongelijk was gesteld. De proceskosten werden door Plicht Getrouw zelf gedragen, en de uitspraak werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANK GELDERLAND
Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Arnhem
zaakgegevens 9503595 \ VV EXPL 21-122 \ 498 \ 40141
uitspraak van
vonnis in kort geding
in de zaak van
de stichting Stichting Woningcorporatie Plicht Getrouw
gevestigd te Bennekom
eisende partij
gemachtigde mr. M.B.J. Thijssen
tegen

1.de maatschap V&W Bewindvoering

gevestigd te Apeldoorn
niet verschenen
2. [gedaagde sub 2]
wonende te [woonplaats]
procederend in persoon
gedaagde partijen
Partijen worden hierna Plicht Getrouw, V&W en [gedaagde sub 2] genoemd.

1.De procedure

Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding van 25 oktober 2021;
- het verweer van [gedaagde sub 2] , toegestuurd op 14 november 2021;
- de mondelinge behandeling van 15 november 2021.

2.De feiten

2.1.
Op 30 oktober 2012 heeft Plicht Getrouw een huurovereenkomst met [gedaagde sub 2] gesloten. [gedaagde sub 2] ging de woning aan [adres] te [plaats] huren. Stichting Woonstede te [plaats] (hierna: Woonstede) was de beheerder. Op de huurovereenkomst zijn algemene huurvoorwaarden van toepassing verklaard.
2.2.
In 2016 tot 30 maart 2017 heeft er een tiental overlast incidenten plaatsgevonden waarbij [gedaagde sub 2] betrokken was. Woonstede heeft [gedaagde sub 2] (schriftelijk) aangesproken op haar gedrag, maar ondanks dat hebben in de loop van 2017 wederom incidenten plaatsgevonden.
2.3.
Eind 2019 kwamen er opnieuw klachten binnen over overlast door [gedaagde sub 2] , onder andere omdat zij een baksteen door een ruit van de buren had gegooid op 5 december 2019. Op 17 december 2019 heeft Woonstede [gedaagde sub 2] per brief laten weten dat als haar geluidsoverlast zou blijven aanhouden, Woonstede naar de rechter zou gaan en dat zou kunnen betekenen dat [gedaagde sub 2] op straat zou kunnen komen te staan. Ook is [gedaagde sub 2] in die brief geadviseerd om hulp in te schakelen, mocht ze de overlast niet alleen kunnen oplossen.
2.4.
In 2020 heeft zich opnieuw een reeks van incidenten voorgedaan tussen [gedaagde sub 2] en haar buren.
2.5.
Op 19 augustus 2020 is de schuldsaneringsregeling in de zin van de Wet schuldsanering natuurlijke personen op [gedaagde sub 2] van toepassing verklaard.
2.6.
Op 4 januari 2021 heeft Plicht Getrouw [gedaagde sub 2] schriftelijk aangesproken op een incident dat op Tweede Kerstdag plaatsvond en [gedaagde sub 2] er opnieuw op gewezen dat als de overlast niet stopt, Plicht Getrouw in een gerechtelijke procedure de ontbinding van de huurovereenkomst en de ontruiming van het gehuurde zou vorderen.
2.7.
In de loop van 2021 vond een 100-tal incidenten plaats. Onder andere werd een woning van een buurtbewoner met stenen en eieren bekogeld door [gedaagde sub 2] en werden bedreigingen via SMS geuit.
2.8.
Op 8 juli 2021 heeft Plicht Getrouw [gedaagde sub 2] verzocht in te stemmen met de beëindiging van haar huurovereenkomst en aangekondigd dat als [gedaagde sub 2] dat niet zou doen, Plicht Getrouw een kort geding procedure zou starten om ontruiming te bewerkstelligen. Nadat [gedaagde sub 2] hierop per e-mail gereageerd had, hebben partijen op 6 september 2021 een vaststellingsovereenkomst gesloten. In die overeenkomst staat, voor zover hier van belang:

(…) [gedaagde sub 2] erkent dat het, gelet op de verstoorde verhouding met de omwonenden, onwenselijk is om in het gehuurde te blijven wonen. (…)
1.1.
Partijen komen overeen dat de huurovereenkomst op 30 mei 2022 met wederzijds goedvinden eindigt.
(…)
2.1
Partijen komen overeen dat Plicht Getrouw het aanhangig maken van de (…) procedure opschort, indien [gedaagde sub 2] de in dit artikel opgenomen bepalingen nakomt.
2.2
Partijen komen overeen dat [gedaagde sub 2] en de personen die zich met haar goedvinden in het gehuurde begeven, zich zullen onthouden van overlast veroorzakende gedragingen, in welke vorm dan ook.
2.3
Partijen komen overeen dat [gedaagde sub 2] een begeleidingsovereenkomst zal aangaan met de instelling ‘Altijd Iemand In De Buurt”(hierna te noemen ‘AIIDB’). [gedaagde sub 2] is gehouden om de zorg en begeleiding van AIIDB te aanvaarden en zal zich houden aan aanwijzingen die door of namens AIIDB aan haar zullen worden gegeven.
2.4
Partijen komen overeen dat [gedaagde sub 2] gehouden is om andere woonruimte te accepteren die haar wordt aangeboden. (…) [gedaagde sub 2] dient zich daarnaast aantoonbaar in te spannen om zelf woonruimte te vinden. (…)
2.5
Partijen komen overeen dat indien [gedaagde sub 2] zich niet houdt aan een van de voornoemde voorwaarden Plicht Getrouw de (…) procedure aanhangig zal maken, zonder dat [gedaagde sub 2] voorafgaand in gebreke dient te worden gesteld.
(…)
2.9.
Vanaf 13 augustus 2021 is V&W tot bewindvoerder in het kader van de WSNP benoemd in verband met de financiële situatie van [gedaagde sub 2] . Ook heeft [gedaagde sub 2] begeleiding van Altijd Iemand In De Buurt (hierna: AIIDB).
2.10.
Op 18 en 19 september 2021 hebben wederom incidenten plaatsgevonden. Er was weer sprake van (nachtelijke) geluidsoverlast. Nadat Plicht Getrouw [gedaagde sub 2] per brief van 23 september 2021 had aangeschreven en haar gewaarschuwd had dat bij de volgende overlastmelding de ontruimingsprocedure in gang zou worden gezet, vond in de nacht van 29 en 30 september opnieuw overlast plaat en ook medio oktober 2021.
2.11.
Op 8 november 2021 heeft de burgemeester van de gemeente [plaats] aan Plicht Getrouw per brief laten weten dat de situatie met betrekking tot [gedaagde sub 2] onhoudbaar is en dat elk perspectief dat [gedaagde sub 2] naast haar buren kan wonen zonder dat zij overlast veroorzaakt en haar pestgedrag voortzet ontbreekt. Hij heeft Plicht Getrouw verzocht te bezien of het gedrag van [gedaagde sub 2] van dien aard is dat het huurcontract wordt beëindigd en verklaard dat de gemeente bereid is met Plicht Getrouw en [gedaagde sub 2] naar alternatieve woonmogelijkheden te zoeken, bij voorkeur met begeleiding die aanpassing in het gedrag van [gedaagde sub 2] teweeg kan brengen.

3.De vordering en het verweer

3.1.
Plicht Getrouw vordert, bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, V&W, althans [gedaagde sub 2] , te veroordelen om het gehuurde, gelegen te [plaats] aan [adres] , binnen zeven dagen na betekening van het te wijzen vonnis, althans binnen een door de kantonrechter in goede justitie te bepalen termijn, geheel leeg en ontruimd en onder afgifte van de sleutels en andere toegangsmiddelen op de in de huurovereenkomst en de daarbij horende Algemene Huurvoorwaarden overeengekomen wijze ter beschikking van Plicht Getrouw te stellen, bij gebreke waarvan V&W althans [gedaagde sub 2] aan Plicht Getrouw zal verbeuren een dwangsom van € 500,- per dag met een maximum van € 50.000,- althans een door de kantonrechter in goede justitie te bepalen bedrag voor iedere dag of gedeelte daarvan dat V&W, althans [gedaagde sub 2] , in verzuim daartoe is, met veroordeling van V&W en [gedaagde sub 2] in de proceskosten en de nakosten.
3.2.
Aan haar vordering legt Plicht Getrouw ten grondslag dat [gedaagde sub 2] sinds 2016 ernstige overlast veroorzaakt aan omwonenden. Soms gaat het enige tijd goed, maar de overlast is structureel. De overlast bestaat onder meer uit geluidsoverlast door geschreeuw, zingen en het draaien van luide muziek; ook in de nacht. In mindere mate is sprake van stank- en rookoverlast. Door of namens Plicht Getrouw is [gedaagde sub 2] herhaaldelijk aangesproken op haar gedrag en gewaarschuwd voor de gevolgen van haar gedrag (ontruiming), maar het heeft niet geholpen. De overlast blijft. Door overlast te veroorzaken handelt [gedaagde sub 2] in strijd met de huurovereenkomst en algemene voorwaarden, waarin staat dat geen overlast veroorzaakt mag worden. Daarnaast handelt ze ook in strijd met artikel 7:213 BW (goed huurderschap). Plicht Getrouw heeft er geen vertrouwen meer in dat [gedaagde sub 2] haar gedrag zal verbeteren en vordert daarom, vooruitlopend op de in de bodemprocedure te vorderen ontbinding van de huurovereenkomst, de ontruiming van het gehuurde. Het spoedeisend belang zit erin dat de situatie tussen [gedaagde sub 2] en haar buren elk moment kan escaleren en dat de burgemeester van de gemeente [plaats] ook om beëindiging van de huurovereenkomst heeft verzocht. Er kan dus niet gewacht worden op de uitkomst van een bodemprocedure of tot 30 mei 2022, de datum die in de vaststellingsovereenkomst opgenomen is. De vaststellingsovereenkomst is ook niet langer geldig, omdat [gedaagde sub 2] in strijd met artikel 2.2 van die overeenkomst overlast heeft veroorzaakt. Het is daarnaast niet veilig voor [gedaagde sub 2] om zelfstandig te blijven wonen, omdat zij regelmatig een verwarde indruk maakt. Zij heeft (meer/betere) begeleiding nodig, bijvoorbeeld door middel van begeleid wonen. Ze stelt zich niet begeleidbaar op, aldus Plicht Getrouw.
3.3.
[gedaagde sub 2] heeft verweer gevoerd. Volgens haar veroorzaken haar buren ook overlast. Met name tussen haar en haar directe buurman zijn veel spanningen ontstaan. Sinds 2017 heeft ze PTSS gekregen met dissociatie. Ze wil uit haar woning en uit de omgeving waar ze nu zit weg. Ze eist haar huur terug. Het was beter geweest als ze rond december 2019 al had kunnen verhuizen. De urgentie kreeg ze echter pas na (ondertekening van) de vaststellingsovereenkomst. [gedaagde sub 2] heeft ook verzocht om het meetrapport (IJK rapport). Tot slot wijst ze erop dat ze al sinds 1992 huurt, eerst bij Woonstede, en nooit problemen had met buren tot ze op de plek kwam wonen waar ze nu woont. Ze heeft een plan van aanpak gemaakt met haar ambulant begeleider van AIIDB en is begeleidbaar, aldus [gedaagde sub 2] .

4.De beoordeling

4.1.
Het spoedeisend belang van de vordering vloeit voort uit de stellingen van Plicht Getrouw.
4.2.
V&W is in deze procedure niet verschenen. De voorgeschreven termijnen en formaliteiten zijn in acht genomen en daarom wordt jegens haar verstek verleend.
4.3.
Voor toewijzing van een vordering tot ontruiming is slechts plaats indien met een grote mate van waarschijnlijkheid in een bodemprocedure de ontbinding van de huurovereenkomst zal worden uitgesproken. Bovendien moet sprake zijn van een zodanig ernstige tekortkoming dat het belang van de verhuurder om over een vrije woning te beschikken moet prevaleren boven het belang van de huurder om in de woning te blijven.
4.4.
[gedaagde sub 2] is op grond van artikel 7:213 BW verplicht zich ten aanzien van het gebruik van de woning als een goed huurder te gedragen. Dit houdt onder meer in dat zij, zoals ook in de huurovereenkomst en de algemene voorwaarden staat, geen overlast mag veroorzaken. Uit de door Plicht Getrouw overgelegde stukken blijkt dat Plicht Getrouw, de politie en/of de gemeente vanaf 2016 (veel) klachten ontvangen over overlast door [gedaagde sub 2] . In 2019 en 2020 is dit ook zo geweest en in 2021 is dat zo gebleven. Verder is uit de overgelegde stukken gebleken dat Plicht Getrouw [gedaagde sub 2] bij herhaling zowel mondeling als schriftelijk heeft aangesproken op het tekortschieten in haar verplichting zich als goed huurder te gedragen. Plicht Getrouw heeft [gedaagde sub 2] steeds gewezen op het feit dat zij overlast veroorzaakt en dat dat moet stoppen. Dat blijkt niet zodanig te werken dat de overlast stopt. De omstandigheid dat een buurman van [gedaagde sub 2] ook overlast veroorzaakt en mogelijk meer buren, doet niet af aan de tekortkoming van [gedaagde sub 2] .
4.5.
Plicht Getrouw heeft [gedaagde sub 2] ook aangespoord hulp te zoeken en heeft gesprekken met haar gehad. Ook is er een begeleider van AIIDB betrokken bij [gedaagde sub 2] . Gelet hierop, had het op de weg van [gedaagde sub 2] gelegen om deze geboden kansen aan te pakken. [gedaagde sub 2] erkent ook dat ze niet altijd weet wat ze doet en hulp nodig heeft. Zij is er naar het oordeel van de voorzieningenrechter voldoende op gewezen wat de gevolgen zouden zijn van het niet nakomen van haar verplichting om geen overlast veroorzaken. Zelfs in de vaststellingsovereenkomst, waarin haar de kans werd geboden om, hoewel de overlast groot was, nog ruim een half jaar in haar woning te blijven wonen, is benadrukt dat ze dan wel moest stoppen met overlast veroorzaken. Ook dat mocht niet baten. [gedaagde sub 2] had, gezien alle brieven en de vaststellingsovereenkomst moeten begrijpen wat er van haar verwacht werd (stoppen met de structurele overlast). Dat het niet gelukt is de overlast te (laten) stoppen staat vast. De tekortkoming van [gedaagde sub 2] daarmee ook. Dat de ontruiming ingrijpende gevolgen voor [gedaagde sub 2] zal hebben, staat buiten kijf. Dat betekent echter niet dat niet ontruimd zou kunnen worden. [gedaagde sub 2] had de ontruiming kunnen voorkomen door zich aan de voorwaarden uit de vaststellingsovereenkomst te houden. Dat was haar laatste kans. Dat zij ondanks alles het overlast gevende gedrag niet heeft gestaakt en ook geen extra hulp heeft aangenomen en/of dat de extra hulp niet (voldoende) hielp, betekent dat de gevorderde ontruiming kan worden uitgesproken. Er is - voorlopig oordelend - sprake van ernstig voortdurend tekortschieten van [gedaagde sub 2] in haar verplichtingen als huurder tegenover Plicht Getrouw, met substantiële en structurele overlast voor omwonenden tot gevolg. Daarom wordt geoordeeld dat met een grote mate van waarschijnlijkheid in een bodemprocedure de ontbinding van de huurovereenkomst zal worden uitgesproken. Er is daarnaast sprake van
een zodanig ernstige tekortkoming, zonder enig uitzicht op verbetering van de overlastgevende situatie, dat van Plicht Getrouw niet gevergd kan worden de situatie te laten voortduren. [gedaagde sub 2] ziet zelf ook in, zo bleek onder meer tijdens de zitting, dat wonen op de plek waar ze nu woont niet goed voor haar en haar omgeving is. De in dit kort geding door Plicht Getrouw ingestelde ontruimingsvordering zal dan ook worden toegewezen, met inachtneming van het navolgende.
4.6.
De ontruiming wordt uitgesproken per 1 februari 2022 om [gedaagde sub 2] voldoende gelegenheid te geven om passende woonruimte te vinden en mede gezien de naderende winterperiode en het feit dat de coronacrisis voortduurt. Vóór 1 februari 2022 moet ontruimd zijn. Voor toewijzing van de gevorderde dwangsom is geen plaats omdat er geen reden is om er aan te twijfelen dat [gedaagde sub 2] deze uitspraak zal naleven.
4.7.
Voor de vordering van [gedaagde sub 2] tot terugbetaling van haar huur, is geen grondslag, nu ze in het ongelijk is gesteld. Hetgeen door [gedaagde sub 2] verder is aangevoerd behoeft gelet op hetgeen hierboven is overwogen geen bespreking.
4.8.
De vordering jegens V&W komt niet onrechtmatig of ongegrond voor en zal daarom ook worden toegewezen.
4.9.
Plicht Getrouw heeft verzocht aandacht te besteden aan de uitvoerbaar bij voorraad verklaring van dit vonnis. Het belang van Plicht Getrouw in het algemeen vergt dat zij de veroordeling ten uitvoer kan leggen niettegenstaande een daartegen ingesteld rechtsmiddel. Er is in het onderhavige geval niet gebleken van belangen van [gedaagde sub 2] bij opschorting die daartegen opwegen. Met de belangen van [gedaagde sub 2] is voldoende rekening gehouden onder meer door een langere ontruimingstermijn te hanteren dan de gebruikelijke 14 dagen.
4.10.
Ter zitting heeft Plicht Getrouw haar vordering om V&W en [gedaagde sub 2] in de proceskosten te veroordelen ingetrokken. De proceskosten, gemaakt door Plicht Getrouw, worden dus door haarzelf gedragen en een proceskostenveroordeling zal achterwege blijven.

5.De beslissing

De kantonrechter
rechtdoende als voorzieningenrechter
5.1.
veroordeelt V&W, althans [gedaagde sub 2] , om het gehuurde gelegen te [plaats] aan [adres] uiterlijk op 31 januari 2022 geheel leeg en ontruimd en onder afgifte van de sleutels en andere toegangsmiddelen op de in de huurovereenkomst en de daarbij horende Algemene Huurvoorwaarden overeengekomen wijze ter beschikking van Plicht Getrouw te stellen;
5.2.
verklaart deze veroordeling uitvoerbaar bij voorraad;
5.3.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door de kantonrechter mr. E.W. de Groot en in het openbaar uitgesproken door mr. A.J. Weerkamp-Beens op 29 november 2021.