Uitspraak
RECHTBANK GELDERLAND
1.[verkoper] ,
[ged.conv./eis.reconv. 2],
1.De procedure
- het tussenvonnis van 18 augustus 2021
- de berichten van de griffier van 27 augustus 2021, 17 september 2021 en 30 september 2021, dat laatste bericht inhoudende de agenda voor de mondelinge behandeling
- het proces-verbaal van mondelinge behandeling van 14 oktober 2021 en de daarin genoemde processtukken.
2.De feiten
(...)Aftersale
(...)Artikel 9 De rol van [[veilingwebsite] B.V.]
aftersalegeplaatst. Dat betekent dat potentiële kopers éénmaal een
aftersalebod van tenminste 80% van het openingsbod kunnen uitbrengen. De verkoper kan dit bod vervolgens - binnen vijf dagen - afwijzen of accepteren. Een schilderij in de
aftersaleblijft zichtbaar op de website. Zie 2.3 onder ‘Aftersale’.
(...) Spoedtaxatie (mondeling)
. (...)”
aftersalebod van € 27.000,00 op het schilderij uitgebracht. [[veilingwebsite] B.V.] heeft dit bod vervolgens diezelfde dag per e-mail overgebracht aan [verkoper] met de vraag of hij daarmee akkoord gaat. In deze e-mail van [[veilingwebsite] B.V.] staat niet vermeld wie de bieder is.
Beste Meneer, gisteren heb ik u een bericht per mail gestuurd over een bod op uw schilderij van Jan Altink. Mocht u daarin geïnteresseerd zijn kunt u vandaag of morgen mij daar over bellen. Fijne zondag! Groeten [betrokkene 3] .”
€ 31.050,00 (€ 27.000,00 plus 15% veilingkosten) geaccepteerd door op de daarvoor bestemde akkoord-knop op de website te klikken.
(...) Wij hebben (...) telefonisch een bod ontvangen van € 27.000 euro door dhr. [directeur van de kunsthandel] (koper)(directeur van [de kunsthandel] , rb)
voor item [nummer] , dat op dat moment in de aftersale stond met en openingsbod van € 30.000 euro. Wij hebben dhr. [verkoper] (verkoper) telefonisch benaderd of hij dit bod wilde accepteren. Dat wilde verkoper.
(...) Wij verzoeken dus verkoper de veilingregels van [[veilingwebsite] B.V.] te respecteren en verzoeken vriendelijk doch dringend het werk te leveren aan de rechtmatige koper op de veiling, zoals telefonisch overeengekomen op maandag 2 november en door verkoper bevestigd door acceptatie van het aftersale bod op de veiling.
(...) Hierbij meld ik mij als de kopende partij van het door u genoemde werk vanJan Altink, item [nummer]en op uitdrukkelijk verzoek van de heer [verkoper] omdat hij de Nederlandse taal niet machtig is.
. (...)”
€ 15.000,00 voor het schilderij had betaald en dat [betrokkene 1] het resterende deel na het bezoek van [betrokkene 3] en [betrokkene 2] aan [verkoper] heeft overgemaakt. Tegenover de politie heeft [verkoper] , blijkens het proces-verbaal, voorts verklaard:
(...) [betrokkene 1][ [betrokkene 1] , rb]
heeft mij er 30.000 euro voor betaald. Ook, mocht het nodig zijn, wil [betrokkene 1] 4000 euro extra betalen voor de commissie. Deze commissie zou het veilinghuis moeten krijgen. Dit is 15%. Inmiddels heeft het bedrijf [[veilingwebsite] B.V.] wel de rekening gestuurd. Op zich is dat wel raar die commissie omdat de koop niet via de [veilingwebsite] is gegaan, maar men wel de rekening stuurt.
(...) In deze verklaring licht ik toe hoe het telefoongesprek op maandag 2 november 2020 met dhr. [betrokkene 1] is verlopen.
(...) So , [betrokkene 1] was just there when his phone rang, he walked out but I could see from his face that it was about the valuation of [werknemer van de kunsthandel] . My girlfriend was there too.
(...) Ik heb het schilderij afgegeven aan [betrokkene 1] die het vervolgens elders in veiligheid heeft weten te brengen.
3.De vordering in conventie
€ 1.000,00 voor iedere dag dat hij hiermee in gebreke blijft, zulks met een maximum van € 27.000,00, en/of,
4.Het verweer in conventie
5.De vordering in voorwaardelijke reconventie
6.Het verweer in voorwaardelijke reconventie
7.De beoordeling
in conventie - niet-ontvankelijkheidsverweer
aftersalegeplaatste -schilderij (2.12). Met betrekking tot het anonieme karakter van dit bod heeft [de kunsthandel] gesteld dat zij, als exploitant van een kunsthandel, altijd anoniem biedt op veilingen, omdat indien en zodra andere potentiële kopers horen dat een goede en bekende kunsthandelaar op een kunstwerk biedt, de prijs eenvoudigweg omhoog schiet. Deze stelling is door [verkoper c.s.] niet bestreden en komt de rechtbank overigens logisch voor.
tegenover [betrokkene 1]die 2e november 2020 het schilderij heeft getaxeerd op een waarde van maximaal € 15.000,00, is daarmee nog niet komen vast te staan dat [verkoper c.s.] zich
jegens [de kunsthandel]terecht op één van de genoemde wilsgebreken heeft kunnen beroepen. Bij die beoordeling zijn twee factoren van groot belang:
voorafgaandaan het tot stand komen van de koopovereenkomst, in dit geval dus voorafgaand aan 2 november 2020 12:45 uur toen [verkoper] de rechtshandeling verrichte waarmee de koopovereenkomst tot stand kwam. Al hetgeen nadien is voorgevallen - van de vergeefse pogingen conservatoir beslag op het schilderij te leggen tot de opnames in het kader van het SBS6-programma - doet niet ter zake bij beantwoording van de vraag of de wil van de handelende persoon ( [verkoper] bij het accepteren van het bod) al dan niet op gebrekkige wijze tot stand is gekomen.
aftersalewerd geplaatst), aldus nog steeds [verkoper c.s.]
aftersalebod van [de kunsthandel] geaccepteerd. Voorafgaand aan het tot stand komen van die koopovereenkomst is er geen contact geweest tussen [de kunsthandel] en [verkoper] , laat staan dat [de kunsthandel] aan [verkoper] opzettelijk een onjuiste mededeling heeft gedaan, aldus [de kunsthandel] .
Ik ben blij dat u belt, want ik ben op dit moment bij [verkoper] .” de wetenschap van [de kunsthandel] dat [betrokkene 1] op dat moment ten huize van [verkoper] was tenminste ín dat gesprek wél is komen vast te staan, overweegt de rechtbank als volgt.
heeft het telefoongesprek niet gehoord, maar bij binnenkomst was alle enthousiasme van [betrokkene 1] voor het schilderij verdwenen.”
Toen mijn telefoon ging en [werknemer van de kunsthandel][ [werknemer van de kunsthandel] , rb]
zich voorstelde van de firma[ [de kunsthandel] , rb]
toen zei ik: dan ga ik even naar buiten. Ik vond dat vertrouwelijk. Ik zei tegen [werknemer van de kunsthandel] ik ben nu naar buiten gelopen en ik ben net bij [verkoper] . Toen heb ik in de tuin gebeld. Het eerste deel van het gesprek was dus binnen en toen liep ik naar buiten.”
aftersaleis geplaatst, aldus [de kunsthandel] .
NJ1960, 59, Kantharos van Stevensweert) van belang. Uit dit arrest volgt - kort gezegd - dat de verkoper, door met de verkoop akkoord te gaan, de kans prijsgeeft dat de zaak achteraf blijkt hoedanigheden te bezitten waarvan hij ten tijde van de verkoop geen vermoeden kon hebben (en hij dus bijvoorbeeld een hogere prijs had kunnen bedingen). Verkopersdwaling komt in beginsel voor rekening van de dwalende, hoewel niet is uitgesloten dat, volgens de Hoge Raad, “(...) vernietiging van de overeenkomst door nevenomstandigheden wordt gerechtvaardigd, waarbij in het bijzonder moet worden gedacht aan het geval dat de koper den verkoper omtrent de eigenschap der zaak had kunnen inlichten en daartoe, naar de eisen van de goede trouw, gehouden was (...)”.
aftersalegeplaatst. Op dat moment heeft [de kunsthandel] haar kans schoon gezien en een bod geplaatst van 90% van het openingsbod van € 30.000,00. Het gaat niet aan om tegen die achtergrond te oordelen dat [de kunsthandel] als koper op dat moment naar de eisen van de goede trouw gehouden was de verkoper [verkoper] in te lichten dat hij - mógelijk, waarover hierna meer - een hoger bedrag voor het schilderij had kunnen krijgen.
€ 27.000,00 (exclusief veilingkosten) aan [verkoper] zou hebben betaald voor het schilderij, is naar het oordeel van de rechtbank niet komen vast te staan. Tegenover de verder niet onderbouwde stellingen van [verkoper c.s.] dat [betrokkene 1] in dat hypothetische geval € 30.000,00 zou hebben betaald, staat de eveneens van [verkoper c.s.] afkomstige stelling (conclusie van antwoord in conventie, rnr. 10) dat [betrokkene 1] op 9 november 2020, ten tijde van de gestelde verkoop aan [ged.conv./eis.reconv. 2] , een prijs van € 30.000,00 niet kon betalen. Dit komt eveneens terug in de verklaring van [ged.conv./eis.reconv. 2] in 2.43: “
[betrokkene 1][ [betrokkene 1] , rb]
had het geld niet om het schilderij te kopen en vroeg of ik er dan belang bij had.” Dat [betrokkene 1] , zoals namens [verkoper c.s.] ter zitting is verklaard, ervan uit ging dat hij met [verkoper] een betalingsregeling kon treffen, maakt dit niet anders. In elk geval kan niet worden aangenomen dat, de inlichtingen van [de kunsthandel] aan [betrokkene 1] weggedacht, [verkoper] het schilderij
op dat momentvoor een dusdanig veel hoger bedrag had kunnen verkopen, dat het een beroep op (verkopers)dwaling zou rechtvaardigen.
aftersale, wist [verkoper] niet met wie hij zaken deed. Het bod was namelijk van een anonieme koper, zo was hem door [[veilingwebsite] B.V.] bericht (2.24). Dat vormde voor [verkoper] kennelijk geen beletsel: in plaats van het
aftersalebod af te wijzen, heeft hij het geaccepteerd.
voorafgaandaan de kennelijke totstandkoming van een tweede koopovereenkomst, weet zou hebben gehad van de verplichtingen van de verkoper, [verkoper] , om het schilderij aan een ander, [de kunsthandel] , te leveren. [de kunsthandel] heeft ter zitting ook verklaard dat het moeilijk is aan te geven waaruit nu volgt dat [ged.conv./eis.reconv. 2] reeds op 9 november 2020 op de hoogte was van, onder meer, [verkoper] verbintenis tot levering. “Daar is niemand bij geweest”, aldus [de kunsthandel] ter zitting.
2.228,00(2 punten × tarief € 1.114,00)